folder

advertisement
Ridderlijke Duitsche Orde
Balije van Utrecht
Springweg 25
3511 VJ Utrecht
telefoon 030 – 313276
Geschiedenis
De Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht vindt haar oorsprong in 1190 toen
tijdens de derde kruistocht naar het Heilige Land aan de kust bij Akko door Duitse
kooplieden van een zeil en hout van een koggeschip een veldhospitaal werd gebouwd.
Dit hospitaaltje moest dienen om de vele gewonden en zieken te kunnen verplegen.
Na Franse, Italiaanse en Spaanse, namen aan de derde kruistocht nu ook Duitse, Vlaamse
en Hollandse ridders deel.
Aangezien ziekenzorg meer uit zielzog dan medische behandeling bestond, was behoefte
aan een hospitaal waar broeders de patiënten in de eigen taal hulp konden bieden.
In hetzelfde jaar werd het hospitaal overgenomen door de broederschap van het
“Hospitaal der Alemannen” toegewijd aan de Maagd Maria. (“Fratibus Theutonicus ecclesie
sante Marie Jerosolimitane”).
Hertog Frederik van Zwaben, zoon van de omgekomen Keizer Frederik Barbarossa nam het
hospitaal onder zijn bescherming en in 1191 werden door Paus Clemens III statuten
vastgesteld, nagenoeg gelijkluidend als voor de Orde van Sint Jan en de Orde van de
Tempeliers.
De primaire taak van de Orde was de verpleging van zieken en gewonden, terwijl in 1198
Duitse ridders aan de broederschap werden toegevoegd ter bescherming van de
pelgrimvaarders en bestrijding van de ongelovigen.
Als onderscheidingsteken werd door de Ridders een witte mantel met een zwart kruis
gedragen.
Bij bul van Paus Innocentius III van 19 februari 1199 werd de Orde als geestelijke
ridderorde bevestigd.
Om ook aan de doelstelling van de Orde te kunnen beantwoorden, werden door vele
Europese vorsten en edelen goederen en landerijen geschonken.
Als geestelijke orde stond de Orde onder jurisdictie van de Paus, terwijl bestuurlijk
een Hoogmeester aan het hoofd stond. De Duitse Orde was verdeeld in balijen, (balije
komt van baculum, later baculus, in de betekenis van stok, afsluitboom, omheinde
ruimte. Verwant zijn: baljuw en balie), waar een Landcommandeur het bestuur voerde en
een balije bestond nog weer uit commanderijen onder een Commandeur.
De kruistochten eindigden toen de kruisvaarders na de val van Akko in 1291 uit
Palestina werden verdreven.
Inmiddels was rond 1225 het accent van het optreden van de Orde verlegd naar OostEuropa, waar hulp werd geboden bij de kerstening der Pruisen. Door Hollandse en Vlaamse
ridders werd ook aan deze activiteit deelgenomen in het ridderleger dat vele veldslagen
kreeg te leveren. Door de aanwezigheid van de Duitsche Orde groeide het gebied uit tot
een vrijwel soevereine staat met wereldlijke macht. Steden als Dantzig en Koningsbergen
dankten hun ontstaan aan deze tijd.
Aan deze situatie kwam een einde nadat de Ridders van de Duitsche Orde in 1410 in de
slag van Polen, Tataren en Litauers.
De Orde verloor nu haar wereldlijke en militaire macht en een periode van neergang brak
aan.
Ook de reformatie zorgde voor tweespalt, nadat Hoogmeester Albrecht van Brandenburg in
1525 tot de Lutherse leer overging.
In 1231 worden, o.a. door Sweder van Dingede goederen aan de Orde geschonken. Hierdoor
ontstond in 1232 een Commanderij Utrecht met een hoofdhuis aan de Tolsteegsingel.
(Ongeveer ter hoogte van het vroegere A.Z.U.-terrein). Dan wordt in 1303 de Balije van
Utrecht gevestigd met Antonius van Printhagen, genaamd Ledersack, als eerste
Landcommandeur aan het hoofd.
Commanderijen werden achtereenvolgens gevestigd in Dieren, Maasland, Tiel, Rhenen,
Leiden en Katwijk, Schoten, Doesburg, Schelluinen, Middelburg en Schoonhoven.
Het eerste hoofdhuis (in Utrecht) werd door brand verwoest.
Binnen de toenmalige stadsmuur van Utrecht werd toen van Bisschop Jan van Arkel een
terrein gekocht en door ruil werden nog eens vier hofsteden verkregen. Zo verrees
tussen 1348 en 1359 aan de Springweg het Duitse Huis, waar de Orde tot 1808 was
gevestigd. In dat jaar werd het Huis op last van Koning Lodewijk Napoleon verkocht aan
het Gouvernement, terwijl Keizer Napoleon de Duitse Orde in 1811 in alle staten van de
Rijnbond ophief.
In 1815 werd de Balije van Utrecht, die mede als gevolg van de 80-jarige oorlog voor de
hervorming had gekozen en zich in 1637 definitief van de Duitsche Orde en het gezag van
de Paus had losgemaakt, bij wet hersteld als Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van
Utrecht onder oppergezag van de Koning.
De oorspronkelijke eigendommen, waaronder de diverse hoeven en landerijen, kwamen weer
terug aan de Orde.
De Orde vestigde zich aanvankelijk in Den Haag, tot in 1837 in Utrecht het gewezen
Kapittelhuis van Oud Munster werd aangekocht. Dit “Hotel der Orde” bevond zich aan de
Hofpoort nabij de Nieuwegracht.
Bij de verkoop van de “Huyijsinghe en Dependentien aan den Duytschen Orden
toegbehorende” werd bepaald: “ …… terwijl eindelijk de meergenoemde Leden der
Gouvernement zig t’enigerteyd van deze aangekogte Gebouwen en Erven weder zoude willen
ontdoen.”
Van dit eerste recht van koop is gebruik gemaakt toen het laatste deel van het
Militaire Hospitaal aan de Springweg werd opgeheven.
Nadat de eigendom werd verkregen van het vroegere Commandeurshuis, de kapel en
bijgebouwen is dit gedeelte aan de Springweg, hoek Walstweg gerestaureerd en sedert
1995 weer in gebruik bij de Orde.
In Wenen bestaat nog ene tak van de Duitsche Orde. Deze Balije van Wenen is een zuivere
priesterorde met kerken, kloosters en conventen. Deze Orde is door de Paus erkend als
een bijzondere congregatie, waar priesters en zusters toe behoren. Aan het hoofdstaate
een Hoogpriester.
Activiteiten
1. Het doel van de Orde is gericht op de bevordering van de belangenvan personen en van
instellingen wier werkzaamheden liggen:
a.op het terrein van de geestelijke toerusting in reformatorische zin;
b.op het gebied van de hulpverlening aan gewonden, zieken en
anderszins hulpbehoevenden, alsmede op het voorkomen of
verzachten van menselijke nood.
Deze doelstellingen kunnen worden bereikt door het verlenen van
geldelijke steun of met andere daartoe geëigende middelen.
2. met de Johanniter Orde in Nederland heeft de Ridderlijke Duitsche
Orde zich verenigd in de Stichting Werken, die onder meer vakantieweken voor oudere gehandicapten organiseert, bemiddeling verleent
bij het vinden van begeleiders om samen met gehandicapten met
vakantie te gaan en cursussen organiseert voor vrijwilligers voor
de praktische zorg voor ouderen of lichamelijk gehandicapten.
3. aan de Orde is nog verbonden het Vicariefonds, waaruit studietoeslagen kunnen worden verleend aan jonge mensen die theologie
studeren aan de Universiteit van Utrecht.
Ook kunnen uit dit fonds giften worden gedaan voor andere
protestants-pieuze doelstellingen.
Download