Lesmateriaal ‘Getallen in de Bijbel’ Arjan van den Noort Docent Wiskunde en Godsdienst Scholengemeenschap Pieter Zandt 2 Inhoud pag. Inleiding 5 Opwarmer 7 Leeftijden aartsvaders 10 Lentematen en afstandsmaten 13 Oppervlaktematen en inhoudsmaten 16 Munten 20 Grote getallen 24 Symboliek van belangrijke getallen 28 3 4 Inleiding In de Bijbel komen we diverse getallen tegen. Vaak lezen we er overheen, waarbij we ze voor kennisgeving aannemen. Het is ook niet altijd gemakkelijk: wanneer moeten ze letterlijk opgevat worden en wanneer symbolisch? Hoe zit het met de leeftijden van de aartsvaders? Werden ze echt zo oud? En waarom zouden de getallen in Openbaring niet letterlijk genomen moeten worden? Of toch wel? Hoe zit het met de 70 jaarweken in Daniël? Wat wordt bedoeld met de 3 ½ jaar? En de uitdrukking ‘tijd, tijden en een halve tijd’? Hoeveel zijn de munten in de Bijbel waard? Wat is bijvoorbeeld een penning? Wat is een drachme eigenlijk? Is er verschil in waarde als we lezen van knechten die van hun heer een aantal talenten kregen, terwijl op een andere plaats gesproken wordt over ponden? Soms lezen we in de Bijbel uitzonderlijk grote getallen. Bij de inwijding van de tempel van Salomo bijvoorbeeld heeft heel wat bloed gevloeid als we kijken naar de hoeveelheid dieren die geofferd werden. En wat te denken van de hoeveelheid eten die dagelijks genuttigd werd door de hofhouding. En het salaris van Salomo was ook bovengemiddeld. Grote getallen lezen we ook in Numeri. Het volk Israël dat uit Egypte vertrekt is uitzonderlijk groot. Is dat mogelijk? Of mogen we dit soort vragen niet stellen? Genoeg materiaal om eens wat beter te bekijken. Het idee om dit lespakket te schrijven is geboren naar aanleiding van de studiedagen ‘Wiskunde en geloof’ die sinds een aantal jaren georganiseerd worden op het Ichtus College in Veenendaal. Aan dit lespakketje ging een dagboek vooraf over getallen(symboliek) in de Bijbel: Ontelbaar! Dit lespakket pakt daar een aantal facetten uit. Het is zeker niet volledig. Mogelijk legt u graag andere accenten in de lessen, of bespreekt u graag andere onderwerpen. Voor verdere studie verwijzen we u naar dit dagboek dat rijk voorzien is van allerlei noten en een uitgebreide literatuurlijst die u verder de weg wijzen. Arjan van den Noort Oktober 2014 5 6 Opwarmer Driehoeksgetallen Driehoeksgetallen zijn getallen die door middel van stipjes kunnen worden weergegeven. Zo is het driehoeksgetal van 3 gelijk aan 6, omdat deze bestaat uit 3 stippen op de onderste rij, 2 stippen op de tweede rij en 1 stip daarboven. Het driehoeksgetal van 3 is zodoende 3+2+1=6. Zo is het driehoeksgetal van 4 gelijk aan 10, immers 4+3+2+1=10. Een belangrijk driehoeksgetal in de Bijbel is bijvoorbeeld het getal 666. Dat is het driehoeksgetal van 36. En het getal 36 is gelijk aan 62. Een ander belangrijk driehoeksgetal is 153. Vraag 1: Waar komen we dit getal 153 tegen? Opdracht 2: Onderzoek eens van welk getal 153 het driehoeksgetal is. Godsgetallen Joodse Bijbelgeleerden houden zich vaak bezig met kabbalistiek. Kabbala is een Joods woord dat letterlijk ‘openbaring’ of ‘ontvangst’ betekent. Achter ieder woord, iedere letter, ieder accent, ieder getal zou een betekenis verborgen zitten. De bekendste vorm van kabbalistiek is het toekennen van getalswaarden aan de lettertekens. We noemen dit gematria. Zo krijgt de aleph letterwaarde 1, de beth krijgt letterwaarde 2, de gimel letterwaarde 3 enz. Naarmate het alfabet vordert worden er grotere waarden toegekend. In het begin gaat het per 1, verderop met sprongen van 10 en op het laatst met 100. Opdracht 3: Zoek eens uit wat de woordwaarde is van de Godsnaam JHWH (Yodh, heh, wahw, heh). 7 Het Hebreeuwse woord JHWH (de Godsnaam, Jahwe) heeft woordwaarde 26. De J heeft letterwaarde 10, de H heeft letterwaarde 5 en de W 6. Dus JHWH heeft als woordwaarde: 10+5+6+5=26. Dit zou je de grote optelling kunnen noemen. Er is echter ook een kleine optelling, waarbij de 10 gesplitst wordt in 1 en 0. In dat geval is JHWH gelijk aan 1+0+5+6+5=17. Daarom worden 17 en 26 Godsgetallen genoemd. We komen deze Godsgetallen al dan niet samen met de driehoeksgetallen regelmatig tegen in de Bijbel. Zo heeft bijvoorbeeld Psalm 25 in het Hebreeuws precies 153 woorden. Opdracht 4: Zoek Psalm 111 en 112 eens op. Als je de psalmen 111 en 112 goed bekijkt, zie je dat ieder vers in tweeën is gedeeld. In de meeste gevallen staat er een komma ergens in het vers. Nu blijkt in het Hebreeuws dat het aantal woorden voor de versdelers opgeteld 85 is. Vraag 5: Welk Godsgetal zit er in 85? En hoe? Misschien zeg je: ‘toeval’. Dan dit: het totale aantal woorden van deze twee psalmen samen, incl. opschriften is 153 (9x17). Hier zie je weer het driehoeksgetal van 17 terug. Nog even naar de wonderbare visvangst. Augustinus heeft daar ooit in Hyppo een preek over gehouden tijdens Pasen van het jaar 412 of 413. Ook hij had het verband van 153 en 17 gezien, waarbij 153 het driehoeksgetal van 17 is. Hij gaat nog een stukje verder door het getal 17 te ontleden. 17 is (zo zegt Augustinus) 10 + 7. Hierbij staat 10 voor de wet en 7 voor de Heilige Geest. We kunnen de wet van onszelf niet volbrengen. Maar met de hulp van de Heilige Geest is het wel mogelijk. Vervolgens zegt hij dat 153 de woordwaarde is van het Hebreeuwse ‘bene ha’elohim’, dat is vertaald: de kinderen van God. Hiermee zou door 153 vissen gesymboliseerd worden dat al Gods Kinderen zalig zullen worden. Opdracht 6: Zoek eens uit van welk getal 351 het driehoeksgetal is? Een aardigheidje: Het spiegelbeeld van 153 is 351. De getalswaarde van de Griekse woorden ‘ichthues’ (vissen) en ‘to dikyton’ (het net), die beide in hetzelfde vers staan, is voor beide 1224 = 8 x 153. Het getal 8 staat in de Bijbel vaak voor iets nieuws. Opdracht 7: Zoek eens op, hoe oud Abraham, Izak en Jakob geworden zijn. 175 is te schrijven als 7x5x5 = 7 x 52 Vraag 8: Ook Izak en Jakob zijn op een zelfde manier te schrijven met een kwadraat. Hoe? 8 Opdracht 9: Tel de kwadraten in deze schrijfwijzen van de namen Abraham, Izak en Jakob eens bij elkaar op. Vraag 10: Wie is er zo oud geworden in de Bijbel? Dit laatste is m.i. wat gegoochel. Toch is het opmerkelijk. We moeten er denk ik niet teveel waarde aan hechten. Toch is niet alles gegoochel. Opdracht 11: Zoek eens op, hoe oud Jakob was toen hij in Egypte kwam. Hoe lang heeft hij dus in Egypte geleefd? Ook met het Griekse alfabet wordt de gematria beoefend. Zo zie je dat de naam Jezus in het Grieks woordwaarde 888 heeft. Dit doet direct denken aan 666, het getal van het beest, van de antichrist. 6 is het getal van de mens, 8 staat voor iets nieuws. Wist je trouwens dat er mensen zijn die alle woorden in de Bijbel tellen. De Masoreten bijvoorbeeld, de mensen die de Joodse medeklinkers van vocalen hebben voorzien, telden alle woorden. In sommige handschriften kun je getalletjes zien staan in de kantlijn. Ze wisten precies hoeveel letters Bijbelboeken bevatten. Zo staan bijvoorbeeld in de Biblia Hebraica Stuttgartensia deze tellingen afgedrukt. Onderaan Genesis kunnen we bijvoorbeeld lezen: “Som der verzen van het boek eenduizendvijfhonderdvierendertig, 1534, en zijn midden: we’al charbeka tichyèh” (“En van uw zwaard zult gij leven”). Het genoemde vers, het zogenaamde mathematische midden, is Genesis 27:40. Literatuur: Antwoorden: Vraag 1: 153 vissen bij de wonderbare visvangst na de opstanding van Jezus. Opdracht 2: 153 is het driehoeksgetal van 17 Opdracht 3: De woordwaarde van JHWH is 26. Opdracht 4: Opzoeken Vraag 5: 85=5x17, dus het Godsgetal 17. Opdracht 6: 351 is het driehoeksgetal van 26, het andere Godsgetal. Opdracht 7: Abraham 175, Izak 180 en Jakob 147. Vraag 8: Izak 5x6x6 = 5 x 62 en Jakob 3x7x7 = 3 x 72. Opdracht 9: 52+62+72=110. Vraag 10: Jozef Opdracht 11: Hij was 130 jaar en heeft 17 jaar in Egypte geleefd. Bijbelse Getallen en hun geheimen in Bijbel en Wetenschap, augustus-september 2000, nr.21, Prof. dr. W.J. Ouweneel Column Reformatorisch Dagblad, J. Mastenbroek Ontelbaar! Dagboek over getallen in de Bijbel, Arjan van den Noort Preek Augustinus, gehouden Pasen 412 of 413 in Hyppo Vertellen met getallen, Functie en symboliek van getallen in de bijbelse oudheid, C.J. Labuschagne 9 Leeftijden aartsvaders Relativiteit van tijd Ergens in de nooit begonnen en nooit eindigende eeuwigheid heeft God de tijd geschapen. Probeer je er eens een voorstelling van te maken. Opdracht 1: Teken een lijnstuk van 20 cm. Zet bij het begin een 0 en bij het einde 100.000. Stel je voor dat dit 100.000 jaar is. De aarde bestaat ongeveer 6000 jaar. Geef op het getekende lijnstuk eens aan hoe lang dit is. Je hebt een erg klein stukje getekend. Ongeveer 1/16 deel van je lijn. Iets meer dan 1 cm. Opdracht 2: Vergroot dit kleine stukje tijd dat de aarde bestaat opnieuw tot een lijnstuk van 20 cm. Geef nu eens op dit lijnstuk aan hoe lang jij geleefd hebt tot nu toe. Deze opdracht is bijna onmogelijk. Het gevraagde stukje is ongeveer een halve mm lang. Opdracht 3: Vergelijk nu jouw leeftijd eens met de tijd dat de wereld bestaat. En vergelijk het vervolgens is met de 100.000 jaar die we aan het begin genomen hebben. Nu is eeuwigheid niet aan te geven op een lijnstuk. Eigenlijk hebben we dan te maken met een lijn, zonder begin en zonder eind. Kun je je het nog voorstellen? Ik niet. Tijd is relatief. Het wordt pas zinvol in een bepaalde context. Door tijden te vergelijken kun je je er iets bij voorstellen. Een begrip als ‘eeuwigheid’ laat zich niet vergelijken. God heeft de tijd geschapen, om zo de wereld voor ons te ordenen. Opmerkelijk hierbij is dat God op de eerste dag het licht geschapen heeft, maar pas op dag 4 de zon. Blijkbaar was de zon nog niet nodig voor dag en nacht. Tijd in de eeuwigheid In dit kleine stukje tijd schiep God de wereld. Hij schiep ook de mens, Adam. Adam is 930 jaar geworden. De leeftijden van de aartsvaders komen ons wat onwerkelijk voor. Opdracht 4: Maak eens een getallenlijn van 30 cm. (Voor verhoudingen het handigst. Als het niet past, kun je de lengte aanpassen.) Dit lijnstuk stelt 3000 jaar voor. Zet aan het begin schepping en teken een lijntje van 930 jaar waar je Adam bij zet. Lees nu Genesis 5 en geef zo duidelijk mogelijk aan, wanneer de 10 aartsvaders leefden. Teken lijntjes dicht naast elkaar, zodat je goed kunt zien, waar ze ‘overlap’ vertonen. Geef ook aan wanneer de zondvloed plaatsvond. 10 Als we kijken naar deze getallenlijn, vallen een aantal dingen op: Vraag 5: Wie was (als we Abel buiten beschouwing laten) van deze 10 aartsvaders de eerste mens die stierf? Vraag 6: Wie stierf daarna? Vraag 7: Wat kun je zeggen over het sterfjaar van Lamech in relatie tot de zondvloed? Vraag 8: Wat kun je zeggen over Methusalem, de oudste man, de opa van Noach, in relatie tot de zondvloed? Opdracht 9: Geef in je schema aan wanneer Sem is geboren. Lees vervolgens Genesis 11:10-26. Zet ook deze gegevens in je schema. Vraag 10: Kunnen Abram en Noach elkaar nog hebben ontmoet? We hebben hier alleen gekeken naar wat de Bijbel ons zegt. Zou je andere vertalingen/Bijbels naslaan, dan kom je ook andere getallen tegen. De Samaritaanse Pentateuch telt bijvoorbeeld na de zondvloed bij de leeftijden zo 100 jaar op per persoon, zodat de tijd van de zondvloed tot Abram niet onwaarschijnlijk kort is. 292 jaar is ook wel betrekkelijk kort om zo’n brede verspreiding van volken te krijgen. Bovendien is het opmerkelijk dat de geslachtsregisters in Genesis 11 en in Genesis 6 allebei 10 personen bevatten. Bovendien eindigen ze ook beide op 3 zonen. Is dit bewust gedaan door namen weg te laten? Namensymboliek Nu even geen wiskunde. Geen getallensymboliek, maar namensymboliek. We lezen in Genesis 6 in totaal 10 namen. Even wat betekenissen op een rijtje: Adam betekent ‘man’. Zijn zoon Seth ‘is aangewezen’. Aangewezen tot wat? God had het toch gezegd: ‘Ik zal vijandschap zetten…’? God had beloofd voor een reddingsplan te zorgen. Dit plan zal gerealiseerd worden in de linie van Seth. Enos en Kenan hebben de betekenissen ‘sterfelijk’ en ‘treurigheid’. Bepaald niet opwekkend. Maar het geeft wel iets aan van die tijd. Kenans zoon Mahaláleël had een mooiere naam ‘de geprezen God’. De letterlijke betekenis van Jered is ‘zal neerdalen’. Henoch neemt als 7e een aparte plaats in. Hij wandelde met God. Zijn naam betekent ‘onderwijzen’. Dat heeft hij zeker gedaan. Sowieso door zijn levenswandel. Maar we lezen ook in Judas: 14,15: ‘En van dezen heeft ook Henoch, de zevende van Adam, geprofeteerd, zeggende: Zie, de Heere is 11 gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen…’ Metusalem, stierf in het jaar van de zondvloed. Zijn naam betekent ‘zijn dood zal brengen’. Zijn dood bracht de zondvloed. Lamech betekent ‘wanhoop/vertwijfeling’. Zeker de laatste jaren voor de vloed had zijn naam inhoud. En Noach betekent ‘troost/rust’. En zet nu eens alles in één lange zin achter elkaar: ‘Man is aangewezen (tot) sterfelijkheid (en) treurigheid, (maar) de geprezen God zal nederdalen (om te) onderwijzen. Zijn dood zal brengen (aan de) wanhopigen en vertwijfelden vertroosting (en) rust. Eeuwigheid Nog even terugkomend op het begrip ‘eeuwigheid’: Opdracht 11: Lees Mattheüs 25:31-46 en laat eens op je inwerken hoe lang eeuwig is en hoe belangrijk het is dat je de juiste bestemming bereikt. Lees ook Openbaring 22:1-5. En praat nog eens door over wat het betekent ‘en daar zal geen nacht zijn’. Literatuur Ontelbaar! Dagboek over getallen in de Bijbel, Arjan van den Noort SBOT, Genesis-Exodus, dr. M.J. Paul e.a. www.jesussaves.nl 12 Antwoorden: Opdracht 1: Tekenopdracht Opdracht 2: Tekenopdracht Opdracht 3: Vergelijkingsopdracht Opdracht 4: Tekenopdracht Vraag 5: Adam Vraag 6: Henoch Vraag 7: 5 jaar voor de zondvloed Vraag 8: Gestorven in het jaar van de zondvloed. Opdracht 9: Tekenopdracht Vraag 10: Ja, ongeveer 50 jaar overlap. Opdracht 11: Doorpraten Lengtematen en afstandsmaten Opwarmer: Opdracht 1: Schrijf eens vijf lengte- of afstandsmaten op die wij dagelijks gebruiken. In de Bijbel kom je allerlei lengte- en afstandsmaten tegen. Deze wijken nogal af van de soorten maten die wij kennen. Vinger: In de Bijbel zijn de meeste maten sterk aan de praktijk gerelateerd. Opdracht 2: Lees Jeremia 52:20 en 21. Dit hoofdstuk gaat over de verwoesting van Jeruzalem. Deze verzen gaan over de pilaren van de tempel. Hoe lang waren de pilaren? Wat was de diameter? Hoe dik waren de wanden van de pilaren? Handbreed: Wat opvalt is de praktische invulling. Een meetlat heb je niet altijd op zak. Je vingers heb je wel altijd bij je. Zo lees je in andere teksten bijvoorbeeld van een ‘handbreed’. Zo kom je deze maat tegen in het Bijbelboek Ezechiël. Vanaf hoofdstuk 40 wordt een Opdracht 3: Lees Ezechiël 40:1-5. In vers 5 kun je lezen beschrijving gegeven van de hoe de hemelse gids (een engel? Vgl. 43:6) een meetriet visionaire tempel. In de bij zich draagt. hoofdstukken die hierop volgen kom je allerlei getallen tegen. Wat hier opvalt is dat er gesproken wordt van een bijzondere el. De hemelse gids uit Ezechiël heeft een meetriet van 6 ellen bij zich. Maar het is wel een bijzondere el, namelijk een el en een handbreed. Dus naast de gangbare maat ‘el’ moest men er nog een handbreed bij tellen. Men gaat er vanuit dat een gewone el 45 cm was en deze el uit Ezechiël 52 ½ cm. Een handbreed stelt dus ongeveer 7 ½ cm voor. Wanneer David op de vlucht is voor koning Saul schrijft hij o.a. Psalm 39. In vers 6 gebruikt hij ook de maat een ‘handbreed’. Vraag 4: Wat wordt er met deze tekst bedoeld? Wat wil David hier zeggen? 13 El: We kwamen ook de ‘el’ al tegen. Ook deze maat is afgeleid van het menselijk lichaam. Vraag 5: Waar is deze maat (de ‘el’) van afgeleid? Meestal gaat men er vanuit dat een el 50 cm is, een ½ meter dus. Ook in Nederland was de el echter variabel. Het Griekse woord voor ‘el’ kan zowel lengte als leeftijd aanduiden. Zo vinden we het bijvoorbeeld in Opdracht 6: Zoek eens op internet welke afmetingen men in Nederland Mattheüs 6:27: ‘Wie toch van u kan met bezorgd te zijn kende voor de maat ‘el’. één el tot zijn lengte toedoen.’ Je zou dit kunnen lezen als: wie van u kan met bezorgd te zijn ook maar iets toevoegen aan zijn levensweg van duizenden kilometers? Dat kan niemand. Anderen lezen hier toch ‘lengte’ en verklaren het zo dat niemand voor zijn eigen groeiproces kan zorgen. Vadem: Een wat ouderwetse maat die we eveneens in de Bijbel tegenkomen is ‘vadem’. Vraag 7: Wat is een vadem? Zoek eventueel eens op internet. Vraag 8: Waar vinden we deze maat in de Bijbel? Opdracht 9: Lees samenvattend Handelingen 27:28. Vraag 10: Hoe diep was het water hier in vers 28 dus? Andere maten: Verder vinden we in de Bijbel nog de maten ‘schrede’ (stap), ‘zo ver men met een boog kan schieten’ (een boogschot) en een ‘steenworp’. Vraag 11: Waar vinden we deze maten in de Bijbel? Iets bekendere maten zijn ‘dagreis’, ‘sabbatsreis’, ‘stadie’ en ‘mijl’. 14 Opdracht 12: Zoek eens uit over welke afstanden dit gaat. Literatuur: Antwoorden: Opdracht 1: 5 hedendaagse lengte- en afstandsmaten Opdracht 2: Lengte pilaren 18 el, ca. 9 meter. Diameter 12/pi el = ca. 3,5 el, ca. 1,8 meter. Dikte wanden 4 vingers, ca. 8 cm. Opdracht3: Leesopdracht Vraag 4: David ziet het kleine poosje dat hij leeft. Wat stelt dat eigenlijk voor? Het is slechts een klein poosje. En op dit kleine poosje legt God zo’n last. (Zie ook vers 7 en 8, waar Davids vertrouwen blijkt.) Vraag 5: Komt van het woord ellepijp. Deze vinden we in de onderarm. Opdracht 6: De el werd vastgesteld op 69,4 cm. De Amsterdamse el was echter 68,8 cm, de Delftse el 68,2 cm, de Twentse el slechts 58,7 el. Vraag 7: Vadem komt van opvamen. Wanneer vroeger het anker opgehaald werd dan sprak men van opvamen. 20 keer opvamen betekent dat het touw 20 keer tussen de uitgestrekte armen paste. Vraag 8: Bij de geschiedenis van Paulus op weg naar Rome, wanneer ze schipbreuk lijden (Handelingen 27). Opdracht 9: Leesopdracht Vraag 10: Een vadem was ongeveer 1,83 meter. Dus in korte tijd nam de diepte af van 37 meter tot 27 meter. Vraag 11: Schrede in 1 Sam. 20:3, boogschot in Genesis 21:16 en steenworp in Lukas 22:41. Opdracht 12: Dagreis: 7 a 8 uur lopen, een kleine 40 km. Sabbatsreis is 5 stadiën, ongeveer 925 meter. Ook vinden we 2000 el als aanduiding. Stadie ongeveer 125 stappen (kanttekeningen). Afstand Jeruzalem-Emmaüs was 60 stadiën. Een Romeinse mijl was 8 stadiën, 1000 stappen. Commentaar Nieuwe Testament, Matteüs, Prof. J. van Bruggen Commentaar Nieuwe Testament, Lucas, Prof. J. van Bruggen Kanttekeningen bij de SV Korte verklaring, Ezechiël, dr. A. Noordtzij Ontelbaar! Dagboek over getallen in de Bijbel, Arjan van den Noort Studiebijbel Oude Testament, GenesisExodus, dr. M.J. Paul e.a. 15 Oppervlaktematen en inhoudsmaten Inleiding: Oppervlaktematen zoals wij ze kennen komen we in de Bijbel niet tegen. We lezen wel aanduidingen als ‘een stuk land ter grootte van een juk ossen’ of ‘ter grootte van een homer gerst’. Deze laatste maat doet weer denken aan een inhoudsmaat. Oppervlaktematen: Opdracht 1: Lees 1 Samuël 14:1-14. De HSV schrijft hier in vers 14 dat de strijd plaats vond ‘op een stuk land dat men in een halve dag kan ploegen’. De SV zegt in vers 14 dat de strijd geschiedde ‘omtrent in de helft van een bunder, Vraag 2: Hoe groot is dit plateau waar zijnde een juk ossen lands’. Jonathan en zijn wapendrager 20 mannen versloegen? Een vergelijkbare aanduiding voor een oppervlaktemaat vinden we in Leviticus 27:16-21. Opdracht 3: Zoek Leviticus 27:16-21 eens op. Vraag 4: Wat bedoelt de schrijver te zeggen met vers 16? Inhoudsmaten: Naast de genoemde oppervlaktematen vinden we in de Bijbel niet echt meer oppervlaktematen. Wel vinden we meerdere inhoudsmaten. Eén inhoudsmaat zagen we al hierboven: de homer. De inhoudsmaten zou je kunnen verdelen in inhoudsmaten voor droge waren en voor natte waren. Belangrijke grote ‘droge’ inhoudsmaten zijn de homer, de gomer en de efa. Kleine ‘droge’ maten zijn de kab, de maat en het maatje. Voor natte waren zoals olie worden bijvoorbeeld de bath, de log en Vraag 5: Waar kom je in de Bijbel de de hin gebruikt. Een grote inhoudsmaat is metreet tegen? bijvoorbeeld de metreet. Droge inhoudsmaten: Efa In Richteren 6 kun je lezen hoe Gideon geroepen wordt als richter. Je kent de geschiedenis. Gideon is bang. Hij is tarwe aan het dorsen. Hij probeert de oogst te redden voordat de Midianieten komen. Ineens is er die engel die hem vertelt dat hij het volk Israël mag gaan leiden. Gideon maakt een maaltijd klaar voor de engel. De engel steekt vervolgens zijn staf in het vlees en het brood dat hem voorgezet wordt en steekt het in brand. Vervolgens is de engel weg. Als je dit stukje goed bekijkt valt 16 je op hoeveel Gideon eigenlijk klaarmaakt. Hij moet minstens een halve dag bezig geweest zijn. En de engel maar wachten. Opdracht 6: Lees Richteren 6: 17-21. In vers 19 lees je dat er een efa meel gebruikt wordt voor het brood. Zoek eens op hoeveel een efa is. Een behoorlijke hoeveelheid dus. Het geeft in ieder geval aan hoe gastvrij Gideon is. Wat hebben wij voor de dienst van God over? Gomer en homer De gomer is afgeleid van de efa. Net zoals wij spreken over centimeters, millimeters en kilometers als afgeleiden van de meter, zo is de gomer afgeleid van de efa. In Exodus 16 lezen we hoe Opdracht 7: Zoek in Exodus 16 eens op hoeveel de Israëlieten tijdens de woestijnreis ieder 1 een gomer is. Vergelijk dit eens met de maaltijd die Gideon zijn hemelse gast gomer per dag mochten rapen. Op de vrijdag voorzette. raapten ze 2 gomers, ook één voor de sabbat. Behalve de gomer komen we ook de homer tegen in de Bijbel. We vinden dit o.a. in de geschiedenis van Hosea en Gomer (let op: dit Vraag 8: Lees 2 Korinthe 8:14 en 15. Wat bedoelt Paulus hier te zeggen? Waarom die is een persoon en geen inhoudsmaat). Hosea link naar de gomer manna? moet 1 ½ homer betalen om zijn Gomer terug te kopen (zie Hosea 3). Hierboven kwamen we de homer ook al tegen als oppervlaktemaat. We komen de homer ook tegen tijdens de woestijnreis. God zorgde voor Zijn volk door hen iedere dag manna te geven. Maar ze waren het Opdracht 9: Lees Numeri 11:31-35. Ga eens na manna meer dan zat en vroegen om vlees. hoeveel een homer is. Probeer je eens een God gaf hen een grote overvloed aan vlees. voorstelling te maken van hoeveel vlees hier Maar het werd hen tot een vloek. verzameld wordt. Kab Zoals we al zeiden zijn er ook nog een aantal kleine inhoudsmaat. Zo lezen we bijvoorbeeld tijdens de belegering van Jeruzalem hoe een kwart van een kab duivenmest verkocht wordt voor 5 zilverstukken. Lees het maar na in 2 Koningen 6:24-33. Een kwart kab is ongeveer 0,5 liter. IJken: Tegenwoordig hebben we instanties die erop toezien dat meetinstrumenten geijkt worden. We kunnen er van op aan dat een kilogram in Nederland hetzelfde is als in Amerika. Vroeger verschilden maten soms per streek. Toch werd ook in de tijd van de Bijbel gestreefd naar gelijkheid. Een tekst Opdracht 10: Lees 1 Kronieken 23:29 die hierover spreekt vinden we bijvoorbeeld in 1 en leg uit wat deze tekst zegt m.b.t. Kronieken 23:29. oppervlakte- en inhoudsmaten. 17 Natte inhoudsmaten: Bath In Ezechiël 45:9-17 wordt gesproken van een bath. Opdracht 11: Zoek eens op hoeveel een bath is. In de tempel stond de koperen zee op 12 koperen runderen. Opdracht 12: Zoek eens in 1 Koningen 7:23-26 wat de diameter is van de koperen zee. Vraag 14: Kan dit kloppen met de 2000 bath die genoemd wordt in vers 26? Opdracht 13: Ga er vanuit dat je te maken hebt met een halve bol. De dikte van de rand is een handbreed. Verwaarloos deze voor het gemak en bereken de inhoud van de koperen zee. Een bolvorm lijkt te klein te zijn. Mogelijk is de zee meer een soort kom geweest die op meerdere hoogten een omtrek van 30 el had, een soort cilinder op een halve bol. Hin In Numeri 15 kun je lezen hoe de HEERE Mozes instructies geeft met betrekking tot de spijsoffers. Wanneer een dier geofferd werd als spijsoffer, werd er ook olie en wijn gebruikt. Hoe waardevoller het dier dat geofferd werd des te meer olie en wijn was er nodig. Hier waren vaste verhoudingen voor. Opdracht 15: Maak eens een overzicht van de verhoudingen meel, olie en wijn bij ieder offerdier dat je tegenkomt in Numeri 15. Een hin is 1/6 deel van een bath. Log In Leviticus 14 kunnen we wetten lezen die betrekking hebben op melaatsheid. De priester moest o.a. olie 7 keer sprengen. Ook moest deze olie op het rechteroorlapje van de genezen melaatse gedaan worden en ook op de duim van de rechterhand en de grote teen van de rechtervoet. Hiervoor is een deel van een log olie nodig (vs. 15 en 16). Een log is 1/12 van een hin. Metreet De grootste natte inhoudsmaat die we tegenkomen in de Bijbel is de metreet. In Johannes 2 vinden we die. Jezus is hier op de bruiloft in Kana. 6 stenen watervaten worden gevuld met water. Dit water wordt wijn. Vraag 16: Hoeveel liter wijn was er ongeveer? Ieder vat bevat 2 of 3 metreten. De kanttekeningen zeggen bij Johannes 2 dat een metreet 15 stopen is, een oude inhoudsmaat, die ongeveer 2,4 liter is. 18 Literatuur: Kanttekeningen bij de SV KV, Ezechiël, dr. A. Noordtzij Ontelbaar! Dagboek over getallen in de Bijbel, Arjan van den Noort SBOT, Genesis-Exodus, dr. M.J. Paul e.a. SBOT, Leviticus-Deuteronomium, dr. M.J. Paul e.a. SBOT, Jozua-1 Samuël, dr. M.J. Paul e.a. Tabel maten-gewicht-geld, GBS-Bijbel Antwoorden: Opdracht 1: Leesopdracht Vraag 2: Een bunder is 40 are (verklarende woordenlijst GBS), dus een juk ossen ploegt op een dag 20 are, dus 2000 m2, een plateau van ongeveer 40 bij 50 meter. Opdracht 3: Leesopdracht Vraag 4: Een homer is een inhoudsmaat van koren. De hoeveelheid wordt geschat tussen de 200 en de 450 liter. Met 1 homer zaaigoed bestreek men ongeveer 150 are, 15000 m2. Vraag 5: Johannes 2, op de bruiloft te Kana. Opdracht 6: Een efa wordt geschat op 20 tot 45 liter. Opdracht 7: Een gomer is 1/10 deel van een efa (vs. 36), dus 2 tot 4,5 liter. Vraag 8: Paulus roept op tot mild geven. We hoeven niet op te potten. Israëlieten die dit wel deden vonden wormen in hun meel. Opdracht 9: Een homer is 10 keer zoveel als een efa, dus 200 tot 450 liter. 10 homer is dus 2000 tot 4500 liter per persoon. Opdracht 10: De Levieten moesten erop toezien dat men niet te weinig gaf. Ook moesten zij erop toezien waar in de tempel wat moest gebeuren. Opdracht 11: Evenveel als een efa, 1/10 van een homer. Opdracht 12: Omtrek is 30 el, diameter is 30/pi = ca. 10 el. Opdracht 13: Straal is 5 el, dus 2,5 meter. Inhoud halve bol = ½ * 4/3* pi* 2,53 = 32,7 m3, ruim 32000 liter. Vraag 14: Nee, 2000 bath is minimaal 2000x20 = 40000 liter en maximaal 2000x45 = 90000 liter. Opdracht 15: Overzicht verhoudingen bij spijsoffers. Vraag 16: 6 vaten van 2 metreten zou 12x(15x2,4) = 12x36 = 432 liter zijn. 6 vaten van 3 metreten zou 18x36 = 648 liter zijn. 19 Munten Inleiding: In de Bijbel komen we allerlei munten tegen. Een munt die we zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament tegenkomen is de sikkel. In het Oude Testament is het meer een gewicht, in het Nieuwe Testament is het meer een munt. De sikkel komen we tegen in verschillende soorten. De sikkel is de voorloper van de Israëlische Sjekel. In het Oude Testament komen we ook nog zilverstukken tegen. Ook in het Nieuwe Testament komen we deze tegen. Vaak worden het daar zilveren penningen genoemd. Ook lezen we van drachmen en denariën. De kleine muntjes die we tegenkomen zijn de quadrans, de lepton en de beka. Ook lezen we van grote hoeveelheden geld in de vorm van ponden en talenten. De sikkel: In het Oude Testament komen we de sikkel bijvoorbeeld tegen wanneer de knecht van Abraham, Eliëzer op zoek gaat naar een vrouw voor Izak. Hij neemt sieraden mee als bruidsschat. In Genesis 24:22 kun je lezen wat de bruidsschat is die Eliëzer meegenomen heeft: een gouden ring ter waarde van een halve sikkel en twee armbanden ter waarde van 10 gouden sikkels. Een sikkel had een gewicht Vraag 1: Hoe groot is de bruidsschat tussen de 10 en de 13 gram. In het handelsverkeer uitgedrukt in zilveren sikkels? Hoeveel ging men uit van 11,5 gram in het geval van een gram is dit? zilveren sikkel. Een gouden sikkel is volgens de kanttekeningen bij de SV 13,5 keer zoveel waard als een zilveren sikkel. Ter vergelijk: Een bruidsschat was in die tijd ongeveer 50 zilveren sikkels en een arbeider verdiende 10 zilveren sikkels per jaar. In de Bijbel vind je verschillende sikkels. Hierboven ging het over de sikkel die gebruikt werd in het handelsverkeer. Verder vind je ook de aanduiding ‘sikkels van koninklijk gewicht’ en ‘heilige sikkels’ of ‘sikkels van het heiligdom’. Deze sikkel van het heiligdom kom je bijvoorbeeld tegen als een soort Opdracht 2: Lees Exodus 30:11-16. tempelbelasting. In dit stukje lees je van de sikkel van het heiligdom. Van tijd tot tijd waren er volkstellingen in Israël. Een bekende volkstelling is bijvoorbeeld die onder keizer Augustus, toen Jozef en Maria naar Bethlehem gingen en Jezus daar geboren is. Een andere volkstelling zien we bij koning David. Deze volkstelling kwam voort uit verkeerde motieven: trots. Om te voorkomen dat mensen trots werden, waren ze verplicht een halve sikkel per persoon te betalen. Niet meer en niet minder. De rijken zouden zich zo niet kunnen laten voorstaan op hun rijkdom en voor de armen was een halve sikkel nog een keer op te brengen. Alhoewel het geen kleine bedragen waren. Bedank dat het jaarloon van een arbeider in die tijd ongeveer 10 sikkels was. 20 De ‘sikkel van het heiligdom’ is waarschijnlijk iets zwaarder dan de standaardsikkel. Sommigen spreken zelfs over het dubbele. In Exodus 30 kun je lezen dat een halve sikkel ongeveer 20 gera is. Een gera Opdracht 3: Vergelijk deze gewichten wordt geschat op een halve gram. Anderen spreken van van de gera eens met die van de standaardsikkel. 0,8185 gram. Op andere plaatsen krijgt de tempelbelasting een andere naam. Opdracht 4: Zoek in Exodus 38 eens op wat een andere naam is voor de halve heilige sikkel. Denarius en drachme: Als we denken aan munten in de Bijbel komt ook snel de gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard in onze gedachten. De wijngaardenier arbeiders in op allerlei momenten op de dag. Ze krijgen allemaal hetzelfde loon: 1 penning. Het klinkt heel Bijbels: een penning. Je weet niet beter, die arbeiders kregen allemaal een penning. Opdracht 5: Zoek Mattheüs 20:1-16 op. Maar weet je dat ‘penning’ de naam is van de munt e die in de 17 eeuw, de tijd dat de SV gemaakt is, gangbaar was in Nederland? Eigenlijk staat hier het woord ‘denarius’. Vraag 6: Wat is de les in deze gelijkenis? Wat betekent het dat iedereen 1 denarius krijgt? En wat betekent in dit kader de uitspraak: ‘Alzo zullen de laatsten de eersten zijn en de eersten de laatsten; want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren? Ook in Lukas komen we de ‘penning’ tegen. In Lukas 15 gaat het over het zoeken van het verlorene. Eerst gaat het om 100 schapen, waarvan er Opdracht 7: Zoek Lukas 15:8-10 op. 1 zoekraakt, daarna gaat het over 10 penningen, waarvan er 1 kwijtraakt, vervolgens gaat het over 2 zonen waarvan er 1 wegtrekt. In alle gevallen wordt er gezocht naar het verlorene: de herder zoekt zijn schaap, de vrouw haar penning en de vader zijn zoon. We kijken naar de gelijkenis van de penningen. In het Grieks staat hier het woord ‘drachme’. Een drachme is evenveel waard als een denarius. De denarius was de gangbare Romeinse munt uit die tijd, de drachme was de gangbare munt bij de Grieken. Vraag 8: Waarom zou Mattheüs het woord ‘denarius’ gebruiken en Lukas het woord ‘drachme’? Quadrans: Betalen tot de laatste cent. Je kent die uitdrukking wel. Je vindt hem ook in Mattheüs 5:26. 21 Deze teksten vragen om mildheid in plaats van hardvochtigheid. Stel je voor dat je het bij het verkeerde eind hebt en je in de gevangenis terecht zou komen. Je zou gedwongen worden tot de laatste cent te betalen. ‘Tot de laatste penning’ lezen we. In tegenstelling tot wat je zou verwachten bij Mattheüs staat er nu geen ‘denarius’, maar ‘quadrans’. Je zou het spraakgebruik kunnen noemen: zoals wij boven al zeiden ‘betalen tot Opdracht 10: Ga eens na hoeveel een de laatste cent’, waarbij ‘cent’ spreekwoordelijk quadrans waard is. moet worden opgevat en niet letterlijk. De quadrans is een kleine muntsoort. Opdracht 9: Zoek Mattheüs 5:25 en 26 op. Oord: Behalve de quadrans komen we nog een klein muntje tegen: de ‘oord’. Een oord wordt hier gelijkgesteld aan 2 penningen. Maar zoals we al zagen is ‘penning’ een algemeen woord voor Opdracht 11: Lees Markus 12:41-44. munt. De kanttekeningen bij de SV zeggen hier zelfs dat een oord gelijk is aan een quadrans, terwijl je gezien het feit dat hier gesproken wordt over 2 penningen eerder aan een halve quadrans zou moeten denken. De kanttekeningen zijn hier ook niet helemaal duidelijk als het gaat om de geldwaarde. Dat blijft sowieso wazig. We kunnen daar niet altijd met evenveel zekerheid over spreken. De kanttekeningen zeggen hier dat een ‘oord’ hetzelfde is als een quadrans, dat op zijn beurt ¼ deel is van een obool, die weer 1/6 deel is van een drachme. Volgens deze berekening zou dus een quadrans 1/24 deel zijn van Vraag 12: Wat is de les in deze een drachme of denarius in plaats van 1/64 deel. geschiedenis? Trouwens ook een ‘oord’ was een Nederlandse munt uit de 17e eeuw. De waarde wordt gesteld op 2 duiten. Ponden en talenten: In de Bijbel vind je twee gelijkenissen die veel weg hebben van elkaar. De ene vind je in Lukas 19:1127, de tweede staat in Mattheüs 25:14-30. De gelijkenis in Lukas gaat over ponden, die in Mattheüs Opdracht 13: Zoek eens uit wat het over talenten. Vaak sta je niet stil bij dit verschil. Toch verschil is tussen een pond en een is het verschil aanmerkelijk. talent. Een pond (Grieks: mna) is ongeveer 100 drachmen waard. De kanttekeningen spreken over 120 drachmen. Een talent is 60 keer zoveel waard. Dat betekent dus dat de knechten in Lukas ieder 100 daglonen krijgen, ongeveer 3 maandsalarissen. De luie knecht uit Mattheüs krijgt 60 keer zoveel, dus 180 maandsalarissen, oftewel 15 jaarsalarissen. De ijverige knechten kregen zelfs 5 talenten, 75 jaarsalarissen toevertrouwd. Het zou interessant zijn eens na te gaan, waarom deze verschillende bewoordingen gekozen zijn. Waarom wordt er in Lukas gesproken over ponden en in Mattheüs over talenten? 22 Literatuur: CNT, Matteüs, dr. Jakob van Bruggen CNT, Lucas, dr. Jakob van Bruggen De Bijbel van a tot z, Herbert, Sundemo Nieuwe encyclopedie van de Bijbel, John Drane Ontelbaar! Dagboek over getallen in de Bijbel, Arjan van den Noort SBOT, Genesis-Exodus, dr. M.J. Paul e.a. Antwoorden: Vraag 1: 275 zilveren sikkels (er vanuit gaand dat beide armbanden ieder 10 sikkels waard waren); 233,7 gram. Opdracht 2: Leesopdracht Opdracht 3: Een halve heilige sikkel zou dan 20 x 0,5 = 10 gram wegen of 20 x 0,8185 = 16,37 gram. Een hele sikkel zou dan tussen de 20 en de 32 gram wegen. Een standaardsikkel weegt tussen de 10 en de 13 gram. Opdracht 4: In vers 26 lees je de naam ‘beka’. Opdracht 5: Leesopdracht Vraag 6: Iedereen die Christus leert kennen krijgt hetzelfde loon, het eeuwige leven. Dat eersten de laatsten zijn kan verklaard worden doordat de eersten de laatsten de zaligheid misgunnen, ‘zij hebben immers langer gewerkt en toch dezelfde beloning?’ Anderen denken dat de eersten zalig wilden worden door hun werken ipv door het geloof. (Omdat toch allen een denarius krijgen, denk ik toch dat de eerste verklaring (het misgunnen) beter is.) Opdracht 7: Leesopdracht Vraag 8: Mattheüs schreef voor Joodse lezers die leefden onder de Romeinse overheersing, Lukas schreef vooral voor heidenchristenen. Opdracht 9: Leesopdracht Opdracht 10: 4 quadrans zijn 1 as, 16 as zijn 1 denarius. Dus 1 quadrans is 1/64 van een denarius. (1/64 dagloon) (Nieuwe encyclopedie van de Bijbel, John Drane) Opdracht 11: Leesopdracht Vraag 12: 1 euro uit liefde voor God is meer waard dan 1000 euro om door mensen gezien te worden. Opdracht 13: Zie tekst 23 Grote getallen Inleiding: Exodus betekent uittocht. In dit Bijbelboek kun je lezen hoe het volk Israël vertrekt uit Egypte. In Numeri staat ook het een en ander aan gedetailleerde informatie. Numeri is een Latijnse naam die overgenomen is uit de Vulgata, de Latijnse vertaling van de Bijbel. De Vulgata vertaalt de Griekse Septuaginta, waar dit Bijbelboek ‘Arithmoi’ heet, wat ‘Getallen’ betekent. De Joden noemen dit Bijbelboek ‘Midbar’, ‘in de woestijn’. Je zou Numeri kunnen vertalen met ‘tellingen in de woestijn’. Dan heb je het boek aardig omschreven. Aantal mensen: Grote getallen spreken altijd tot de verbeelding. Zo ook in Numeri. Je komt heel wat grote getallen tegen. In Exodus 12 kun je lezen hoe God het Pascha instelt en nadat de engel in Egypte alle eerstgeborenen gedood heeft de Israëlieten het bevel Opdracht 1: Zoek Exodus 13:18 op. geeft te vertrekken. In Exodus 13 zien we het volk gaan. Een belangrijk vers voor nu is Exodus 13:18. We lezen hier hoe God het volk de andere kant op leidt. Niet door het land van de Filistijnen. Dan zou hen direct de moed in de schoenen zinken. Een militair ongeoefend volk zou finaal verslagen worden. God gaat met hen dwars door de woestijn. Het volk trekt ‘bij vijven’ (SV) uit Egypte weg, zo kunnen we lezen. Het is niet helemaal duidelijk wat hier bedoeld wordt. De meesten gaan ervan uit dat het volk in rijen van vijf wegtrok. Anderen verklaren het als vijf groepen of legers (HSV: slagorden). Je zou het ook kunnen vertalen met geharnast, gewapend. Wij bekijken de eerste verklaring die de kanttekeningen bij de SV geven: vijf naast elkaar. In Numeri heb je kunnen lezen hoeveel mannen er geteld zijn van 20 jaar oud en daarboven. Ga er vanuit dat het aantal jongens en mannen onder de 20 even groot is en dat er evenveel mannen als vrouwen zijn. Bedenk verder dat de stam van Vraag 3: Hoe groot is het hele Levi niet geteld is en dat veel jongetjes van de Israëlieten volk ongeveer geweest volgens gedood zijn door de soldaten in Egypte. deze gegevens? Vraag 2: Lees Numeri 1:44-49. Hoeveel mannen van Israël zijn er van 20 jaar oud en daarboven? Problemen: Dit grote aantal mensen stelt ons echter voor een aantal praktische problemen. We zeiden namelijk dat ze ‘bij vijven’, in rijtjes van vijf naast elkaar uit Egypte vertrokken. Dus 5 lange rijen naast elkaar. Ga eens uit van Vraag 4: Hoe lang is de stoet geweest volgens berekening? 1 meter tussenruimte ten opzichte van de voorganger. 24 Stel dat ze lopen met een snelheid van 5 km per uur. Hoe lang doen ze er dan over om weg te gaan? Vraag 5: Hoe lang zouden ze erover hebben gedaan voordat iedereen weg was? In 1 nacht vertrekken ze uit Egypte. De afstand naar de plaats waar ze door de Rode Zee heengingen is ongeveer 500 km. De eersten zijn dus al bij de Rode Zee als de laatsten nog moeten vertrekken. In Genesis 15 kun je lezen hoe de Heere tegen Abraham zegt dat zijn nageslacht 400 jaar verdrukt zal Opdracht 6: Zoek Genesis 15:13-16 op. worden. In Galaten 3:17 kun je lezen: ‘Het verbond dat tevoren van God bevestigd is op Christus, wordt door de wet, die na vierhonderd en dertig jaren gekomen is, niet krachteloos gemaakt, om de Opdracht 7: Lees 1 Kronieken 6:1-3. beloftenis teniet te doen.’ Op grond van deze Lees Numeri 3 eens globaal door op teksten wordt vaak gedacht dat het volk Israël 430 deze namen. Hoeveel geslachten tel je jaar in Egypte is geweest. Maar als je Galaten leest vanaf Levi tot Aäron? zou het ook zo gelezen kunnen worden dat de tijd vanaf het verbond met Abraham in Genesis 15 tot aan de wetgeving op de Sinaï 430 jaar is. Dit zou ook beter overeen komen met de vier geslachten waarover gesproken wordt in Genesis 15. Vraag 8: Maak deze berekening hiernaast eens. Hoeveel kinderen moeten er per generatie geboren zijn? Toen Jakob in Egypte kwam werden er 70 mensen geteld. Het was de gewoonte alleen de mannen te tellen. Ga eens uit van 70 mannen en 70 vrouwen. En ga eens uit van de 2,5 miljoen mensen bij de uittocht in 4 generaties. Hoeveel kinderen zijn er dan in iedere generatie geboren? Een ander ‘probleem’ dat we tegenkomen staat in Numeri 3:43. Daar is sprake van 22.273 eerstgeborenen. Vraag 9: Bereken eens hoeveel kinderen er per vrouw geboren zijn uitgaande van 22.273 eerstgeborenen. Er zijn meerdere problemen te noemen. Hoe moet dat met 2,5 miljoen mensen bij 12 waterfonteinen en 70 palmbomen (Exodus 15)? Hoe zouden ze trouwens allemaal op het strand bij Pi-Hachiroth hebben gepast? En wat te denken van de hoeveelheid kwakkels rond het legerkamp (Numeri 11). En hoe hebben ze allemaal Mozes kunnen zien als hij tot het volk sprak, terwijl ze rond de tabernakel gelegerd lagen? Hoe dichtbevolkt was Israël wel niet als er 7 volken woonden die allemaal groter waren dan Israël zelf (Deuteronomium 7)? Klopt de Bijbel dan niet? Het is niet de bedoeling de Bijbel in twijfel te trekken. Maar laten we wel realistisch blijven. Een volk van 2,5 miljoen stelt ons voor de genoemde problemen. Let wel: Uiteraard is God machtig genoeg om een volk van 2,5 miljoen mensen in 1 nacht uit Egypte te halen, hen in 1 nacht door de Rode Zee te laten trekken, hen manna en kwakkels te geven, genoeg voor iedereen en hen 40 jaar te laten 25 zwerven door de woestijn en daarna het land Kanaän in bezit te laten nemen. Echter ook archeologische vondsten wijzen op een kleiner volk. Hoe dan wel? Eerst een opdracht: Opdracht 10: Lees Numeri 1 eens (globaal) door, schrijf de stamvaders die hier genoemd worden eens onder elkaar op en schrijf daarachter eens de aantallen getelden per stam. Tel de aantallen op en schrijf de uitkomst eronder. Dit lijkt te kloppen met de 603.550 mannen die aan het begin genoemd zijn. Nu zijn er diverse theorieën die over deze grote getallen allemaal uitspraken doen. De astrologie wordt erbij gehaald. Er wordt gesproken van overdrijving. Anderen zien de getallen symbolisch. Er is ook een theorie die kijkt naar het Hebreeuwse woord voor 1000, het woord ‘lp. Dit woord kan namelijk ook groep of familie betekenen. De kanttekeningen bij de SV zeggen bij de uitdrukking ‘bij vijven’ dat dat kan betekenen dat ze in rijtjes van vijf weggaan of in groepen of legers. Zou je namelijk in plaats van de 46.500 getelden van Ruben lezen ’46 ‘lp Opdracht 11: Maak in je overzicht nog eens 3 kolommen en schrijf in (groepen) van totaal de eerste kolom het aantal groepen (bij Ruben dus 46), in de tweede 500 man’, dan zijn dit kolom het totale aantal personen (bij Ruben 500) en in de derde groepen (of families) kolom het gemiddelde aantal per groep (bij Ruben 11). van gemiddeld 11 man. Als je de kolom met het totale aantal personen per stam bekijkt valt je op dat bepaalde aantallen ontbreken. Je ziet bijvoorbeeld nergens 000, dus iets als 46.000 kom je niet tegen in Numeri 1. Dat past ook niet in de theorie van ’46 groepen met een totaal van 0 personen’. Ook 100 kom je niet tegen, 200 en 300 niet veel. De meesten zitten in de buurt van 400, 500 en 600. Een enkele is 700 en geen één komt daarboven. Dit zou pleiten voor de genoemde theorie. Er is echter nog een ‘klein’ probleempje: Er waren toch 603.550 getelden, oftewel 603 groepen met een totaal aantal personen van 550? Hoe is dat nu mogelijk? Als je deze aantallen bekijkt zie je dat er 598 groepen zouden Opdracht 12: Tel de aantallen van kolom 3 en 4 eens op, dus zijn met een totaal van 5.550 de kolommen ‘aantal groepen’ en ‘totale aantal personen’. personen. Dat zou veel meer met de werkelijkheid overeen komen. Maar hoe is dit met elkaar te rijmen. Het zou kunnen zijn dat de woorden voor ‘1000’ en voor ‘groep’ door elkaar gebruikt zijn. Er zou bijvoorbeeld gestaan kunnen hebben: 598 ‘lp 5 ‘lp 550. Wanneer je dit leest als 598 duizend 5 duizend 550, dan is het voorstelbaar dat men er 603 duizend 550 van gemaakt heeft. Wanneer je dit leest als 598 groepen met een totaal aantal van 5 duizend 550, dan zou dit de genoemde theorie kloppend maken. Nu is niet alles opgelost. Er blijven vragen: Zou je deze 5500 mannen boven de 20 doorrekenen, dan heb je te maken met een volk van in totaal 25.000 mensen. De Levieten zijn hier nog niet bij 26 gerekend. Het zal dus iets hoger kunnen zijn. Maar hoe moet je dan weer de 22.273 eerstgeborenen lezen? De ‘lpverklaring maakt het allemaal wat aannemelijker. Maar er blijven vragen. De Bijbel is ook geen rekenboek. De Bijbel is niet bedoeld om ons exacte aantallen door te geven. Het gaat in de Bijbel om het doorgeven van heilsgeschiedenis. Dit is nogmaals maar een poging om de aantallen in Numeri aannemelijker te maken. De bedoeling is dus niet de aantallen in de Bijbel in twijfel trekken. God is almachtig en kan dus ook voor een volk van 2,5 miljoen zorgen. Literatuur: Antwoorden: Opdracht 1: Opzoekopdracht Vraag 2: 603.550 mannen van 20 jaar en ouder. Vraag 3: Ongeveer 2,5 miljoen mensen Vraag 4: 2,5 miljoen/5 rijen is 500.000 mensen per rij, dus 500.000 meter, dus 500 km. Vraag 5: 100 uur Opdracht 6: Leesopdracht Opdracht 7: 4 geslachten Vraag 8: 70 mannen x 114 = ruim 1 miljoen mannen. Dus 11 jongens per generatie (en ook 11 meisjes), dus totaal 22 kinderen per generatie. Vraag 9: 1,2 miljoen mannen/22.273 eerstgeborenen = ca. 56. Dus 1 op de 56 mannen is een eerstgeborene. Dus 56 jongens per vrouw en evenveel meisjes geeft een totaal aantal kinderen van 112 per vrouw. Opdracht 10: Ruben (46.500), Simeon (59.300), Gad (45.650), Juda (74.600), Issaschar (54.400), Zebulon (57.400), Efraïm (40.500), Manasse (32.200), Benjamin (35.400), Dan (62.700), Aser (41.500), Naftali (53.400); Totaal (603.550) Opdracht 11: 3 kolommen erbij maken in het overzicht. Opdracht 12: Aantal groepen = 598 en totale aantal personen is 5.550. Ontelbaar! Dagboek over getallen in de Bijbel, Arjan van den Noort SBOT, Leviticus-Deuteronomium, Excurs 6, dr. M.J. Paul e.a. Tellingen in de woestijn, prof. drs. H.M. Ohmann 27 Symboliek van belangrijke getallen Er zijn veel getallen die steeds weer terug komen in de Bijbel. Iedereen kan er zo wel een paar opnoemen: 1,3, 4, 7, 12, 24, 40 en 70. We hoeven alleen het boek Openbaring maar te lezen: 3 oordeelsengelen, 3e deel, 4 dieren, 4 engelen, 4 hoeken der aarde, 7 sterren, 7 gouden kandelaren, 7 brieven, 7 zegels, 7 bazuinen, 7 engelen, 7 fiolen, 7 laatste plagen, 12 stammen verzegeld, 12 sterren, 12 poorten van 12 parels, 12 fundamenten met de 12 namen van de 12 apostelen, boom des levens met 12 vruchten, 24 ouderlingen. Maar ook op andere plaatsen in de Bijbel staan deze bekende getallen: 3e dag, 3 maal, 3e hemel, 4 stuks kleinvee, 4 gouden ringen, 4 pilaren, 4 hoornen van het altaar, 4 windstreken, 4 wezens, 4 raderen, 4-kant, 4 dieren uit de zee, 4 horens en 4 smeden, verlamde door 4 gedragen, 12 zonen van Jakob, 12 waterbronnen en 70 palmbomen, 12 verspieders, 12 stammen, een paar koningen regeerden 12 jaar, 12 discipelen, 12 manden brood, Israël 40 jaar in de woestijn, Elia 40 dagen in de woestijn en ook Jezus is 40 dagen in de woestijn geweest. Symboliek genoeg. Omdat deze getallen steeds terug komen is het goed daar in deze lessenserie speciaal aandacht aan te geven. Het getal 1: In de sportwereld is de 1 erg belangrijk. Het geeft de winnende positie aan. De winnaar is nummer 1. De hoogste plaats op het podium. Het getal 1 is uniek. Het is het laagste positieve gehele getal. Lager dan 1 kan niet. Van alle positieve gehele getallen kun je er 1 afhalen, zodat je nog wat over houdt. Bij 1 kan dat niet, dan houd je niets over. In de Hebreeuwse taal heeft de 1 ook een heel bijzondere plaats: Daar waar Vraag 1: Lees Zacharia 14:1-9. Wat we hier lezen wij het onbepaalde lidwoord ‘een’ zou zo op onze tijd van toepassing kunnen zijn. Maar gebruiken, gebruikt men in het dat terzijde. Kijk eens naar vers 9. Welke betekenis heeft 1 hier? Hebreeuws ‘één’ vaak aangevuld met het woord ‘uit’. Wij denken vanuit het individu. De Joden denken vanuit het collectief. Wanneer wij een paard zien, zien we 1 paard. Wanneer een Jood een paard ziet, zegt hij dat hij 1 uit het totale aantal paarden ziet. Wij denken bij een boom aan een enkele boom. Een Jood denkt aan geboomte, waarvan die ene boom een deel is. Vandaar ook dat Israëlieten ook ‘kinderen van Israël’ genoemd worden. Een ter dood veroordeelde wordt Opdracht 2: Lees nu eens Efeze 4:1-6. daarom ‘een kind des doods’ genoemd. In de voorgaande hoofdstukken heeft Paulus geschreven over het belang van eenheid in de kerk. Jood en heiden vormen samen het ene lichaam van Christus. Om de lezers van het belang van deze eenheid te overtuigen schrijft Paulus deze verzen. Let ook op het trinitarische karakter. Vers 4 gaat over de Heilige Geest, vers 5 over God de Zoon en vers 6 over God de Vader. De gedachte hierachter: Eerst gaat het om de verhouding van de Heilige Geest tot de kerk. Hier gaat het over de kerk zoals deze bestaat. Daarna gaat het over de verhouding tussen de kerk en de Heere Jezus Christus als 28 Heerschappijvoerder, waar ze van afhankelijk is. Daarna gaat het over God de Vader, Die de Bron is van alles. In Hem is haar bestaan geworteld en gegrond. 1 staat als hoofdtelwoord voor eenheid, als rangtelwoord (eerste) staat 1 ook voor voorrang. 1 is als het ware de bron van alle andere getallen. 1 sluit ook eventuele geschillen uit, omdat er geen 2e is. Wanneer er geen 2e is, is er geen concurrentie. Opdracht 3: Lees Deuteronomium 6:4. In de HSV staat hier: ‘Luister, Israël! De HEERE, onze God, de HEERE is één!’ Wat kun je m.b.t. deze tekst zeggen m.b.v. bovenstaande alinea? Vraag 4: Wat is het 1e gebod? (getal 1!) Opdracht 5: Pas opnieuw bovenstaande alinea toe. 1 markeert ook een begin. Alles begint met God. Kijk maar in Genesis 1:1, Jesaja 44:6, Jesaja 48:12 en 13, Jesaja 43:10 en 11, Openb. 1:8, 11 en 17, 2:8 en 22:13) Hij is de Eerste in rang, de Eerste in tijd, de Hoogst in gezag. Verlossing en redding begonnen bij God. (Gen. 3:15) Opdracht 6: Zoek eens in de Bijbel wat de eerste woorden van Jezus waren toen Hij als Mens op aarde was. (Tip: Lukas 2) Opdracht 7: Zoek ook eens Jezus’ laatste woorden, gericht naar de mensen, op. Trek eens lijnen tussen deze eerste en laatste woorden van Jezus. Opdracht 8: Zoek eens de eerste woorden van Jezus op bij Zijn openbare optreden, nadat Hij Zijn ambt aanvaard heeft. (Tip: Mattheüs 4) Vraag 9: Met welke woorden sloot Jezus zijn officiële bediening af? (Tip: Johannes 17) Het begin en het einde van Jezus’ bediening was gemarkeerd door het Woord. Het getal 2: Het getal 1 hebben we vrij uitgebreid behandeld. De andere getallen laten we kort de revue passeren. Aan ieder getal zou je een aparte les kunnen wijden. Lees hiervoor ‘De getallen in de Bijbel en hun verhaal’ van dr. L.A. Snijders en ‘Getallen in de Bijbel’ van dr. E.W. Bullinger. Beide werken behandelen deze getallen op volgorde. Zoals het getal 1 eenheid aangeeft, zo geeft het getal 2 aan dat er verschil bestaat. Er is een ander. De 2e scheppingsdag bijvoorbeeld kenmerkt zich ook door scheiding: water boven (dampkring) en water beneden. 29 De betekenis van de getallen zien we ook terug in de Bijbelboeken. Het 1e Bijbelboek, Genesis, toont de soevereiniteit van God en het feit dat God het hoogste gezag heeft. In alles blijkt Gods almacht. We zien dit al direct bij de schepping. Het 2e Bijbelboek, Exodus begint met onderdrukking (strijd), evenals trouwens de 2e psalm. Wat ook opvallend is is dat Genesis zich laat opdelen in 12 delen, een inleiding en 11 Toledoth-formules (geslachtsregisters) met wat erop volgt. Het 1e deel, de schepping, gaat over eenheid. Het 2e deel gaat over de zondeval, strijd dus. Waar het punt van strijd ook steeds openbaar komt in de Bijbel is daar waar het gaat over 2 mensen. Opdracht 10: Noem eens een aantal tweetallen uit de Bijbel waar sprake is van strijd/ruzie. Wanneer we het hebben over het getal 2, dan gelden in de Bijbel eigenlijk al deze vergelijkingen en ongelijkheden: 2 = 1 , 2 ≠ 1 , 2 > 1 , 2 < 1. Opdracht 11: Zoek in de Bijbel eens naar voorbeelden die deze gelijkheden en ongelijkheden illustreren. Het getal 3: 3 is een bijzonder getal. Met 3 punten kun je pas een vlak maken. Met 3 lijnen kun je een vlak omsluiten, met 2 red je het niet. Met 3 dimensies heb je te maken met ruimte, met 2 blijf je in het platte vlak. 3 is het getal van inhoud. We denken dan vaak aan de kubusvorm. 3 staat voor massief, substantieel, echt, compleet en geheel. 3 wordt ook vaak gezien als getal van heiligheid. Uiteraard vanwege de Drie-eenheid. Maar ook omdat de kubusvorm van groot belang is in de tempeldienst. Denk maar aan het Heilige der Heiligen dat kubusvormig was. Zoals we in Genesis de soevereiniteit van de Vader zien, zo zien we in Exodus onderdrukking en verlossing. De verlossing wordt toegeschreven aan de Zoon, afgebeeld door het bloed aan de deurposten. In het 3e Bijbelboek zien we hoe de Geest voorschrijft hoe er aanbeden moet worden. Het is ook de Geest die hier kracht voor geeft. 3 geeft ook iets definitiefs aan. Denk maar aan de uitspraak 3 keer is scheepsrecht. Opdracht 12: Zoek eens wat voorbeelden uit de Bijbel, waarin je het definitieve karakter ziet van het getal 3. Het getal 4: Het getal 1 wordt vaak gezien als het getal van God de Vader, het getal 2 is dan het getal van God de Zoon, het getal 3 is het getal van God de Heilige Geest. Zo is het getal 4 het getal van de schepping. 4 komen we dan ook vaak tegen als het gaat over de 4 hoeken van de aarde, de 4 windrichtingen. Griekse filosofen zien in de naam Adam deze 4 windrichtingen terugkomen. De letters A, D, A, M zijn de afkortingen van de 4 windrichtingen in het Grieks. Adam zou dus de hele mensheid vertegenwoordigen. In het 4e Bijbelboek, Numeri, vinden we allemaal namenlijsten. We zien hier het volk Israël wandelen door de woestijn. Dit boek gaat duidelijk over de aarde. 30 Het getal 4 komen we met name tegen in Openbaring en in Ezechiël. 4 is de tegenhanger van 7. Waar 4 het getal is van de aarde, is 7 het getal van de geestelijke volmaaktheid. Opdracht 13: Zoek eens in Openbaring en Ezechiël naar teksten waar het getal 4 een rol speelt. Het getal 7: De getallen 5 en 6 behandelen we niet apart. 5 wordt wel gezien als genadegetal. Dit getal komen we veel in de tabernakel tegen. Het getal 6 wordt wel gezien als het getal van de mens. 6 = 4 + 2 of 6 = 5 + 1 of 6 = 7 – 1. Bullinger hangt hier hele theorieën aan op. Vraag 14: Wat zal Bullinger zeggen n.a.v. deze berekeningen, uitgaande van wat we gezegd hebben over deze getallen? 7 wordt wel genoemd het ‘getal van de volheid’. Het is het getal van de geestelijke volmaaktheid. Met Opdracht 15: Zoek in Openbaring naar name in het Bijbelboek Openbaring komen we het het getal 7. Schrijf eens een aantal keer getal 7 heel veel tegen. Toen Jozef onderkoning was die je tegenkomt op. in Egypte waren er 7 jaren van overvloed die gevolgd werden door 7 jaren van honger. De belangrijke feesten namen 7 dagen in beslag. Pasen was in de 7e maand van het jaar. Pinksteren was weer 7 dagen na Pasen. Het getal 7 kom je ook tegen als het gaat om rust. De 7e dag is de rustdag. Na 6 dagen scheppen, rustte Vraag 16: Wat houdt een sabbatsjaar in? e God op de 7 dag. Zo kende men ook het sabbatsjaar en het jubeljaar. Na 7 keer een cyclus van 7 jaren doorlopen te hebben, had men een jubeljaar. In dat jaar kreeg iedereen weer zijn persoonlijke bezittingen, zoals verkochte akkers, terug. Opdracht 17: Lees Genesis 47:26, Richteren 8:30 en 2 Koningen 10:1 Ook in geslachtsregisters zien we nogal eens series van 7 zonen. In combinatie hiermee komen we ook het getal 70 tegen. Het getal 70 wordt traditioneel gebruikt voor een grote groep nakomelingen. Bekijken we de geslachtsregisters van Jezus in Mattheüs 1 en Lukas 3 dan valt ons ook het belang op van het getal 7. In Mattheüs lees je van 3x14 generaties. Ook wordt er gesproken over 7 perioden van 7 generaties, waarvan er 6 voor de komst van Christus vallen. Deze laatste periode van 7 generaties zou dan een sabbatsperiode worden genoemd. In het geslachtsregister in Lukas lezen we 77 namen. Beginnen we aan de goede kant, achteraan, dan is de eerste naam die we tegenkomen God en de laatste naam Jezus. In Lukas 2 vind je de geschiedenis van Simeon en Anna. Van Simeon worden 7 dingen gezegd. Vraag 18: Welke 7 dingen worden er van Simeon gezegd? Vraag 19: Hoe speelt 7 een rol bij Anna? Ook bij Anna speelt het getal 7 een rol. 31 Een laatste hoofdstuk dat ook heel belangrijk is in het kader van het getal 7 is Jesaja 11, het hoofdstuk dat gaat over het Vrederijk. 4 keer vind je hier een reeks van 7. Vraag 20: Welke 4 reeksen van 7 vind je in Jesaja 11? Andere getallen: Er zijn ook nog andere getallen te noemen. Het getal 12 bijvoorbeeld, dat hierboven al even ter sprake kwam als getal van het volk Israël. Het getal 40 als voorbereidingstijd. Ook deze getallen zijn het op hun beurt waard om beschreven te worden. Maar wellicht dat u nieuwsgierig genoeg geworden bent om er zelf wat onderzoek naar te doen. In het dagboek ‘Ontelbaar!’ staat nog een en ander uitgewerkt. Literatuur CNT, Efeze, dr. L. Floor CNT, Matteüs, dr. Jakob van Bruggen Getallen in de Bijbel, dr. E.W. Bullinger Getallen in de Bijbel en hun verhaal, dr. L.A. Snijders Ontelbaar! Dagboek over getallen in de Bijbel, Arjan van den Noort SBOT, Studiebijbel Magazine, dr. M.J. Paul e.a. Antwoorden: Vraag 1: Kanttekeningen zeggen hier: ‘Dat is, Hij zal alleen geëerd worden, als zijnde de enige ware God en Zaligmaker.’ Opdracht 2: Leesopdracht Opdracht 3: voorrang, geen ander (geen concurrentie) Vraag 4: ‘Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben.’ Opdracht 5: zie opdracht 3 Opdracht 6: ‘Wat is het dat u Mij gezocht hebt? Wist u niet, dat Ik moet zijn in de dingen van Mijn Vader?’ Opdracht 7: ‘Het is volbracht!’ Opdracht 8: ‘Er staat geschreven …’ (3x) Vraag 9: vs 8, 14, 17. (3x nadruk op het Woord dat gegeven is.) Opdracht 10: Aantal tweetallen: Abraham en Lot, Izak en Jakob, Hanna en Pennina, Rachel en Lea enz. Opdracht 11: 2 = 1: Van Adam en Eva wordt gezegd: ‘… en zij zullen tot één vlees zijn’. / 2 ≠ 1: Met dat God scheidt zien we ook 2 tegenovergestelde dingen. Licht staat tegenover duisternis. Hemel staat tegenover aarde. /2 < 1: Denk maar aan de sportwereld. Nummer 2 heeft slechter gepresteerd dan nummer 1 (d.a. loper in de renbaan). / 2 > 1: Eén is zo alleen. Daarom zegt God het: ‘Het is niet goed dat de mens alleen zij; Ik zal hem een hulpe maken die als tegenover hem is.’ 2 vullen elkaar aan. Opdracht 12: Paulus bidt 3 keer voor wegneming van de doorn in zijn vlees. / Petrus heeft Jezus 3 keer verloochend. / Petrus 3 keer in zijn ambt hersteld. / Jezus bidt 3 keer in de hof van Gethsemane. Opdracht 13: Teksten uit Openbaring en Ezechiël met getal 4. Vraag 14: 4 (wereld) + 2 (vijandschap) / 5+1 (als we aan genade van God iets toevoegen, maken we de genade krachteloos) / 71 (mens komt voor geestelijke volmaaktheid tekort) Opdracht 15: Het getal 7 in Openbaring. (Denk aan bijv. 7 gemeenten, 7 brieven, 7 bazuinen, 7 schalen.) Vraag 16: Na 6 jaar het land bewerkt te hebben, moest het het 7e jaar rusten. Opdracht 17: Leesopdracht Vraag 18: Hij was 1. rechtvaardig en 2. godvrezend, 3. hij verwachtte de vertroosting Israëls, 4. de Heilige Geest was op hem, 5. er was hem een Goddelijke openbaring gedaan, 6. dat hij de dood niet zou zien, 7. voordat hij de Christus des Heeren zou zien. Vraag 19: 84 = 7 x 12 (12 is getal van het volk Israël, gesymboliseerd door de 12 apostelen en 12 aartsvaders. Anna heeft zo een volheid aan jaren gewacht op de Messias. Symbolisch de tijd dat het volk Israël gewacht heeft op de Messias. Vraag 20: 7 kwalificaties van de Geest / 7 dingen die toegeschreven worden aan de beloofde Messias / 2 reeksen van 7 dieren. 32