Lesmateriaal Getallen in de Bijbel

advertisement
Lesmateriaal ‘Getallen in de Bijbel’
Arjan van den Noort
Docent Wiskunde en Godsdienst
Scholengemeenschap Pieter Zandt
2
Inhoud
pag.
Inleiding
5
Opwarmer
7
Leeftijden aartsvaders
10
Lentematen en afstandsmaten
13
Oppervlaktematen en inhoudsmaten
16
Munten
20
Grote getallen
24
Symboliek van belangrijke getallen
28
3
4
Inleiding
In de Bijbel komen we diverse getallen tegen. Vaak lezen we er overheen, waarbij we ze voor
kennisgeving aannemen. Het is ook niet altijd gemakkelijk: wanneer moeten ze letterlijk opgevat
worden en wanneer symbolisch? Hoe zit het met de leeftijden van de aartsvaders? Werden ze echt
zo oud? En waarom zouden de getallen in Openbaring niet letterlijk genomen moeten worden? Of
toch wel? Hoe zit het met de 70 jaarweken in Daniël? Wat wordt bedoeld met de 3 ½ jaar? En de
uitdrukking ‘tijd, tijden en een halve tijd’?
Hoeveel zijn de munten in de Bijbel waard? Wat is bijvoorbeeld een penning? Wat is een drachme
eigenlijk? Is er verschil in waarde als we lezen van knechten die van hun heer een aantal talenten
kregen, terwijl op een andere plaats gesproken wordt over ponden?
Soms lezen we in de Bijbel uitzonderlijk grote getallen. Bij de inwijding van de tempel van Salomo
bijvoorbeeld heeft heel wat bloed gevloeid als we kijken naar de hoeveelheid dieren die geofferd
werden. En wat te denken van de hoeveelheid eten die dagelijks genuttigd werd door de hofhouding.
En het salaris van Salomo was ook bovengemiddeld.
Grote getallen lezen we ook in Numeri. Het volk Israël dat uit Egypte vertrekt is uitzonderlijk groot. Is
dat mogelijk? Of mogen we dit soort vragen niet stellen?
Genoeg materiaal om eens wat beter te bekijken.
Het idee om dit lespakket te schrijven is geboren naar aanleiding van de studiedagen ‘Wiskunde en
geloof’ die sinds een aantal jaren georganiseerd worden op het Ichtus College in Veenendaal. Aan dit
lespakketje ging een dagboek vooraf over getallen(symboliek) in de Bijbel: Ontelbaar! Dit lespakket
pakt daar een aantal facetten uit. Het is zeker niet volledig. Mogelijk legt u graag andere accenten in
de lessen, of bespreekt u graag andere onderwerpen. Voor verdere studie verwijzen we u naar dit
dagboek dat rijk voorzien is van allerlei noten en een uitgebreide literatuurlijst die u verder de weg
wijzen.
Arjan van den Noort
Oktober 2014
5
6
Opwarmer
Driehoeksgetallen
Driehoeksgetallen zijn getallen die door middel van stipjes kunnen worden weergegeven. Zo is het
driehoeksgetal van 3 gelijk aan 6, omdat deze bestaat uit 3 stippen op de onderste rij, 2 stippen op
de tweede rij en 1 stip daarboven. Het driehoeksgetal van 3 is zodoende 3+2+1=6. Zo is het
driehoeksgetal van 4 gelijk aan 10, immers 4+3+2+1=10.
Een belangrijk driehoeksgetal in de Bijbel is bijvoorbeeld het getal 666. Dat is het driehoeksgetal van
36. En het getal 36 is gelijk aan 62.
Een ander belangrijk driehoeksgetal is 153.
Vraag 1: Waar komen we dit
getal 153 tegen?
Opdracht 2: Onderzoek eens
van welk getal 153 het
driehoeksgetal is.
Godsgetallen
Joodse Bijbelgeleerden houden zich vaak bezig met kabbalistiek. Kabbala is een Joods woord dat
letterlijk ‘openbaring’ of
‘ontvangst’ betekent. Achter
ieder woord, iedere letter,
ieder accent, ieder getal zou
een betekenis verborgen zitten.
De bekendste vorm van
kabbalistiek is het toekennen
van getalswaarden aan de
lettertekens. We noemen dit
gematria. Zo krijgt de aleph
letterwaarde 1, de beth krijgt
letterwaarde 2, de gimel
letterwaarde 3 enz. Naarmate het alfabet vordert worden er grotere waarden toegekend. In het
begin gaat het per 1, verderop met sprongen van 10 en op het laatst met 100.
Opdracht 3: Zoek eens uit wat de woordwaarde is
van de Godsnaam JHWH (Yodh, heh, wahw, heh).
7
Het Hebreeuwse woord JHWH (de Godsnaam, Jahwe) heeft woordwaarde 26. De J heeft
letterwaarde 10, de H heeft letterwaarde 5 en de W 6. Dus JHWH heeft als woordwaarde:
10+5+6+5=26. Dit zou je de grote optelling kunnen noemen. Er is echter ook een kleine optelling,
waarbij de 10 gesplitst wordt in 1 en 0. In dat geval is JHWH gelijk aan 1+0+5+6+5=17. Daarom
worden 17 en 26 Godsgetallen genoemd. We komen deze Godsgetallen al dan niet samen met de
driehoeksgetallen regelmatig tegen in de Bijbel. Zo heeft bijvoorbeeld Psalm 25 in het Hebreeuws
precies 153 woorden.
Opdracht 4: Zoek Psalm 111
en 112 eens op.
Als je de psalmen 111 en 112 goed bekijkt, zie je dat ieder vers
in tweeën is gedeeld. In de meeste gevallen staat er een komma
ergens in het vers. Nu blijkt in het Hebreeuws dat het aantal
woorden voor de versdelers opgeteld 85 is.
Vraag 5: Welk Godsgetal zit
er in 85? En hoe?
Misschien zeg je: ‘toeval’. Dan dit: het totale aantal woorden van deze twee psalmen samen, incl.
opschriften is 153 (9x17). Hier zie je weer het driehoeksgetal van 17 terug.
Nog even naar de wonderbare visvangst. Augustinus heeft daar ooit in Hyppo een preek over
gehouden tijdens Pasen van het jaar 412 of 413. Ook hij had het verband van 153 en 17 gezien,
waarbij 153 het driehoeksgetal van 17 is. Hij gaat nog een stukje verder door het getal 17 te
ontleden. 17 is (zo zegt Augustinus) 10 + 7. Hierbij staat 10 voor de wet en 7 voor de Heilige Geest.
We kunnen de wet van onszelf niet volbrengen. Maar met de hulp van de Heilige Geest is het wel
mogelijk. Vervolgens zegt hij dat 153 de woordwaarde is van het Hebreeuwse ‘bene ha’elohim’, dat is
vertaald: de kinderen van God. Hiermee zou door 153 vissen gesymboliseerd worden dat al Gods
Kinderen zalig zullen worden.
Opdracht 6: Zoek eens uit van welk
getal 351 het driehoeksgetal is?
Een aardigheidje: Het spiegelbeeld van 153 is 351.
De getalswaarde van de Griekse woorden ‘ichthues’ (vissen) en ‘to dikyton’ (het net), die beide in
hetzelfde vers staan, is voor beide 1224 = 8 x 153. Het getal 8 staat in de Bijbel vaak voor iets nieuws.
Opdracht 7: Zoek eens op, hoe oud
Abraham, Izak en Jakob geworden zijn.
175 is te schrijven als 7x5x5 = 7 x 52
Vraag 8: Ook Izak en Jakob zijn op een
zelfde manier te schrijven met een
kwadraat. Hoe?
8
Opdracht 9: Tel de kwadraten in deze schrijfwijzen van de
namen Abraham, Izak en Jakob eens bij elkaar op.
Vraag 10: Wie is er zo oud geworden in de Bijbel?
Dit laatste is m.i. wat gegoochel. Toch is het opmerkelijk. We moeten er denk ik niet teveel waarde
aan hechten. Toch is niet alles gegoochel.
Opdracht 11: Zoek eens op, hoe oud
Jakob was toen hij in Egypte kwam.
Hoe lang heeft hij dus in Egypte
geleefd?
Ook met het Griekse alfabet wordt de gematria
beoefend. Zo zie je dat de naam Jezus in het Grieks
woordwaarde 888 heeft. Dit doet direct denken aan
666, het getal van het beest, van de antichrist. 6 is het
getal van de mens, 8 staat voor iets
nieuws.
Wist je trouwens dat er mensen zijn
die alle woorden in de Bijbel tellen.
De Masoreten bijvoorbeeld, de
mensen die de Joodse medeklinkers
van vocalen hebben voorzien, telden
alle woorden. In sommige
handschriften kun je getalletjes zien
staan in de kantlijn. Ze wisten precies
hoeveel letters Bijbelboeken
bevatten. Zo staan bijvoorbeeld in de Biblia Hebraica
Stuttgartensia deze tellingen afgedrukt. Onderaan
Genesis kunnen we bijvoorbeeld lezen: “Som der
verzen van het boek
eenduizendvijfhonderdvierendertig, 1534, en zijn
midden: we’al charbeka tichyèh” (“En van uw zwaard
zult gij leven”). Het genoemde vers, het zogenaamde
mathematische midden, is Genesis 27:40.
Literatuur:
Antwoorden:
Vraag 1: 153 vissen bij de wonderbare
visvangst na de opstanding van Jezus.
Opdracht 2: 153 is het driehoeksgetal van 17
Opdracht 3: De woordwaarde van JHWH is 26.
Opdracht 4: Opzoeken
Vraag 5: 85=5x17, dus het Godsgetal 17.
Opdracht 6: 351 is het driehoeksgetal van 26,
het andere Godsgetal.
Opdracht 7: Abraham 175, Izak 180 en Jakob
147.
Vraag 8: Izak 5x6x6 = 5 x 62 en Jakob 3x7x7 =
3 x 72.
Opdracht 9: 52+62+72=110.
Vraag 10: Jozef
Opdracht 11: Hij was 130 jaar en heeft 17 jaar
in Egypte geleefd.
Bijbelse Getallen en hun geheimen in Bijbel en
Wetenschap, augustus-september 2000, nr.21, Prof.
dr. W.J. Ouweneel
Column Reformatorisch Dagblad, J. Mastenbroek
Ontelbaar! Dagboek over getallen in de Bijbel, Arjan
van den Noort
Preek Augustinus, gehouden Pasen 412 of 413 in Hyppo
Vertellen met getallen, Functie en symboliek van getallen in de bijbelse oudheid, C.J. Labuschagne
9
Leeftijden aartsvaders
Relativiteit van tijd
Ergens in de nooit begonnen en nooit eindigende eeuwigheid heeft God de tijd geschapen. Probeer
je er eens een voorstelling van te maken.
Opdracht 1: Teken een lijnstuk van 20 cm. Zet bij het begin een 0
en bij het einde 100.000. Stel je voor dat dit 100.000 jaar is. De
aarde bestaat ongeveer 6000 jaar. Geef op het getekende
lijnstuk eens aan hoe lang dit is.
Je hebt een erg klein stukje getekend. Ongeveer 1/16 deel van je lijn. Iets meer dan 1 cm.
Opdracht 2: Vergroot dit kleine stukje tijd dat de aarde bestaat
opnieuw tot een lijnstuk van 20 cm. Geef nu eens op dit lijnstuk
aan hoe lang jij geleefd hebt tot nu toe.
Deze opdracht is bijna onmogelijk. Het gevraagde stukje is ongeveer een halve mm lang.
Opdracht 3: Vergelijk nu jouw leeftijd eens met de tijd dat de
wereld bestaat. En vergelijk het vervolgens is met de 100.000
jaar die we aan het begin genomen hebben.
Nu is eeuwigheid niet aan te geven op een lijnstuk. Eigenlijk hebben we dan te maken met een lijn,
zonder begin en zonder eind. Kun je je het nog voorstellen? Ik niet. Tijd is relatief. Het wordt pas
zinvol in een bepaalde context. Door tijden te vergelijken kun je je er iets bij voorstellen. Een begrip
als ‘eeuwigheid’ laat zich niet vergelijken. God heeft de tijd geschapen, om zo de wereld voor ons te
ordenen. Opmerkelijk hierbij is dat God op de eerste dag het licht geschapen heeft, maar pas op dag
4 de zon. Blijkbaar was de zon nog niet nodig voor dag en nacht.
Tijd in de eeuwigheid
In dit kleine stukje tijd schiep God de wereld. Hij schiep ook de mens, Adam. Adam is 930 jaar
geworden. De leeftijden van de aartsvaders komen ons wat onwerkelijk voor.
Opdracht 4: Maak eens een getallenlijn van 30 cm. (Voor verhoudingen het handigst. Als het
niet past, kun je de lengte aanpassen.) Dit lijnstuk stelt 3000 jaar voor. Zet aan het begin
schepping en teken een lijntje van 930 jaar waar je Adam bij zet. Lees nu Genesis 5 en geef zo
duidelijk mogelijk aan, wanneer de 10 aartsvaders leefden. Teken lijntjes dicht naast elkaar,
zodat je goed kunt zien, waar ze ‘overlap’ vertonen. Geef ook aan wanneer de zondvloed
plaatsvond.
10
Als we kijken naar deze getallenlijn, vallen een aantal dingen op:
Vraag 5: Wie was (als we Abel
buiten beschouwing laten) van
deze 10 aartsvaders de eerste
mens die stierf?
Vraag 6: Wie stierf daarna?
Vraag 7: Wat kun je zeggen over het sterfjaar
van Lamech in relatie tot de zondvloed?
Vraag 8: Wat kun je zeggen over Methusalem, de
oudste man, de opa van Noach, in relatie tot de
zondvloed?
Opdracht 9: Geef in je schema aan wanneer Sem is
geboren. Lees vervolgens Genesis 11:10-26. Zet
ook deze gegevens in je schema.
Vraag 10: Kunnen Abram en
Noach elkaar nog hebben
ontmoet?
We hebben hier alleen gekeken naar wat de Bijbel ons zegt.
Zou je andere vertalingen/Bijbels naslaan, dan kom je ook
andere getallen tegen. De Samaritaanse Pentateuch telt bijvoorbeeld na de zondvloed bij de
leeftijden zo 100 jaar op per persoon, zodat de tijd van de zondvloed tot Abram niet onwaarschijnlijk
kort is. 292 jaar is ook wel betrekkelijk
kort om zo’n brede verspreiding van
volken te krijgen. Bovendien is het
opmerkelijk dat de geslachtsregisters in
Genesis 11 en in Genesis 6 allebei 10
personen bevatten. Bovendien eindigen
ze ook beide op 3 zonen. Is dit bewust
gedaan door namen weg te laten?
Namensymboliek
Nu even geen wiskunde. Geen getallensymboliek, maar namensymboliek. We lezen in Genesis 6 in
totaal 10 namen. Even wat betekenissen op een rijtje: Adam betekent ‘man’. Zijn zoon Seth ‘is
aangewezen’. Aangewezen tot wat? God had het toch gezegd: ‘Ik zal vijandschap zetten…’? God had
beloofd voor een reddingsplan te zorgen. Dit plan zal gerealiseerd worden in de linie van Seth. Enos
en Kenan hebben de betekenissen ‘sterfelijk’ en ‘treurigheid’. Bepaald niet opwekkend. Maar het
geeft wel iets aan van die tijd. Kenans zoon Mahaláleël had een mooiere naam ‘de geprezen God’. De
letterlijke betekenis van Jered is ‘zal neerdalen’.
Henoch neemt als 7e een aparte plaats in. Hij wandelde met God. Zijn naam betekent ‘onderwijzen’.
Dat heeft hij zeker gedaan. Sowieso door zijn levenswandel. Maar we lezen ook in Judas: 14,15: ‘En
van dezen heeft ook Henoch, de zevende van Adam, geprofeteerd, zeggende: Zie, de Heere is
11
gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle
goddelozen onder hen…’
Metusalem, stierf in het jaar van de zondvloed. Zijn naam betekent ‘zijn dood zal brengen’. Zijn dood
bracht de zondvloed. Lamech betekent ‘wanhoop/vertwijfeling’. Zeker de laatste jaren voor de vloed
had zijn naam inhoud. En Noach betekent ‘troost/rust’.
En zet nu eens alles in één lange zin achter elkaar: ‘Man is aangewezen (tot) sterfelijkheid (en)
treurigheid, (maar) de geprezen God zal nederdalen (om te) onderwijzen. Zijn dood zal brengen (aan
de) wanhopigen en vertwijfelden vertroosting (en) rust.
Eeuwigheid
Nog even terugkomend op het begrip ‘eeuwigheid’:
Opdracht 11: Lees Mattheüs 25:31-46 en laat eens op
je inwerken hoe lang eeuwig is en hoe belangrijk het is
dat je de juiste bestemming bereikt. Lees ook
Openbaring 22:1-5. En praat nog eens door over wat
het betekent ‘en daar zal geen nacht zijn’.
Literatuur
Ontelbaar! Dagboek over getallen in de Bijbel, Arjan van
den Noort
SBOT, Genesis-Exodus, dr. M.J. Paul e.a.
www.jesussaves.nl
12
Antwoorden:
Opdracht 1: Tekenopdracht
Opdracht 2: Tekenopdracht
Opdracht 3: Vergelijkingsopdracht
Opdracht 4: Tekenopdracht
Vraag 5: Adam
Vraag 6: Henoch
Vraag 7: 5 jaar voor de zondvloed
Vraag 8: Gestorven in het jaar van de
zondvloed.
Opdracht 9: Tekenopdracht
Vraag 10: Ja, ongeveer 50 jaar overlap.
Opdracht 11: Doorpraten
Lengtematen en afstandsmaten
Opwarmer:
Opdracht 1: Schrijf eens vijf lengte- of afstandsmaten
op die wij dagelijks gebruiken.
In de Bijbel kom je allerlei lengte- en afstandsmaten tegen. Deze wijken nogal af van de soorten
maten die wij kennen.
Vinger:
In de Bijbel zijn de meeste maten sterk aan de praktijk gerelateerd.
Opdracht 2: Lees Jeremia 52:20 en 21. Dit hoofdstuk gaat over de verwoesting
van Jeruzalem. Deze verzen gaan over de pilaren van de tempel. Hoe lang waren
de pilaren? Wat was de diameter? Hoe dik waren de wanden van de pilaren?
Handbreed:
Wat opvalt is de praktische invulling. Een meetlat heb je niet altijd op zak. Je vingers heb je wel altijd
bij je. Zo lees je in andere teksten bijvoorbeeld van een ‘handbreed’. Zo kom je deze maat tegen in
het Bijbelboek Ezechiël. Vanaf
hoofdstuk 40 wordt een
Opdracht 3: Lees Ezechiël 40:1-5. In vers 5 kun je lezen
beschrijving gegeven van de
hoe de hemelse gids (een engel? Vgl. 43:6) een meetriet
visionaire tempel. In de
bij zich draagt.
hoofdstukken die hierop volgen
kom je allerlei getallen tegen.
Wat hier opvalt is dat er gesproken wordt van een bijzondere el.
De hemelse gids uit Ezechiël heeft een meetriet van 6 ellen bij
zich. Maar het is wel een bijzondere el, namelijk een el en een
handbreed. Dus naast de gangbare maat ‘el’ moest men er nog
een handbreed bij tellen. Men gaat er vanuit dat een gewone
el 45 cm was en deze el uit Ezechiël 52 ½ cm. Een handbreed
stelt dus ongeveer 7 ½ cm voor.
Wanneer David op de vlucht is voor koning Saul schrijft hij o.a.
Psalm 39. In vers 6 gebruikt hij ook de maat een ‘handbreed’.
Vraag 4: Wat wordt er met deze tekst
bedoeld? Wat wil David hier zeggen?
13
El:
We kwamen ook de ‘el’ al tegen. Ook deze maat is
afgeleid van het menselijk lichaam.
Vraag 5: Waar is deze maat (de ‘el’)
van afgeleid?
Meestal gaat men er vanuit dat een el 50 cm is, een
½ meter dus. Ook in Nederland was de el echter variabel.
Het Griekse woord voor ‘el’ kan zowel lengte als
leeftijd aanduiden. Zo vinden we het bijvoorbeeld in
Opdracht 6: Zoek eens op internet
welke afmetingen men in Nederland
Mattheüs 6:27: ‘Wie toch van u kan met bezorgd te zijn
kende voor de maat ‘el’.
één el tot zijn lengte toedoen.’ Je zou dit kunnen lezen
als: wie van u kan met bezorgd te zijn ook maar iets
toevoegen aan zijn levensweg van duizenden kilometers? Dat kan niemand. Anderen lezen hier toch
‘lengte’ en verklaren het zo dat niemand voor zijn eigen groeiproces kan zorgen.
Vadem:
Een wat ouderwetse maat die we eveneens in de Bijbel tegenkomen is ‘vadem’.
Vraag 7: Wat is een vadem? Zoek
eventueel eens op internet.
Vraag 8: Waar vinden we deze maat in
de Bijbel?
Opdracht 9: Lees
samenvattend Handelingen
27:28.
Vraag 10: Hoe diep was het
water hier in vers 28 dus?
Andere maten:
Verder vinden we in de Bijbel nog de maten ‘schrede’ (stap), ‘zo ver men met een boog kan schieten’
(een boogschot) en een ‘steenworp’.
Vraag 11: Waar vinden we
deze maten in de Bijbel?
Iets bekendere maten zijn ‘dagreis’, ‘sabbatsreis’, ‘stadie’
en ‘mijl’.
14
Opdracht 12: Zoek eens uit
over welke afstanden dit gaat.
Literatuur:
Antwoorden:
Opdracht 1: 5 hedendaagse lengte- en afstandsmaten
Opdracht 2: Lengte pilaren 18 el, ca. 9 meter. Diameter 12/pi el
= ca. 3,5 el, ca. 1,8 meter.
Dikte wanden 4 vingers, ca. 8 cm.
Opdracht3: Leesopdracht
Vraag 4: David ziet het kleine poosje dat hij leeft. Wat stelt dat
eigenlijk voor? Het is slechts een klein poosje. En op dit kleine
poosje legt God zo’n last. (Zie ook vers 7 en 8, waar Davids
vertrouwen blijkt.)
Vraag 5: Komt van het woord ellepijp. Deze vinden we in de
onderarm.
Opdracht 6: De el werd vastgesteld op 69,4 cm. De
Amsterdamse el was echter 68,8 cm, de Delftse el 68,2 cm, de
Twentse el slechts 58,7 el.
Vraag 7: Vadem komt van opvamen. Wanneer vroeger het
anker opgehaald werd dan sprak men van opvamen. 20 keer
opvamen betekent dat het touw 20 keer tussen de uitgestrekte
armen paste.
Vraag 8: Bij de geschiedenis van Paulus op weg naar Rome,
wanneer ze schipbreuk lijden (Handelingen 27).
Opdracht 9: Leesopdracht
Vraag 10: Een vadem was ongeveer 1,83 meter. Dus in korte
tijd nam de diepte af van 37 meter tot 27 meter.
Vraag 11: Schrede in 1 Sam. 20:3, boogschot in Genesis 21:16
en steenworp in Lukas 22:41.
Opdracht 12: Dagreis: 7 a 8 uur lopen, een kleine 40 km.
Sabbatsreis is 5 stadiën, ongeveer 925 meter. Ook vinden we
2000 el als aanduiding. Stadie ongeveer 125 stappen
(kanttekeningen). Afstand Jeruzalem-Emmaüs was 60 stadiën.
Een Romeinse mijl was 8 stadiën, 1000 stappen.
Commentaar Nieuwe Testament, Matteüs,
Prof. J. van Bruggen
Commentaar Nieuwe Testament, Lucas,
Prof. J. van Bruggen
Kanttekeningen bij de SV
Korte verklaring, Ezechiël, dr. A. Noordtzij
Ontelbaar! Dagboek over getallen in de
Bijbel, Arjan van den Noort
Studiebijbel Oude Testament, GenesisExodus, dr. M.J. Paul e.a.
15
Oppervlaktematen en inhoudsmaten
Inleiding:
Oppervlaktematen zoals wij ze kennen komen we in de Bijbel niet tegen. We lezen wel aanduidingen
als ‘een stuk land ter grootte van een juk ossen’ of ‘ter grootte van een homer gerst’. Deze laatste
maat doet weer denken aan een inhoudsmaat.
Oppervlaktematen:
Opdracht 1: Lees 1 Samuël 14:1-14.
De HSV schrijft hier in vers 14 dat de strijd plaats vond ‘op een stuk land dat men in een halve dag
kan ploegen’. De SV zegt in vers 14 dat de strijd
geschiedde ‘omtrent in de helft van een bunder,
Vraag 2: Hoe groot is dit plateau waar
zijnde een juk ossen lands’.
Jonathan en zijn wapendrager 20
mannen versloegen?
Een vergelijkbare aanduiding voor een oppervlaktemaat vinden we in Leviticus 27:16-21.
Opdracht 3: Zoek Leviticus 27:16-21 eens op.
Vraag 4: Wat bedoelt de schrijver te zeggen
met vers 16?
Inhoudsmaten:
Naast de genoemde oppervlaktematen vinden we in de Bijbel niet echt meer oppervlaktematen. Wel
vinden we meerdere inhoudsmaten. Eén inhoudsmaat zagen we al hierboven: de homer. De
inhoudsmaten zou je kunnen verdelen in inhoudsmaten voor droge waren en voor natte waren.
Belangrijke grote ‘droge’ inhoudsmaten zijn de homer, de gomer en de efa. Kleine ‘droge’ maten zijn
de kab, de maat en het maatje. Voor natte waren
zoals olie worden bijvoorbeeld de bath, de log en
Vraag 5: Waar kom je in de Bijbel de
de hin gebruikt. Een grote inhoudsmaat is
metreet tegen?
bijvoorbeeld de metreet.
Droge inhoudsmaten:
Efa
In Richteren 6 kun je lezen hoe Gideon geroepen wordt als richter. Je kent de geschiedenis. Gideon is
bang. Hij is tarwe aan het dorsen. Hij probeert de oogst te redden voordat de Midianieten komen.
Ineens is er die engel die hem vertelt dat hij het volk Israël mag gaan leiden. Gideon maakt een
maaltijd klaar voor de engel. De engel steekt vervolgens zijn staf in het vlees en het brood dat hem
voorgezet wordt en steekt het in brand. Vervolgens is de engel weg. Als je dit stukje goed bekijkt valt
16
je op hoeveel Gideon eigenlijk klaarmaakt. Hij moet minstens een halve dag bezig geweest zijn. En de
engel maar wachten.
Opdracht 6: Lees Richteren 6: 17-21. In vers 19
lees je dat er een efa meel gebruikt wordt voor
het brood. Zoek eens op hoeveel een efa is.
Een behoorlijke hoeveelheid dus. Het geeft in
ieder geval aan hoe gastvrij Gideon is. Wat
hebben wij voor de dienst van God over?
Gomer en homer
De gomer is afgeleid van de efa. Net zoals wij spreken over centimeters, millimeters en kilometers als
afgeleiden van de meter, zo is de gomer
afgeleid van de efa. In Exodus 16 lezen we hoe
Opdracht 7: Zoek in Exodus 16 eens op hoeveel
de Israëlieten tijdens de woestijnreis ieder 1
een gomer is. Vergelijk dit eens met de
maaltijd die Gideon zijn hemelse gast
gomer per dag mochten rapen. Op de vrijdag
voorzette.
raapten ze 2 gomers, ook één voor de sabbat.
Behalve de gomer komen we ook de homer
tegen in de Bijbel. We vinden dit o.a. in de
geschiedenis van Hosea en Gomer (let op: dit
Vraag 8: Lees 2 Korinthe 8:14 en 15. Wat
bedoelt Paulus hier te zeggen? Waarom die
is een persoon en geen inhoudsmaat). Hosea
link naar de gomer manna?
moet 1 ½ homer betalen om zijn Gomer terug
te kopen (zie Hosea 3). Hierboven kwamen we
de homer ook al tegen als oppervlaktemaat. We komen de homer ook tegen tijdens de woestijnreis.
God zorgde voor Zijn volk door hen iedere
dag manna te geven. Maar ze waren het
Opdracht 9: Lees Numeri 11:31-35. Ga eens na
manna meer dan zat en vroegen om vlees.
hoeveel een homer is. Probeer je eens een
God gaf hen een grote overvloed aan vlees.
voorstelling te maken van hoeveel vlees hier
Maar het werd hen tot een vloek.
verzameld wordt.
Kab
Zoals we al zeiden zijn er ook nog een aantal kleine inhoudsmaat. Zo lezen we bijvoorbeeld tijdens de
belegering van Jeruzalem hoe een kwart van een kab duivenmest verkocht wordt voor 5
zilverstukken. Lees het maar na in 2 Koningen 6:24-33. Een kwart kab is ongeveer 0,5 liter.
IJken:
Tegenwoordig hebben we instanties die erop toezien dat meetinstrumenten geijkt worden. We
kunnen er van op aan dat een kilogram in Nederland hetzelfde is als in Amerika. Vroeger verschilden
maten soms per streek. Toch werd ook in de tijd
van de Bijbel gestreefd naar gelijkheid. Een tekst
Opdracht 10: Lees 1 Kronieken 23:29
die hierover spreekt vinden we bijvoorbeeld in 1
en leg uit wat deze tekst zegt m.b.t.
Kronieken 23:29.
oppervlakte- en inhoudsmaten.
17
Natte inhoudsmaten:
Bath
In Ezechiël 45:9-17 wordt gesproken van een bath.
Opdracht 11: Zoek eens op
hoeveel een bath is.
In de tempel stond de koperen zee op 12 koperen runderen.
Opdracht 12: Zoek eens in 1
Koningen 7:23-26 wat de diameter is
van de koperen zee.
Vraag 14: Kan dit kloppen met de
2000 bath die genoemd wordt in
vers 26?
Opdracht 13: Ga er vanuit dat je te maken hebt
met een halve bol. De dikte van de rand is een
handbreed. Verwaarloos deze voor het gemak
en bereken de inhoud van de koperen zee.
Een bolvorm lijkt te klein te zijn. Mogelijk is de zee meer
een soort kom geweest die op meerdere hoogten een
omtrek van 30 el had, een soort cilinder op een halve
bol.
Hin
In Numeri 15 kun je lezen hoe de HEERE Mozes
instructies geeft met betrekking tot de spijsoffers.
Wanneer een dier geofferd werd als spijsoffer,
werd er ook olie en wijn gebruikt. Hoe
waardevoller het dier dat geofferd werd des te
meer olie en wijn was er nodig. Hier waren vaste
verhoudingen voor.
Opdracht 15: Maak eens een
overzicht van de verhoudingen meel,
olie en wijn bij ieder offerdier dat je
tegenkomt in Numeri 15.
Een hin is 1/6 deel van een bath.
Log
In Leviticus 14 kunnen we wetten lezen die betrekking hebben op melaatsheid. De priester moest
o.a. olie 7 keer sprengen. Ook moest deze olie op het rechteroorlapje van de genezen melaatse
gedaan worden en ook op de duim van de rechterhand en de grote teen van de rechtervoet.
Hiervoor is een deel van een log olie nodig (vs. 15 en 16). Een log is 1/12 van een hin.
Metreet
De grootste natte inhoudsmaat die we tegenkomen in de Bijbel is de metreet. In Johannes 2 vinden
we die. Jezus is hier op de bruiloft in Kana. 6 stenen
watervaten worden gevuld met water. Dit water wordt wijn.
Vraag 16: Hoeveel liter wijn was
er ongeveer?
Ieder vat bevat 2 of 3 metreten. De kanttekeningen zeggen
bij Johannes 2 dat een metreet 15 stopen is, een oude
inhoudsmaat, die ongeveer 2,4 liter is.
18
Literatuur:
Kanttekeningen bij de SV
KV, Ezechiël, dr. A. Noordtzij
Ontelbaar! Dagboek over getallen in de
Bijbel, Arjan van den Noort
SBOT, Genesis-Exodus, dr. M.J. Paul e.a.
SBOT, Leviticus-Deuteronomium, dr. M.J.
Paul e.a.
SBOT, Jozua-1 Samuël, dr. M.J. Paul e.a.
Tabel maten-gewicht-geld, GBS-Bijbel
Antwoorden:
Opdracht 1: Leesopdracht
Vraag 2: Een bunder is 40 are (verklarende woordenlijst GBS),
dus een juk ossen ploegt op een dag 20 are, dus 2000 m2, een
plateau van ongeveer 40 bij 50 meter.
Opdracht 3: Leesopdracht
Vraag 4: Een homer is een inhoudsmaat van koren. De
hoeveelheid wordt geschat tussen de 200 en de 450 liter. Met 1
homer zaaigoed bestreek men ongeveer 150 are, 15000 m2.
Vraag 5: Johannes 2, op de bruiloft te Kana.
Opdracht 6: Een efa wordt geschat op 20 tot 45 liter.
Opdracht 7: Een gomer is 1/10 deel van een efa (vs. 36), dus 2
tot 4,5 liter.
Vraag 8: Paulus roept op tot mild geven. We hoeven niet op te
potten. Israëlieten die dit wel deden vonden wormen in hun
meel.
Opdracht 9: Een homer is 10 keer zoveel als een efa, dus 200
tot 450 liter. 10 homer is dus 2000 tot 4500 liter per persoon.
Opdracht 10: De Levieten moesten erop toezien dat men niet te
weinig gaf. Ook moesten zij erop toezien waar in de tempel wat
moest gebeuren.
Opdracht 11: Evenveel als een efa, 1/10 van een homer.
Opdracht 12: Omtrek is 30 el, diameter is 30/pi = ca. 10 el.
Opdracht 13: Straal is 5 el, dus 2,5 meter. Inhoud halve bol = ½
* 4/3* pi* 2,53 = 32,7 m3, ruim 32000 liter.
Vraag 14: Nee, 2000 bath is minimaal 2000x20 = 40000 liter en
maximaal 2000x45 = 90000 liter.
Opdracht 15: Overzicht verhoudingen bij spijsoffers.
Vraag 16: 6 vaten van 2 metreten zou 12x(15x2,4) = 12x36 =
432 liter zijn. 6 vaten van 3 metreten zou 18x36 = 648 liter zijn.
19
Munten
Inleiding:
In de Bijbel komen we allerlei munten tegen. Een munt die we zowel in het Oude als in het Nieuwe
Testament tegenkomen is de sikkel. In het Oude Testament is het meer een gewicht, in het Nieuwe
Testament is het meer een munt. De sikkel komen we tegen in verschillende soorten. De sikkel is de
voorloper van de Israëlische Sjekel.
In het Oude Testament komen we ook nog zilverstukken tegen. Ook in het Nieuwe Testament komen
we deze tegen. Vaak worden het daar zilveren penningen genoemd. Ook lezen we van drachmen en
denariën. De kleine muntjes die we tegenkomen zijn de quadrans, de lepton en de beka. Ook lezen
we van grote hoeveelheden geld in de vorm van ponden en talenten.
De sikkel:
In het Oude Testament komen we de sikkel bijvoorbeeld tegen wanneer de knecht van Abraham,
Eliëzer op zoek gaat naar een vrouw voor Izak. Hij neemt sieraden mee als bruidsschat. In Genesis
24:22 kun je lezen wat de bruidsschat is die Eliëzer meegenomen heeft: een gouden ring ter waarde
van een halve sikkel en twee armbanden ter waarde
van 10 gouden sikkels. Een sikkel had een gewicht
Vraag 1: Hoe groot is de bruidsschat
tussen de 10 en de 13 gram. In het handelsverkeer
uitgedrukt in zilveren sikkels? Hoeveel
ging men uit van 11,5 gram in het geval van een
gram is dit?
zilveren sikkel. Een gouden sikkel is volgens de
kanttekeningen bij de SV 13,5 keer zoveel waard als
een zilveren sikkel.
Ter vergelijk: Een bruidsschat was in die tijd ongeveer 50 zilveren sikkels en een arbeider verdiende
10 zilveren sikkels per jaar.
In de Bijbel vind je verschillende sikkels. Hierboven ging het over de sikkel die gebruikt werd in het
handelsverkeer. Verder vind je ook de aanduiding ‘sikkels van koninklijk gewicht’ en ‘heilige sikkels’
of ‘sikkels van het heiligdom’. Deze sikkel van het
heiligdom kom je bijvoorbeeld tegen als een soort
Opdracht 2: Lees Exodus 30:11-16.
tempelbelasting.
In dit stukje lees je van de sikkel van het heiligdom. Van tijd tot
tijd waren er volkstellingen in Israël. Een bekende volkstelling is
bijvoorbeeld die onder keizer Augustus, toen Jozef en Maria
naar Bethlehem gingen en Jezus daar geboren is. Een andere
volkstelling zien we bij koning David. Deze volkstelling kwam
voort uit verkeerde motieven: trots. Om te voorkomen dat
mensen trots werden, waren ze verplicht een halve sikkel per
persoon te betalen. Niet meer en niet minder. De rijken zouden
zich zo niet kunnen laten voorstaan op hun rijkdom en voor de
armen was een halve sikkel nog een keer op te brengen. Alhoewel het geen kleine bedragen waren.
Bedank dat het jaarloon van een arbeider in die tijd ongeveer 10 sikkels was.
20
De ‘sikkel van het heiligdom’ is waarschijnlijk iets zwaarder dan de standaardsikkel. Sommigen
spreken zelfs over het dubbele. In Exodus 30 kun je
lezen dat een halve sikkel ongeveer 20 gera is. Een gera
Opdracht 3: Vergelijk deze gewichten
wordt geschat op een halve gram. Anderen spreken van
van de gera eens met die van de
standaardsikkel.
0,8185 gram.
Op andere plaatsen krijgt de tempelbelasting een andere
naam.
Opdracht 4: Zoek in Exodus 38 eens
op wat een andere naam is voor de
halve heilige sikkel.
Denarius en drachme:
Als we denken aan munten in de Bijbel komt ook snel de gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard
in onze gedachten. De wijngaardenier arbeiders in op allerlei momenten op de dag. Ze krijgen
allemaal hetzelfde loon: 1 penning.
Het klinkt heel Bijbels: een penning. Je weet niet
beter, die arbeiders kregen allemaal een penning.
Opdracht 5: Zoek Mattheüs 20:1-16 op.
Maar weet je dat ‘penning’ de naam is van de munt
e
die in de 17 eeuw, de tijd dat de SV gemaakt is, gangbaar was in Nederland? Eigenlijk staat hier het
woord ‘denarius’.
Vraag 6: Wat is de les in deze gelijkenis? Wat betekent het dat iedereen 1 denarius krijgt? En
wat betekent in dit kader de uitspraak: ‘Alzo zullen de laatsten de eersten zijn en de eersten de
laatsten; want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren?
Ook in Lukas komen we de ‘penning’ tegen.
In Lukas 15 gaat het over het zoeken van het
verlorene. Eerst gaat het om 100 schapen, waarvan er
Opdracht 7: Zoek Lukas 15:8-10 op.
1 zoekraakt, daarna gaat het over 10 penningen,
waarvan er 1 kwijtraakt, vervolgens gaat het over 2
zonen waarvan er 1 wegtrekt. In alle gevallen wordt er gezocht naar het verlorene: de herder zoekt
zijn schaap, de vrouw haar penning en de vader zijn zoon.
We kijken naar de gelijkenis van de penningen. In
het Grieks staat hier het woord ‘drachme’. Een
drachme is evenveel waard als een denarius. De
denarius was de gangbare Romeinse munt uit die
tijd, de drachme was de gangbare munt bij de
Grieken.
Vraag 8: Waarom zou Mattheüs het
woord ‘denarius’ gebruiken en Lukas
het woord ‘drachme’?
Quadrans:
Betalen tot de laatste cent. Je kent die uitdrukking wel. Je vindt hem ook in Mattheüs 5:26.
21
Deze teksten vragen om mildheid in plaats van
hardvochtigheid. Stel je voor dat je het bij het
verkeerde eind hebt en je in de gevangenis terecht
zou komen. Je zou gedwongen worden tot de laatste cent te betalen. ‘Tot de laatste penning’ lezen
we. In tegenstelling tot wat je zou verwachten bij Mattheüs staat er nu geen ‘denarius’, maar
‘quadrans’. Je zou het spraakgebruik kunnen
noemen: zoals wij boven al zeiden ‘betalen tot
Opdracht 10: Ga eens na hoeveel een
de laatste cent’, waarbij ‘cent’ spreekwoordelijk
quadrans waard is.
moet worden opgevat en niet letterlijk. De
quadrans is een kleine muntsoort.
Opdracht 9: Zoek Mattheüs 5:25 en 26 op.
Oord:
Behalve de quadrans komen we nog een klein muntje tegen: de ‘oord’.
Een oord wordt hier gelijkgesteld aan 2 penningen. Maar
zoals we al zagen is ‘penning’ een algemeen woord voor
Opdracht 11: Lees Markus 12:41-44.
munt. De kanttekeningen bij de SV zeggen hier zelfs dat
een oord gelijk is aan een quadrans, terwijl je gezien het
feit dat hier gesproken wordt over 2 penningen eerder aan een halve quadrans zou moeten denken.
De kanttekeningen zijn hier ook niet helemaal duidelijk als het gaat om de geldwaarde. Dat blijft
sowieso wazig. We kunnen daar niet altijd met evenveel zekerheid over spreken. De kanttekeningen
zeggen hier dat een ‘oord’ hetzelfde is als een quadrans, dat op zijn beurt ¼ deel is van een obool, die
weer 1/6 deel is van een drachme. Volgens deze
berekening zou dus een quadrans 1/24 deel zijn van
Vraag 12: Wat is de les in deze
een drachme of denarius in plaats van 1/64 deel.
geschiedenis?
Trouwens ook een ‘oord’ was een Nederlandse munt
uit de 17e eeuw. De waarde wordt gesteld op 2 duiten.
Ponden en talenten:
In de Bijbel vind je twee gelijkenissen die veel weg hebben van elkaar. De ene vind je in Lukas 19:1127, de tweede staat in Mattheüs 25:14-30. De
gelijkenis in Lukas gaat over ponden, die in Mattheüs
Opdracht 13: Zoek eens uit wat het
over talenten. Vaak sta je niet stil bij dit verschil. Toch
verschil is tussen een pond en een
is het verschil aanmerkelijk.
talent.
Een pond (Grieks: mna) is ongeveer 100 drachmen
waard. De kanttekeningen spreken over 120 drachmen. Een talent is 60 keer zoveel waard. Dat
betekent dus dat de knechten in Lukas ieder 100 daglonen krijgen, ongeveer 3 maandsalarissen. De
luie knecht uit Mattheüs krijgt 60 keer zoveel, dus 180 maandsalarissen, oftewel 15 jaarsalarissen. De
ijverige knechten kregen zelfs 5 talenten, 75 jaarsalarissen toevertrouwd. Het zou interessant zijn
eens na te gaan, waarom deze verschillende bewoordingen gekozen zijn. Waarom wordt er in Lukas
gesproken over ponden en in Mattheüs over talenten?
22
Literatuur:
CNT, Matteüs, dr. Jakob van Bruggen
CNT, Lucas, dr. Jakob van Bruggen
De Bijbel van a tot z, Herbert, Sundemo
Nieuwe encyclopedie van de Bijbel, John
Drane
Ontelbaar! Dagboek over getallen in de
Bijbel, Arjan van den Noort
SBOT, Genesis-Exodus, dr. M.J. Paul e.a.
Antwoorden:
Vraag 1: 275 zilveren sikkels (er vanuit gaand dat beide
armbanden ieder 10 sikkels waard waren); 233,7 gram.
Opdracht 2: Leesopdracht
Opdracht 3: Een halve heilige sikkel zou dan 20 x 0,5 = 10 gram
wegen of 20 x 0,8185 = 16,37 gram. Een hele sikkel zou dan
tussen de 20 en de 32 gram wegen. Een standaardsikkel weegt
tussen de 10 en de 13 gram.
Opdracht 4: In vers 26 lees je de naam ‘beka’.
Opdracht 5: Leesopdracht
Vraag 6: Iedereen die Christus leert kennen krijgt hetzelfde
loon, het eeuwige leven. Dat eersten de laatsten zijn kan
verklaard worden doordat de eersten de laatsten de zaligheid
misgunnen, ‘zij hebben immers langer gewerkt en toch
dezelfde beloning?’ Anderen denken dat de eersten zalig
wilden worden door hun werken ipv door het geloof. (Omdat
toch allen een denarius krijgen, denk ik toch dat de eerste
verklaring (het misgunnen) beter is.)
Opdracht 7: Leesopdracht
Vraag 8: Mattheüs schreef voor Joodse lezers die leefden onder
de Romeinse overheersing, Lukas schreef vooral voor
heidenchristenen.
Opdracht 9: Leesopdracht
Opdracht 10: 4 quadrans zijn 1 as, 16 as zijn 1 denarius. Dus 1
quadrans is 1/64 van een denarius. (1/64 dagloon) (Nieuwe
encyclopedie van de Bijbel, John Drane)
Opdracht 11: Leesopdracht
Vraag 12: 1 euro uit liefde voor God is meer waard dan 1000
euro om door mensen gezien te worden.
Opdracht 13: Zie tekst
23
Grote getallen
Inleiding:
Exodus betekent uittocht. In dit Bijbelboek kun je lezen hoe het volk Israël vertrekt uit Egypte. In
Numeri staat ook het een en ander aan gedetailleerde informatie. Numeri is een Latijnse naam die
overgenomen is uit de Vulgata, de Latijnse
vertaling van de Bijbel. De Vulgata vertaalt de
Griekse Septuaginta, waar dit Bijbelboek
‘Arithmoi’ heet, wat ‘Getallen’ betekent. De
Joden noemen dit Bijbelboek ‘Midbar’, ‘in de
woestijn’. Je zou Numeri kunnen vertalen met
‘tellingen in de woestijn’. Dan heb je het boek
aardig omschreven.
Aantal mensen:
Grote getallen spreken altijd tot de
verbeelding. Zo ook in Numeri. Je komt heel wat grote getallen tegen. In Exodus 12 kun je lezen hoe
God het Pascha instelt en nadat de engel in Egypte alle
eerstgeborenen gedood heeft de Israëlieten het bevel
Opdracht 1: Zoek Exodus 13:18 op.
geeft te vertrekken. In Exodus 13 zien we het volk gaan.
Een belangrijk vers voor nu is Exodus 13:18.
We lezen hier hoe God het volk de andere kant op leidt. Niet door het land van de Filistijnen. Dan zou
hen direct de moed in de schoenen zinken. Een militair ongeoefend volk zou finaal verslagen worden.
God gaat met hen dwars door de woestijn. Het volk trekt ‘bij vijven’ (SV) uit Egypte weg, zo kunnen
we lezen. Het is niet helemaal duidelijk wat hier bedoeld wordt. De meesten gaan ervan uit dat het
volk in rijen van vijf wegtrok. Anderen verklaren het als vijf groepen of legers (HSV: slagorden). Je zou
het ook kunnen vertalen met geharnast, gewapend. Wij bekijken de eerste verklaring die de
kanttekeningen bij de SV geven: vijf naast elkaar.
In Numeri heb je kunnen lezen hoeveel mannen er geteld
zijn van 20 jaar oud en daarboven. Ga er vanuit dat het
aantal jongens en mannen onder de 20 even groot is en dat
er evenveel
mannen als vrouwen zijn. Bedenk verder dat de stam van
Vraag 3: Hoe groot is het hele
Levi niet geteld is en dat veel jongetjes van de Israëlieten
volk ongeveer geweest volgens
gedood zijn door de soldaten in Egypte.
deze gegevens?
Vraag 2: Lees Numeri 1:44-49.
Hoeveel mannen van Israël zijn er
van 20 jaar oud en daarboven?
Problemen:
Dit grote aantal mensen stelt ons echter voor een aantal praktische problemen. We zeiden namelijk
dat ze ‘bij vijven’, in rijtjes van vijf naast elkaar uit Egypte
vertrokken. Dus 5 lange rijen naast elkaar. Ga eens uit van
Vraag 4: Hoe lang is de stoet
geweest volgens berekening?
1 meter tussenruimte ten opzichte van de voorganger.
24
Stel dat ze lopen met een snelheid van 5 km
per uur. Hoe lang doen ze er dan over om weg
te gaan?
Vraag 5: Hoe lang zouden ze erover hebben
gedaan voordat iedereen weg was?
In 1 nacht vertrekken ze uit Egypte. De afstand naar de plaats waar ze door de Rode Zee heengingen
is ongeveer 500 km. De eersten zijn dus al bij de Rode Zee als de laatsten nog moeten vertrekken.
In Genesis 15 kun je lezen hoe de Heere tegen
Abraham zegt dat zijn nageslacht 400 jaar verdrukt zal
Opdracht 6: Zoek Genesis 15:13-16 op.
worden. In Galaten 3:17 kun je lezen: ‘Het verbond
dat tevoren van God bevestigd is op Christus, wordt
door de wet, die na vierhonderd en dertig jaren
gekomen is, niet krachteloos gemaakt, om de
Opdracht 7: Lees 1 Kronieken 6:1-3.
beloftenis teniet te doen.’ Op grond van deze
Lees Numeri 3 eens globaal door op
teksten wordt vaak gedacht dat het volk Israël 430
deze namen. Hoeveel geslachten tel je
jaar in Egypte is geweest. Maar als je Galaten leest
vanaf Levi tot Aäron?
zou het ook zo gelezen kunnen worden dat de tijd
vanaf het verbond met Abraham in Genesis 15 tot
aan de wetgeving op de Sinaï 430 jaar is. Dit zou ook beter overeen komen met de vier geslachten
waarover gesproken wordt in Genesis 15.
Vraag 8: Maak deze berekening
hiernaast eens. Hoeveel kinderen
moeten er per generatie geboren
zijn?
Toen Jakob in Egypte kwam werden er 70 mensen geteld.
Het was de gewoonte alleen de mannen te tellen. Ga eens
uit van 70 mannen en 70 vrouwen. En ga eens uit van de 2,5
miljoen mensen bij de uittocht in 4 generaties. Hoeveel
kinderen zijn er dan in iedere generatie geboren?
Een ander ‘probleem’ dat we tegenkomen
staat in Numeri 3:43. Daar is sprake van
22.273 eerstgeborenen.
Vraag 9: Bereken eens hoeveel kinderen er per
vrouw geboren zijn uitgaande van 22.273
eerstgeborenen.
Er zijn meerdere problemen te noemen.
Hoe moet dat met 2,5 miljoen mensen bij 12 waterfonteinen en 70 palmbomen (Exodus 15)? Hoe
zouden ze trouwens allemaal op het strand bij Pi-Hachiroth hebben gepast? En wat te denken van de
hoeveelheid kwakkels rond het legerkamp (Numeri 11). En hoe hebben ze allemaal Mozes kunnen
zien als hij tot het volk sprak, terwijl ze rond de tabernakel gelegerd lagen? Hoe dichtbevolkt was
Israël wel niet als er 7 volken woonden die allemaal groter waren dan Israël zelf (Deuteronomium 7)?
Klopt de Bijbel dan niet?
Het is niet de bedoeling de Bijbel in twijfel te trekken. Maar laten we wel realistisch blijven. Een volk
van 2,5 miljoen stelt ons voor de genoemde problemen. Let wel: Uiteraard is God machtig genoeg
om een volk van 2,5 miljoen mensen in 1 nacht uit Egypte te halen, hen in 1 nacht door de Rode Zee
te laten trekken, hen manna en kwakkels te geven, genoeg voor iedereen en hen 40 jaar te laten
25
zwerven door de woestijn en daarna het land Kanaän in bezit te laten nemen. Echter ook
archeologische vondsten wijzen op een kleiner volk.
Hoe dan wel?
Eerst een opdracht:
Opdracht 10: Lees Numeri 1 eens (globaal) door, schrijf de stamvaders die hier genoemd
worden eens onder elkaar op en schrijf daarachter eens de aantallen getelden per stam. Tel
de aantallen op en schrijf de uitkomst eronder.
Dit lijkt te kloppen met de 603.550 mannen die aan het begin genoemd zijn. Nu zijn er diverse
theorieën die over deze grote getallen allemaal uitspraken doen. De astrologie wordt erbij gehaald.
Er wordt gesproken van overdrijving. Anderen zien de getallen symbolisch. Er is ook een theorie die
kijkt naar het Hebreeuwse woord voor 1000, het woord ‘lp. Dit woord kan namelijk ook groep of
familie betekenen. De kanttekeningen bij de SV zeggen bij de uitdrukking ‘bij vijven’ dat dat kan
betekenen dat ze in rijtjes van vijf weggaan of in groepen of legers. Zou je namelijk in plaats van de
46.500 getelden van
Ruben lezen ’46 ‘lp
Opdracht 11: Maak in je overzicht nog eens 3 kolommen en schrijf in
(groepen) van totaal
de eerste kolom het aantal groepen (bij Ruben dus 46), in de tweede
500 man’, dan zijn dit
kolom het totale aantal personen (bij Ruben 500) en in de derde
groepen (of families)
kolom het gemiddelde aantal per groep (bij Ruben 11).
van gemiddeld 11
man.
Als je de kolom met het totale aantal personen per stam bekijkt valt je op dat bepaalde aantallen
ontbreken. Je ziet bijvoorbeeld nergens 000, dus iets als 46.000 kom je niet tegen in Numeri 1. Dat
past ook niet in de theorie van ’46 groepen met een totaal van 0 personen’. Ook 100 kom je niet
tegen, 200 en 300 niet veel. De meesten zitten in de buurt van 400, 500 en 600. Een enkele is 700 en
geen één komt daarboven. Dit zou pleiten voor de genoemde theorie.
Er is echter nog een ‘klein’ probleempje: Er waren toch 603.550 getelden, oftewel 603 groepen met
een totaal aantal personen van 550? Hoe is dat nu mogelijk?
Als je deze aantallen bekijkt zie
je dat er 598 groepen zouden
Opdracht 12: Tel de aantallen van kolom 3 en 4 eens op, dus
zijn met een totaal van 5.550
de kolommen ‘aantal groepen’ en ‘totale aantal personen’.
personen. Dat zou veel meer
met de werkelijkheid overeen
komen. Maar hoe is dit met elkaar te rijmen. Het zou kunnen zijn dat de woorden voor ‘1000’ en
voor ‘groep’ door elkaar gebruikt zijn. Er zou bijvoorbeeld gestaan kunnen hebben: 598 ‘lp 5 ‘lp 550.
Wanneer je dit leest als 598 duizend 5 duizend 550, dan is het voorstelbaar dat men er 603 duizend
550 van gemaakt heeft. Wanneer je dit leest als 598 groepen met een totaal aantal van 5 duizend
550, dan zou dit de genoemde theorie kloppend maken.
Nu is niet alles opgelost. Er blijven vragen: Zou je deze 5500 mannen boven de 20 doorrekenen, dan
heb je te maken met een volk van in totaal 25.000 mensen. De Levieten zijn hier nog niet bij
26
gerekend. Het zal dus iets hoger kunnen
zijn. Maar hoe moet je dan weer de
22.273 eerstgeborenen lezen? De ‘lpverklaring maakt het allemaal wat
aannemelijker. Maar er blijven vragen.
De Bijbel is ook geen rekenboek. De
Bijbel is niet bedoeld om ons exacte
aantallen door te geven. Het gaat in de
Bijbel om het doorgeven van
heilsgeschiedenis. Dit is nogmaals maar
een poging om de aantallen in Numeri
aannemelijker te maken. De bedoeling
is dus niet de aantallen in de Bijbel in
twijfel trekken. God is almachtig en kan
dus ook voor een volk van 2,5 miljoen
zorgen.
Literatuur:
Antwoorden:
Opdracht 1: Opzoekopdracht
Vraag 2: 603.550 mannen van 20 jaar en ouder.
Vraag 3: Ongeveer 2,5 miljoen mensen
Vraag 4: 2,5 miljoen/5 rijen is 500.000 mensen per rij, dus
500.000 meter, dus 500 km.
Vraag 5: 100 uur
Opdracht 6: Leesopdracht
Opdracht 7: 4 geslachten
Vraag 8: 70 mannen x 114 = ruim 1 miljoen mannen. Dus 11
jongens per generatie (en ook 11 meisjes), dus totaal 22
kinderen per generatie.
Vraag 9: 1,2 miljoen mannen/22.273 eerstgeborenen = ca. 56.
Dus 1 op de 56 mannen is een eerstgeborene. Dus 56 jongens
per vrouw en evenveel meisjes geeft een totaal aantal kinderen
van 112 per vrouw.
Opdracht 10: Ruben (46.500), Simeon (59.300), Gad (45.650),
Juda (74.600), Issaschar (54.400), Zebulon (57.400), Efraïm
(40.500), Manasse (32.200), Benjamin (35.400), Dan (62.700),
Aser (41.500), Naftali (53.400); Totaal (603.550)
Opdracht 11: 3 kolommen erbij maken in het overzicht.
Opdracht 12: Aantal groepen = 598 en totale aantal personen is
5.550.
Ontelbaar! Dagboek over getallen in de
Bijbel, Arjan van den Noort
SBOT, Leviticus-Deuteronomium, Excurs 6, dr. M.J. Paul e.a.
Tellingen in de woestijn, prof. drs. H.M. Ohmann
27
Symboliek van belangrijke getallen
Er zijn veel getallen die steeds weer terug komen in de Bijbel. Iedereen kan er zo wel een paar
opnoemen: 1,3, 4, 7, 12, 24, 40 en 70. We hoeven alleen het boek Openbaring maar te lezen: 3
oordeelsengelen, 3e deel, 4 dieren, 4 engelen, 4 hoeken der aarde, 7 sterren, 7 gouden kandelaren, 7
brieven, 7 zegels, 7 bazuinen, 7 engelen, 7 fiolen, 7 laatste plagen, 12 stammen verzegeld, 12 sterren,
12 poorten van 12 parels, 12 fundamenten met de 12 namen van de 12 apostelen, boom des levens
met 12 vruchten, 24 ouderlingen.
Maar ook op andere plaatsen in de Bijbel staan deze bekende getallen: 3e dag, 3 maal, 3e hemel, 4
stuks kleinvee, 4 gouden ringen, 4 pilaren, 4 hoornen van het altaar, 4 windstreken, 4 wezens, 4
raderen, 4-kant, 4 dieren uit de zee, 4 horens en 4 smeden, verlamde door 4 gedragen, 12 zonen van
Jakob, 12 waterbronnen en 70 palmbomen, 12 verspieders, 12 stammen, een paar koningen
regeerden 12 jaar, 12 discipelen, 12 manden brood, Israël 40 jaar in de woestijn, Elia 40 dagen in de
woestijn en ook Jezus is 40 dagen in de woestijn geweest.
Symboliek genoeg. Omdat deze getallen steeds terug komen is het goed daar in deze lessenserie
speciaal aandacht aan te geven.
Het getal 1:
In de sportwereld is de 1 erg belangrijk. Het geeft de winnende positie aan. De winnaar is nummer 1.
De hoogste plaats op het podium.
Het getal 1 is uniek. Het is het laagste positieve gehele getal. Lager dan 1 kan niet. Van alle positieve
gehele getallen kun je er 1 afhalen, zodat je nog wat over houdt. Bij 1 kan dat niet, dan houd je niets
over.
In de Hebreeuwse taal heeft de 1 ook
een heel bijzondere plaats: Daar waar
Vraag 1: Lees Zacharia 14:1-9. Wat we hier lezen
wij het onbepaalde lidwoord ‘een’
zou zo op onze tijd van toepassing kunnen zijn. Maar
gebruiken, gebruikt men in het
dat terzijde. Kijk eens naar vers 9. Welke betekenis
heeft 1 hier?
Hebreeuws ‘één’ vaak aangevuld met
het woord ‘uit’. Wij denken vanuit het
individu. De Joden denken vanuit het collectief. Wanneer wij een paard zien, zien we 1 paard.
Wanneer een Jood een paard ziet, zegt hij dat hij 1 uit het totale aantal paarden ziet. Wij denken bij
een boom aan een enkele boom. Een Jood denkt aan geboomte, waarvan die ene boom een deel is.
Vandaar ook dat Israëlieten ook ‘kinderen van Israël’
genoemd worden. Een ter dood veroordeelde wordt
Opdracht 2: Lees nu eens Efeze 4:1-6.
daarom ‘een kind des doods’ genoemd.
In de voorgaande hoofdstukken heeft Paulus geschreven over het belang van eenheid in de kerk.
Jood en heiden vormen samen het ene lichaam van Christus. Om de lezers van het belang van deze
eenheid te overtuigen schrijft Paulus deze verzen. Let ook op het trinitarische karakter. Vers 4 gaat
over de Heilige Geest, vers 5 over God de Zoon en vers 6 over God de Vader. De gedachte hierachter:
Eerst gaat het om de verhouding van de Heilige Geest tot de kerk. Hier gaat het over de kerk zoals
deze bestaat. Daarna gaat het over de verhouding tussen de kerk en de Heere Jezus Christus als
28
Heerschappijvoerder, waar ze van afhankelijk is. Daarna gaat het over God de Vader, Die de Bron is
van alles. In Hem is haar bestaan geworteld en gegrond.
1 staat als hoofdtelwoord voor eenheid, als rangtelwoord (eerste) staat 1 ook voor voorrang. 1 is als
het ware de bron van alle andere getallen. 1 sluit ook eventuele geschillen uit, omdat er geen 2e is.
Wanneer er geen 2e is, is er geen
concurrentie.
Opdracht 3: Lees Deuteronomium 6:4. In de
HSV staat hier: ‘Luister, Israël! De HEERE, onze
God, de HEERE is één!’ Wat kun je m.b.t. deze
tekst zeggen m.b.v. bovenstaande alinea?
Vraag 4: Wat is het 1e gebod?
(getal 1!)
Opdracht 5: Pas opnieuw
bovenstaande alinea toe.
1 markeert ook een begin. Alles begint met God. Kijk maar in Genesis 1:1, Jesaja 44:6, Jesaja 48:12 en
13, Jesaja 43:10 en 11, Openb. 1:8, 11 en 17, 2:8 en 22:13) Hij is de Eerste in rang, de Eerste in tijd, de
Hoogst in gezag. Verlossing en redding begonnen bij God. (Gen. 3:15)
Opdracht 6: Zoek eens in de Bijbel
wat de eerste woorden van Jezus
waren toen Hij als Mens op aarde
was. (Tip: Lukas 2)
Opdracht 7: Zoek ook eens Jezus’
laatste woorden, gericht naar de
mensen, op. Trek eens lijnen
tussen deze eerste en laatste
woorden van Jezus.
Opdracht 8: Zoek eens de eerste
woorden van Jezus op bij Zijn
openbare optreden, nadat Hij Zijn
ambt aanvaard heeft. (Tip:
Mattheüs 4)
Vraag 9: Met welke woorden
sloot Jezus zijn officiële bediening
af? (Tip: Johannes 17)
Het begin en het einde van Jezus’ bediening was gemarkeerd door het Woord.
Het getal 2:
Het getal 1 hebben we vrij uitgebreid behandeld. De andere getallen laten we kort de revue
passeren. Aan ieder getal zou je een aparte les kunnen wijden. Lees hiervoor ‘De getallen in de Bijbel
en hun verhaal’ van dr. L.A. Snijders en ‘Getallen in de Bijbel’ van dr. E.W. Bullinger. Beide werken
behandelen deze getallen op volgorde.
Zoals het getal 1 eenheid aangeeft, zo geeft het getal 2 aan dat er verschil bestaat. Er is een ander.
De 2e scheppingsdag bijvoorbeeld kenmerkt zich ook door scheiding: water boven (dampkring) en
water beneden.
29
De betekenis van de getallen zien we ook terug in de Bijbelboeken. Het 1e Bijbelboek, Genesis, toont
de soevereiniteit van God en het feit dat God het hoogste gezag heeft. In alles blijkt Gods almacht.
We zien dit al direct bij de schepping. Het 2e Bijbelboek, Exodus begint met onderdrukking (strijd),
evenals trouwens de 2e psalm. Wat ook opvallend is is dat Genesis zich laat opdelen in 12 delen, een
inleiding en 11 Toledoth-formules (geslachtsregisters) met wat erop volgt. Het 1e deel, de schepping,
gaat over eenheid. Het 2e deel gaat over de zondeval,
strijd dus.
Waar het punt van strijd ook steeds openbaar komt in
de Bijbel is daar waar het gaat over 2 mensen.
Opdracht 10: Noem eens een
aantal tweetallen uit de Bijbel
waar sprake is van strijd/ruzie.
Wanneer we het hebben over het getal 2, dan gelden
in de Bijbel eigenlijk al deze vergelijkingen en ongelijkheden: 2 = 1 , 2 ≠ 1 , 2 > 1 , 2 < 1.
Opdracht 11: Zoek in de Bijbel eens naar
voorbeelden die deze gelijkheden en
ongelijkheden illustreren.
Het getal 3:
3 is een bijzonder getal. Met 3 punten kun je pas een vlak maken. Met 3 lijnen kun je een vlak
omsluiten, met 2 red je het niet. Met 3 dimensies heb je te maken met ruimte, met 2 blijf je in het
platte vlak. 3 is het getal van inhoud. We denken dan vaak aan de kubusvorm. 3 staat voor massief,
substantieel, echt, compleet en geheel. 3 wordt ook vaak gezien als getal van heiligheid. Uiteraard
vanwege de Drie-eenheid. Maar ook omdat de kubusvorm van groot belang is in de tempeldienst.
Denk maar aan het Heilige der Heiligen dat kubusvormig was.
Zoals we in Genesis de soevereiniteit van de Vader zien, zo zien we in Exodus onderdrukking en
verlossing. De verlossing wordt toegeschreven aan de Zoon, afgebeeld door het bloed aan de
deurposten. In het 3e Bijbelboek zien we hoe de Geest voorschrijft hoe er aanbeden moet worden.
Het is ook de Geest die hier kracht voor geeft.
3 geeft ook iets definitiefs aan. Denk maar aan de
uitspraak 3 keer is scheepsrecht.
Opdracht 12: Zoek eens wat voorbeelden
uit de Bijbel, waarin je het definitieve
karakter ziet van het getal 3.
Het getal 4:
Het getal 1 wordt vaak gezien als het getal van God de Vader, het getal 2 is dan het getal van God de
Zoon, het getal 3 is het getal van God de Heilige Geest. Zo is het getal 4 het getal van de schepping. 4
komen we dan ook vaak tegen als het gaat over de 4 hoeken van de aarde, de 4 windrichtingen.
Griekse filosofen zien in de naam Adam deze 4 windrichtingen terugkomen. De letters A, D, A, M zijn
de afkortingen van de 4 windrichtingen in het Grieks. Adam zou dus de hele mensheid
vertegenwoordigen. In het 4e Bijbelboek, Numeri, vinden we allemaal namenlijsten. We zien hier het
volk Israël wandelen door de woestijn. Dit boek gaat duidelijk over de aarde.
30
Het getal 4 komen we met name tegen in
Openbaring en in Ezechiël.
4 is de tegenhanger van 7. Waar 4 het getal is van
de aarde, is 7 het getal van de geestelijke
volmaaktheid.
Opdracht 13: Zoek eens in Openbaring en
Ezechiël naar teksten waar het getal 4
een rol speelt.
Het getal 7:
De getallen 5 en 6 behandelen we niet apart. 5 wordt wel gezien als genadegetal. Dit getal komen we
veel in de tabernakel tegen.
Het getal 6 wordt wel gezien als het getal van de
mens. 6 = 4 + 2 of 6 = 5 + 1 of 6 = 7 – 1. Bullinger
hangt hier hele theorieën aan op.
Vraag 14: Wat zal Bullinger zeggen n.a.v.
deze berekeningen, uitgaande van wat
we gezegd hebben over deze getallen?
7 wordt wel genoemd het ‘getal van de volheid’. Het
is het getal van de geestelijke volmaaktheid. Met
Opdracht 15: Zoek in Openbaring naar
name in het Bijbelboek Openbaring komen we het
het getal 7. Schrijf eens een aantal keer
getal 7 heel veel tegen. Toen Jozef onderkoning was
die je tegenkomt op.
in Egypte waren er 7 jaren van overvloed die
gevolgd werden door 7 jaren van honger. De belangrijke feesten namen 7 dagen in beslag. Pasen was
in de 7e maand van het jaar. Pinksteren was weer 7 dagen na Pasen.
Het getal 7 kom je ook tegen als het gaat om rust. De
7e dag is de rustdag. Na 6 dagen scheppen, rustte
Vraag 16: Wat houdt een sabbatsjaar in?
e
God op de 7 dag. Zo kende men ook het sabbatsjaar
en het jubeljaar. Na 7 keer een cyclus van 7 jaren
doorlopen te hebben, had men een jubeljaar. In dat jaar kreeg iedereen weer zijn persoonlijke
bezittingen, zoals verkochte akkers, terug.
Opdracht 17: Lees Genesis 47:26,
Richteren 8:30 en 2 Koningen 10:1
Ook in geslachtsregisters zien we nogal eens series
van 7 zonen. In combinatie hiermee komen we ook
het getal 70 tegen. Het getal 70 wordt traditioneel
gebruikt voor een grote groep nakomelingen.
Bekijken we de geslachtsregisters van Jezus in Mattheüs 1 en Lukas 3 dan valt ons ook het belang op
van het getal 7. In Mattheüs lees je van 3x14 generaties. Ook wordt er gesproken over 7 perioden
van 7 generaties, waarvan er 6 voor de komst van Christus vallen. Deze laatste periode van 7
generaties zou dan een sabbatsperiode worden genoemd. In het geslachtsregister in Lukas lezen we
77 namen. Beginnen we aan de goede kant, achteraan, dan is de eerste naam die we tegenkomen
God en de laatste naam Jezus.
In Lukas 2 vind je de geschiedenis van Simeon en
Anna. Van Simeon worden 7 dingen gezegd.
Vraag 18: Welke 7 dingen worden er van
Simeon gezegd?
Vraag 19: Hoe speelt 7 een rol bij Anna?
Ook bij Anna speelt het getal 7 een rol.
31
Een laatste hoofdstuk dat ook heel belangrijk is in
het kader van het getal 7 is Jesaja 11, het hoofdstuk
dat gaat over het Vrederijk. 4 keer vind je hier een
reeks van 7.
Vraag 20: Welke 4 reeksen van 7 vind je
in Jesaja 11?
Andere getallen:
Er zijn ook nog andere getallen te noemen. Het getal 12 bijvoorbeeld, dat hierboven al even ter
sprake kwam als getal van het volk Israël. Het getal 40 als voorbereidingstijd. Ook deze getallen zijn
het op hun beurt waard om beschreven te worden. Maar wellicht dat u nieuwsgierig genoeg
geworden bent om er zelf wat onderzoek naar te doen. In het dagboek ‘Ontelbaar!’ staat nog een en
ander uitgewerkt.
Literatuur
CNT, Efeze, dr. L. Floor
CNT, Matteüs, dr. Jakob van Bruggen
Getallen in de Bijbel, dr. E.W. Bullinger
Getallen in de Bijbel en hun verhaal, dr. L.A. Snijders
Ontelbaar! Dagboek over getallen in de Bijbel,
Arjan van den Noort
SBOT, Studiebijbel Magazine, dr. M.J. Paul e.a.
Antwoorden:
Vraag 1: Kanttekeningen zeggen hier: ‘Dat is, Hij zal alleen geëerd worden, als zijnde de enige ware God en Zaligmaker.’
Opdracht 2: Leesopdracht
Opdracht 3: voorrang, geen ander (geen concurrentie)
Vraag 4: ‘Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben.’
Opdracht 5: zie opdracht 3
Opdracht 6: ‘Wat is het dat u Mij gezocht hebt? Wist u niet, dat Ik moet zijn in de dingen van Mijn Vader?’
Opdracht 7: ‘Het is volbracht!’
Opdracht 8: ‘Er staat geschreven …’ (3x)
Vraag 9: vs 8, 14, 17. (3x nadruk op het Woord dat gegeven is.)
Opdracht 10: Aantal tweetallen: Abraham en Lot, Izak en Jakob, Hanna en Pennina, Rachel en Lea enz.
Opdracht 11: 2 = 1: Van Adam en Eva wordt gezegd: ‘… en zij zullen tot één vlees zijn’. / 2 ≠ 1: Met dat God scheidt zien we ook
2 tegenovergestelde dingen. Licht staat tegenover duisternis. Hemel staat tegenover aarde. /2 < 1: Denk maar aan de
sportwereld. Nummer 2 heeft slechter gepresteerd dan nummer 1 (d.a. loper in de renbaan). / 2 > 1: Eén is zo alleen. Daarom
zegt God het: ‘Het is niet goed dat de mens alleen zij; Ik zal hem een hulpe maken die als tegenover hem is.’ 2 vullen elkaar aan.
Opdracht 12: Paulus bidt 3 keer voor wegneming van de doorn in zijn vlees. / Petrus heeft Jezus 3 keer verloochend. / Petrus 3
keer in zijn ambt hersteld. / Jezus bidt 3 keer in de hof van Gethsemane.
Opdracht 13: Teksten uit Openbaring en Ezechiël met getal 4.
Vraag 14: 4 (wereld) + 2 (vijandschap) / 5+1 (als we aan genade van God iets toevoegen, maken we de genade krachteloos) / 71 (mens komt voor geestelijke volmaaktheid tekort)
Opdracht 15: Het getal 7 in Openbaring. (Denk aan bijv. 7 gemeenten, 7 brieven, 7 bazuinen, 7 schalen.)
Vraag 16: Na 6 jaar het land bewerkt te hebben, moest het het 7e jaar rusten.
Opdracht 17: Leesopdracht
Vraag 18: Hij was 1. rechtvaardig en 2. godvrezend, 3. hij verwachtte de vertroosting Israëls, 4. de Heilige Geest was op hem, 5.
er was hem een Goddelijke openbaring gedaan, 6. dat hij de dood niet zou zien, 7. voordat hij de Christus des Heeren zou zien.
Vraag 19: 84 = 7 x 12 (12 is getal van het volk Israël, gesymboliseerd door de 12 apostelen en 12 aartsvaders. Anna heeft zo een
volheid aan jaren gewacht op de Messias. Symbolisch de tijd dat het volk Israël gewacht heeft op de Messias.
Vraag 20: 7 kwalificaties van de Geest / 7 dingen die toegeschreven worden aan de beloofde Messias / 2 reeksen van 7 dieren.
32
Download