Roofvogels in Nederland

advertisement
Roofvogels in Nederland
In Nederland komen zo’n 14 roofvogelsoorten voor. De bekendste en meest voorkomende soorten
zijn de buizerd, de havik en de torenvalk.
De buizerd
De buizerd is in Nederland de meest voorkomende roofvogel
en is bovendien een vogel die makkelijk waarneembaar is.
Het is een grote vogel die sloom over komt. Hij zit meestal op
een paaltje of zweeft boven het open veld, op zoek naar
mollen en muizen. Maar hij leeft ook van vogels die langs de
snelwegen zijn aangereden. De buizerd is een alleseter.
Hij heeft een brede kop en staart. Er zijn verschillende
kleurenvariaties die variëren van donker bruin tot bijna wit.
De kop en de rug zijn bijna altijd donkerder gekleurd dan de
borst. Bij het vliegen is hij herkenbaar aan zijn brede vleugels
en waaiervormige staart.
De buizerd leeft langs bosranden en houtwallen en jaagt in
het open veld. Als broedplaats zijn de lariks en de grove den
populair.
De havik
Het vrouwtje is ongeveer even groot als de buizerd, het mannetje is een stuk kleiner. Hij wacht zijn
prooi vaak rustig af om deze bij verrassing te pakken. Vaak jaagt hij achter ze aan, niet zelden tussen
de takken van bomen door. Ook slaat hij vogels uit
de lucht. De havik eet voornamelijk duiven,
Vlaamse gaaien, spreeuwen en konijnen.
De havik heeft een brede borst, relatief korte
vleugels en staart. De bovenkant is bruingrijs, de
onderkant van de volwassen vogels is wit met
dunne horizontale strepen. Ook hebben ze een
witte oogstreep. De jongen hebben verticale
strepen op de borst en zijn geelbruin van onderen.
De havik leeft in naald- en loofbossen. Als broedplaats is de lariks populair: ongeveer de helft van de
paren nestelt daarin.
De torenvalk
De torenvalk is bekend om zijn typische ‘bidden’. Op het
menu van de torenvalk staan vooral veldmuizen. Hij vindt
die in wegbermen, weilanden, veengebieden en op
heidevelden zijn. Maar de vogel eet niet alleen muizen, ook
vogels en insecten lust hij rauw.
Het mannetje heeft een blauwgrijze kop en staart met aan
het einde een zwarte band. De bovenkant van de vleugels
en de rug zijn roodbruin met kleine en soms moeilijk
zichtbare, zwarte spikkels. Hij heeft een lichte onderkant
met zwarte lengtestrepen over de borst. Het vrouwtje is iets
minder kleurrijk maar heeft wel ongeveer dezelfde
patronen.
De torenvalk broedt in holen, in nestkasten en op oude kraaiennesten.
Download