Alfaliponzuur - De Online Drogist

advertisement
Alfaliponzuur
Orthomoleculaire therapie
WERKING
Alfaliponzuur (ook wel thioctinezuur genoemd) heeft een veelzijdig toepassingsgebied:
● Ultieme antioxidant: alfa-liponzuur is een krachtige antioxidant met de unieke eigenschap dat het zowel
wateroplosbaar als vetoplosbaar is. Dat betekent dat het zijn beschermende werking zowel in de waterfase
als in de vetfase van het lichaam kan uitoefenen. Bovendien beweegt alfa-liponzuur zich zodoende
gemakkelijk over membranen (waaronder de bloed-hersenbarrière) heen en biedt zo antioxidant-bescherming
in alle delen van het lichaam. Bovendien heeft alfa-liponzuur in zowel in de geoxideerde vorm (alfa-liponzuur)
als in de gereduceerde vorm (DHLA) een antioxidatieve werking.
● Regenereren van vitamine C, E, glutathion en co
co-- enzym Q10: Alfa-liponzuur (in de gereduceerde
DHLA-vorm) is in staat de verbruikte voorraden antioxidant direct te regenereren, zodat ze opnieuw vrije
radicalen kunnen neutraliseren.
● Energievoorziening: Alfa-liponzuur is een cofactor in het cellulaire proces waarbij koolhydraten, suikers,
eiwitten en vetten in energie worden omgezet. Bij een tekort aan alfa-liponzuur kan glucose niet adequaat in
energie en ATP worden omgezet.
● Insulineachtige werking: alfa-liponzuur blijkt in vitro de glucose-opname door cellen te stimuleren op
dezelfde manier als insuline. Ook in vivo zijn er aanwijzingen dat dit het geval is. Experimenten hebben
bevestigd dat alfa-liponzuur in staat is de suikerverbrandings capaciteit van insuline te verhogen en
insulineresistentie te verminderen. Ook bij de preventie van type-I diabetes blijkt alfa-liponzuur een belangrijke
rol te spelen. Met name in Duitsland wordt alfa-liponzuur al twintig jaar ingezet bij de behandeling van
perifere zenuwschade bij diabetespatiënten, waar het gebruik voor deze toepassing zelfs officieel is
geaccepteerd. Veel van de diabetescomplicaties, zoals polyneuropathie en cataract lijken voor een
belangrijk deel een gevolg te zijn van beschadiging door vrije radicalen.
● Leverbescherming: alfa-liponzuur is erg belangrijk voor de leverstofwisseling en wanneer de lever onder
stress staat, kunnen snel tekorten aan alfa-liponzuur optreden. Dit hangt samen met het feit dat alfa-liponzuur
een zeer goede stimulans is voor de glutathionsynthese, volgens sommige onderzoekers nog beter dan NAC.
● Chelatie van (zware) metalen: alfa-liponzuur en DHLA zijn in staat om zware metalen te binden en alfaliponzuur wordt al geruime tijd ingezet bij de behandeling van zware-metalenvergiftiging door bijvoorbeeld
kwik-, cadmium- of arsenicumverbindingen.
● Bescherming van hersenweefsel: weefsel van het centrale zenuwstelsel is zeer gevoelig voor oxidatieve
beschadiging vanwege de hoge zuurstofconsumptie en hoge dichtheid van mitochondriën. Alfa-liponzuur is
één van de weinige antioxidanten die zeer gemakkelijk de bloed-hersenbarrière kan passeren. Vanwege de
zware-metalen chelerende werking van alfa-liponzuur kan het daarnaast ook zijn dat alfa-liponzuur een
toxische stressfactor voor de zenuwen wegneemt. Een tekortschietende antioxidantdefensie door
glutathiondeficiëntie blijkt een belangrijke rol te spelen in de ziekte van Parkinson evenals een aantal andere
belangrijke neurodegeneratieve aandoeningen (zoals de ziekte van Alzheimer). De ernst van de ziekte blijkt in
sterke mate samen te hangen met de mate van glutathiondeficiëntie.
● Glaucoom: een maand lang 150 mg alfa-liponzuur per dag of twee maanden lang 75 mg alfa-liponzuur per
dag kon bij 45 patiënten met glaucoom een verbetering (ten opzichte van de controlegroep)
bewerkstelligen, zowel in biochemische parameters als in gezichtsfuncties, met de duidelijkste verbetering in
de groep die de hoogste dosis alfa-liponzuur ontving.
● HIV: Onderzoek wijst op een effect van alfa-liponzuur tegen retrovirussen via remming van het enzym reversetranscriptase. HIV-infectie gaat bovendien gepaard met leverschade als gevolg van glutathiondeficiëntie en
het herstellen van de glutathionniveaus is een belangijk doel in de niet-toxische behandeling van HIV.
● Cardiovasculaire aandoeningen: uit onderzoek blijkt dat alfa-liponzuur het totaal cholesterolgehalte met
40% en het LDL-cholesterolgehalte met 42% kan verminderen. Daarnaast is alfa-liponzuur in gereduceerde
vorm (DHLA) in staat om de reperfusie-schade zoals in de hersenen optreedt na een beroerte, of in hartweefsel
na een hartaanval, te beperken.
● Bescherming tegen stralingsschade: Gecombineerde behandeling met alfa-liponzuur en vitamine E blijkt
de mate van lipide-peroxidatie in het bloed van kinderen die in radioactief besmette gebieden in Rusland
wonen, terug te kunnen brengen tot zelfs onder de waarden bij kinderen die niet aan radioactieve straling zijn
blootgesteld. Ook de lever* en nierfuncties werden bij deze kinderen genormaliseerd. Alfa-liponzuur lijkt dan
ook een goede voorbereiding te zijn op de bestraling tijdens kankertherapie.
● Verbetering stofwisseling catecholamines: Alfa-liponzuur gaat de accumulatie van catecholamines in
hartweefsel als gevolg van stress tegen en verbetert de eliminatie van afbraakproducten van
catecholamines.
INDICATIES
● diabetes
● diabetische neuropathie en andere diabetescomplicaties (o.a. cataract)
● glaucoom
● HIV (ondersteunend)
● ischemie-reperfusieschade; nabehandeling hart- of herseninfarct
● cardiovasculaire aandoeningen; hypercholesterolemie
● neurodegeneratieve aandoeningen (ziekte van Parkinson, ziekte van Alzheimer)
● bescherming tegen stralingsschade; voorbereiding op radiotherapie
● detoxificatie
● stress
CONTRA
CONTRA-- INDICATIES
Vermijd gebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding (vanwege onvoldoende gegevens). Alfa-liponzuur moet niet
in hoge doseringen worden gegeven aan patiënten bij wie (zware) thiaminedeficiëntie wordt vermoed, tenzij
voorafgaand aan de behandeling ook thiamine wordt gegeven.
BIJWERKINGEN
Allergische huidaandoeningen zijn één van de weinige bijwerkingen die bij mensen zijn geconstateerd als gevolg
van het gebruik van alfa-liponzuur. Het is ook zinvol om bij diabetici alert te zijn op hypoglycemie, als gevolg van
verbeterde glucosebenutting.
Sommige wetenschappers zijn, vanwege de (zware) metaal-chelerende eigenschappen bezorgd om mogelijke
mineralentekorten bij langdurig gebruik van alfa-liponzuur. Dergelijke tekorten zijn in een klinische setting nog nooit
geconstateerd en bovendien is het gebruik van een goede multivitamine/mineralenformule naast alfa-liponzuur
voldoende om mogelijke mineralentekorten te voorkomen.
INTERACTIES
Interacties met reguliere of natuurgeneesmiddelen zijn mogelijk. Raadpleeg hiervoor een deskundige.
DOSERING
Voor algemene antioxidantbescherming is 100 mg per dag toereikend. In de therapie van diabetes en HIV-infectie
worden meestal hogere doses gebruikt, variërend tussen 300 en 600 mg per dag, bij de maaltijd ingenomen. Na
orale inname wordt alfa-liponzuur snel en volledig geabsorbeerd, getransporteerd naar de weefsels en opgenomen
door de cellen, waar een groot gedeelte snel wordt omgezet in de gereduceerde vorm van alfa-liponzuur: dihydroliponzuur (DHLA).
SYNERGISME
Wanneer het met name gaat om verhoging van de glutathioniveaus, wordt aangeraden de behandeling te
combineren met NAC en L-Glutamine. Wanneer ook leverbescherming een issue is, kan combinatie met Sylibum
marianum of Curcuma longa extract geïndiceerd zijn. Als alfa-liponzuur met name vanwege de antioxidatieve
werking wordt ingezet, kunnen lage doses vitamine E, vitamine C, co-enzym Q10 en NAC ondersteunend werken.
Alfa-liponzuur gaat dan, vanwege de regeneratieve werking, zeer spaarzaam met deze antioxidanten om. De
chelatie van zware metalen door alfa-liponzuur kan worden ondersteund door bijvoorbeeld chlorella.
Als basissuppletie raden wij naast alfa-liponzuur een basissuppletie van een goede multi, omega-3-vetzuren en
vitamine C aan.
REFERENTIES
1. Biewenga GP, Haenen GR, Bast A. The pharmacology of the antioxidant lipoic acid. Gen Pharmacol 1997; 29:
315-331.
2. Bustamante J, Lodge JK, Marcocci L, Tritschler HJ, Packer L, Rihn BH. Alpha-lipoic acid in liver metabolism and
disease. Free Radic Biol Med 1998; 24: 1023-1039.
3. Busse E, Zimmer G, Schopohl B, et al. Influence of alpha-lipoic acid on intracellular glutathione in vitro and in
vivo. Arzneimittel-Forschung 1992;42:829-831.
4. Evans JL, Goldfine ID. Alpha-lipoic acid: a multifunctional antioxidant that improves insulin sensitivity in
patients with type 2 diabetes. Diabetes Technol Ther 2000 Autumn;2(3):401-13 2002; 2: 401-13.
5. Filina AA, Davydova NG, Endrikhovskii SN, et al. Lipoic acid as a means of metabolic therapy of open-angle
glaucoma. Vestn Oftalmol 1995;111:6-8.
6. Head KA. Natural therapies for ocular disorders, part two: cataracts and glaucoma. Altern Med Rev 2001 Apr;6
(2):141-66 2002; 6: 141-66.
7. Kelly GS. Nutritional and botanical interventions to assist with the adaptation to stress. Altern Med Rev 1999; 4:
249-265.
8. Kishi Y, Schmelzer JD, Yao JK, et al. Alpha-lipoic acid: effect on glucose uptake, sorbitol pathway, and energy
metabolism in experimental diabetic neuropathy. Diabetes 1999; 48: 2045-251.
9. Liu J, Atamna H, Kuratsune H, Ames BN. Delaying brain mitochondrial decay and aging with mitochondrial
antioxidants and metabolites. Ann N Y Acad Sci 2002 Apr;959:133-66 2002; 959: 133-66.
10. Lynch MA. Lipoic acid confers protection against oxidative injury in non-neuronal and neuronal tissue. Nutr
Neurosci 2001;4(6):419-38 2002; 4: 419-38.
11. Monograph:Alpha-Lipoic Acid. Altern Med Rev 1998; 3: 308-311.
12. Ou P, Tritschler HJ, Wolff SP. Thioctic (lipoic) acid: a therapeutic metal-chelating antioxidant? Biochem
Pharmacol 1995;50:123-126.
13. Packer L, Tritschler HJ, Wessel K. Neuroprotection by the metabolic antioxidant alpha-lipoic acid. Free Radic
Biol Med 1997; 22: 359-378.
14. Packer L, Witt E, Tritschler HJ. alpha-Lipoic acid as a biological antioxidant. Free Radic Biol Med 1995;19:227250.
15. Passwater RA. Lipoic Acid: The Metabolic Antioxidant. New Canaan, CT: Keats Publishing, Inc; 1995:1-47.
16. Patrick L. Nutrients and HIV: part three - N-acetylcysteine, alpha-lipoic acid, L-glutamine, and L-carnitine. Altern
Med Rev 2000 Aug;5(4):290-305 2001; 5: 290-305.
17. Raulin J. Lipids and retroviruses. Lipids 2000 Feb;35(2):123-30 2002; 35: 123-30.
18. Scott BC, Aruoma OI, Evans PJ, et al. Lipoic and dihydrolipoic acids as antioxidants. A critical evaluation. Free
Radic Res 1994; 20: 119-133.
19. Sen CK, Packer L. Thiol homeostasis and supplements in physical exercise. Am J Clin Nutr 2000 Aug;72(2
Suppl):653S-69S 2002; 72: 653S-69S.
20. Ziegler D, Reljanovic M, Mehnert H, Gries FA. Alpha-lipoic acid in the treatment of diabetic polyneuropathy in
Germany: current evidence from clinical trials. Exp Clin Endocrinol Diabetes 1999; 107: 421-30.
Download