De inhoud van dit thema: 1.2 De BOS-functionarissen 1.3 De BOS-driehoek 1.4 Werken als BOS-medewerker 1.5 Kwaliteiten van een BOS-medewerker 1.6 Tips voor de praktijk 1-1 Een afgestudeerd BOS-medewerker met een opleiding sport en bewegen niveau 4: • is breed inzetbaar • kan sportprojecten coördineren • kan evenementen en sportactiviteiten organiseren • kan leiding geven tijdens de uitvoering van sportactiviteiten • kan functioneren als LOBOS binnen het basisonderwijs • is een bedenker van sportstimuleringsactiviteiten om nieuwe of herstartende sporters te prikkelen om te blijven bewegen 1-2 Kwaliteiten van een BOS-medewerker: • organiseren en coördineren • leiding geven • netwerken • communiceren • kennis van doelgroepen • kennis van activiteiten • kennis van visie en beleid • persoonskenmerken 1-3 De inhoud van dit thema: 2.2 De rol van sport binnen de buurt 2.3 De werkzaamheden van de BOS-medewerker binnen het sportbuurtwerk 2.4 Belangrijke organisaties en beleidsmakers 2.5 Tips voor de praktijk 2-1 Mensen in beweging: • community aanpak • BOS-impuls en BOS-regeling • van probleemwijk naar prachtwijk • Vinex-wijken 2-2 De inhoud van dit thema: 3.2 Het onderwijs in Nederland 3.3 Schoolplan, groepsplan en individueel handelingsplan 3.4 Bewegingsonderwijs en sport 3.5 De brede school 3.6 Kinderopvang 3.7 Organisatiestructuur van scholen 3.8 Functiekarakteristiek van de LOBOS 3.9 Tips voor de praktijk 3-1 Onderwijs in Nederland: • opbouw • onderwijswetten 3-2 Belangrijke ontwikkelingen in het onderwijs: • Wet op het basisonderwijs • kerndoelen • Wet op het primair onderwijs 3-3 Enkele elementen uit de WPO: • Kwaliteitswet • Weer Samen Naar School • inhoudelijke bepalingen 3-4 Plannen: • schoolplan • groepsplan • individueel handelingsplan 3-5 Brede school: • doel en aanbod van de brede school • ontstaan van de brede school • aansturing van de brede school • sport in de brede school • sportverenigingen en de brede school 3-6 De inhoud van dit thema: 4.2 De sportvereniging 4.3 De vereniging 4.4 De belangrijkste beleidsmakers 4.5 De veranderende rol van de sportvereniging 4.6 Tips voor de praktijk 4-1 Lokale sportaanbieders: • sportverenigingen • maneges • sportscholen • zeil- en surfscholen • buitensportaanbieders • fitnesscentra • sportaccommodaties • kinderopvang • welzijnsorganisaties 4-2 Geldstromen van en naar verenigingen: sponsors sponsorgelden huur overheid sportvereniging subsidie betalingen contributie donatie salaris vergoeding leden donateurs trainers professionals verhuur afnemers leveranciers overige 4-3 Beleidsmakers: • landelijke overheid • provinciale overheid • gemeentelijke overheid • landelijke sportorganisaties (NOC*NSF, NISB) • WerkgeversOrganisatie in de Sport (WOS) 4-4 Ontwikkelen van invloed op de sport: • vergrijzing en ontgroening • verkleuring • individualisering • toename consumptief gedrag • zapgedrag 4-5 De inhoud van dit thema: 5.2 Sport voor iedereen 5.3 Accenten in het sport(stimulerings)beleid 5.4 Sportbeleid: van plannen naar uitvoering 5.5 Sportstimuleringsnetwerk 5.6 Beleid en de BOS-driehoek 5.7 Tips voor de praktijk 5-1 Sport: • als middel • als doel 5-2 Accenten in de sportstimulering: • Trim je Fit • doelgroepenbeleid • sociale problemen • maatschappelijke waarde • sport en gezondheid • de sportnota: Tijd voor sport • rapportage sport 2006 5-3 Onderwerpen sportnota ‘Tijd voor Sport’: • bevorderen van de gezondheid (bewegen) • vergroten van de maatschappelijke samenhang (meedoen) • bevorderen van fair play • stimuleren van topsport (presteren) 5-4 Rapportage Sport 2006; enkele conclusies: • de sportdeelname groeit • sporten als hockey, golf en hardlopen zitten in de lift • de uitgaven aan sport groeit • Nederlandse topsporters leveren goede prestaties • de werkgelegenheid in sport is toegenomen 5-5 Plannen: • de planningscyclus • de rol van de BOS-medewerker 5-6 Sportstimuleringsbeleid: • landelijk • provinciaal • lokaal 5-7 Landelijk sportstimuleringsbeleid: • ministerie van VWS • VNG/VSG • NOC*NSF • NISB • sportbonden • NSA • andere landelijke sportorganisaties 5-8 Lokaal sportstimuleringsbeleid: • gemeente • lokale sportaanbieders • sportstichting, sportservicepunt of sportloket • lokale sportraad 5-9 Beleid en de BOS-driehoek: • taken en rollen • samenwerkingsverbanden • subsidies 5-10 Kansen voor de BOS-driehoek: • kinderopvang • gezondheidszorg • zorgverzekeraars • brede school 5-11 De inhoud van dit thema: 6.2 Veranderd beweeggedrag 6.3 Ontwikkelingen binnen de buurt 6.4 Ontwikkelingen in het onderwijs 6.5 Sportaanbieders 6.6 Veranderd Sportaanbod 6.7 Accommodaties 6.8 Kader voor sportactiviteiten 6.9 Tips voor de praktijk 6-1 Ontwikkelingen in de buurt: • welzijnsorganisaties • buurtsport • aandachtswijken • meedoen allochtone jeugd door sport • WMO 6-2 De belangrijkste ontwikkelingen in het onderwijs: • meer aandacht voor bewegingsonderwijs en sport • sportieve naschoolse of buitenschoolse opvang • brede scholen 6-3 Sportaanbieders: • sportverengingen • schoolsportverenigingen • commerciële sportaanbieders • bedrijfssport 6-4 Oplossingen voor het kaderprobleem: • combinatiefunctionarissen • stagiaires van sportopleidingen • leerlingen van middelbare scholen • vrijwilligers 6-5 De inhoud van dit thema: 7.2 Bewegen en gezondheidseffecten 7.3 Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) 7.4 Gezondheidsprogramma’s 7.5 Sportaanbieders voor gezondheidsprogramma’s 7.6 Tips voor de praktijk 7-1 Gezondheidsprogramma’s: • Tel je stappen • Beweegkuur • Gezondheid en actieve leefstijl • Mijn 30 minuten bewegen • GALM • Taskforce Sport en Bewegen 50+ • Flash!-campagne 7-2 Nieuwe sportaanbieders: • fysiotherapeuten • zorgverzekeraars 7-3 De inhoud van dit thema: 8.2 Planmatige gezondheidsvoorlichting en duurzame gedragsverandering 8.3 Leefstijlverandering 8.4 Succesvolle sportstimuleringsstrategieën 8.5 Tips voor de praktijk 8-1 Planmatige gezondheidsvoorlichting en duurzame gedragsverandering: • planmatige aanpak • duurzame verandering 8-2 Stappen Model Planmatige Gezondheidsvoorlichting en Gedragsverandering: • analyse van de volksgezondheid • analyse van gedrag • analyse van determinanten van gedrag • interventieontwikkeling • interventie-implementatie • evaluatie 8-3 Leefstijlverandering bij: • jongeren met overgewicht • mensen met diabetes type 2 8-4 Methoden gedragsverandering en sportstimulering: • GALM (Groninger Actief Leven Model) • CiB (Communities in Beweging) 8-5 De inhoud van dit thema: 9.2 Het beroep BOS-medewerker 9.3 Functieomschrijving 9.4 Werken in een BOS-organsisatie 9.5 Tips voor de praktijk 9-1 Beroep BOS-medewerker: • beschrijving beroep • werkzaamheden 9-2 Organisatie: • doel, missie en beleid • soorten organisaties 9-3 De inhoud van dit thema: 10.2 Projectmanagement 10.3 Planmatig werken in de BOS-praktijk 10.4 Tips voor de praktijk 10-1 Projectmanagement: het sturen van processen binnen een tijdelijke (project)organisatie 10-2 Een project: • is tijdelijk, met een begin- en einddatum • heeft een bepaald doel • kent een opdrachtgever • beschikt over een budget • heeft een eigen (project)organisatie • kent een plan van aanpak 10-3 Planmatig werken: • stappenplan BOS-wijzer • stappenplan Flash! 10-4 De inhoud van dit thema: 11.2 11.3 11.4 11.5 11.6 11.7 11.8 11.9 11.10 11.11 11.12 11.13 11-1 Sportkennismakingsactiviteiten Introductieactiviteiten bij een sportaanbieder Sportclinics Sportinstuiven Sporttoernooien Evenementen Nationale sportweek Nationale straatspeeldag Fittesten Gezondheidsprogramma’s Activiteiten door jongeren voor jongeren Tips voor de praktijk De inhoud van dit thema: 12.2 Vrijwilligersbeleid 12.3 Werving en plaatsen van vrijwilligers 12.4 Behoud van vrijwilligers 12.5 Regelingen 12.6 Tips voor de praktijk 12-1 Stappen vrijwilligersbeleid: • analyse van de huidige situatie • formuleren van doelen, stellen van prioriteiten • opstellen van het beleidsplan • uitvoeren van het beleidsplan • evalueren van het beleidsplan • bijstellen van het beleidsplan 12-2 Stappen bij het werven van vrijwilligers: • inventariseren van de taken die uitgevoerd moeten worden • maken van een functie- en taakomschrijving • selecteren van de wervingsmethode(n) • vaststellen van de procedure • inventariseren van kwaliteiten en wensen van de vrijwilligers • het plaatsen van de vrijwilligers 12-3 Behoud van vrijwilligers: • motieven en tevredenheidonderzoek • begeleiden en ondersteunen 12-4 Regelingen die van belang zijn in het vrijwilligerswerk: • verzekeringen • vergoedingen • wetgeving 12-5 De inhoud van dit thema: 13.2 Sport- en bewegingscultuur 13.3 Het vierveldenmodel 13.4 Het belang van sport en bewegen binnen de Nederlandse samenleving 13.5 Veranderingen in de bewegingscultuur 13.6 Trends in de sportbeoefening in Nederland 13.7 Tips voor de praktijk 13-1 Bewegingscultuur: • alle stimulansen en uitdrukkingen van lichaamsbeweging • individuele en collectieve, aangeleerde en verworven lichaamstaal, onder meer uitgedrukt in sport en spel 13-2 Veranderingen in de beweegcultuur: • twee toekomstscenario’s sport en bewegen • voor de sport belangrijke maatschappelijke en culturele ontwikkelingen 13-3 De inhoud van dit thema: 14.2 Pedagogische stromingen 14.3 Stromingen in de ontwikkelingspsychologie 14.4 Onderwijsconcepten 14.5 Methoden van gedragsbeïnvloeding 14.6 Tips voor de praktijk 14-1 Belangrijke pedagogische stromingen: • Rudolf Steiner (Vrije school) • Maria Montessori (Montessorischool) • Peter Petersen (Jenaplanschool) • Helen Parkhurst (Daltonschool) • Thomas Gordon 14-2 Ontwikkelingstheorie van Steiner: • tot 7 jaar: kind is een en al zintuig en imiteert • van 7 tot 14 jaar: kind leert vanuit gevoel en door imitatie • vanaf 14 jaar: kind leert logisch denken • opvoeder is bemiddelaar tussen kosmos en kind 14-3 Uitgangspunten Maria Montessori: • kinderen hebben een natuurlijke drang om te onderzoeken • kinderen hebben een natuurlijke drang om te ordenen en rangschikken • elk kind doorloopt dezelfde fasen • er zijn gevoelige perioden voor leren van bepaalde leerstof 14-4 Begrippen Jenaplanschool: • pedagogische situatie • drie werkelijkheidsgebieden • wereldoriëntatie • ritmisch weekplan en de vier grondvormen van interactie • projecten, cursussen en blokuren 14-5 De drie pedagogische ankerpunten van het Daltononderwijs: • vrijheid in gebondenheid • zelfstandigheid • samenwerking 14-6 Methode van Gordon: • actief luisteren • ik-boodschappen 14-7 Stromingen in de ontwikkelingspsychologie: • behaviorisme • cognitivisme • constructivisme 14-8 Principes behaviorisme: • gedrag is aan te leren • gedrag aanleren op basis van rolmodellen en nadoen • conditioneren door middel van straffen en belonen 14-9 Principes cognitivisme: • menselijk brein werkt als computer • informatiestroom gaat langs verschillende geheugens • brein heeft nieuwe kennis en ervaringen nodig • oefenen en herhalen van leerstof is belangrijk 14-10 Constructivisme voegt aan het cognitivisme toe: • zone van naaste ontwikkeling • wisselwerking met de omgeving • kind denkt zelfstandig na over de opgeslagen kennis 14-11 Onderwijsconcepten: • ervaringsgericht onderwijs • adaptief onderwijs • brede school • Iederwijs 14-12 Veel gebruikten methoden: • PAD-methode • kanjermethode • Taakspel 14-13 Kanjermethode: • kanjerafspraken • vier gedragstypen 14-14 Belangrijke elementen van het Taakspel: • positieve regels • de hele groep doet mee • het is geen aparte activiteit • de regels worden aangepast aan het kind met problemen 14-15 De inhoud van dit thema: 15.2 Visies op bewegen 15.3 Vakconcepten 15.4 Tips voor de praktijk 15-1 Visies op bewegen: • substantiële visie op bewegen • relationele visie op bewegen 15-2 Vakconcept: het geheel van opvattingen over de identiteit en functie van een vak, op grond waarvan je beslissingen neemt en keuzes maakt ten aanzien van je handelen in de praktijk 15-3 Vakconcept: • stadia vakconcept • inhoud vakconcept • indeling vakconcepten 15-4 De inhoud van dit thema: 16.2 Planning binnen het onderwijs 16.3 Functies van planning 16.4 Soorten planning 16.5 Methoden binnen het bewegingsonderwijs 16.6 Tips voor de praktijk 16-1 Een planning: • heeft een cyclisch verloop • komt voort uit wetgeving, visie en kerndoelen 16-2 Drie soorten planning: • planning op lange termijn: het jaarplan os schoolwerkplan (macroplanning) • planning op middellange termijn: planning lessenreeks, periodeplanning, thematisering (mesoplanning) • planning op korte termijn, lesplanning (microplanning) 16-3 Drie methoden voor het bewegingsonderwijs: • planmatig bewegingsonderwijs (B. Raadsveld en Z. Swijting) • basislessen bewegingsonderwijs (W. van Gelder, H. Stroes) • basisdocument bewegingsonderwijs (C. Mooij e.a.) 16-4 Basisdocument bewegingsonderwijs: • algemeen doel en leerlijnen • reguleringsdoelen • leerlijnen en bewegingsthema’s • kernactiviteiten en tussendoelen 16-5 Het doel van het bewegingsonderwijs: de leerlingen breed introduceren in de Nederlandse bewegingscultuur 16-6 De inhoud van dit thema: 17.2 Bewegingsdiagnostische methoden 17.3 Leerlingvolgsysteem 17.4 Tips voor de praktijk 17-1 Bewegingsdiagnostische methoden: • vaardigheidstests • kwantitatieve motorische tests • kwalitatieve motorische tests • vragenlijstmethoden • observatiemethoden 17-2 Leerlingvolgsysteem in het bewegingsonderwijs: • Beleves, leerlingvolgsysteem gebaseerd op de leerlijnen en tussendoelen uit het Basisdocument Bewegingsonderwijs • Bewegen en spelen, het leerlingvolgsysteem van Van Gelder en Stroes 17-3 De inhoud van dit thema: 18.2 Zorgverbreding binnen het bewegingsonderwijs 18.3 Motorische remedial teaching 18.4 Tips voor de praktijk 18-1 Zorgverbreding in het onderwijs: • toename van de heterogeniteit • zorgverbreding als oplossing • consequenties voor het bewegingsonderwijs 18-2 Mogelijkheden van de LOBOS: • bij beperkte achterstanden: - bijhouden leerlingvolgsysteem - differentiëren - ambulante begeleiding • bij grote achterstanden: - ondersteuningslessen - pré-teaching - verwijzen naar MRT, fysiotherapie 18-3 Motorische remedial teaching: • geschiedenis MRT • omschrijving MRT • visies op MRT • het MRT-plan 18-4 De inhoud van dit thema: 19.2 Leefomstandigheden 19.3 Opleidingsniveau 19.4 Werk en inkomen 19.5 Gezinsvormen 19.6 Tips voor de praktijk 19-1 Factoren leefomstandigheden: • opleiding • werk en inkomen • huisvesting en buurt • gezinsvorm 19-2 Opleidingsniveau afhankelijk van: • aanleg • stimulatie vanuit omgeving • verwachtingen van omgeving 19-3 Het hebben van werk en inkomen heeft gevolgen voor: • het sociaal welzijn • de gezondheid • de sportbeoefening 19-4 Huisvesting en buurt: • direct verband met werk en inkomen • indirect verband met opleiding • goedkope woningen in grote steden • socialisatie in buurt belangrijk • achterstandswijk risico voor leefomstandigheden 19-5 Leefverband waarbij kinderen betrokken zijn, zoals: • traditionele kerngezin • eenoudergezin • pleeggezin • stiefgezin • co-oudergezin • adoptief gezin 19-6 De inhoud van dit thema: 20.2 Christendom 20.3 Islam 20.4 Hindoeïsme 20.5 Jodendom 20.6 Boeddhisme 20.7 Tips voor de praktijk 20-1 Christendom: • geschiedenis • kenmerken • twee hoofdstromingen • gewoonten en rituelen 20-2 Kenmerken christendom: • monotheïsme • drie-eenheid: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest • God schepper van hemel en aarde • onsterfelijke ziel • zondag rustdag 20-3 Twee hoofdstromingen: • rooms-katholicisme - sterk hiërarchisch met paus als hoogste gezag - veel pracht, praal en rituelen - Mariaverering • protestantisme - meer democratisch - soberheid - geen verering van heiligen 20-4 Gewoonten en rituelen: • sacramenten • kerkgang op zondag • catechisatie en belijdenis (protestanten) • bedevaart (katholieken) • christelijke feesten • tien geboden 20-5 Islam: • geschiedenis • vijf zuilen • moslimgroeperingen • gebruiken 20-6 Vijf zuilen van de islam: • de geloofsbelijdenis • ritueel gebed (salaat) • weldadigheid (zakaat) • vasten tijdens de ramadan • de haddj of pelgrimage naar Mekka 20-7 Twee grote moslimgroeperingen: • soennieten scheiding tussen wereldlijk gezag en geestelijk leiderschap • sji’ieten geen scheiding politiek en geestelijk leiderschap 20-8 Gebruiken binnen de islam: • kalender volgt maanstanden • seclusie (scheiding tussen mannen en vrouwen) • uithuwelijken en polygamie • vlees van ritueel geslachte dieren • geen varkensvlees • geen alcohol • nederigheid en eerbied voor ouderen 20-9 Hindoeïsme: • geschiedenis en goden • hedendaags hindoeisme • kenmerken 20-10 Kenmerken van het hindoeïsme: • reïncarnatie • standen en kasten • reinheid • rituelen rondom geboorte en huwelijk • puja • symbolen • religieuze feesten • heilige koe 20-11 Jodendom: • geschiedenis • kenmerken 20-12 Kenmerken joodse geloof: • de Thora: Hebreeuwse Bijbel • de Talmoed: uitleg van Thora • spijswetten: kosjer en ritueel slachten • strenge gezinsmoraal • jongensbesnijdenis • kalender op basis van maanstand • feesten: sabbat, Pesach, Soekkot, Poeriem, Jom Kippoer 20-13 Boeddhisme: • geschiedenis • waarheden van Boeddha • leefregels • stromingen 20-14 De waarheden van Boeddha: • leven is lijden • de oorzaak van het lijden is het verlangen of de begeerte • het verlangen moet worden overwonnen • het middel om dat te doen is het achtvoudige pad 20-15 De inhoud van dit thema: 21.2 Jongeren 21.3 Ouderen 21.4 Mensen met een beperking 21.5 Allochtonen 21.6 Tips voor de praktijk 21-1 Jeugdjaren: • prepubertijd: 9-12 jaar • pubertijd: 12-16 jaar • adolescentie: 16-21 jaar 21-2 Sportdeelname: • mensen met een lichamelijke beperking • mensen met een verstandelijke beperking • kinderen met een beperking in het speciaal onderwijs • sportstimuleringsprojecten voor mensen met een beperking 21-3 De inhoud van dit thema: 22.2 Beperking of handicap 22.3 Spierziekten 22.4 Dwarslaesie 22.5 Cerebrale parese 22.6 Epilepsie 22.7 Longaandoeningen 22.8 Diabetes mellitus 22-1 Spierziekte: ziekte die het functioneren van de spieren aantast en die vaak progressief van aard is 22-2 Longaandoeningen: • astma • COPD: - chronische bronchitis - longemfyseem 22-3 De inhoud van dit thema: 23.2 Verstandelijke beperking en onderwijs 23.3 Syndroom van Down 23.4 Tips voor de praktijk 23-1 Syndroom van Down: • oorzaken • kenmerken 23-2 De inhoud van dit thema: 24.2 Auditieve beperking 24.3 Visuele beperking 24.4 Tips voor de praktijk 24-1 Bij visuele beperkingen kan onderscheid gemaakt worden in verlies van: • gezichtsscherpte • gezichtsveld 24-2 De inhoud van dit thema: 25.2 Pervasieve ontwikkelingsstoornissen 25.3 Gedragsproblematiek 25.4 Dyslexie en dyscalculie 25.5 DCD en NLD 25.6 Hoogsensitiviteit 25.7 Tips voor de praktijk 25-1 Pervasieve ontwikkelingsstoornissen: • autistische stoornissen: - autisme - aan autisme verwante stoornissen: · stoornis van Asperger · stoornis van Rett · stoornis van Heller • PDD-NOS 25-2 Kenmerken stoornis van Asperger: • ernstige relatiestoornis of sociale stoornis • weerstand tegen veranderingen • opvallend dwangmatig en stereotiep gedrag • intense en meer dan normale interesse in bepaalde dingen • normale tot hoge intelligentie 25-3 Gedragsproblematiek: • begripsomschrijving • antisociaal gedrag • oppositioneel opstandig gedrag 25-4 Gedragsproblematiek: • gedragsstoornis: ontwikkelingsstoornis bij kinderen waarbij het afwijkende gedrag gestuurd wordt vanuit de aanleg (erfelijkheid of aangeboren afwijking), zoals: - antisociaal gedrag - oppositioneel opstandig gedrag - ADHD - Gilles de la Tourette • gedragsprobleem: vorm van gedrag waarbij het afwijkende gedrag gestuurd wordt vanuit de omgeving en kan leiden tot leerproblemen en/of sociaal-emotionele problemen, zoals: - angstig gedrag - faalangst - onverschillig gedrag 25-5 - teruggetrokken gedrag Antisociaal gedrag: een zich herhalend en aanhoudend gedragspatroon, waarbij de grondrechten van anderen geweld worden aangedaan of belangrijke bij de leeftijd horende sociale normen en regels worden overtreden 25-6 Oppositioneel opstandig gedrag: een herhalend en aandringend patroon van gedrag dat niet in overeenstemming is met leeftijdsgebonden gedragsnormen, of dat de basisrechten van anderen schaadt 25-7 Dyslexie: een taalstoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het goed en/of vlot toepassen van het lezen en/of het spellen op woordniveau 25-8