Introductie Borstvoeding voor een kindje met Down

advertisement
Nieuwsbrief jaargang 5, nr. 1, mei 2012
Introductie
In deze uitgave van de Nieuwsbrief van Borstvoeding Brabant extra aandacht voor het thema
‘Borstvoeding voor een kindje met Down’. Veel vragen met
antwoorden. Aansluitend in de rubriek ‘Hoe doe jij dat?’ de
ervaringen van Mariska Vink. Haar zoontje heeft het
Syndroom van Down. Ze wilde hem net als haar twee oudere
dochters borstvoeding geven en dat is ook gelukt! In de
Nieuwsberichten onder meer een artikel uit Medisch
Contact, waarin artsen worden opgeroepen sneller in te
grijpen bij lactatieproblemen, de landelijke multidisciplinaire
richtlijn voor borstvoeding en informatie over de verhuur van
volautomatische kolven in de regio en Verder een aantal
leuke Internetweetjes, een boekbespreking van Marleen
Trommelen, contactpersoon van de Vereniging Borstvoeding
Natuurlijk en tot slot de ‘Cartoon van de Maand’!
We wensen jullie wederom veel leesplezier!
Lidwine Schoonhoff.
Borstvoeding voor een kindje met Down
Lidwine Schoonhoff, preverbaal logopedist|borstvoedingsdeskundige
In mijn praktijk begeleid ik ook ouders van kindjes met het syndroom van Down. Het krijgen van
een kindje met het syndroom van Down gaat vaak gepaard met heftige en tegenstrijdige
gevoelens. Aan de ene kant voelen ouders de blijdschap om het krijgen van een kindje, aan de
andere kant is er het verdriet, het ongeloof en de pijn. Verwachtingen en toekomstplannen
vallen in duigen. Daarnaast hebben ouders ook grote onzekerheid over de gezondheid van hun
kindje. Hun kindje moet waarschijnlijk voor verder onderzoek tijdelijk in het ziekenhuis
verblijven. Ouders hebben ook heel veel vragen, onder andere over het geven van borstvoeding.
Ze moeten voortdurend afwegingen en keuzes maken. Goede informatie en een goede
begeleiding spelen daarin een belangrijke rol. Daarom speciaal voor deze ouders aandacht voor
dit onderwerp en informatie over de problemen en de mogelijkheden bij het geven van
borstvoeding. Ook voor ouders met een gezond op tijd geboren kindje interessant om te lezen,
want ook dan loopt het wel eens anders dan je denkt.
Inleiding
Jaarlijks worden zo’n 275 kinderen met Downsyndroom geboren in Nederland. Dat is ongeveer
1 op de 700 geboorten. De oorzaak is een andersoortige celdeling voor of vlak na de
bevruchting. Het gevolg is dat er in de lichaamscellen van het kind geen twee, maar drie
exemplaren van het 21e chromosoom aanwezig zijn. Meestal gaat het om een niet-erfelijke
vorm.
Kinderen met het syndroom van Down hebben een aantal fysiologische kenmerken die invloed
kunnen hebben op het drinken aan de borst. Zo is er vaak sprake van een lagere spierspanning
(hypotonie), verminderde reflexen en een grote tong in verhouding tot de mondholte. Het
Downsyndroom gaat vaak gepaard met problemen met het hart, de ademhaling, de
spijsvertering en hormonale stoornissen. Daarnaast is er een vertraging in de verstandelijke en
lichamelijke groei en ontwikkeling. Het geven van borstvoeding is echter goed mogelijk bij
kindjes met het syndroom van Down. Er zijn alleen wat aanpassingen nodig.
Kennismaking en het eerste aanleggen
Voor een goede start is het fijn als jij en je kindje direct na de geboorte de kans krijgen om rustig
aan elkaar te wennen en de tijd nemen voor de eerste voeding, voordat andere onderzoeken en
ingrepen plaatsvinden. Bij ernstige afwijkingen is dat jammer genoeg niet altijd mogelijk. Als de
medische conditie van jou en/of je kindje de kennismaking in het eerste uur na de geboorte niet
toelaat, kan deze op een ander moment worden ingehaald. De reflexen, zoals de voor
borstvoeding belangrijke zoek-, hap- en zuigreflex, zijn vaak minder sterk aanwezig, waardoor
baby’s met het Downsyndroom vaak meer moeite hebben om de borst te vinden. Het is
belangrijk om elkaar de tijd te gunnen en veel huid-op-huid contact toe te passen.
De eerste weken
Kindjes met het syndroom van Down kunnen heel rustig, slaperig en/of niet alert zijn. Dit komt
doordat de prikkelverwerking van de zintuigen minder goed verloopt dan bij een gezond kindje.
Bovendien is het drinken voor een baby met het syndroom van Down extra vermoeiend, omdat
hij een lage spierspanning heeft. In verhouding moet hij dus harder werken om voldoende
voeding binnen te krijgen. De voedingen duren gemiddeld vaak langer. Voeden op verzoek zal
daardoor niet altijd mogelijk zijn. Veel kleine voedingen op jouw initiatief kunnen helpen om te
zorgen dat de baby voldoende voeding krijgt en de productie bij jou goed op gang komt (en
blijft). Korter en vaker voeden werkt vaak beter dan lange voedingen met langere tussenpozen.
Om het kindje wakker te maken voor de voeding, kun je hem voorzichtig optillen, tegen hem
praten, zijn ruggetje wrijven, zijn handjes en voetjes masseren of de luier verschonen. Tijdens
de voeding vallen kindjes met het Downsyndroom vaak (te snel) in slaap. Zodra het drinktempo
vermindert, de baby in slaap dreigt te vallen en niet meer hoorbaar slikt, kun je van borst
wisselen. Door dit tijdens de voedingen meerdere keren te doen, houdt de baby zijn aandacht
er beter bij en leert hij beter door te drinken. Ook het huid-op-huid contact en het strelen van
de blote huid helpen om een slaperige baby te stimuleren. Je kunt daarnaast de ontwikkeling
stimuleren door je kindje in een draagdoek te dragen. Door je kindje tegen je aan te bewegen
door de ruimte worden de zintuigen geprikkeld en wordt je kindje geactiveerd.
De lactatiekundige en/of de preverbaal logopedist kunnen helpen met een aantal eenvoudige
oefeningen om de zintuigen en de spieren in het mondgebied te stimuleren, waardoor je kindje
efficiënter aan de borst zal drinken.
Houdingen bij het voeden
Aangezien voedingen langer duren dan gemiddeld is het belangrijk dat je een comfortabele
houding vindt om je kindje te voeden, zodat je geen last krijgt van je nek en/of je rug. Een
voetenbankje en voldoende ondersteuning kunnen daarbij helpen. Je kiest bij voorkeur een
houding, waarbij je goed kan zien wat je kindje doet en waarbij je hem goed kan helpen en
sturen. De (aangepaste) madonnahouding en de rugbyhouding zijn daarvoor in principe
geschikte houdingen. De baby ligt daarbij volledig op zijn zij naar je toe, met het oor, de
schouder en de heup in een rechte lijn. Zijn gezichtje ligt zo, dat hij zonder zijn hoofdje te
hoeven draaien de borst in de mond kan nemen. Het drinken aan de borst kost dan minder
moeite.
Bij het aanleggen is het belangrijk dat je kindje goed ondersteund wordt en zijn energie kan
gebruiken om te drinken. Door zijn lage spierspanning kan hij namelijk geneigd zijn weg te
zakken en de tepel uit de mond te laten glijden. Een gebogen houding kan de baby helpen meer
spierspanning op te bouwen. Wanneer je de borst met je hand in de U-greep ondersteunt, kan
je tegelijkertijd de onderkaak van de baby eenvoudig sturen of ondersteunen bij het aanleggen
en drinken. De baby kan zo de borst beter in de mond houden.
Als drinken aan de borst (nog) niet lukt
Wanneer de baby ziek of zwak is, dan kan het drinken aan de borst te vermoeiend zijn. Je zou
dan de borstvoeding, geheel of gedeeltelijk, kunnen afkolven met een volautomatisch
kolfapparaat met dubbele afkolfset. Om te zorgen voor voldoende melkproductie is het
raadzaam zo vaak af te kolven als de baby drinkt; in het begin is dat 8 keer per etmaal. De
afgekolfde melk kan aan de baby worden gegeven met een cupje, een voedingsspuit of een
Softcup. In sommige gevallen kan de afgekolfde melk met de fles gegeven worden. Daarbij is
observatie en advies door een preverbaal logopedist heel belangrijk.
Het komt nog wel eens voor dat een kindje met het syndroom van Down een hartafwijking
heeft. De invloed van een hartafwijking op het zuigen kan al direct na de geboorte merkbaar
zijn. Je kindje kan zich tijdens de voeding verslikken of onvoldoende drinken door vermoeidheid
of kortademigheid. Als het kindje erg ziek is, dan zal de arts in overleg met de ouders besluiten
om de voeding tijdelijk, in afwachting van een operatie, via een sonde te geven. Als je kindje na
de operatie wat is opgeknapt, kan je proberen om je kindje aan de borst te leggen. Na de
operatie zijn er een aantal factoren, die van invloed zijn op het leren drinken uit de borst (en/of
fles). Een belangrijke factor is het moment waarop je kindje is geopereerd (vlak na de geboorte
of pas na de derde maand). Dit heeft te maken met de ontwikkeling van de reflexen. Na de
derde maand nemen de voedingsreflexen af en zal het moeilijker zijn een zuig-slikbeweging op
gang te brengen. Ook de conditie van je kindje en de negatieve ervaringen die je kindje in het
mondgebied heeft opgedaan (door veelvuldig spugen, inbrengen van de sonde, het benauwd
hebben of uitzuigen) zijn van invloed.
Groei en ontwikkeling
Baby’s met het Downsyndroom lijken vaak niet genoeg aan te komen. Het klopt dat kindjes met
Downsyndroom langzamer groeien. Er zijn speciale groeicurves beschikbaar voor baby’s met het
syndroom van Down. Deze groeicurves zijn te bestellen bij de Stichting Downsyndroom. Het is
daarnaast belangrijk dat je in de gaten houdt dat je kindje per etmaal minimaal acht tot twaalf
keer voeding krijgt, twee tot vijf keer ontlasting heeft en vier tot zes kletsnatte luiers
produceert. Overleg met de kinderarts als je twijfelt. Maar vooral: vertrouw op je eigen gevoel
en kijk naar wat je kindje nodig heeft. Neem er de tijd voor om hem in zijn eigen tempo en
volgens zijn eigen patroon te laten drinken en zich te ontwikkelen.
De moeite waard
Voor kindjes met het syndroom van Down is moedermelk van extra belang. Ze zijn sneller
vatbaar voor allerlei ziektes en infecties en hebben soms al op jonge leeftijd een
ziekenhuisopname meegemaakt. De beschermende werking van moedermelk is daarom voor
deze kindjes extra waardevol.
Tot slot
Borstvoeding bij een kindje met het syndroom van Down vergt veel geduld, liefde en
uithoudingsvermogen, maar het is zeker niet ondenkbaar! Als je graag borstvoeding wilt geven,
dan verdien je goede steun en begeleiding. Professionele begeleiding bij de (borst)voeding kan
een lactatiekundige en/of een preverbaal logopedist je bieden. Contact met andere ouders van
kinderen met het Downsyndroom is buitengewoon zinvol. Ook het uitwisselen van ervaringen
met andere moeders die borstvoeding geven in het borstvoedingscafé kan tot grote steun zijn.
Meer lezen?
Als je meer wilt lezen over dit onderwerp dan kun je kijken op de site van La Leche League
www.lalecheleague.nl. In de webwinkel kun je de brochure ‘Syndroom van Down en
borstvoeding’ bestellen. Deze brochure bevat onder andere nuttige informatie over
verschillende voedingshoudingen en manieren van bijvoeden.
Meer informatie over het Downsyndroom kun je vinden op de website van de Stichting
Downsyndroom www.downsyndroom.nl. Via deze site kun je de groeicurven voor Nederlandse
kinderen (2 voor meisjes en 2 voor jongens) met Downsyndroom bestellen.
Hoe doe jij dat?
Syndroom van Down: borstvoeding en preverbale
logopedie
Mariska Vink
Onze dochters Anne (2005) en Tessa (2006) heb ik beiden lange tijd borstvoeding kunnen geven.
Toen mijn zoontje Daan werd geboren stond ik voor een nieuwe uitdaging. Daan had het
syndroom van Down en had een moeilijke start. Pas na vier dagen kon ik hem aanleggen.
Vuistregels voor borstvoeding
Bij onze eerste dochter hebben mijn man en ik een
borstvoedingscursus gevolgd. Dat was zeer educatief,
we hebben er veel aan gehad. In die cursus hebben we
onder andere geleerd wat de vuistregels zijn voor een
succesvolle borstvoeding: binnen een uur na de
bevalling aanleggen, in de eerste weken geen flesje of
fopspeen gebruiken en het vermijden van
onaangename mondervaringen om te voorkomen dat er
bij de baby weerstand tegen drinken ontstaat. Bij onze
beide meiden hebben we ons hier ook altijd braaf aan
gehouden.
De bevalling
Bij onze zoon Daan ging voor wat betreft de vuistregels
alles mis. Daan is op 15 juli 2011, met 36 weken
geboren. Hij heeft het syndroom van Down en had
tijdens de zwangerschap vocht in zijn borstkast
(hydrothorax). Hiervoor is hij in de 27e week van de
zwangerschap
in
het
academisch
ziekenhuis
geopereerd. De chirurg heeft twee shunts door mijn
buikwand heen in zijn rug geplaatst. Zo kon het vocht in
Een hydrothorax is een abnormale
vochtophoping in de borstkast. Hierdoor kan
het hartje van de kindje niet goed pompen,
waardoor het kindje ook in andere
lichaamsdelen vocht gaat vasthouden. Het
vocht kan ook de slokdarm dichtdrukken,
waardoor het kindje niet goed kan drinken.
Hierdoor kan de hoeveelheid vruchtwater
toenemen.
Zonder behandeling bestaat een grote kans
dat het kindje verdere complicaties
ontwikkelt en daardoor tijdens de
zwangerschap of kort na de geboorte
overlijdt. De hydrothorax kan behandelt
worden door het plaatsen van een shunt.
Een shunt is een dun buisje dat door een
dikke naald via de buikwand van de moeder
door de baarmoeder in de borstholte van
het kindje wordt geplaatst. Het vocht kan via
dit buisje naar het vruchtwater aflopen.
Hierdoor kan de druk in de borstholte op het
hartje en de slokdarm van het kindje worden
verminderd.
Daan zijn rug afgevoerd worden naar de baarmoeder. Hierdoor konden de longen verder
ontwikkelen en stond het hart minder onder druk. De operatie was deels geslaagd; rechts
functioneerde de shunt goed, links niet. Tijdens de weeën is de behandeling voor de linkerkant
herhaald, zodat hij vrijwel zonder vocht achter de longen geboren kon worden. De opluchting
was groot toen hij na de bevalling meteen huilde. Ik heb hem zelfs nog even op mijn buik gehad
voordat hij blauw werd en door de kinderarts werd afgevoerd. Na de eerste hulp bij het ademen
werd hij in een couveuse langs mijn kraambed gereden, zodat ik hem nog even kon zien, waarna
hij aan de bewaking op de Intensive Care ging.
De borstvoeding
Van aanleggen in het eerste uur (vuistregel 1) was geen sprake; ons kindje had een kapje op om
hem in zijn ademhaling te ondersteunen. Verder lag hij aan allerlei snoeren en slangen. Visueel
werd ons meteen duidelijk dat borstvoeding voor Daan geen eerste levensbehoefte was;
ademen wel. Uit ervaring weet ik dat de borstvoeding bij mij niet vanzelf op gang komt en het
ook geen overdaad is. Daarom heb ik meteen om een kolf gevraagd en ben aan de gang gegaan.
Een paar druppels was het resultaat. De zuster kon het met een pipetje opnemen om bij de
Intensive Care te brengen. Ondanks de teleurstellende productie, was het toch een fijn gevoel
dat er door de verpleging zo zorgvuldig met deze paar druppels werd omgesprongen. Op dit
moment tenslotte het enige dat ik voor hem kon doen.
Toen we bij Daan op de Intensive Care gingen kijken, viel het ons meteen op dat hij een speen
had. Zelf zijn wij niet zo van de spenen. De tanden gaan scheef staan, het is moeilijk af te leren
en het kan leiden tot zuigverwarring. De uitleg van de verpleging was dat een speen de enige
vorm van troost is die ze couveusekindjes kunnen bieden. Daan kon nog niet uit de couveuse,
dus vastpakken en aanleggen als vorm van troost was nog niet mogelijk. Wij mochten alleen
zachtjes onze handen op zijn buikje of hoofdje leggen. Wij lieten dit weer gelaten over ons heen
komen. Dan maar een speen! Weer een vuistregel (‘eerste periode geen speen’) minder waar
we aan konden voldoen. Toen Daan op de derde dag eindelijk voeding tot zich mocht nemen,
kreeg hij dat via een sonde. Eindelijk moedermelk, maar wel via zo’n slangetje door zijn mond,
zo de maag in. Dat kan niet fijn zijn! Daar ging vuistregel nummer 3, ‘vermijden van
onaangename mondervaringen’. Diezelfde avond al kreeg Daan zijn eerste flesje; ruim voor hij
ook maar één week oud was. Daan had nog nooit uit de borst gedronken, maar het werd tijd dat
hij ging leren drinken. De verpleging wilde weten hoeveel hij per voeding binnen kreeg; reden
waarom hij uit een flesje moest drinken. Alles wat hij niet uit de fles dronk, werd via de sonde
aangevuld. Wij begrepen dat het niet anders kon, maar het was wel afscheid nemen van
vuistregel nummer 4, ‘eerste weken geen fles’. Ik had gelezen dat het voor kindjes met het
syndroom van Down lastiger is om uit de borst te drinken. Hierdoor hadden wij intussen weinig
vertrouwen meer in het slagen van de borstvoeding. Ik kolfde echter dapper door.
Op de 4e dag mocht ik Daan voor het eerst
proberen aan te leggen: best moeilijk met
zo’n slap nekje (de spierspanning is lager
bij kinderen met Down). Om het mezelf
makkelijker te maken had ik mijn
bovenkleding al uitgedaan; ik hoefde dan
in ieder geval geen gevecht te hebben met
mijn bh en t-shirt. De verpleegkundige en
mijn man hielpen me om Daan te
ondersteunen en bij te sturen. Bij het
aanhappen ging zijn hoofdje nog
ongecontroleerd alle kanten op en als hij
de tepel had gevonden, was zijn mondje al weer dicht. Kortom: het was geen succes. Dezelfde
dag spraken wij de lactatiedeskundige van het ziekenhuis. Zij gaf het advies om gewoon te
blijven proberen. Het zou mooi zijn als hij het rond week 40 (de eigenlijke uitgerekende datum)
door zou hebben. Het klonk reëel en we hadden er vrede mee. Wat schetste echter onze
verbazing: hij pakte de volgende dag al de borst! Na 3 weken ziekenhuis mocht Daan mee naar
huis en dronk hij volledig en krachtig uit de borst. Ik genoot en was trots op mijn mannetje dat
hij dat al allemaal kon!
Groei en ontwikkeling
Na de periode in het ziekenhuis ging ik elke week met Daan naar het consultatiebureau om hem
te laten wegen en de groei in de gaten te houden. Ons mannetje zat qua gewicht ruim onder het
gemiddelde (op de Down-curve), maar groeide wel netjes met de curve mee. Na 3 maanden
stagneerde zijn groei enigszins. Ik had net een borstontsteking gehad en door veel en op allerlei
manieren aanleggen en nakolven ging de ontsteking gelukkig met anderhalve dag weg. De
melkproductie en de groei van Daan bleven daardoor echter wel wat achter. De kinderarts
moedigde mij aan om vooral de borstvoeding vol te blijven houden. Kindjes met Down zijn extra
vatbaar voor allerlei virussen en bacteriën, een beetje extra vet en weerstand maakt het
makkelijker om een eventuele ziekte te overwinnen. Bijvoeden was in haar optiek nog niet
nodig. Dus dat deden we dan ook nog niet. Om de productie te bevorderen legde ik om de 2 uur
aan en kolfde ‘s ochtends tussen twee voedingen een extra maaltijd af. Deze maaltijd lengden
we, op advies van de kinderarts, aan met Johannesbroodpitmeel, zodat Daan hopelijk ook wat
minder zou spugen. Dit leverde een dusdanig dikke substantie op dat Daan dit niet met de fles
kon drinken. Met 4 maanden waren wij dus al met een lepeltje in de weer. Met ons lekenoog
vonden wij dat Daan dat prima deed. De pap ging erin! De preverbaal logopedist had op de
Down poli al gezegd dat het lepeltje zo plat mogelijk moest zijn. Dus die hadden we gekocht. In
de brochure van LLL over borstvoeding en Down hadden we gelezen dat de lepel er recht in
moest en recht weer eruit. Ook dat deden we. Daan raakte echter vrij snel verstopt van de
Johannesbroodpitmeel en bleef nog steeds spugen. We zijn daar dan ook snel mee gestopt. Aan
het einde van de vierde maand kwam hij weer voldoende aan.
Bijvoeding en preverbale logopedie
Gezien het moeizame proces om Daan op
zijn groeicurve te houden, zag ik inmiddels
met smacht uit naar de preverbale
logopedie. Met 6 maanden zou de
preverbaal logopedist bij ons komen
oefenen om Daan vaste voeding aan te
bieden. Zijn groei zou dan niet meer alleen
van mijn borstvoeding afhankelijk zijn. Een
grote opluchting!
Toen zij bij ons langs kwam, zagen we pas
wat er allemaal nog meer aan te pas
kwam. Daan trok bij elk hapje zijn hoofd
naar achteren en overstrekte zich. Met een hand op de borst konden we hem stabiliseren. Ook
moesten we de lepel er veel sneller uit trekken om hem niet de mogelijkheid te bieden tot
lekker sabbelen in plaats van afhappen. Twee maanden later bleek dat onze voedtechniek nog
wat bijgeschaafd kon worden. We kregen het advies het lepeltje zo laag mogelijk aan te bieden
in plaats van het voedsel passief aan zijn bovenlip af te strijken. Daan werd op die manier
gestimuleerd zijn bovenlip zelf over de lepel te sluiten. Wij gaven aan dat Daan na elke voeding
erg met zijn tong in de weer was. Hij duwde veel met zijn tong tegen de onderlip en zijn tong
stak dan ook regelmatig uit zijn mond. Ik was er persoonlijk niet zo van gecharmeerd, vooral
omdat hij dit in het verleden nog niet of nauwelijks had gedaan. Ik vond het jammer dat hij deze
gewoonte nu dan toch aan het ontwikkelen was. De preverbaal logopedist had hiervoor
evenwel een oefening. Met de tandenborstel kietelen we nu voor het eten van een cracker de
zijkanten van zijn tong en zijn gehemelte. De crackers plaatsen we in kleine stukjes tussen zijn
kiezen. Daan moet nu met zijn tong de stukjes cracker uit zijn wangzak halen. Wij zien direct hoe
zijn tong van rechts naar links beweegt en na de voeding zijn tong niet meer zo snel de weg naar
buiten vindt. Een grote verbetering.
Ondersteuning met gebaren
Onze ontwikkelingsbegeleidster heeft ons geholpen met het inpassen van gebaren in de
dagelijkse omgang met Daan. Hij reageert goed op het aankondigen van wat er gaat gebeuren.
Zo had hij als klein baby’tje al door dat het klikken van mijn bh-bandje inhield dat hij melk zou
krijgen. Het huilen nam dan direct af. Met gebaren maken we Daan nu duidelijk dat er eten of
drinken aankomt en wanneer het flesje leeg is. Daan is nu 9 maanden oud en sinds twee weken
zijn we bezig om hem zelf (natuurlijk met onze hulp) de gebaren te laten maken. We hebben
ook twee liedjes die we met gebaren ondersteunen, terwijl we zijn handjes vasthouden. Daan
beleeft er veel plezier aan.
Afsluiting
Daan krijgt nu nog drie borstvoedingen op een dag: ochtend, avond en een drie-uurtje.
Daarnaast krijgt hij over de dag verdeeld een cracker, een fles pap, een fruithap en een warme
maaltijd. Tot nog toe blijft de borstvoeding voldoende op gang om naar tevredenheid van ons
mannetje te voeden. Ik hoop dat nog lang vol te kunnen houden, zeker met het oog op zijn
vatbaarheid voor allerlei infecties. Maar ook omdat ik het zo gezellig vind.
Met 11 maanden komt de preverbaal logopedist weer. Ik ben benieuwd wat we dan weer
kunnen leren!
Het Downsyndroom Team
De Downsyndroom Teams zijn teams van artsen en therapeuten die bij jonge kinderen
regelmatig specifiek op het syndroom gerichte gezondheidscontroles uitvoeren. Ze zijn
samengesteld uit onder andere een kinderarts, KNO-arts, oogarts, kinderfysiotherapeut,
(pre)logopedist en andere specialisten en deskundigen. Er zijn teams die alleen de ‘eigen’
kinderen behandelen, maar bij een aantal teams kan iedereen terecht voor advies of een
second opinion. Ze geven zo nodig aanbevelingen aan ouders en behandelend artsen.
Downsyndroom Team TweeSteden ziekenhuis, Tilburg
Kinderarts Wil Rijnvos, Pedagogische zorg Els Harting
Fysiotherapie Gemmy Hasselbeke, Logopedie Monique Nawijn.
Een medewerker van MEE is aanwezig om vragen omtrent ondersteuning thuis etc. te
beantwoorden. Aanmelden via Tel. (kinderpoli) 013-4655565.
Downsyndroom Team St. Elisabeth Ziekenhuis, Tilburg
Kinderarts C.C.J.M. Smeets,
Spreekuur draait elke 2 maanden op de maandagmiddag. Tijdens de dag draaien mee een
kinderarts, kinderfysiotherapeut, (pre)logopedist en een consulent van MEE.
Inlichtingen en aanmeldingen via Tel. polikliniek 013-5398019
Nieuwsberichten
Lactatie verdient serieuze aandacht
‘Clinici zijn geneigd problemen te bagatelliseren of te ontwijken’
Lara Tauritz Bakker
Uit gezondheidsoogpunt geniet borstvoeding de voorkeur boven flesvoeding. De beleidsdoelen
voor lactatie worden echter bij lange na niet gehaald. Een van de redenen daarvoor is de
beperkte kennis die artsen hebben over de behandelopties bij lactatieproblemen.
Ongeveer 90 procent van alle moeders begint
na de bevalling met borstvoeding, maar van
de kinderen van één en twee maanden oud,
krijgt slechts respectievelijk 48 en 42 procent
borstvoeding.
Enkele
jaren
geleden
becijferde het RIVM dat een kleine stijging
van deze cijfers – van 82 naar 85 procent een
week na geboorte en van 23 naar 25 procent
na 6 maanden – al veel oplevert: 1200
disability-adjusted life years (DALY’s) en een
jaarlijkse besparing van 10 miljoen euro. Uit
onderzoek
blijkt
dat
professionele
ondersteuning van groot belang is voor de slagingskansen. Daarbij is het wenselijk dat moeders
niet geconfronteerd worden met tegenstrijdige adviezen.
Lees meer
Multidisciplinaire richtlijn borstvoeding
De multidisciplinaire richtlijn borstvoeding is in eerste
plaats opgesteld voor zorgverleners. Maar we nodigen
ook ouders en andere geïnteresseerden van harte uit
notie te nemen van de inhoud van deze richtlijn.
Bij begeleiding en ondersteuning bij borstvoeding zijn
veel verschillende zorgaanbieders betrokken. De
borstvoedingsketen begint bij de ouders zelf en loopt
via de verloskundige, via zorgaanbieders in ziekenhuizen, de kraamzorg en huisartsen tot en
met de jeugdgezondheidszorg, met daarbij verschillende meewerkende organisaties
(lactatiekundigen, borstvoedingsorganisaties, diëtisten, kinderdagverblijven). Gebleken is dat
zorgverleners tegenstrijdige informatie en ondersteuning bieden. Dit leidt tot verwarring die het
zelfvertrouwen aantast en tot verschillen in succespercentages en belevingen van moeders.
Lees meer
Verhuur volautomatische borstkolven
Vaak wordt een volautomatische kolf (Medela Symphony, dubbele afkolfset) gehuurd in de
kraamweek wanneer de borstvoeding niet goed op gang komt of wanneer er problemen zijn,
waarbij je je tepels wilt ontlasten. De huurprijs is € 2,50 per dag. De bijbehorende flessen koop
je en zijn je eigendom. Dit uit hygiënische oogpunt. De kosten voor de dubbele afkolfset zijn
€ 36.
Bij Careyn Kraamzorg Breda en de Verloskundigenpraktijk De Zon in Tilburg kun je 24 uur per
dag terecht om een volautomatische kolf te huren (voor een langere of kortere periode).
Wanneer je een elektrische kolf nodig hebt, is het aan te raden om vooraf even te informeren of
het betreffende artikel in huis is. Er wordt een huurovereenkomst aangegaan waarbij je een
machtiging geeft voor de kosten en een borg van € 75. Om de overeenkomst te realiseren is een
legitimatiebewijs en een bank- of giropas nodig.
Careyn Kraamzorg Breda
Tijdens kantooruren bereikbaar via:
Amphia ziekenhuis, Unit 24, Langendijk 75, 4819 EV Breda
Tel. 076-5951755
Buiten kantooruren bereikbaar via:
Amphia ziekenhuis, Unit 23 (geboortecentrum Origine), Langendijk 75, 4819 EV Breda
Tel. 076-5951760
Openingstijden: 24 uur per dag, 7 dagen per week
Verloskundigenpraktijk de Zon
Tijdens kantooruren bereikbaar via:
Lage Witsiebaan 2A, 5042 DA Tilburg
Tel. 013-5425763
Buiten kantooruren bereikbaar via:
De dienstdoende verloskundige op tel. 06-55187184.
Als dit nummer is uitgeschakeld vanwege dienst in het ziekenhuis, dan te bereiken via Thebe
zorgcentrale, tel. 013-5434812. De dienstdoende verloskundige wordt dan opgepiept en zal je
zo snel mogelijk terug bellen. Op die manier is er dag en nacht bereikbaarheid.
Baby Fotoprojekt 2012
Simone de Geus, fotograaf en Gemy Scheffers, verloskundige
Voor ons fotografie projekt 2012 zijn wij op zoek naar aanstaande ouders die het leuk vinden
om hun pasgeboren kind te laten fotograferen binnen 24 uur na de geboorte.
Waarom dit project
Het jaar 2012 is het jaar van de verandering volgens diverse culturen. Deze verandering zit in
vele aspecten. Wij willen de verandering graag weergeven door het in beeld brengen van wat
voor de meeste mensen de grootste verandering is in hun leven: het krijgen van een kind, het
worden van ouders.
Wat willen wij met dit beeld doen
Onze intentie is om alle beelden te bundelen in een boek. Dit boek willen wij graag maken om
het gevoel, de emotie van de verandering weer te geven.
Wat wij van jullie vragen
Toestemming om door ons een professionele foto te maken van jullie kind, ontbloot bovenlijf,
binnen 24 uur na de geboorte.
Een kleine omschrijving van je veranderde gevoel sinds de geboorte van je kind.
Toestemming om het beeld vrij te mogen gebruiken op alle mogelijke manieren en uitingen ten
behoeve van het hierboven omschreven projekt.
Voor alle medewerking krijgen jullie natuurlijk een mooie eerste professionele foto van jullie
pasgeboren kind.
Wil je meewerken aan dit bijzondere project neem dan contact met ons op!
Simone: 06 28848930 of Gemy: 06 13573734
Internetweetjes
NIEUW! Borstvoeding Brabant nu ook op LinkedIn!
LinkedIn is een digitale groep, een ontmoetingsplaats op internet.
Alleen in Nederland al groeit LinkedIn wekelijks met ca. 10 tot 15.000
gebruikers. Ook Borstvoeding Brabant heeft nu een groep op LinkedIn,
waar jij als (aanstaande) moeder, professional of andere
geïnteresseerde op de hoogte kunt blijven van allerlei
wetenswaardigheden op het gebied van borstvoeding en activiteiten
in de regio. We hopen op deze manier tevens een platform te bieden
waarop de (aanstaande) moeders en professionals, naast de
borstvoedingsbijeenkomsten en het borstvoedingscafé, op ieder
gewenst moment ervaringen en informatie met elkaar kunnen uitwisselen over onderwerpen
(problemen-oplossingen-‘best practice’) op het gebied van borstvoeding.
Je kunt je hier eenvoudig aanmelden als je al actief bent op LinkedIn. Na aanmelding op de
groep van Borstvoeding Brabant ontvang je automatisch per e-mail berichten over nieuws,
activiteiten in de regio en vragen en antwoorden met betrekking tot de borstvoeding. Als je nog
geen account hebt, dan meld je je eerst aan als gebruiker en maak je een account aan.
Hoe meer moeders en professionals met borstvoedingservaringen, hoe meer vreugd!
Ga er heen en meld je aan! Tot LinkedIn!
Borstvoeding de beste start
Via
de
website
van
het
Voedingscentrum
www.voedingscentrum.nl kun je de folder ‘Borstvoeding de
beste start’ gratis downloaden. Moedermelk is goed voor je
kind. Er zitten veel gezonde stoffen in. Geef je kind daarom in
ieder geval zes maanden borstvoeding. Dat is ook goed voor
jouw gezondheid. Hoe komt borstvoeding goed op gang? Hoe
leg je je kind goed aan? Wat heb je zelf als voeding nodig?
Lees het in deze folder.
Het voedingscentrum heeft ook andere folders uitgegeven die
interessant voor je kunnen zijn, zoals ‘Gezond eten tijdens de
zwangershap’, ‘Borstvoeding en werk’, ‘Wat is koemelkallergie?’, ‘De eerste hapjes’. Deze folders zijn gratis. Je
betaalt alleen de verzendkosten.
Borstgevoed
In juni 2010 heeft Ingrid Halman het concept van de borstvoedingsagenda overgenomen van
Heleen Hayes. Zij ontwerpt de agenda, selecteert de vele ingezonden foto`s en overlegt met de
drukker tot het dé perfecte agenda is. Een superleuk product waarmee zij een aantal dingen
voor ogen heeft: uiting geven aan haar liefde voor borstvoeding, uitdragen dat borstvoeding de
norm is en dat het gezien mag worden en tips en ondersteuning geven aan borstvoedende
moeders.
Er ontstonden meer creatieve ideeën en zo is Borstgevoed ontstaan! Voor de
borstvoedingsagenda kun je nu terecht op haar vernieuwde site www.borstgevoed.nl. Via deze
site verkoopt zij ook borstvoedingsarmbandjes en -kettingen, het borstvoedingsbeeldje en
hippe wasbare zoogcompressen van natuurlijke materialen.
Hippe Myllymuksut zoogcompressen
De hippe zoogcompressen van Myllymuksut zijn tot 60 °C wasbaar, erg
zacht en dun. De buitenste laag is gemaakt van waterdichte, maar
ademende stof met een leuke print, variërend van stoere
hondenkoppen en vrachtautoos tot vrolijke bloemen. Tegen de huid
heerlijke zachte bamboe strech terry en er tussenin 2 lagen van
superzacht, enorm absorberend bamboe fleece.
Ingrid heeft nog veel meer mooie ideeën rondom borstvoeding, dus
Borstgevoed zal steeds aangevuld worden met nieuwe producten!
Neem gewoon eens een kijkje op haar site!
Boekbespreking
“The nursing mother’s
companion”
Marleen Trommelen, contactpersoon Vereniging
Borstvoeding Natuurlijk
Titel:
The nursing mother’s companion
Auteur:
Kathleen Huggins
Uitgeverij:
The Harvard Common Press, U.S.A.
ISBN-nummer:978-1-55832-720-7
Druk:
6e druk 2010
Aantal pagina’s: 348
Prijs:
$ 14.95
De auteur
Kathleen Huggins is verpleegkundige en lactatiekundige. Ze heeft zich toegelegd op de
begeleiding van moeders en hun baby’s. Ze heeft meerdere boeken geschreven, waaronder
deze bestseller over borstvoeding.
Het boek
Dit boek is geschreven als naslagwerk voor moeders die borstvoeding willen gaan geven of die al
met borstvoeding gestart zijn. Het staat vol met nuttige informatie; hier en daar leest het wat
minder gemakkelijk vanwege de vele details en lange zinnen. Toch is de schrijfster erin geslaagd
om ook lastige onderwerpen en problemen op een positieve manier te benaderen. Vooral de
boodschap dat problemen er zijn om te worden overwonnen klinkt duidelijk door.
De indeling is helder en duidelijk wat het terugzoeken van bepaalde stukken vereenvoudigd.
Helaas worden sommige onderwerpen door herhaling wel erg uitgekauwd, maar daar valt wel
doorheen te lezen. Ook voor mensen die de Engelse taal minder goed beheersen is het boek
goed te lezen.
Nadeel van het boek is dat het overduidelijk geschreven is naar de Amerikaanse samenleving.
Daardoor staan er regelmatig dingen in die niet stroken met de Nederlandse situatie. Er staan
ook aardig wat uitspraken in die niet in overeenstemming zijn met de huidige inzichten van
professionals in Nederland. Bijvoorbeeld: verkeerde informatie over voeden met ingetrokken
tepels (zou volgens de schrijfster absoluut problemen geven), te gedetailleerde medische
adviezen en informatie (gevaar voor “zelf dokteren”), teveel details over zelden voorkomende
problemen wat moeders wellicht onnodige twijfels bezorgd of afschrikwekkend werkt voor
moeders die nog gaan starten met borstvoeding. Ook worden er (zelfs gevaarlijke) adviezen
gegeven over het gebruik van kruiden bij borstvoedingsproblemen, waarbij een
wetenschappelijke onderbouwing niet altijd aanwezig is. De informatie die gegeven wordt over
ongelijke borsten is mijns inziens incompleet.
Toch staat er vaak goede informatie in en zeer bruikbare tips. Erg leuk en leerzaam zijn de korte
filmpjes waarnaar verwezen wordt op de bijbehorende website. Twee opvallend leuke
voorbeelden van goede informatie/bruikbare tips: een brief die de werkende moeder kan laten
ondertekenen door haar huisarts om haar wens om af te kolven op het werk kracht bij te zetten
en de uitspraak dat doorslapende baby’s helemaal niet de norm zijn.
Conclusie
Het boek is jammer genoeg niet geschikt voor doorsnee (aanstaande) moeders in de
Nederlandse of Vlaamse samenleving. Het boek kan nuttig zijn voor professionals om meer
inzicht te krijgen in de Amerikaanse, meer gemedicaliseerde, situatie. Er valt ook heel wat te
leren over de (positieve) benadering van borstvoedingsproblemen. Het dient wel kritisch
gelezen te worden, aangezien niet alle informatie overeen komt met de huidige inzichten van
professionals in Nederland.
Cartoon van de maand
Volgende Borstvoedingscafé
Het volgende borstvoedingscafé zal plaats vinden op woensdagochtend 16 mei van 10.00 tot
11.30 uur in Restaurant Etenstijd in Tilburg. Jacqueline van den Berg en Lidwine Schoonhoff van
Borstvoeding Brabant kunnen antwoord geven op al je vragen.
Borstvoedingcafé Tilburg
Het Borstvoedingscafé Tilburg is een initiatief van het St. Elisabethziekenhuis in nauwe
samenwerking met het TweeStedenziekenhuis, Thebe Kraamzorg, Borstvoedingscentrum
LactaConsult, Borstvoeding Brabant en de Vereniging Borstvoeding Natuurlijk.
Aan- of afmelden voor de Nieuwsbrief
Na aanmelding worden je gegevens opgenomen in het ledenbestand van Borstvoeding Brabant.
We gebruiken je gegevens om je via de Nieuwsbrief op de hoogte te houden van nieuws over
borstvoeding en producten. De Nieuwsbrief wordt een paar keer per jaar uitgebracht. Als je je
wilt aanmelden om de Nieuwsbrief te ontvangen, je geen prijs meer stelt op de Nieuwsbrief of
als je je gegevens wilt wijzigen, stuur dan even een berichtje
Meer weten over borstvoeding?
Wij zijn ervoor!
Jacqueline van den Berg
Lidwine Schoonhoff
Lactatiekundige
Tel. 06-30149937
E-mail [email protected]
www.lactaconsult.nl
Prelogopedist|borstvoedingsdeskundige
Tel. 0162-438867
E-mail [email protected]
www.borstvoedingbrabant.nl
Download