FEESTEN Waaraan denk je bij het woord FEESTEN? Noteer minstens

advertisement
FEESTEN
Waaraan denk je bij het woord FEESTEN?
Noteer minstens drie woorden die bij je opkomen in de onderstaande kader.
FEESTEN
Vul de onderstaande feestenquête in.
Eens kijken of je een echt feestbeest bent!
Hoe vaak per maand ga jij naar feestjes
(verjaardagsfeestjes,fuiven,festivals,….)
Wanneer was de laatste keer dat je niet
inging op een uitnodiging van een feestje?
Wat geef jij meestal als geschenkje?
(geld,cadeaubon,….)
Wat krijg je graag als cadeau?
Dans je veel op feestjes?
Praat je veel met andere
gasten,feestbeesten?
Durf je ‘uit de bol’ gaan op een feestje?
Welke feestjes vind je minder leuk?
Doe je iets anders aan om naar een feestje
te gaan?
Aan welk feestje denk je met veel plezier
terug?
Christelijke feesten
Kerstmis
Vul onderstaande kader in.
Met Kerstmis vieren christenen de …………………………… van Jezus. Hij is voor hen het Licht,het
onveranderlijke leven. Om dat uit te drukken gebruiken ze typische symbolen en rituelen.
Christene bereiden zich voor op het kerstfeest gedurende de …………………………
Kerstmis valt altijd op …………………………………………………………
Pasen
Vul onderstaande kader in.
Met Pasen vieren christenen de ………………………………………van Jezus. Hij is voor hen
de overwinning op de dood. Het paasfeest heeft ……………………………….. wortels.
Christenen bereiden zich voor op het paasfeest gedurende de ………………………………
Deze begint op …………………………………………
We geven (paas)eieren met Pasen omdat…………………………………………………………….
………………………………………………………………………………………………………………………………..
Pasen valt altijd op een ………………………………………………………..
Joodse
feesten
DE
Joodse Paasfeest- Pesach
Bekijk het filmpje over het Joodse Paasfeest en beantwoord onderstaande vragen.
° Hoelang duur het Pesach feest?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
° Wie speelt een belangrijke rol op het Pesach feest?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
° Wat wordt er gedronken op het Pesach feest?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
° Aan welk verhaal denken ze tijdens het eten?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Islamitische feesten
Ramadan
Lees de onderstaande tekst en beantwoord de vragen.
De 9de maand van de islamitische kalender heet ramadan. In die maand herdenken de
moslims dat Allah (=Arabisch woord voor God) de Koran,het heilig boek van de islam, naar de
aarde heet gezonden. Als herinnering daaraan vasten moslims in deze maand. De vasten is
echter ook een middel om het sociaal bewustzijn va de gemeenschap te versterken.
Elke islamitische man en vrouw mag in deze periode van zonsopgang tot zonsondergang niet
eten,drinken of roken en parfum gebruiken. Ook seksuele gemeenschap is verboden.
Sommige groepen zijn vrijgesteld zoals kinderen,zieken,…
’s Nachts wordt de ramadan opgeheven.
Op het einde van de ramadan wordt in het begin van de nieuwe maand drie à vier dagen lang
feestgevierd.
De dag begint met een uitgebreid ontbijt. Men geeft geld aan de armen en brengt eten naar
vrienden. Vrouwen en meisjes versieren hun handen met rode henna. De volgende dag gaat
men voor het gebed massaal naar de moskee.
Wanneer valt de ramadan?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Hoe heet het heilig boek van de moslims?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Worden er ook mensen vrijgesteld van de ramadan? Zoja, wie?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Wat vieren ze op het einde van de ramadan?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Wat doen ze op de eerste dag van het Suikerfeest?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Samenvatting feesten
Vul onderstaande kader in.
Kies uit
volgende
woorden :
- de zorgen
- aangenaam
verbondenheid
-alleen
-godsdienstige
We spreken van een echt feest…
- als het ……………………………………………….. van alle dagen even doet
vergeten. Na het feest kunnen we het weer aan.
Het maakt het leven ……………………………………
-als het mensen dicht bij elkaar brengt. Een feest
schept……………………………………………………….tussen mensen.
Feesten heeft vooral iets te maken met mensen.
Je kan niet ……………………………………………… feesten.
Je viert met mensen met wie je wat te delen hebt.
Bijvoorbeeld : …………………………………………………………………………….
In een gebedsruimte vieren mensen…………………………………………….. feesten.
Voorbeelden van godsdiensten feesten :
…………………………………………………………….
Download