LEREN DOOR HET LEVEN TE SPELEN ‘Kinderen hebben van nature een growth mindset. Onbevangen kijken naar kinderen bepaalt de koers van goed onderwijs’. Filosofische tuinierster Vandaag speelt *Nina, 3 ½ jaar in mijn tuin. Ze stroopt haar mouwen flink op. Als tuinierster begiet ze de planten: “anders gaan ze dood”. Bladeren harkt ze bij elkaar en gooit ze in een ouwe mestemmer: “dood”. Kleine schelpen begraaft ze zorgvuldig en geeft ze water om te groeien: “jullie moeten niet dood gaan”. “Wat is dat dood”, vraag ik. Met haar hoofd een beetje schuin denkt na voor ze besluit: “Dat weet ik niet Simone. En dat weet jij ook niet, want jij bent niet dood”. Nina speurt, ruikt en betast. Prikbladeren zijn shit, vlinders cool. Haar woordenschat maakt duidelijk dat ze de jongste van een drietal is. De tuin is een bron van nieuwe informatie. Waarom, wat en hoe vragen wisselen elkaar af. Tussen het haardhout ontdekt ze insecten en vraagt waarom Lieveheersbeestjes mooi zijn en pissebedden lelijk. Ze observeert langdurig en fluistert terwijl ze een handje gras tussen het hout legt: “Dag lelijke pissebed jij bent heel mooi hoor, dit moet je eten anders ga je dood”. Echte leven is het leukst Daar waar zij “veertig-en-tien” is en ik 21 (smiley), speelt zij de oudste van ons twee, die kookt, haar restaurant Michelle runt en chauffeert in een houten auto bij de speeltuin om de hoek. Kordaat sjort zij haar beer in fictieve riemen en belt “Handsfree” met haar werk. Ze vertelt voortdurend wat ze in het moment beleeft: “even schakelen, richting aangeven”. Hardop ordent ze haar gedachten. Met wat haast, waardoor ze klinkers te pas en te onpas kiest: “heeft Jim Leresrelt een nieue satsiest gegogt?”.* Ik corrigeer haar niet. Die klinkers gaan wel mettertijd wel kloppen, don’t worry. Eigenaarschap Terug in de tuin bakt Nina “Prinsessetaarten” in haar restaurant. De knuffels, die ze op zolder vond, en ik zijn haar gasten. Onze bestelling kunnen we zowel bij haar persoonlijk als via de computer (mijn slipper) bestellen. Als we iets willen kopen “scant” ze prijs. ”Niet betalen maar pinnen”, verzoekt ze, terwijl ze mijn tweede slipper als pinapparaat onder mijn neus duwt en verzoekt: “druk op het groene knopje voor OK”. Leeftijden, huisnummers, gewichten, bedragen & pincodes, getallen zijn interessant. Een tuinierster, restauranthoudster Michelle, een conducteur en een werkende mama die haar hond uitlaat, huppelen om me heen. Nina bepaalt de snelwisselende rollen naar behoefte. Slechts één keer is zij de baby van 2 die naar bed moet. Met haar beer in haar armen dommelt ze weg, in haar spel kiezend voor rust. Na zo’n tien minuten springt ze monter op: “Nu moet Michelle weer eten maken voor haar restaurant”. Van kliederen & klooien naar digitale communicatie Nieuwe recepten verzinnen is haar favoriete bezigheid. Water, melk en limonade worden in een kan vermengd. Het resultaat, aan mij en de knuffelbeesten geserveerd, vindt zijn weg in het gras. Thuis bij haar ouders gaat haar spel door. ’s Avonds zie op mijn iPhone Nina’s hand met een bekertje vol smurrie. Pindakaas is de basis van haar nieuwe milkshake alternatief: “Kijk eens Simone, ik ga dit straks aan oma geven”. Ze vond op haar moeders laptop mijn foto onder contacten en drukte op het Facetimesymbool. 3 ½ jaar: hoe cool. Fixed mindset versus growth mindset Vandaag geeft Nina me permanent een glimlach op mijn gezicht, maar ik betrap mezelf ook op ietwat bezorgde gedachten. Kinderen hebben van nature een growth mindset. Mooi is leren door te beleven als je 3 ½ bent. Vrij van moeten, doellijsten, beoordelingen en scores. Over een half jaar stapt Nina het primair onderwijs in waar OCW opnieuw de CITO eindtoets afdwingt. Hoe werkt de school van Nina hier naar toe? Kiest het schoolteam voor een resultaatgerichte toetscultuur vanaf de kleuterbouw? Brengt het onderwijs haar in de fixed mindset van goed of fout, van succes of falen? Of treft ze juffen en meesters die methodes en toetsten gericht kiezen en (aangepast) inzetten? Die vanuit een growth mindset het onderwijs met kinderen samen betekenisvol maken. Beseffend dat waarachtig kijken naar kinderen de koers van sterk onderwijs bepaalt. Juffen en meesters die Nina echt ZIEN. En deze filosofische tuinierster voeding en ruimte geven om te groeien. * “heeft Wim Leereveld een nieuwe stadfiets gekocht?” Flum dit zijn tips en tools Blog stopt hier dus Uit en voor de praktijk Kinderen betrekken in het ontwerpen van de educatieve ruimte geeft jouw als leerkracht ruimte onbevangen naar ze te kijken en met hen onderwijs inhoud te geven. (foto)(foto) Op een IKC werden de kinderen van leerplein 1 verrast met een bed in het speelatelier. Het werd het vertrekpunt van het ziekenhuis waarbij kinderen van alles bedachten. Uiteraard, dokters, zusters, patiënten en de nodige verpleegattributen van pleisters tot steek. Maar er kwamen ook een bloemenwinkeltje, een cadeauboetiek en een koffiecorner. Elders was het een tandartsstoel die de middengroepen op gelijke wijze betrokken en uitdaagden. (foto)(foto) Natuur is een eenvoudig te realiseren vertrekpunt. Stap naar buiten met vergrootglazen en jampotjes en laat kinderen beestjes zoeken, observeren en onderzoeken wat ze doen en nodig hebben. Creëer een buiten ontdekhoek op een ongebruikt stuk speelplaats tegels te verwijderen en te vervangen door groen, takken en water. Of breng de natuur naar binnen. Jut met kinderen in de natuur en verzamel dat materiaal in (bijv.) een zand & watertafel. Film ‘Teaching and play are fundamental, interconnected endeavours in the early years’: https://www.youtube.com/watch?v=sWf6oHE9YqY Citaat uit een vorig blog over TEDxBinnenhof: Martijn van Dam, Staatssecreataris Economische Zaken: “daar waar geld in de Gouden Eeuw en kennis/scholing na WO II de wegen naar de macht waren, ligt in onze actuele snelveranderende samenleving de macht bij creativiteit’.