Aan: het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Antwerpen Dienst Milieuvergunningen Jan van Rijswijcklaan 162 2020 Antwerpen Betreft: Bezwaarschrift Oosterweelverbinding Werfzone 4 en 5 Sint Annabos (dossiernummer AN2009288) Antwerpen, datum....................................................... Geachte leden van het College, Hierbij teken ik bezwaar aan tegen de afgifte van een milieuvergunning aan aanvrager Noriant DC voor inrichting van de werfzones 4 en 5 en voor een inrichting voor de opslag en de ontwatering van klei, zand en baggerspecie. Ik verzoek U dringend om een dergelijke milieuvergunning niet af te geven. Ik motiveer mijn bezwaar als volgt: De impact van het verdwijnen van een bos Het St Annabos vervult op Antwerpen Linkeroever een belangrijke sociale en recreatieve functie. Zowel de bewoners van de Linkeroever zelf (waarvan +- 3/4woonachtig in een appartement) als voor de mensen van de stad is het St.Annabos een veelgebruikte plek voor sport en ontspanning. Mensen in de stad hebben recht op gezonde recreatie, hebben nood aan groen, rust en ademruimte. En dat op een redelijke afstand. Zodat je geen tientallen kilometers met de auto moet rijden. Maar integendeel vlot het bos in kan met de fiets of het openbaar vervoer. Bos heeft daarbij het voordeel dat het als geen ander natuurlijk ecosysteem de capaciteit heeft om hoge bezoekersaantallen op te vangen zonder dat hierbij het ‘rustgevoel’ verloren gaat. Kiezen voor het behoud van het St. Annabos is tegelijk kiezen voor de leefbaarheid van de stad, is een remedie tegen stadsvlucht. De geplande werfwerkzaamheden van faze 1 tot en met 3 zijn ingeschat op 45 maanden, die van fase 4 kregen geen timing en over fase 5 (de aangroei van de nieuwe heraanleg) wordt in de planning zelfs niet gesproken. Dit betekent een periode van +- 25 tot 30 jaar zonder St.Annabos voor Antwerpen. In het nieuw geplande bos wordt de recreatieve functie bovendien aanzienlijk ingeperkt. De westelijke helft van het bos wordt grotendeels ontoegankelijk voor normale recreatie, en dit op een ogenblik dat men een aanzienlijke verhoging van de populatie op linkeroever opstart door de komst van de Regattawijk. Naast de sociale en recreatieve functie heeft het Sint Annabos een belangrijke bufferfunctie: het bos bevindt zich tussen de woonwijken van Antwerpen Linkeroever enerzijds en de industrie- en havengebieden van Linker- en Rechteroever anderzijds. Het heeft een milderende impact op geluid- stof- en geurhinder afkomstig van deze industrie- en havenzones. Deze bufferfunctie zal gedurende vele jaren teniet worden gedaan (tot aan het volgroeien van het ‘nieuwe’ Sint Annabos wellicht een periode in de grootteorde van dertig jaar). In de plaats daarvan komen activiteiten die zelf voor stof- en geluidsoverlast zorgen. Enerzijds ontstaat er door het kappen opnieuw een zandvlakte met opwaaiend stof, anderzijds veroorzaken de werfactiviteiten op zich ook een enorme toename van fijnstof en geluid- en geurhinder. Bovendien worden er geen grenswaarden mbt geluid, stof en geurhinder vooropgesteld en is er evenmin een 0-meting uitgevoerd op basis waarvan de impact van het kappen van het St. Annabos op bovenvermelde parameters kan gemeten worden. Nu reeds worden de Europese fijnstofnormen niet gehaald. Men voorziet op de werf meer dan 100 airco’s en een veelheid aan transformators en generatoren. Men wil bovendien afwijken van artikel 5.61.2. &3 van Vlarem II en de aanvoer van de grond 24 uur op 24 laten gebeuren via de pijpleiding vanuit de baggerschepen. Dit veroorzaakt een ongeoorloofde verstoring van de rust van de bewoners in de nabijheid van het St. Annabos dag en nacht. Bovendien zal het onheil na het beëindigen van de werken niet voorbij zijn, wel integendeel! Uit de vergelijkende studie van ArupSum blijkt dat specifiek ter hoogte van de geplande tunnelmond een blijvende, ongeoorloofde piek van fijnstof zal ontstaan. De geluidskaarten in dezelfde studie tonen eveneens een blijvende geluidstoename ten gevolge van het geplande project, zowel ter hoogte van het St.Annabos als ter hoogte van het St.Annastrand en de nabijgelegen woonkernen. Recente medische studies tonen de impact van verstoring van de nachtrust op de gezondheid (met om. hartfalen tot gevolg) op overtuigende wijze aan. Dit is onaanvaardbaar! Zoals bekend zijn zowel baby’s als ouderen extreem gevoelig voor verhoogde geluidsoverlast en verhoogde fijnstofconcentraties. Op het grondgebied Linkeroever wonen meer dan 30 % 60 plussers en worden tsn. 3.1 en 6.0 % baby’s geboren in een gezin met een negatieve gezondheidsscore. Vlak naast het St.Annabos is het Hof ter Schelde gelegen, een revalidatiecentrum met een zeer hoog aantal 60 plussers onder haar patiënten. Het kappen van het St. Annabos om het in te richten als werfzone is totaal onverantwoord tov. alle bovenvermelde kwetsbare bewoners! Vlaanderen is één van de bosarmste streken van Europa. Ontbossing is verboden en een uitzonderlijke vergunning hiervoor kan slechts afgeleverd worden mits compensatie van bosaanplant. Deze compensatie wordt op Linkeroever niet voorzien. Men wil dit oplossen door een financiële compensatie die op geen enkele wijze de bevolking en het leefklimaat van de Linkeroever ten goede komt. Daarom is het onaanvaardbaar dat het St.Annabos gekapt wordt. Milieuredenen voor behoud van het St. Annabos zijn er genoeg. Denk aan het broeikaseffect en de nood om minder CO2 uit te stoten. Het St.Annabos kan CO2 vasthouden of opslaan en heeft ook een zuiverende functie : het bos doet dienst als groene longen in een stedelijke gebied met bovenmatig veel luchtvervuiling is dit zeker nodig. Bovendien heeft het bos ook een belangrijke functie in het beheer van de grondwaterstand. Aanpalend aan de westelijke helft van het bos, waar werfzone 4 komt, ligt Natuurgebied Blokkersdijk, bijzonder waardevol als watervogelgebied en beschermd door de Europees Vogelrichtlijngebied , als landschap gerangschikt en beschermd ,met de status van reservaat op het gewestplan Antwerpen en door de Vlaamse Gemeenschap erkend als natuurreservaat. De nabij geplande ontbossing en werven met aanhoudend vrachtverkeer zullen door de veroorzaakte geluid-, tril-, stof- en stankhinder en de invloed van de werkzaamheden op de waterhuishouding vanzelfsprekend een grote nadelige invloed uitoefenen op de uitzonderlijk waardevolle fauna en flora in het Natuurgebied Blokkersdijk. Bovendien zullen aan de ZO– kant van Blokkersdijk ook nog eens drie tolpleinen worden aangelegd, waar al het vrachtverkeer van de ring langs zal komen, met de nodige PERMANENTE lawaai- en stofhinder. Dit is totaal ongeoorloofd. De overdonderende aanwezigheid van locatie-alternatieven Het onbegrip voor het rooien van het Sint Annabos neemt toe naarmate men vaststelt dat er een veelheid aan locatie-alternatieven voor deze TOP aanwezig zijn. Op rechteroever denken we daarbij aan een aantal nabij gelegen havenpercelen die niet of slechts heel extensief gebruikt worden: -1100207G1333 G34 Noordkasteel Oost -1100207G1333 A34 Vierden Hoek Oulande -1100214C0065n L Scheldelaan 2 -1100214C0011 K Scheldelaan 6 Op Linkeroever bevinden zich op het grondgebied van de gemeenten Zwijndrecht ter hoogte van de Canadastraat en in Beveren zeer uitgestrekte en ongebruikte industriegronden. Tot slot kan ook gedacht worden aan het tijdelijk gebruik van de vijver van het Noordkasteel als ontwateringsplaats voor baggerspecie. In totaal vormen deze locatie-alternatieven een oppervlakte die vele malen groter is dan die van het Sint Annabos. Zie figuur 1 voor een totaal overzicht van deze locaties (lila voor de alternatieven, groen voor het Sint Annabos). Het zelfs niet in overweging nemen van deze alternatieven is roekeloos en getuigt van onzorgvuldig bestuur. Onbekende impact op de waterhuishouding van Antwerpen Linkeroever Indien de baggerspecie die gestort zal worden afkomstig zou zijn van het ruimen, verdiepen of verbreden van een bevaarbare of onbevaarbare waterloop, dan zouden de sectorale milieuvoorwaarden van afdeling 5.2.5. van VLAREM II van toepassing zijn. Administratief gezien gaat het niet om deze activiteit omdat de opslag tijdelijk is, omdat de opslagplaats niet exclusief voor baggerspecie bestemd is, en omdat de specie niet afkomstig is van een waterbouwkundig werk in de meest strikte zin van het woord. Dit zijn echter eerder juridische overwegingen. Milieutechnisch is de activiteit perfect vergelijkbaar met deze van een baggerstort. Voor baggerstorten gelden strenge normen op het vlak van de beheersing van het percolaatwater, de bescherming van de grondwaterlagen en van de bodem. Er moeten drainagesystemen en kwelgrachten worden aangelegd. Indien de bodem van nature erg doorlaatbaar is moeten bijkomende maatregelen genomen worden genomen om de aquifers te beschermen zoals het aanbrengen van folie. In de voorliggende milieuvergunningsaanvraag vinden we van dit alles niets terug. Integendeel, in het hoofdstukje ‘water’ wordt de problematiek afgedaan met verwijzing naar regenwater en transportwater dat niet vervuild is en weer in de Schelde zal worden geloosd. Dit laatste gebeurt echter niet rechtstreeks maar voor een groot deel in de vorm van percolaat. De ondergrond van linkeroever is hydrografisch kwetsbaar omdat het opgespoten zand betreft met een hoge permeabiliteit en een relatief lage stabiliteit. Gebouwen op Antwerpen Linkeroever zijn daarom gebouwd op paalfunderingen of op betonplaten. Op de informatievergadering van 18.06.2009 in het Felixarchief stelden we tot onze verbijstering vast dat de aanwezige ingenieurs van Noriant hiervan niet eens op de hoogte waren. Dit roept grote bedenkingen op bij de zorgvuldigheid tijdens de voorbereidingen van deze complexe werf en maakt duidelijk dat onvoldoende rekening is gehouden met alle aanwezige parameters om over te gaan tot de geplande werken. Beslissingen die op deze wijze genomen worden goedkeuren, getuigt van onzorgvuldig bestuur! Het is dan ook uitermate belangrijk om het hydrogeologische effect van een immens zand-, klei- en baggerspeciestort in te schatten en de beschadiging van nabijgelegen woningen uit te sluiten. Hoe dan ook wordt er alvast rekening gehouden met mogelijke wateroverlast aangezien het GRUP de mogelijkheid openlaat om in de bufferzone werken uit te voeren ‘voor de beheersing van de waterproblematiek en het voorkomen van wateroverlast’. Er is dus wel degelijk een onderliggende waterproblematiek die in de voorliggende vergunningsaanvraag niet wordt aangekaart. Artikel 5.61.2. § 5 van VLAREM II (wél van toepassing op deze inrichting) bepaalt trouwens: ‘op basis van de geo- en hydrogeologische toestand van de inplantings-plaats kan de vergunningverlenende overheid in de milieuvergunning maatregelen opleggen ter opvolging van de grondwaterkwaliteit in de omgeving van de inrichting’. Het is dus hoe dan ook noodzakelijk de hydrogeologische situatie goed te kennen alvorens tot het oordeelkundig verlenen van een vergunning over te gaan. Deze informatie is momenteel niet beschikbaar in de vergunningsaanvraag waardoor het verlenen van een vergunning wel bijzonder lichtzinnig zou zijn. In Nederland (Amsterdam, Vijzelstraat) treft men een recent voorbeeld aan van hoe het zo helemaal kan mislopen. Arseenvervuiling via opwaaiend stof Van de alluviale gronden in de omgeving van Antwerpen is bekend dat ze op natuurlijke wijze een verhoogde concentratie aan arseen vertonen (wegens de aanwezigheid van grote hoeveelheden schelpenzand). Arseen is een giftige stof. In welke mate zal het opwaaiend zand en stof afkomstig van deze TOP een gezondheidsrisico met zich meebrengen? Schade aan het algemeen belang Op basis van alle voorgaande argumenten meen ik dat de inrichting van de werfzones 4 en 5 in het St.Annabos en die hiervoor noodzakelijke kap van het bos én de geplande realisaties schade toebrengen aan het algemeen belang. Op basis daarvan kan dit project als onwettig beschouwd worden. Ik dien bezwaar in tegen het afleveren van een milieuvergunning op basis van alle bovenvermelde argumenten . Naam + adres: Handtekening: Figuur 1