4.1 – EEN WERELD VOL KRACHTEN – H4 – BEGRIJPEN Uitwerkingen van krachten op een - Het voorwerp verandert van voorwerp vorm (en kan zelfs breken). - Een voorwerp komt in beweging. - Het voorwerp gaat steeds sneller of juist steeds langzamer. - De bewegingsrichting van het voorwerp verandert (het voorwerp gaat bijvoorbeeld de bocht om). Stilstaand voorwerp - Er werken wee of meer krachten op - Werken tegen elkaar, heffen elkaar op voorwerp staat stil Soorten krachten 1. Magnetische kracht (kracht op afstand) 2. Elektrische kracht (kracht op afstand) 3. Zwaartekracht (kracht op afstand) 4. Kleefkracht (kracht waar contact voor nodig is) 5. Veerkracht (kracht waar contact voor nodig is) 6. Spankracht (kracht waar contact voor nodig is) 7. Wrijvingskracht (kracht waar contact voor nodig is) 8. Luchtwrijving (kracht waar contact voor nodig is) Magnetische kracht Werken tussen magneten onderling of tussen een magneet en een ijzeren voorwerp Statisch effect Laat voorwerpen omlaag vallen. - Met plakband en lijm - Poten van spinnen en vliegen Veerkracht - Een veer - Als je die indrukt en je laat weer los gaat het naar zijn oorspronkelijke vorm Spankracht Als je aan een touw trekt Wrijvingskracht - Weerstand als twee dingen langs elkaar schuren - Bijvoorbeeld tussen je wiel en de weg. 4.1 – EEN WERELD VOL KRACHTEN – H4 – VERKLAREN Luchtwrijving - Als je door de lucht beweegt - Bijvoorbeeld vliegeren G-krachten - Kracht die ontstaat als je veranderd in je beweging. - Bijvoorbeeld snel door de bocht gaan (achtbaan) Luchtwrijving klein houden - Je zelf zo klein mogelijk maken - Een gepaste vorm nemen (aerodynamisch) Beweging Er is een afzetkracht op een ander voorwerp nodig Raket Zet zich af tegen zijn eigen uitlaatgassen Draagkracht Tegenkracht die gegeven word om iets hoog te houden. 4.2 – DE GROOTE VAN KRACHTEN – H4 – BEGRIJPEN Kilogram (kracht) - Werd vroeger gebruikt als krachteenheid - Nu word het gebruikt als eenheid van massa Newton (N) - Krachteenheid - Word nu gebruikt als krachteenheid Newton op aarde 9,8 N nodig op 1kg op te tillen Newton op de maan 1,6 N nodig op 1kg op te tillen Elektrische kracht Zwaartekracht Kleefkracht - Bestaan uit spiervezels - Trainen meer spiervezels sterker Sterkste spier in je lichaam - Aan de voorkant van je bovenbeen - Kunnen een kracht van meer den 1000 N leveren Veerunster Een kracht meter Afkortingen kracht Kracht: - F Zwaartekracht: - Fz Wrijvingskracht: - Fw 4.2 – DE GROOTE VAN KRACHTEN – H4 – BEREKENEN Zwaartekracht berekenen Fz = m × 9,8 (m = massa) Massa berekenen m = Fz / 9,8 Kracht tekenen met een pijl in de richting van de kracht Aangrijpingspunt punt waar de pijl begint Krachtenschaal hoeveelheid N per cm van de pijl Rekenvoorbeelden pag. 166 Netto kracht - tel de krachten die de zelfde kant op werken op - trek de krachten die elkaar tegenwerken van elkaar af 4.3 – SNELHEID– H4 – BEGRIJPEN Snelheid - afstand die je in een bepaalde tijd aflegt - uitgedrukt in km/h of m/s V Symbool snelheid Symbool afstand S Meetmethoden - met afstand en tijd - met een radar (flitspaal) - met een laserlicht (lasergun) Snelheid in een grafiek je kunt de snelheid op elk tijdstijd aflezen Spieren Afstand onweersbui Geluidssnelheid 4.3 – SNELHEID – H4 – BEREKENEN Snelheid omrekenen - tijd tussen flits en het horen van de donder delen door drie - dan heb je de tijd in seconden - 340 m/s - Ongeveer 1 km per 3 sec - 1 m/s = 3,6 km/h - Van km/h naar m/s delendoor 3,6 - Van m/s naar km/h keer 3,6 Rekenvoorbeelden pag. 178 Formule snelheid s=v×t (aantekeningen werkboek) (afstand = snelheid × tijd) 4.4 – VERSNELLEN EN VERTRAGEN – H4 – BEGRIJPEN Versnellen Afstand neemt toe in de tijd, snelheid neemt toe Vertragen Afstand neemt af in de tijd, snelheid neemt af Voortstuwende kracht De kracht in de richting van de beweging Tegenwerkende kracht De kracht tegen de richting van de beweging in Netto kracht - Het verschil tussen de tegenwerkende kracht en de voortstuwende kracht - Als hij in de richting van de beweging is versnellen - Tegen de richting van de beweging vertragen Netto kracht = 0 - Het voorwerp hoeft dan niet stil te staan - Hij houd dezelfde snelheid Constante snelheid - De stuwkracht is even groot als de tegenwerkende kracht - In de ruimte is er geen luchtweerstand, dus geen stuwkracht nodig om snelheid te behouden 4.4 – VERSNELLEN EN VERTRAGEN – H4 – BEREKENEN - Weerstand van de banden (zachte band) - Weerstand van het wegdek (zand) - Weerstand van de lucht (tegenwind) (figuur er boven!) - Snelheidsverandering hang van de kracht en de massa af. - Een licht voorwerp krijgt met een kleine kracht al veel snelheid. - Een zwaar voorwerp heeft voor dezelfde snelheid een veel grotere kracht nodig. - F gedeeld door m (F / m) - Het grootste antwoord heeft de meeste kracht. Krachten bij een constante snelheid Rekenvoorbeeld pag. 188 Kracht en massa Verhouding kracht en massa