Lijst met formules VWO Over al deze formules kan je gratis lessen vinden op het YouTube kanaal van de Economie Academy (https://www.youtube.com/user/FrankEconomie). Wil je helemaal goed aan de start van de economie examen verschijnen, ga dan naar www.economie-­‐ academy.nl en regel een code voor de online examentraining! Domein D Omzet = TO = Totale Opbrengst = prijs x afzet = p x q Break Even Punt : Totale Opbrengst = Totale Kosten dus TO = TK Maximale winst bij MO = MK Totale Winst = Totale Opbrengst – Totale Kosten TW = TO – TK Prijselasticiteit (prijsgevoeligheid) = % verandering van de vraag / % verandering van de prijs • Uitkomst <-­‐1 dan is het product prijselastisch • Uitkomst tussen de -­‐1 en 0 dan is het product prijsinelastisch Kruislingse prijselasticiteit = % verandering van de vraag product X / % verandering van de prijs product Y • Uitkomst positief dan zijn de substitutieproducten • Uitkomst negatief dan zijn het complementaire producten Inkomenselasticiteit (inkomensgevoeligheid) = % verandering van de vraag / % verandering van het inkomen • Uitkomst een negatief getal dan is het een inferieur product • Uitkomst tussen de 0 en 1 dan is het een primair product • Uitkomst groter dan 1 dan is het een luxe product Hulpje bij het berekenen van het consumentensurplus. De oppervlakte van een driehoek is ½ x basis x hoogte. Zorg dat je goed voorbereid aan de start van je economie examen verschijnt en bestel voor de prijs van één bijles de online examentraining van de Economie Academy op www.economie-­‐academy.nl Domein E Bij samengestelde interest geldt: beginbedrag x (1 + rentepercentage / 100) aantal perioden = eindbedrag Verband tussen begrotingstekort, financieringstekort en de staatsschuld: Begrotingstekort = inkomsten overheid in een jaar – uitgaven overheid in een jaar Financieringstekort = begrotingstekort – aflossing staatsschuld Financieringstekort staat gelijk aan de TOENAME van de staatsschuld. Bij een financieringsoverschot neemt de staatsschuld AF. Domein H Bruto toegevoegde waarde = omzet – inkoop van grondstoffen – inkoop diensten van derden Netto toegevoegde waarde = bruto toegevoegde waarde – afschrijvingen Netto toegevoegde waarde = loon + rente / interest + pacht / huur + winst (dit zijn de beloningen voor productiefactoren) Formules die horen bij de economische kringloop: • Algemene regel: wat er bij een vakje (bv gezinnen) binnenkomt is altijd gelijk aan wat er bij hetzelfde vakje uitgaat. • Y = C + B + S • Y = C + I + O + E – M • (S-­‐I) + (B-­‐O) = (E-­‐M) Loonquote = loon werknemers / BBP x 100% Arbeidsinkomensquote = loon werknemers + toegerekend loon zelfstandigen / BBP x 100% Winstquote = winst / BBP x 100% Zorg dat je goed voorbereid aan de start van je economie examen verschijnt en bestel voor de prijs van één bijles de online examentraining van de Economie Academy op www.economie-­‐academy.nl Domein I Verkeersvergelijking van Fisher : M x V = P x T • M = geldhoeveelheid • V = omloopsnelheid • P = prijsniveau • T = reële productie NIC / PIC x 100 = RIC (zegt iets over de verandering van de koopkracht). Opletten: in deze formule kan je alleen INDEXCIJFERS invullen, dus geen procenten! Arbeidsproductiviteit = totale productie in aantallen producten / aantal werknemers Of Arbeidsproductiviteit = totale productie in Euro’s / aantal werknemers Zorg dat je goed voorbereid aan de start van je economie examen verschijnt en bestel voor de prijs van één bijles de online examentraining van de Economie Academy op www.economie-­‐academy.nl