Onderzoek naar het effect van de Novius Architectuur Academy Bedrijfsarchitectuur sterker door opleiding Door met meerdere collega’s deel te nemen aan een opleiding voor bedrijfsarchitecten, werden mooie verbeteringen bereikt in de dagelijkse architectuurpraktijk binnen bedrijven en instellingen. Niet alleen namen de individuele kennis- en vaardigheden toe, maar deze hadden een sterke doorwerking in de professionaliteit van de architectenfunctie binnen het gehele bedrijf. Verslag van een onderzoek. Doel van het onderzoeki De hoofdvraag in het afstudeeronderzoek was: Welk effect heeft het volgen van de Novius Architectuur Academy gehad op de beroepsuitoefening van de cursisten? De Novius Architectuur Academy De Novius Architectuur Academyii is een 8-daagse opleiding, meestal gegeven in de vorm van vier maal twee aaneengesloten dagen. Opleiding wordt gegeven sinds 2006. Bijna alle docenten zijn als adviseur werkzaam bij Novius. De opleiding is inmiddels gebaseerd op de Novius Architectuur Methode, zoals beschreven in Bayens/Tönissen: “Bedrijfsarchitectuur, werken aan een samenhangende bedrijfsinrichting” (VHP, 2009). De groep onderzochten Het onderzoek was gericht op ex-cursisten die in de periode 2007 – 2010 hebben deelgenomen aan de Architectuur Academy in. Er zijn 116 enquêtes per e-mail verzonden. Daarop werden 63 reacties (54%) ontvangen, waarvan 47 bruikbaar voor verwerking (40%). Deelnemers zijn afkomstig uit 22 organisaties, deels vanuit het bedrijfsleven en voor een groter deel vanuit de overheid. Ongeveer ¾ van hen had voorafgaand aan de opleiding geen tot weinig ervaring met het brede vakgebied van de bedrijfsarchitectuur. Gezien het brede spectrum van bedrijfsarchitectuur, is aan de deelnemers gevraagd of zij een IT- of een “business”-achtergrond hebben. Ongeveer 1/3 gaf aan een IT-achtergrond te hebben; ¼ een business-achtergrond en 40% gaf aan beide domeinen als hun werkgebied te beschouwen. Het is van belang op te merken dat in de regel per bedrijf of organisatie meerdere deelnemers gelijktijdig of kort na elkaar deel hebben genomen aan de Architectuur Academy. Vooruitlopend op de conclusies kunnen we stellen dat dit ongetwijfeld heeft bijgedragen aan de vaak sterke veranderingen in de architectuurpraktijk binnen het eigen bedrijf of instelling. Uiteraard zal het effect van de Academy op de eigen praktijk groter zijn, naarmate meer deelnemers uit één organisatie de opleiding hebben gevolgd. Aan de respondenten is onder meer de vraag voorgelegd in hoeverre de Novius Architectuur Academy aansluit op de eigen praktijk. De onderstaande grafiek laat zien dat dit in hoge mate het geval is. 1 De Academy sluit dus op herkenbare wijze aan op de praktijk van de deelnemers. Op de vraag naar de aansluiting op het bestaande, eigen kennisniveau van de deelnemers, kwam een vergelijkbaar resultaat: de Academy sluit goed tot zeer goed aan op het veelal beginnende kennisniveau van de deelnemers. Aanpak Door de onderzoeker is via gesprekken met docenten van de Academy een vragenlijst opgesteld en getest. Vervolgens zijn de respondenten per mail benaderd. Via een opgenomen link konden zij de vragenlijst, bestaande uit gesloten en enkele open vragen, invullen. Maturity Om het effect te kunnen meten op de volwassenheid (maturity) van de architectuurafdeling van het bedrijf, is gebruik gemaakt van twee modellen: het DyAmaturity model en een op AMM gebaseerd model. DyA Maturity Model Het eenvoudige DyA-modeliii kent vier typeringen van het volwassenheidsniveau van de architectuurfunctie. Hieronder geven we een korte karakteristiek: Verliezen: o Architectuurdenken is zwak ontwikkeld en er is geen organisatorisch draagvlak voor. Isolement: o Er is een hoog niveau van architectuurdenken, de architecten leveren wel producten, maar deze worden niet werkelijk gebruikt. Risico van de ivoren toren. Slagboom: o Er is wel sprake van een goede oranisatorische inbedding, maar de kwaliteit van het architectuurdenken en –werken staat op een laag niveau. Slagkracht: o De architectuurfunctie is hogg ontwikkeld, goed belegd in de organisatie, waardor de architecten een belangrijke rol spelen in veranderprocessen. Aan deelnemers is –achteraf – gevraagd aan te geven welke inschatting zij maken van de volwassenheid van het functioneren van hun afdeling vòòr het volgen van de 2 Architectuur Academy en het huidige functioneren ervan. De onderstaande figuur laat zien welke verschuivingen naar het oordeel van de deelnemers tot stand zijn gebracht. Afbeelding 1 Verschuiving in de volwassenheid van de architectuurfunctie Zoals de afbeelding aangeeft is het aantal ‘verliezende’ architectuurafdelingen sterk afgenomen, terwijl de ‘slagboom-positie’ sterk is toegenomen. Isolement en slagkracht zijn beide licht toegenomen. In het algemeen wordt aangenomen dat het bereiken van de slagkrachtpositie verloopt via isolement of slagboom als tussenstap. De resultaten laten zien dat bijna 50% van de deelnemers aangeeft dat er sinds het volgen van de opleiding goede stappen zijn gezet naar een meer volwassen architectuurfunctie binnen hun bedrijf. Achitecture Maturity Model Naast het DYA maturity model is ook gewerkt met het onderstaande Architecture Maturity Model. Dit model kijkt specifieker naar enkele belangrijke onderdelen die nodig zijn voor een succesvolle bedrijfsarchitectuurpraktijk. Aan de respondenten werd gevraagd per aspect een score van 1 tot en met 5 toe te kennen, waarbij een onderscheid werd gemaakt naar de situatie vòòr het volgen van de opleiding en de actuele situatie. 3 In de enquête is hierover de volgende vraag gesteld: “Kunt u de onderstaande vragen invullen voor uw organisatie aan de hand van het bovenstaande Architecture Maturity Model? Mogelijke opties: 1= Initieel, 2= Herhaalbaar, 3= Gedefinieerd, 4= Gemanaged, 5= Optimaliserend” Ten tijde van de opleiding(1-5) Momenteel (1-5) In welke mate zijn de architectuurproducten en diensten uitgewerkt? In welke mate is de architectuurfunctie ingebed in de organisatie? In welk mate zijn de architectuurprocessen geïmplementeerd? In welke mate is het management van architectuur ingericht? Hoe is de rol van de architecten te typeren? Hoe ziet de ondersteuning van architectuur eruit in de vorm van methoden, technieken en tools? De resultaten per factor De eerste factor betrof het werken met architectuurproducten, zoals een bedrijfsreferentiearchitectuur en projectstartarchitecturen. De evenstaande grafiek toont de verschillen vòòr de opleiding en de actuele situatie. De tweede factor betreft de mate van inbedding van de architectuurfunctie in de organisatie. De grafiek laat zien dat er een hogere mate van erkenning van de architectuurfunctie is ontstaan. 4 De derde factor betreft de mate van implementatie van de architectuurprocessen. Te zien is dat er meer volgens een meer vastomschreven wijze te werk wordt gegaan. Het vierde aspect betrof de inrichting van het management van de architectuurfunctie. Architecten worden meer precies aangestuurd en er wordt meer gestuurd op het architectuurproces. De voorlaatste factor betreft de rol van de architecten zelf. De uitkomsten laten zien dat rollen vaker duidelijk zijn omschreven en belegd. Tenslotte is gevraagd naar de expliciete aanwezigheid van methoden, technieken en tools ter ondersteuning van de architectuurfunctie. Er wordt meer via een vaste methode gewerkt en het gebruik van bijbehorende tools neemt toe. 5 Conclusie De resultaten van het onderzoek wijzen eenduidig in dezelfde richting: de volwassenheid van de architectuurfunctie binnen de onderzochte organisaties is in positieve zin verschoven. De focus lag eerst voornamelijk binnen het niveau “initieel”: er waren geen procedures en architectuur was afhankelijk van persoonlijke kwaliteiten. Dit is verschoven naar “herhaalbaar” en “gedefinieerd”: er wordt geleerd van de stappen die gezet worden en de werkwijze en de ondersteuning ervan krijgt een steeds vastere vorm. In de vrije ruimte die respondenten kregen om hun antwoorden toe te lichten gaven zij aan dat het volgen van de Novius Architectuur Academy zeker een positieve bijdrage had geleverd aan de geconstateerde verbeteringen. Er werd echter door sommigen gewezen op andere oorzaken, die hebben bijgedragen aan de geconstateerde verbeteringen, zoals veranderingen in de organisatie zelf. Enkele respondenten gaven aan dat er nog wel een flinke weg te gaan was, op weg naar hogere volwassenheidsniveaus. Met name de acceptatie en erkenning door het bedrijfsmanagement, liet naar hun idee nog wel te wensen over. Aanbeveling Tenslotte is de vraag gesteld of ex-cursisten de Novius Architectuur Academy zouden aanbevelen aan derden. De onderstaande grafiek laat hierop een bijna ongekend hoge score zien. Veel cursisten hebben aangegeven dat zij de Architectuur Academy aanbevelen vanwege de inhoudelijke kwaliteit, het complete beeld over architectuur dat gegeven wordt, het naadloos aansluiten van bedrijfskunde en informatietechnologie en de toepasbaarheid in de praktijk. Guido Bayens Guido Bayens is partner van Novius. Hij is verantwoordelijke voor de Novius Architectuur Academy. Voor meer informatie: www.novius.nl of [email protected] Dit artikel is gebaseerd op het onderzoeksrapport: “Lange termijn effecten van de Novius Architectuur Academy” opgesteld door Marcel van Wilgenburg. Het onderzoek werd uitgevoerd als afstudeerproject aan de Hogeschool Windesheim, School of Information Sciences, studiejaar 2011 – 2012. ii Zie: www.novius.nl/Academy i 6 . iii Berg, M. van den en Steenbergen, M. van (2003). Niveaus van werken onder architectuur. Informatie, 45(2), 52-56. 7