Protocol Voedingsbeleid Protocol voedingsbeleid WL-gezondheid 1401 1 Soort Document: Code: Protocol WL- Gezondheid Titel: Voedingsbeleid Afdeling: KDV en NSO Versie: Status: Datum: Pagina: 1.0 Vastegesteld Maart 2013 4 Aantal bijlagen: Titel Voedingsbeleid Inleiding Goede voeding is een essentiële factor bij de ontwikkeling en het welzijn van het kind, daarom vindt Kinderopvang t Woudlopertje het belangrijk een aantal uitgangspunten met betrekking tot het te hanteren voedingsbeleid duidelijk te formuleren. Zo hebben alle betrokkenen, zoals de pedagogisch medewerkers , kinderen en ouders helder hoe men het beste met voeding om kan gaan en hoe we dat binnen onze kinderopvang geregeld hebben. Bij het samenstellen van het voedingsbeleid zijn we uitgegaan van de adviezen van het Voedingscentrum en de voor ieder welbekende schijf van 5. De hoeveelheden die genoemd worden, zijn gerelateerd aan de leeftijd van de kinderen. Het beleid zal aangepast worden als de inzichten van het voedingscentrum veranderen. Uitgangspunten Bij het opstellen van het Voedingsbeleid is uitgegaan van de adviezen van het Voedingscentrum waarbij we als uitgangspunt de schijf van 5 voor gezonde keuze van voeding gebruiken. Kern van deze maaltijdschijf zijn 5 regels voor gezond eten: 1. eet gevarieerd 2. eet niet teveel en beweeg 3. eet minder verzadigd vet 4. eet volop groente, fruit 5. ga veilig met voedsel om (om het risico van voedselinfectie te verkleinen / voorkomen) Op het moment dat het Voedingscentrum met nieuwe inzichten komt, zijn deze inzichten van toepassing. Protocol voedingsbeleid WL-gezondheid 1401 2 Richtlijnen Pedagogisch mee-eten Binnen kinderopvang ’t Woudlopertje vinden we dat onze pedagogisch medewerkers een voorbeeld functie hebben. Daarom eten onze pedagogisch medewerkers mee met de kinderen op de groep. Voor hen gelden dan ook dezelfde regels van dit voedingsbeleid. In de pauze van de pedagogisch medewerkers staat het hen natuurlijk vrij te nuttigen wat zij graag willen, echter in het bij zijn van de kinderen wordt er door de pedagogisch medewerker niet iets anders gegeten dan het voedingsbeleid voorschrijft. Broodmaaltijden (lunch) Hier streven we binnen onze kinderopvang naar zoveel mogelijk variatie in de voeding. De gedachte is dat hiermee de smaakontwikkeling gestimuleerd wordt. Bovendien zou de kans op het ontwikkelen van voedselintolerantie en –allergieën verminderd worden. Een kind mag op de eerste boterham iets hartigs kiezen en daarna iets met zoetwaar. Wel wordt er op gelet dat als een kind meer boterhammen eet, niet steeds hetzelfde beleg wordt gekozen. Kinderen tussen de één en vier jaar mogen twee tot drie sneetjes brood per dag. Wanneer een kind thuis ontbijt met een boterham is er nog ruimte voor één a twee boterhammen op het kinderdagverblijf. Voor de NSO kinderen in de leeftijd van vier tot twaalf jaar is dat anders. Zij hebben drie tot zes sneetjes brood per dag nodig. In de vakantie blijft er voor hen hier ruimte voor twee tot vier boterhammen. Op de babygroepen krijgen de baby’s korstjes brood om brood te leren eten, als de kinderen ouder worden laten wij dan ook de korstjes aan het brood zitten zodat de kinderen beter leren kauwen. Bij ons brood wordt gekozen voor volkoren producten. Belangrijk vanwege: koolhydraten, eiwit, vezels, B - vitamines en mineralen (zoals ijzer) Ook kiezen wij voor zachte margarine of halvarine op brood want deze bevat meer plantaardige oliën met onverzadigde vetzuren. Belangrijk vanwege: vitamine A, D en E en essentiële vetzuren. Keuze van broodbeleg. Zoals al genoemd wordt is variatie belangrijk! Wij plaatsen bij het kinderdagverblijf maximaal twee verschillende soorten zoet beleg bij de broodmaaltijd. Bij de cracker geven wij alleen vruchtenstroop als beleg, of geprakt fruit. Standaard beleg is: Hartig: plakjes kaas, plakjes worst, groentespread, komkommerspread, kipfilet. Zoet: appelstroop, perenstroop, vruchtenjam, vruchtenhagelslag, bebogeen en pindakaas (niet voor de babygroepen) Keuze van melkproducten Er wordt bij voorkeur gekozen voor halfvolle en magere melkproducten. Kinderen die geen melk lusten bieden we karnemelk of water aan. Belangrijk vanwege: eiwit, B – vitamines en mineralen (zoals calcium) Vegetarische kinderen lopen meer risico te weinig ijzer op te nemen doordat ze geen vlees eten. Het ijzer in het brood wordt beter door het lichaam opgenomen als er vitamine C bij ingenomen Protocol voedingsbeleid WL-gezondheid 1401 3 wordt. Calcium (in melk!) vermindert de opname van ijzer uit het brood. Voor vegetarische kinderen is het daarom beter als melk aan het einde van de broodmaaltijd of op een ander tijdstip gegeven wordt. Keuze van fruit en groente: Op het kinderdagverblijf bieden wij in de ochtend fruit en groente aan. Te denken valt aan de seizoensvruchten maar ook aan tomaatjes, komkommer, paprika en wortel. Fruit wordt bij de peuter en NSO groepen, daar waar het bij het fruitsoort past met schil aangeboden, denk hierbij bijv aan appels. Indien een kind weinig fruit eet wordt er nog eens extra aangeboden. Indien een kind geen fruit lust overleggen we met de ouders hierover. Belangrijk vanwege: vitamines, zoals vitamine C en foliumzuur, mineralen zoals kalium, vezels en bio-actieve stoffen. Let op geen aardbeien en kiwi’s voor kinderen onder 1 jaar ! Ook maken wij regelmatig van ons eigen geteelde groente een soep welke wij met de kinderen bij de broodmaaltijd eten. Te denken valt aan tomaten/groente soep, courgette soep etc. Keuze van drinken: Naast het drinken tijdens de lunch wordt er ook ’s ochtend en ‘s middag wat te drinken aangeboden. Bij voorkeur wordt gekozen voor vruchtensap of -concentraat, (zoals bv. diksap) limonadesiropen welke natuurlijke suikers (fructose, glucose, sacharose / kristalsuiker) bevatten . Als kinderen tussen de maaltijden dorst hebben kunnen ze water drinken. Bij warm weer krijgen kinderen meer drinken dan normaal. Op de BSO krijgen de kinderen ook thee (aangelengd met koud water) aangeboden. Opmerking: Wij vermijden siropen / dranken waarin suiker (deels) is vervangen door kunstmatige intensieve zoetstoffen (‘light’) omdat de ADI (=max. inname per dag) van de kunstmatige zoetstof bij kinderen snel overschreden wordt. Bovendien is (nog) weinig bekend van de gevolgen van langdurig gebruik van zoetstof(fen) bij kinderen. Om deze redenen wordt het voorkeursadvies van het Voedingscentrum t.a.v. (fris)dranken niet opgevolgd. Soms is het zo dat kinderen om medische redenen van huis ander drinken mee krijgen, wij gieten dit dan over in een beker van ons, zodat het kind geen uitzondering wordt en het met de groep mee kan doen. Keuze van tussendoortjes en extra’s: Tussendoortjes zijn belangrijk voor het leveren van voedingsstoffen. We geven bij voorkeur tussendoortjes met zo min mogelijk toegevoegde suikers en / of vet. Tussendoortjes die wij geven zijn rijstwafels, een cracker, een ontbijtkoekje, volkoren biscuitjes, soepstengels, rozijntjes, incidenteel popcorn (ongezoet/ongezouten), stukjes komkommer. Dit kan eventueel aangevuld worden met andere groenten zoals wortel en kerstomaatjes. Bij uitzondering, bijv. ’s zomers als het erg warm is en kinderen voldoende vocht moeten binnenkrijgen, kunnen we de kinderen een waterijsje of bouillon geven (krijgen ze namelijk dorst van). Protocol voedingsbeleid WL-gezondheid 1401 4 Keuze van kook- en bakactiviteiten: Bij kook- en bakactiviteiten letten we ook op gezonde voeding. We gebruiken zo mogelijk verse en onbewerkte ingrediënten. Tevens wordt er gelet op hygiëne en veiligheid tijdens de bereiding en het bewaren van de gerechten. (Zie ons protocol Hygiëne voor kleine instellingen) Natuurlijk houden we ook aan onze algemene criteria vast: • niet te vet • niet te zoet Keuze van traktaties: Bij traktaties geven wij de voorkeur aan voor zoveel mogelijk gezonde producten om de kinderen uit te laten delen. Ook het trakteren van iets wat niet eetbaar is kan heel leuk zijn. Erg ongezonde traktaties gaan in het mandje zodat ouders thuis kunnen kiezen wat zij hun kind willen geven en wanneer. Ouders worden hierop gewezen. Desgewenst kunnen ouders ideeën krijgen voor gezonde traktaties. (Zie de huisregels van ’t Woudlopertje en traktatie map in de gang) BSO vakantie weken en studiedagen Tijdens de vakantieweken en studiedagen geldt als basis dat dezelfde producten worden aangeboden als tijdens schoolweken, maar wordt er ook wel eens snoep, chips of ijs aan de kinderen aangeboden. Soms is dit een onderdeel van een activiteit (waarbij het vinden van een “schat” een koekje of snoepje is) maar daarnaast ook gewoon omdat het lekker is en hiermee de vakantiesfeer benadrukt wordt. Er wordt daarbij op gelet, dat: - kinderen incidenteel snoep krijgen aangeboden. Dit gaat altijd in overleg met de assistent vestigingsmanager. Allergieën Tijdens het intake/kennismakingsgesprek wordt met de ouder(s) afgestemd of er mogelijk sprake is van bepaalde allergieën en / of intoleranties waarmee wij rekening moeten houden. Tevens zal dit onderwerp gedurende de periode dat het kind bij ons in de opvang is constant onder de aandacht zijn van de pedagogische medewerkers en regelmatig besproken worden met de ouder(s). Bij een kans op een anafylactische shock zie ons protocol Anafylactische shock. Protocol voedingsbeleid WL-gezondheid 1401 5