Stichting Hospice De Orchidee

advertisement
Stichting Hospice De Orchidee
Centrum voor palliatieve terminale zorg
GENNEP
Startnotitie 3.1
Pagina 1
Inhoudsopgave
1. Inleiding
A. Algemeen
B. Achtergrond
C. Palliatieve terminale zorg
3
2. Keuzen van het Hospice “De Orchidee”
A. Inleiding
B. Doel van Hospice “de Orchidee”
C. Doelgroep
D. Draagvlak
5
3. Interne Organisatie
A. Bestuur
B. Medewerkers
1.Coördinator Zorgverlening/Hoofd
2. Verpleegkundige
3.Verzorgende
4. Vrijwilligers
5. Arts
6. Overige hulpverleners
7. Geestelijke ondersteuning
8
4. Afscheid
11
` 5. Huisvesting
11
6. Financiering
11
7 Kwaliteitsbewaking
A. Wet BIG
B. WGBO
C. WKCZ
D. Opnamebeleid
E. Huisafspraken
F. Beschikbaarheid en professionalisering
13
8 Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
A. Bestuur
B. Medewerkers
C. Profielschetsen
1. Coördinator
2.Verpleegkundigen
3. Verzorgenden
4. Huishoudelijke Hulp
5. Vrijwillige directe zorg
6 Vrijwillige indirecte zorg
7. Huisarts
8.Overige disciplines
14
9 Nazorg
19
Startnotitie 3.1
Pagina 2
1. Inleiding
A. Algemeen
“Ik kan je niet beter maken, maar ik kan wel proberen ervoor te zorgen dat je je wat beter
voelt”, dit is een uitspraak van de bisschop van Tours (319-397 na Christus).
De mens is niet gevraagd of hij wil leven, leeft zijn eigen leven en sterft zijn eigen dood,
maar dat hoeft hij niet alleen te doen.
Twee uitspraken die uitgangspunt en leidraad zijn, voor de bestuursleden van de stichting :
Stichting Hospice de Orchidee (hierna te noemen hospice), bij het verlenen van zorg en
ondersteuning aan mensen in hun laatste levensfase en deze levensfase in het nog te
openen hospice te Gennep willen doormaken samen met hun naasten.
De gast wordt als gelijkwaardige gesprekspartner beschouwd, hij heeft de regie in handen.
Met zijn wensen en behoeften wordt zoveel mogelijk rekening gehouden. Het hospice zorgt
er enerzijds voor dat familieleden en naasten worden ontlast zodat zij meer persoonlijke
aandacht kunnen geven aan degene die zich in de laatste levensfase bevindt. Anderzijds
kan de gast zich in het hospice minder afhankelijk voelen van familie en naasten.
Het is een gastvrij huis, waar mensen die zich in deze laatste levensfase bevinden,
persoonlijke aandacht, zorg, warmte en nabijheid krijgen op een bij hen passende wijze, als
dat door omstandigheden thuis niet meer mogelijk is.
De laatste levensfase houdt in dat iemand een levensverwachting heeft van drie maanden of
korter. De gast behoudt zijn eigen huisarts. De Orchidee is er voor iedereen die in deze
laatste levensfase is, ongeacht levensovertuiging of achtergrond.
Het hospice is speciaal bedoeld voor mensen uit de regio Gennep, Bergen, Cuijk, Mook en
Middelaar en Boxmeer en Nederlanders uit de regio Kleve (Duitsland). Ook mensen van
buiten deze regio zijn welkom, met name als ze enige binding hebben (of hebben gehad)
met deze regio. Er is plaats voor 5 maximaal 6 gasten.
Het primaire doel is zorg te geven van een zo hoog mogelijke kwaliteit op welk vlak dan ook
aan de gast en zijn familie en naasten. De professionele zorg van de thuiszorg wordt
aangevuld met liefdevolle zorg verleend door vrijwilligers om deze laatste levensfase zo
leefbaar mogelijk te laten verlopen en hen een “bijna thuis” gevoel te geven.
Naast persoonlijke en geestelijke bijstand en het zo comfortabel mogelijk maken, staan pijnen symptoombestrijding voorop in onze zorg, in een voor de gast zo prettig mogelijk
gemaakte omgeving.
Gedurende 24 uur per dag zijn er verpleegkundigen en verzorgenden aanwezig die
verantwoordelijk zijn voor professionele zorg en begeleiding. Daarnaast zijn er tussen 7.00
uur en 23.00 uur een aantal vrijwilligers aanwezig die de gasten begeleiden als ze naar
buiten willen gaan, als ze iets willen eten of de krant willen lezen of gewoon een praatje
willen maken of bij elkaar zitten.
Ook taken in de keuken, de tuin en de receptie worden gedaan door vrijwilligers. Onze dank
is groot aan de vele vrijwilligers die zich al bereid verklaard hebben om hun ondersteuning te
verlenen.
Startnotitie 3.1
Pagina 3
Op grond van vragen uit de praktijk en op grond van ruime ervaring van enige bestuursleden
is de stichting ervan overtuigd dat er behoefte is aan een hospice in onze regio.
Hierna leest u meer over de achtergrond van dit initiatief. De in dit plan opgenomen cijfers
zijn prognoses en daarom onder voorbehoud. Zodra de huisvesting definitief is, zal de
Stichting bijzonder graag naar buiten treden met haar verder uitgewerkte plannen.
B. Achtergrond van dit initiatief
Sterftecijfers en potentiële behoefte aan Hospice Zorg
In Nederland zijn in het jaar 2010 ongeveer 140.000 mensen overleden, waarvan 55.000
aan een niet-acute aandoening. Dit aantal zal de komende jaren met 1% per jaar stijgen,
onder andere vanwege de toenemende vergrijzing. Ongeveer de helft van de mensen die
overlijden aan een niet-acute aandoening, sterft thuis.
Het hospice is bedoeld voor mensen die woonachtig zijn in de regio Gennep, Bergen, Cuijk,
Mook en Middelaar en Boxmeer. Deze regio telt ongeveer 91.000 (per augustus 2013)
inwoners. De Nederlanders die net over de grens in Duitsland wonen, in de regio Kleve zijn
in deze telling buiten beschouwing gebleven. Ook op deze groep richt het hospice zich.
Mensen die in een ziekenhuis of verpleeghuis verblijven vallen in principe buiten de
doelgroep van het hospice, met dien verstande dat er thans mensen in een verpleeghuis
overlijden die liever in een hospice zouden overlijden, als dit praktisch mogelijk zou zijn.
De terminale zorg die in het hospice wordt aangeboden is de zorg voor mensen die gaan
sterven en is aan de orde indien duidelijk is dat de ziekte niet meer te keren is en op
korte(re) termijn tot overlijden leidt. De zorg is dan ook niet gericht op verlenging van het
leven maar op het verlichten van het lijden en het verbeteren van de kwaliteit van het leven.
Landelijk wordt op dit moment uitgegaan van vier tot zes palliatieve bedden voor een regio
van 100.000 inwoners. (geschatte aantal bedden is ontleend aan: projectgroep integratie
hospice zorg 2001; zorgverzekeraars Nederland 2003)
Betekenis van de sterftecijfers voor de onderhavige regio
In de hiervoor omschreven regio zijn geen hospices, met dien verstande dat de inwoners
van de gemeente Boxmeer gebruik kunnen maken van het hospice in Sint Anthonis dan wel
het hospice in Venray.
Voorts is er aanbod van palliatieve zorg in:
Verpleeghuis Madeleine te Boxmeer;
Verpleeghuis Sint Anna te Boxmeer;
Verzorgingshuis De Elsendonk te Boxmeer;
Verzorgingshuis Norbertushof;
Verzorgingshuis Pantein Maartenshof te Cuijk;
Verpleeghuis “t Hofke te Cuijk;
Verpleeghuis De Parasol te Cuijk;
Startnotitie 3.1
Pagina 4
Bovenstaande in aanmerking nemende wordt in de beoogde regio van vestiging palliatieve
zorg ofwel in de verzorgingshuizen aangeboden ofwel wordt de zorg in de thuissituatie
aangeboden. Andere varianten ontbreken helaas.
Uitgaande van de toenemende vergrijziging en het toenemende aantal mensen dat overlijdt
aan een ongeneeslijke ziekte, met name kanker, is het van belang dat de palliatieve zorg zo
goed mogelijk vorm gegeven wordt en zo dicht mogelijk bij huis.
C. Palliatief terminale zorg
De terminale zorg in deze laatste levensfase is “palliatieve zorg”.
Het is de totale zorg in de laatste levensfase van het leven, lichamelijk, geestelijk,
emotioneel, spiritueel en sociaal voor de gasten die ongeneeslijk ziek zijn en aan degenen
die hen direct omringen. Doel is handhaven of verbeteren van de kwaliteit van het leven tot
het laatst toe, zowel voor de gast als zijn naaste(n).
Mensen die zich in deze situatie bevinden kunnen gebruik maken van diverse
mogelijkheden:
 Thuis blijven;
 Een palliatieve unit bij een verpleeghuis;
 Een palliatief bed bij een verzorginghuis;
 Een high-care hospice
 Een low-care hospice ofwel bijna thuis huis.
Dat er behoefte is aan palliatieve zorg op basis van particuliere initiatieven, blijkt mede uit
het bestaan en de jarenlange ervaring van overkoepelende landelijke organisaties zoals:
AGORA, IKNL (integraal kankercentrum Nederland) en VPTZ (vrijwilligers palliatieve
terminale zorg Nederland), die tevens steun en expertise verlenen aan hospices in
Nederland.
2. Keuzen van het Hospice de Orchidee
A. Inleiding
Na ruim overleg en het inwinnen van informatie over de verschillende mogelijkheden, heeft
het bestuur van Hospice De Orchidee ervoor gekozen om de mogelijkheid van 5 tot
maximaal 6 palliatieve bedden, waarvan een respijtbed aan te bieden, op basis van low-care
zorg met een zo hoog mogelijke kwaliteit in overeenstemming met de landelijke
kwaliteitseisen, voor zover deze zijn ontwikkeld, in de regio van de gast.
Tevens wil het hospice de mogelijkheid bieden tot kortdurend verblijf voor een gast (een
zogenaamd respijtbed) om eventuele mantelzorgers te ontlasten.
Dit betekent dat vooral patiënten met een sociale indicatie, gebrek aan mantelzorg,
uitgeputte mantelzorg of het ontbreken van georganiseerde zorg, kunnen verblijven in het
hospice, op basis van een zorg zwaartepakket, waarbij een combinatie van huisarts,
wijkverpleegkundige, verzorgende en vrijwilligers de gehele zorg op zich nemen. Het
hospice is kleinschalig van opzet met maximaal 6 bedden. Het is een zelfstandig hospice,
maar er kan samengewerkt worden met omliggende hospices als dit de gasten ten goede
komt.
Startnotitie 3.1
Pagina 5
Aanwezigheid, zorg, aandacht, rust en veiligheid, in een voor de gast prettige omgeving,
wordt door de medewerkers in ruime mate geboden gedurende 24 uur per dag en bepalen
de sfeer in het hospice.
De vrijwilligers verrichten geen medische of verpleegkundige handelingen. Daarvoor zijn de
huisarts, verpleegkundigen en verzorgenden bevoegd. De coördinator van het hospice leidt
een en ander in goede banen.
Afgezien van de noodzakelijke inventaris die verzorging en verpleging vergt, richten de
gasten hun kamer in zoals ze zelf graag willen en kunnen. Zij kunnen hun hond of poes of
vogel of vissen meenemen, echter met in achtneming van de huisregels, om zo zorg te
dragen dat ze zich zo snel mogelijk thuis voelen.
De vrijwilligers hebben een persoonlijke zorg voor de stervende en diens naasten in het
hospice, zodat het hen aan niets ontbreekt.
Voorop staan aldus de wensen en verlangens van de stervende, dat geldt ook voor diens
levensovertuiging. De levensovertuiging, de ethische instelling van de patiënt is echter net
zo belangrijk voor de mensen die hun inzet aan het hospice verlenen, zij dienen de wensen,
de instelling, de gedachten en overtuigingen van de stervende te respecteren, alsmede een
keuze voor eventuele vrijwillige levensbeëindiging.
Omdat het hospice een regionale functie heeft, weliswaar verdeeld over de provincies
Limburg en Noord-Brabant, maakt ze deel uit van het sociale netwerk dat met name bestaat
uit de regio “Land van Cuijk en Maasduinen”.
Het hospice maakt deel uit van het netwerk van professionele zorgverleners en
vrijwilligersorganisaties voor zorgverlening. Samenwerkingsovereenkomsten met hen dienen
opgesteld te worden. Van initiatieven die mogelijk elders in de regio’s ontwikkeld worden,
dient kennis te worden genomen, teneinde maximale synergie te bereiken.
B. Doel van Hospice “De Orchidee”
Het uitgangspunt van het hospice is het verlenen van palliatieve terminale zorg in een
geëigende omgeving, waarin de autonomie en urgentie van de gast richtinggevend zijn. Het
hospice waarborgt dan ook een geïntegreerd pakket van lichamelijke, psychische, sociale en
spirituele begeleiding van de gast en zijn naasten.
Het hospice streeft naar een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven van de gasten.
Om uitvoering te kunnen geven is een stichting opgericht : Stichting Hospice De Orchidee.
Deze stichting heeft ten doel:
a. het ondersteunen van ernstig zieke mensen in hun laatste levensfase, zodat zij in
staat gesteld worden om in een zoveel mogelijke "thuissituatie" te kunnen sterven.
het hospice ondersteunt hierbij niet alleen de stervenden maar ook hun naasten;
b. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste
zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:
a. de realisering en exploitatie van een centrum voor palliatieve terminale zorg waarin
ernstig zieke mensen in hun laatste levensfase, zowel geestelijk als lichamelijk
verzorgd worden zodat zij in staat gesteld worden om in een zoveel mogelijke
“thuissituatie” te kunnen sterven.
Startnotitie 3.1
Pagina 6
b.
c.
d.
e.
f.
Het hospice-huis ondersteunt hierbij niet alleen de stervenden maar ook hun
naasten bij het stervensproceshet geven van aanvullende zorg en begeleiding aan
mensen in hun laatste levensfase;
het verkrijgen van voorzieningen voor verzorging en begeleiding van mensen in hun
laatste levensfase;
het geven en/of doen geven van begeleiding aan verwanten van mensen in hun
laatste levensfase;
het werven, selecteren en inzetten van vrijwilligers ten behoeve van de hierboven
genoemde taken;
het aansluiten op en het samenwerken met instanties en groeperingen die op
hetzelfde of aanverwante terrein werkzaam zijn;
alle andere activiteiten die bevorderlijk zijn voor het doel.
C. Doelgroep
De doelgroep van het hospice bestaat uit de volgende twee groepen gasten:
 gasten met een levensverwachting van korter dan 3 maanden, waarbij een verblijf in
de thuissituatie definitief niet meer haalbaar is;
 gasten met een levensverwachting korter dan 3 maanden, waarbij een verblijf in de
thuissituatie tijdelijk niet haalbaar is (respijtzorg).
Of een verblijf in de thuissituatie niet meer haalbaar is, wordt bepaald door:
 de intensiteit en de complexiciteit van de wenselijke zorg;
 de aanwezigheid of draagkracht van de mantelzorg;
 beschikbaarheid van het professionele zorgaanbod.
Het hospice, richt zich op volwassen gasten afkomstig uit de regio Gennep, Bergen, Cuijk,
Mook en Middelaar en Boxmeer en de Nederlanders uit de regio Kleve, maar ook op
mensen die niet uit deze regio komen maar hier een binding mee hebben (of gehad) ,
bijvoorbeeld omdat hun familie of vrienden waarmee ze een nauwe band hebben wel in
deze regio wonen.
D. Draagvlak
Er is onderzocht of er voldoende steun is in de regio Gennep voor de realisering van het
hospice. Middels het ondertekenen van adhesieverklaringen is gebleken dat de navolgende
organisaties, die dagelijks werkzaam zijn in de gezondheidszorg/ouderenzorg, de
initiatiefnemers mevrouw Arntz en mevrouw Rutten-van Heesch die zelf in de
gezondheidzorg werkzaam zijn, van harte ondersteunen, het betreft onder andere:










Het Huis voor de Zorg, Zorgbelang Limburg;
Proteion thuiszorg;
W.M.O. –raad Gennep;
De Psychologenpraktijk Maas en Niers Gennep;
HAGRO ( huisartsengroep ) Gennep;
Buurtzorg Gennep;
Pantein thuiszorg;
Norbertushof ( Zorgcentrum Pantein ) Gennep;
Netwerk Palliatieve Zorg Noordelijke Maasvallei;
De Gemeenteraad van de gemeente Gennep
Startnotitie 3.1
Pagina 7
Voorts hebben vele anderen, zoals de gemeente Gennep, de woningstichtingen, de overige
bestuursleden, Hospice De Zenit in Venray, en de vele vrijwilligers die zich al aangemeld
hebben, van hun warm enthousiasme laten blijken.
3. Interne Organisatie
Bij notariële akte is de stichting: Stichting Hospice De Orchidee, gevestigd te Gennep en
ingeschreven ten kantore van de Kamer van Koophandel onder nummer 51051400
opgericht, die thans de ANBI- status heeft gekregen. Het doel van deze stichting is hiervoor
nader omschreven.
Email adres:[email protected]
Website:www.hospicedeorchidee.nl
Bankrekeningnummer: 15.82.31.481
A. Bestuur
Het bestuur bestaat uit:
Voorzitter:
Secretaris:
Penningmeester:
Bestuurslid:
Bestuurslid:
Mevrouw J.M. Arntz: tel 06-13725746;
De heer C.J.J.M. van Duuren: tel 06-11888268
Mevrouw J.H. Rutten- van Heesch: tel 06-12615488
Mevrouw H.M.G. Geurts – Geerlings
De heer G.W. Müskens
Het bestuur bepaalt de visie, strategie en het beleid van het hospice en stelt de kaders vast
voor de omvang en de aard van de te verlenen zorg, waaronder tevens begrepen geestelijke
zorg, personeelsbeleid, kwaliteitsbeleid, protocollering, en het beleid op het gebied van
facilitaire dienstverlening en sfeer binnen het hospice.
Voorts draagt het bestuur ook de verantwoordelijkheid voor het beleid en de uitvoering
daarvan, waartoe het richtlijnen vaststelt, waaraan de zorg moet voldoen daarbij rekening
houdende met de wettelijke en andere bepalingen en regelgeving.
Het bestuur draagt ook zorg voor het planning- en controlesysteem en de financiering en is
derhalve het aanspreekpunt voor de samenwerkende zorgaanbieders,
ziektekostenverzekeraars, gemeenten en andere externe instanties, sponsoren en de
publiciteit.
Tevens is het bestuur verantwoordelijk voor de financiële rekening en verantwoording.
Het bestuur van het hospice zal de dagelijkse leiding delegeren aan een coördinator.
Het beleid binnen het hospice wordt bepaald door het bestuur op basis van informatie van
de coördinator, de overige medewerkers, de gasten en hun familie en naasten.
Voorts draagt het bestuur zorg voor goede en juiste informatie aan de gasten en hun familie
en naasten en zorgt dat er een passende huiselijke sfeer heerst in het hospice.
Startnotitie 3.1
Pagina 8
B. Medewerkers
De in het hospice werkzame personen bestaan uit:
 een coördinator zorgverlening; dit is een beroepskracht in dienst van het hospice
of bij het hospice gedetacheerd;
 professionele hulpverleners, bestaande uit (huis)artsen, verpleegkundigen,
ziekenverzorgers en eventueel een psycholoog, zoals die ook in elke thuissituatie
aantreden;
 een geestelijk verzorger, een stervensbegeleider, een vertrouwenspersoon;
 een team van geschoolde vrijwilligers.
1. Coördinator zorgverlening
De coördinator geeft leiding aan de zorgmedewerkers en vrijwilligers van het hospice en
zorgt voor de dagelijkse administratieve zaken, zodanig dat sprake is van een geordende
effectieve en efficiënte bedrijfsvoering die zodanig afgestemd moet zijn dat de gasten zich
zo prettig mogelijk voelen in het hospice omringd door de juiste zorg op het juiste moment.
De coördinator coördineert aldus de dagelijkse gang van zaken en adviseert het bestuur en
voert het door het bestuur uitgezette beleid uit. Daarenboven pleegt/draagt deze bij aan de
acquisitie.
Derhalve is het noodzakelijk dat de coördinator zowel intern en extern overleg pleegt
teneinde de zorg aan de gasten en hun naasten te optimaliseren.
Zo nodig verleent de coördinator verpleeg- en verzorgende taken en is gastvrouw/gastheer
voor de gasten.
2.Verpleegkundige
Het verrichten van verpleegkundige, verzorgende en begeleidende taken gericht op de
palliatieve zorg voor de gasten en hun naasten.
Voorts voert de verpleegkundige de richtlijnen en aanwijzigen van de behandelend artsen en
psychologen uit.
Ze organiseren de diverse hulpverleningstrajecten voor de gasten en geven aanwijzingen
aan de overige zorgverleners en vrijwilligers werkzaam in het hospice.
Verder staan ze de gasten en hun naasten bij in woord en daad.
De verpleegkundige functioneert tevens als verbindende schakel tussen de behandelaars,
de gast, zijn naasten en de coördinator en neemt deel aan intern- en extern overleg zodat de
zorg geoptimaliseerd wordt en voor de gast en zijn naasten helder, duidelijk en naar wens is.
3.Verzorgende
Deze houdt zich bezig met de medische en lichamelijke verzorging van de gast.
Voorts dient deze zich op een zeer flexibele manier te verdiepen in het referentiekader van
de gast en zijn naasten en dit te respecteren
De verzorgende verricht de intake van de gast en zijn naasten en voert in overleg met hen
en/of volgens indicatie van de artsen en de verpleegkundigen werkzaamheden uit.
Er wordt overleg gepleegd met de coördinator, de verpleegkundige en de overige
verzorgenden en voert volgens indicatie van de behandelaars en verpleegkundigen
begeleidende werkzaamheden uit, in goede samenwerking met de vrijwilligers.
Startnotitie 3.1
Pagina 9
4.Vrijwilligers
Iedere vrijwilliger voert een taak uit naar eigen wens en kunnen. Het betreft taken die niet
door verpleegkundigen of verzorgenden gedaan hoeven of moeten worden.
De inhoud van de taak kan in 2 categorieën verdeeld worden: huishoudelijke
werkzaamheden en niet huishoudelijke werkzaamheden.
Onder huishoudelijke werkzaamheden wordt verstaan, maaltijden verzorgen, afwassen,
poetsen, voor zover noodzakelijk, de was doen, boodschappen doen tuinonderhoud etc.
Onder niet huishoudelijke werkzaamheden worden verstaan:
praktische ondersteuning voor lichamelijke verzorging van de gast, helpen met eten en
drinken indien nodig, het verlenen van emotionele steun en begeleidt de gast op een door
de gast aangeven tijdsinvulling.
Hij/zij signaleert veranderingen bij de gast en pleegt overleg met de verzorgende of
verpleegkundige indien de vrijwilliger dat raadzaam acht.
De vrijwilliger zorgt in overleg met de gast dat er een passende goede sfeer heerst voor de
gasten, doet boodschappen met en voor hen.
Ook kan de vrijwilliger zijn steentje bijdragen bij activiteiten, nieuwsbrieven, nazorg en
herdenkingsdiensten.
5. Arts
De eigen huisarts/behandelaar is eindverantwoordelijk voor de behandeling en het medisch
dossier van de gast.
In samenspraak met de verpleegkundigen en de gast (en diens naasten) stelt de arts een
behandelplan op dat ten uitvoer dient te worden gebracht hetgeen het hospice zal faciliteren.
6.Overige hulpverleners.
Op verzoek van de gast, dan wel na overleg met de gast (en/of diens naasten) zullen ook
psychologen, maatschappelijk werkers, fysiotherapeuten werkzaam zijn in het hospice zowel
als mensen die geestelijke ondersteuning verlenen aan de gast.
7.Geestelijke ondersteuning
In het hospice is er een plek voor de gast van welke geloofsovertuiging dan ook. Elke
geloofsovertuiging wordt gerespecteerd en de wensen van iedere gast zullen worden
gefaciliteerd.
Verdere organisatie
De verdere organisatie zal vorm krijgen en nader ingevuld worden middels
vrijwilligershandleidingen, trainingen, werkhandleidingen procedurebeschrijvingen in nauwe
samenwerking en met gebruikmaking van de kennis en informatie van de stichting VPTZ,
Vrijwillige Palliatieve Terminale Zorg en de stichting Agora, beiden te Bunnik.
Startnotitie 3.1
Pagina 10
4. Afscheid
De naasten van de overledene kunnen na het overlijden de kamer blijven gebruiken en
gebruik maken van het hospice om op hun wijze passend afscheid te nemen van de
overledene.
Een afgevaardigde van het hospice zal aanspreekpunt zijn voor de naasten van de
overledene en bij de uitvaart aanwezig zijn namens alle medewerkers van het hospice.
Verzorging van de overledene
Aan de naasten van de overledene wordt de mogelijkheid geboden om samen met de
verpleegkundige of de uitvaartonderneming de verzorging van de overledene uit te voeren
met in achtneming van de wensen en de levensovertuiging van de overledene en diens
naasten
5. Huisvesting
Voor een geschikte huisvesting van het hospice heeft de stichting meerdere contacten
gelegd, maar nog niets concreets gevonden.
De Stichting heeft haar wensen en eisen voor het pand geïnventariseerd.
Minimaal is nodig een woon/leef oppervlakte van ongeveer 300 m2, waarbij het van belang
is dat op de begane grond zowel de kamers voor de gasten als de huiskamer, de keuken,
badkamer, 2 toiletten en een stilteruimte zullen zijn.
Het mooiste is als ook de kantoren voor werkoverleg en administratie en een logeerkamer
voor de naaste, op de begane grond zouden zijn, maar dit is niet noodzakelijk.
De ruimten dienen een prettige huiselijke sfeer uit te ademen, maar tegelijk te voldoen aan
de eisen van de verzorging, de brandweer en overige veiligheidseisen. Voorts mogen geen
drempels of trappen op de begane grond zijn, de deuren en gangen moeten zodanig zijn dat
er bedden en rolstoelen doorheen kunnen. Ook dienen de badgelegenheid en de toiletten
voor de gasten van aanpassingen te worden voorzien.
6. Financiering
De financiering is voor Stichting De Orchidee een probleem, met welk probleem ook de
overige hospices geconfronteerd worden. Een en ander blijkt ook uit het rapport dat naar
aanleiding van het landelijk overleg met de minister in het voorjaar van 2011 is opgesteld.
We hopen echter dat dit opgelost wordt middels giften en fondsen en dat het bedrijfsleven,
particulieren en anderen een steen(tje) bijdragen omdat subsidies van WVS uitsluitend ter
beschikking worden gesteld voor de betaling van de coördinator.
Zodra de beslissing met betrekking tot de huisvesting is genomen, zullen diverse
financieringsbronnen aangeboord worden, te denken aan:
 een professioneel bureau, dat zich bezig houdt met subsidies;
 serviceclubs;
Startnotitie 3.1
Pagina 11










banken en financiële instelling uit de regio;
sociale fondsen van bedrijven;
bedrijven in natura (bijv. voor de inrichting)
zorgorganisaties;
giften;
legaten;
gelden ter beschikking gesteld door donateurs/vrienden van het Hospice;
ludieke acties/merchandising;
advertentiecampagnes;
gemeenten en provincie.
Met het creëren van naamsbekendheid middels mond op mond en publicaties in regionale
dag- weekbladen is al begonnen.
.
Ook is ter verdere financiering de stichting: Stichting De Orchidee Beheer opgericht, welke
eveneens is gevestigd te Gennep en is ingeschreven ten kantore van de Kamer van
Koophandel onder nummer 51051184, met als doel:
1. het ontvangen en beheren van financiële middelen en donaties en het uitkeren
daarvan aan de Stichting De Orchidee:
a het geven van aanvullende zorg aan mensen in hun laatste levensfase en het
geven en/of doen geven van begeleiding aan verwanten van mensen in hun
laatste levensfase die niet gefinancierd wordt op andere wijze;
b het geven van, een door het bestuur vast te stellen, bedrag voor een presentje
voor vrijwilligers die de mensen begeleiden en verzorgen, bij bijzondere
gelegenheden;
c het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de
ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
2. Deze stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door het (laten)
generen van financiële middelen ten behoeve van het hospice.
Het bestuur van deze stichting bestaat thans nog uit:
Voorzitter:
Mevrouw J.M. Arntz.
Secretaris/Penningmeester:
Mevrouw J.H. Rutten- van Heesch.
Bestuurslid
Vakant
Startnotitie 3.1
Pagina 12
7.
Kwaliteitsbewaking
De procedures en normen voor het vaststellen, beheersen en verbeteren van de kwaliteit in
het hospice worden vastgelegd in een kwaliteitsplan.
A. Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG)
 de taken en verantwoordelijkheden van alle medewerkers (verpleegkundigen,
verzorgenden en vrijwilligers) zijn duidelijk omschreven.
 de verpleegkundigen en verzorgenden die in het hospice werkzaam zijn, zijn in dienst
van de thuiszorg en gedetacheerd naar het hospice. Zij werken volgens de
protocollen voor risicovolle en voorbehouden handelingen van de thuiszorg. De
borging van de bekwaamheid ( BIG scholing) van de verpleegkundigen is in handen
van de thuiszorg.
 er is een regeling getroffen voor het uitvoeren van voorbehouden handelingen met
uitvoeringsverzoek van de arts.
 de vrijwilligers en coördinator houden zich aan de richtlijnen die door het Landelijk
Steunpunt Vrijwilligers Terminale Zorg zijn ontwikkeld. de verpleegkundigen werken
volgens de gangbare richtlijnen voor palliatieve terminal zorg.
 het hospice maakt deel uit van het Netwerk Palliatieve Zorg Noordelijke Maasvallei.
B. Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO)
 de gasten en hun familieleden krijgen bij opname de informatie die door Stichting
Cliënt en Kwaliteit belangrijk wordt gevonden.
 van het hele zorgproces wordt per gast een geïntegreerd dossier bijgehouden.
 in een zorgplan zijn problemen, doelen, acties en evaluaties vastgelegd.
 er is een beleid voor het inzien van zorgdossiers; dit ligt vast in het
privacyreglement.
 er is een beleid voor het handelen rondom wilsonbekwaamheid. Ook dat ligt vast in
het privacyreglement.
C.
Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ)
 er bestaat een klachtenprocedure volgens de wettelijke richtlijnen.
D.
Opnamebeleid
Het opnamebeleid volgt uit de punten die in hoofdstuk 2, bij de doelgroep zijn
genoemd. Voorts geldt:

gezien de beperkte levensverwachting van de doelgroep en de vaak acuut
optredende problemen in de thuissituatie zal het proces van indicatiestelling kort
zijn.

door het C.I.Z. zijn richtlijnen gemaakt over de wijze van inschatting van de
zorgbehoefte van (pre-)terminale gasten (de indicatiestelling). Een spoedindicatie
voor terminale thuiszorg dient binnen 24 uur afgegeven te worden. Voor
spoedopnames in het weekend gelden ook duidelijk regels.

bij een wachtlijst wordt gezocht naar alternatieven, zoals het informeren over
thuiszorg en VPTZ, (Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg) of verwijzen naar een
hospice in de aanliggende regio.
Startnotitie 3.1
Pagina 13



als er bij een aanmelding voor opname vooraf problemen te verwachten zijn (zowel
fysiek als sociaal en gedragsmatig), wordt dit met de gast en/of zijn naasten
besproken, of met de aanmelder/verwijzer.
de coördinator kan naar aanleiding van deze bespreking besluiten een opname
niet of alleen onder voorwaarden te laten doorgaan.
bij elk verblijf wordt er met regelmaat in multidisciplinair verband besproken of het
doel van het hospice nog wel aan de orde is. Zo niet dan kan uitplaatsing aan de
orde komen.
E. Huisafspraken
Om aan de wensen van gasten en hun naasten tegemoet te komen zijn er een aantal
huisregels. Er zijn in de loop der tijd afspraken opgesteld over o.a. het rookbeleid, de
bezoektijden, afspraken betreft huisdieren, de cliëntenraad, de aanwezigheid van
vrijwilligers.
Bij de intake krijgt de gast de huisafspraken op papier aangereikt. De huisafspraken
worden door de coördinator met regelmaat geëvalueerd en aangepast.
F. Beschikbaarheid en professionalisering
Het volgende is geregeld:

24-uurs aanwezigheid van verpleegkundige zorg;

voor de beschikbaarheid van medische zorg zijn afspraken gemaakt met de
huisartsen;
Er zijn afspraken gemaakt voor consultatie met:

een team dat gespecialiseerd is in palliatieve zorg: Palliatief Advies Team;

Geestelijke Gezondheidszorg: GGZ, en psycholoog;

maatschappelijk werk;

paramedici;

pastorale of andere geestelijke/spirituele zorg.
8. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
A. Het bestuur








bepaalt de visie, strategie en het beleid en stelt kaders voor de aard en omvang
van de te verlenen zorg, personeelsbeleid, kwaliteitsbeleid, protocollering en beleid
op het gebied van de facilitaire dienstverlening en huisvesting;
draagt de verantwoordelijkheid voor het beleid en de uitvoering daarvan;
stelt daartoe algemene richtlijnen vast waaraan de zorgorganisatie moet voldoen,
dit in relatie tot wetgeving en andere algemeen geldende bepalingen en
regelgeving;
draagt zorg voor een planning- en controlesysteem;
stelt een coördinator aan;
is verantwoordelijk voor het vrijwilligersbeleid;
is het aanspreekpunt voor de samenwerkende zorgaanbieders, de
ziektekostenverzekeraars en andere externe instanties, de sponsors en de pers;
maakt een jaarverslag.
Startnotitie 3.1
Pagina 14
B. De medewerkers
De vereniging Nederlandse Organisatie Vrijwilligerswerk (NOV), heeft in een statement
de volgende punten op een rij gezet om een goede samenwerking tussen
beroepskrachten en vrijwilligers te ondersteunen:

geen enkele partij kan een exclusieve rol in de zorg claimen;

de kwaliteit van de vrijwilliger is specifiek en complementair aan de beroepsmatige
zorg;

waar in de beroepsmatige zorg het verzekeringsprincipe en dus de individuele
verzekerde (economisch principe) uitgangspunt is, zal de vrijwilliger als
uitgangspunt zich richten op de hulpvrager en diens omgeving, betrokkenheid en
onderlinge solidariteit (het sociale principe);

vanuit de positie van de beroepskracht binnen een verzekeringsstelsel staat het
handelen voorop. De inzet van de vrijwilligers is niet ter vervanging van de
beroepskracht;

waarbij voor de vrijwilliger de aanwezigheid, het “er zijn” voorop staat;

inzet van vrijwilligers in de zorg dient in formele zin geen voorliggende voorziening
voor de beroepsmatige te zijn en is niet te indiceren, zij zijn met name
ondersteunend.
C. Profielschetsen van de medewerkers en bevoegdheden
Het werk van de vrijwillige en beroepsmedewerkers vraagt de juiste attitude,
persoonlijke kwaliteiten, vaardigheden, inzet en doorzettingsvermogen.
De juiste attitude

ieder mens zien als gelijkwaardig aan zichzelf;

accepteren dat een ander anders denkt, anders in het leven kan staan;

integer in omgang met anderen.
Persoonlijke kwaliteiten

betrouwbaarheid, geloofwaardigheid, echtheid;

uitstraling, rust en vriendelijkheid;

gevoel voor humor;

evenwichtig kunnen omgaan met verdriet, pijn en lijden;

paniekbestendigheid.
Vaardigheden

eigen waarden, normen en oordelen aan de kant kunnen zetten;

afstand en nabijheid kunnen hanteren;

kunnen relativeren;

naar zichzelf kunnen kijken (reflectie);

gevoelens en emoties kunnen bespreken in het team;

kunnen signaleren en overdragen;

actief kunnen luisteren;

kunnen samenwerken met de gast, de familie, de naasten;

samenwerkingsproblemen kunnen bespreken;

zelfstandig kunnen handelen;
Startnotitie 3.1
Pagina 15

eigen grenzen kunnen aangeven en bewaken t.o.v. persoonlijk
functioneren en verantwoordelijkheid.
Inzetbaarheid

goed bereikbaar zijn;

kunnen rekenen op steun van de achterban;

flexibel en collegiaal zijn.
1. Coördinator
Doel van de functie:
Het leiding geven aan de zorgmedewerkers en vrijwilligers en het realiseren van een
effectieve en efficiënte bedrijfsvoering van het hospice , waarbij kwalitatieve en op de
vraag afgestemde zorg- en dienstverlening aan de gasten en hun naasten wordt
geleverd.
Leiding ontvangen / geven:
De coördinator ontvangt hiërarchische leiding van het bestuur van het hospice en geeft
hiërarchisch leiding aan de zorgmedewerkers en vrijwilligers, werkzaam binnen het
hele hospice.
Interne en externe contacten:
De coördinator onderhoudt de voor de uitoefening van de functie vereiste in- en
externe contacten en neemt deel aan relevante overlegsituaties.
Taken/verantwoordelijkheden in hoofdlijnen:

geeft leiding aan het zorgteam en de vrijwillige medewerkers;

draagt bij aan de bedrijfsvoering;

coördineert en organiseert de overgang van thuissituatie of elders naar het
hospice;

verricht zonodig verpleegkundige en/of verzorgende taken;

adviseert met betrekking tot het zorgbeleid en draagt bij aan de acquisitie;

verricht de uit de functie voortvloeiende administratieve werkzaamheden.
2. Verpleegkundige
Doel van de functie:
Het coördineren en verrichten van de verpleegkundige, verzorgende en begeleidende
taken, gericht op de integrale palliatieve zorg voor en dienstverlening aan de gasten
van het hospice en hun naasten.
Leiding ontvangen / geven:

de verpleegkundige ontvangt hiërarchisch leiding van de coördinator en functionele
richtlijnen en aanwijzingen van de behandelaar(s);

de verpleegkundige geeft met betrekking tot de zorg- en dienstverlening
functionele richtlijnen en aanwijzingen aan overige zorgmedewerkers en
vrijwilligers, werkzaam binnen het hospice.
Startnotitie 3.1
Pagina 16
Interne en externe contacten:
De verpleegkundige onderhoudt de voor de uitoefening van de functie vereiste in- en
externe contacten en neemt deel aan relevante overlegsituaties.
Taken / verantwoordelijkheden in hoofdlijnen:

verricht de intake van de gast en zijn naasten en voert in overleg met hen en/of
volgens indicatie verpleegkundige en verzorgende werkzaamheden uit;

verricht in overleg met de gast en/of volgens indicatie begeleidende
werkzaamheden;

verricht teamgerelateerde taken;

verricht overige uit de functie voortvloeiende taken.
Attitude

de verzorging en de omgang met stervenden en hun naasten op zich kunnen,
willen en durven nemen;

flexibel zijn, zodat de gasten zo snel mogelijk een `thuis gevoel`krijgen;

bereid zijn zich te verdiepen in het referentiekader van de patiënt, gemakkelijk
contact maken en gemakkelijk relaties onderhouden. Weten wat de eigen houding
en gedrag bij anderen teweeg brengt;

bereid en in staat zijn zichzelf aan de patiënt, ook als mens kenbaar te maken: de
eigen gevoelens, waarden en normen laten zien zonder de patiënt te kwetsen of
tot een ander standpunt te willen brengen;

geen solist zijn maar kunnen samenwerken met andere disciplines;

zich niet op de plaats van de naasten stellen;

verantwoordelijk zijn voor de eigen taken en tegelijkertijd de totale
verantwoordelijkheid met anderen willen delen. Anderen vertrouwen en
tegelijkertijd betrouwbaar zijn;

van anderen willen leren en eigen kennis en vaardigheden aan anderen
overdragen;

bestand zijn tegen de extra emotionele belasting die dit werk met zich meebrengt
voor henzelf en anderen en bereid zijn anderen daarin te ondersteunen;

rekenen op fysiek zwaar werk en extra tijdsinvestering voor overleg, verwerking en
bijscholing;

niet overheerst zijn door een eigen rouwproces of andere ingrijpende privé
problemen;

motivatie, inzet en medemenselijkheid zijn de primaire vereisten maar dienen
ondersteund te worden door kennis, inzicht en vaardigheden.
3. Verzorgenden
Doel van de functie
Het verrichten van de verzorgende en begeleidende taken, gericht op de integrale
palliatieve zorg voor en dienstverlening aan de gasten en hun naasten.
Leiding ontvangen / geven:
De verzorgende ontvangt hiërarchisch leiding van de coördinator van het hospice en
functionele richtlijnen en aanwijzingen van de behandelaar(s) en verpleegkundige.
Startnotitie 3.1
Pagina 17
Interne en externe contacten:
De verzorgende onderhoudt de voor de uitoefening van de functie vereiste in- en
externe contacten en neemt deel aan relevante overlegsituaties.
Taken / verantwoordelijkheden in hoofdlijnen:

verricht in overleg met de gast en zijn naasten en volgens indicatie de verzorgende
en begeleidende werkzaamheden;

verricht in overleg met de gast zo nodig werkzaamheden van huishoudelijke aard.

verricht teamgerelateerde taken;

verricht overige uit de functie voortvloeiende taken.
4. Huishoudelijke hulp
Doel van de functie:
Het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden, gericht op de verlening van zorg
aan de gasten en hun naasten.
Leiding ontvangen / geven:
De huishoudelijk medewerker ontvangt leiding van de coördinator van het hospice.
Interne en externe contacten
De huishoudelijk medewerker onderhoudt de voor de uitoefening van de functie
vereiste in- en externe contacten en neemt deel aan relevante overlegsituaties.
Taken / verantwoordelijkheden in hoofdlijnen:

verricht in overleg met de gast en zijn naasten huishoudelijke werkzaamheden;

verricht teamgerelateerde taken;

verricht overige uit de functie voortvloeiende taken.
5. Vrijwilligers directe zorg






biedt praktische ondersteuning door lichamelijke verzorging, zoals helpen bij eten
en drinken, kussens opschudden, in en uit bed helpen, haar- en nagelverzorging;
zorgt voor een huiselijke sfeer;
observeert veranderingen en bespreekt deze met de verpleegkundige;
verleent emotionele steun aan gasten en hun naasten;
stimuleert de mantelzorg, waakt en past op, waarbij de begrippen aandacht en
nabijheid de sleutelwoorden zijn;
wordt ingezet, aangestuurd en begeleid door de coördinator en is aan hem/haar
verantwoording schuldig.
6.Vrijwilligers indirecte zorg
Alle vrijwilligers dragen bij aan handhaving van de kwaliteit van het leven van de gast in
zijn laatste levensfase. De vrijwilligers van de directe zorg hebben hierin zorgtaken.
De vrijwilligers voor de indirecte zorg staan garant voor meer praktische zaken.
Vrijwilligers dragen bij aan de warme huiselijke sfeer; dit kan zijn door lekker te eten
bereiden, mooi uitzicht op de tuin, gezellig interieur, schone, goed werkende materialen
Startnotitie 3.1
Pagina 18
en ruimtes en een actieve dienstbare houding. Daarnaast zijn er activiteiten voor
nazorg zoals herdenkingsdiensten.
Voorts zullen door de vrijwilligers in overleg met het bestuur met regelmaat
Nieuwsbrieven worden gemaakt en zal de web-site onderhouden worden.
Er zijn ook vrijwilligers die ondersteunen op het gebied van administratie, opstellen van
procedures, muziek maken, ICT, boodschappen doen, medewerkers activiteiten
organiseren, voorlezen, en nog talloze zaken die moeilijk te benoemen zijn.
De vrijwilligers zijn ingedeeld in groepen en elke groep heeft een 1 e contactpersoon. De
coördinator heeft met regelmaat overleg met al deze 1 e contactpersonen. Het doel van
het overleg is elkaar informeren over de gang van zaken en daar waar nodig bij te
stellen.
7. Huisarts

is eindverantwoordelijk voor de behandeling en het medisch dossier van de gast;

wordt geacht het behandelplan in samenspraak met de verpleegkundigen ten
uitvoer te brengen;

het hospice zal zich inspannen om het behandelplan te faciliteren;

overlegt met verpleegkundigen over het gewenst beleid.
8. Overige disciplines

op verzoek van de gast dan wel na overleg met de gast worden ook andere
disciplines ingezet. Denk hierbij aan een geestelijke verzorger, bijvoorbeeld een
pastoor, een dominee, een pastor, alsmede een psycholoog, maatschappelijk
werker en fysiotherapeut;

desgewenst komt de kapper en de pedicure naar het hospice.
9 . Nazorg
Verzorging overledene
De nabestaanden van de gast wordt gelegenheid geboden de verzorging van de
overledenen zelf of met de verpleegkundige uit te voeren. Indien er geen nabestaanden
zijn die dit kunnen of willen uitvoeren, voert de verpleegkundige de verzorging van de
overledene uit met inachtneming van de wensen en levensovertuiging van de
overledene. Het kan desgewenst ook een taak zijn van de begrafenisonderneming.
Afscheid
De naasten en de overledene kunnen na overlijden de kamer blijven gebruiken om
afscheid te nemen.
De nazorggroep zorgt ervoor dat de naasten een condoleancekaart krijgen en spant
zich in om een afgevaardigde van het hospice naar de uitvaart te laten gaan. Verder
nodigen zij de naasten uit voor een herdenkingsdienst en stuurt men een kaart een
jaar na het overlijden. Indien er sprake lijkt te zijn van verwerkingsproblemen kan deze
werkgroep een verwijzende rol spelen.
Startnotitie 3.1
Pagina 19
Download