Jaarverslag 2013 Het afgelopen jaar hebben we als Stichting in alle opzichten een druk jaar meegemaakt. Er is veel zorg verleend, het hospice lag bijna voortdurend vol. Ook in de zorg zijn grote bewegingen gaande waar we als stichting zoveel mogelijk op willen anticiperen. Dit vergt veel overleg, uitbouwen van contacten met organisaties om ons heen en afstemming met de gemeente en zorgaanbieders. Andere ontwikkelingen waarover u kunt lezen in dit jaarverslag betreffen onze vrijwilligers, de kwaliteit van de zorg en PR activiteiten. De zorgvragers Goed afstemmen op de zorgvrager en wat die nodig heeft. Dit lijkt logisch maar blijkt in een tijd met veel ontwikkelingen in de zorg niet altijd eenvoudig. Belangen van organisaties lijken soms belangrijker dan belangen van degene waar we voor zijn. Voor de stichting staat voorop, dat de zorg zoals wij deze thuis en in het hospice leveren, gezien wordt als een belangrijke toegevoegde waarde te midden van de professionele organisaties die zich bezig houden met palliatieve terminale zorg. Dat we gezien worden als een vorm van ondersteuning die zodra er sprake is van een palliatief proces direct in beeld komt. Mede ten behoeve van de mantelzorger en het voorkomen van overbelasting. Het gegeven dat vrijwilligers in nauwe samenwerking met de verpleegkundigen en de huisarts mede verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse zorg draagt bij aan warme en persoonlijke zorg waarbij ook veel oog is voor de mens achter de patiënt. Waarden als empathie, aandacht, begrip en zorgzaamheid kunnen ondersteunend zijn en helpen vorm en inhoud te geven aan het afscheidsproces. De stichting zet vrijwilligers in bij mensen thuis wanneer iemand de laatste dagen wil doorbrengen binnen de eigen huiselijke situatie. Door oog te hebben voor de betrokkenheid, inbreng en belastbaarheid van de mantelzorg denken wij een bijdrage te kunnen leveren aan het sterven thuis. Ook in de toekomst zullen steeds meer mensen mogelijk thuis willen sterven. Doordat wij een lange ervaring hebben in deze vorm van zorg kunnen we direct inspringen op een grotere vraag. Hieronder ziet u een overzicht van alle aanmeldingen die hebben geleid tot een inzet. Niet alle contacten namelijk leiden tot een daadwerkelijke inzet. Het totaal aan contacten is 85 (t.o.v. 111 in 2012). Omdat we te maken hebben gehad met lange ligduur van enkele zorgvragers konden we bij 26 van de aanvragen geen plek bieden. We hebben het afgelopen jaar ook een nieuwe ontwikkeling gezien waarbij met name mensen, die naar later bleek een langere levensverwachting hadden, een beroep deden op het hospice. Hierbij vindt een verschuiving plaats van verpleeghuisindicaties naar palliatieve indicaties. Er zijn om die reden 6 mensen overgeplaatst naar een verpleeghuis of naar huis omdat het hospice niet de juiste plek bleek te zijn. De cijfers 1 Jaar 2011 2012 2013 Aantal inzetten thuis 28 27 20 Aantal inzetten hospice 34 35 22 Bezettingsgraad hospice 62% 61% 92% Vrijwilligers Vrijwilligers vormen de kern van onze organisatie. Zij doen hun werk met passie en gedrevenheid en worden met zorg geworven. Immers, het vraagt iets van jezelf wanneer je besluit mensen bij te staan tijdens het laatste stukje van het leven. De intensiteit en de emoties die dit met zich mee kan brengen zijn een belangrijk aspect om mee te nemen in de wervings- en selectieprocedure. Vrijwilligers worden ingezet bij mensen thuis en in het hospice waarbij ze te maken krijgen met zowel de zorgvrager en diens mantelzorgers als met verschillende professionele werkers. Dit vraagt afstemming, goede communicatie en je bewust zijn van je mogelijkheden enerzijds en je grenzen anderzijds. Vrijwilligers vervangen de professionele zorgverleners niet maar voegen iets toe aan de totale zorg. Ze vullen aan waar behoefte is aan meer sociaal-emotionele ondersteuning. De laatste jaren is door onze organisatie hard gewerkt om een gelijkwaardige positie te verwerven voor onze vrijwilligers te midden van een veld met beroepskrachten. Deze gelijkwaardigheid is voelbaar in het onderlinge contact met de samenwerkende organisaties. We worden eerder betrokken bij een palliatieve situatie en meer vanuit de gedachte dat een vrijwilliger iets kan betekenen voor de zorgvrager en mantelzorger. Toch is er een blijvende aandacht voor nodig, met name aangaande de thuiszorg. Huisartsen moeten herhaaldelijk op de hoogte worden gehouden van de mogelijkheid tot ondersteuning thuis , waarbij men niet alleen aan verpleging moet denken maar ook andere aspecten. De term “vrijwilligers” kan de indruk wekken het tegenovergestelde te zijn van professioneel. Om geen verwarring te geven spreken we daarom van deskundige vrijwilligers in plaats van professionele vrijwilligers. Desalniettemin vinden we dat onze organisatie op zeer professionele wijze ondersteuning geeft en weet de omgeving dit ook na ruim 15 jaar actief te zijn in en rond Woerden. De deskundigheid van onze vrijwilligers heeft voortdurend onze aandacht. Na het doorlopen van de selectieprocedure, volgt er een basisscholing van 9 dagdelen. In 2013 hebben 10 nieuwe vrijwilligers deze scholing gevolgd en goed afgerond. Vrijwilligers zijn daarnaast in de gelegenheid bij te scholen , vaak via modules van de Landelijke vereniging VPTZ (Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg); 8 vrijwilligers hebben hier nog een aanvullende scholing gevolgd. Binnen de eigen organisatie bieden we de vrijwilligers meerdere malen per jaar een thema-avond aan. In 2013 zijn de thema’s Ontwikkelingen in de Zorg en Voeding behandeld. Ook is een thema avond gevuld met de film Diving bell and the butterfly. 2 De onderwerpen houden direct verband met hun dagelijkse werk en geven vaak aanleiding tot napraten. Dit napraten gebeurt vooral tijdens de zorgevaluaties , welke we elke 6 weken houden. Hier is ruimte voor het bespreken van de ervaringen die men opdoet in het dagelijkse werk. De zorgevaluaties worden druk bezocht en blijken een goed middel om steeds af te stemmen wat men nodig heeft om goed te blijven functioneren en waar we als organisatie aan kunnen werken ter verbetering van de zorg. Voor vrijwilligers die behoefte hebben aan meer verdieping lopen er een aantal intervisiegroepen die eenmaal per kwartaal plaats vinden. Aan de hand van een casus kijken zij naar hun eigen handelen en dat van elkaar en passen het geleerde toe in de praktijk. De organisatie Naast de directe zorg voor de mensen thuis en in het hospice en de coaching van vrijwilligers is de organisatie intern ook voortdurend in beweging. Zoals te lezen is onder het hoofdstuk kwaliteit wordt voortdurend actief nagegaan waar onze verbeterpunten zitten. Als organisatie hebben we een ontwikkeling doorgemaakt en staat er inmiddels een professionele organisatie met een gezonde financiële basis. Een organisatie die in basis nog hetzelfde doet als bij de start 15 jaar geleden maar wel gegroeid is. Gegroeid in grootte maar ook in taakvolwassenheid. We prijzen ons gelukkig met een groep vrijwilligers die zeer gemotiveerd, met een goede attitude en een grote mate van deskundigheid een belangrijke bijdrage levert aan de palliatieve zorg. Zij zijn in staat vorm te geven aan de begeleiding van mensen tijdens hun laatste fase op een wijze die past bij onze visie. Waarbij we de regie zoveel als gewenst laten bij de zorgvrager, we bescheiden aanwezig zijn en meebewegen met wat nodig is. Maar waarbij we ook krachtig en doortastend optreden wanneer de zorg hierom vraagt. Kwaliteit Iedereen wil de beste kwaliteit van een product en dus ook van zorg. Bij zorg blijkt dit een lastig meetbaar begrip en nogal verschillend per individu. Onze ervaring heeft geleerd dat zaken als de juiste attitude en de empathie die mensen ervaren een grote invloed hebben op de kwaliteitsbeleving. Juist deze zaken zijn minder makkelijk beheersbaar, maar zijn vooral te bereiken met goede coaching, de juiste cultuur en sfeer binnen de organisatie en de aandacht voor de mensen die voor ons werken en waarmee we samenwerken. Zo hebben wij invloed op zaken als bejegening en goede communicatie en afstemming. En kunnen we zorgen voor een goede balans tussen betrokkenheid en afstand, tussen zakelijkheid en gevoeligheid bij de zorg die wordt gegeven. Zoals hierboven beschreven zijn het de vrijwilligers waar wij verantwoordelijk voor zijn. We doen er alles aan om de zorg en ondersteuning die zij bieden kwalitatief te borgen. Maar door de setting van het hospice die eveneens onder onze verantwoordelijkheid valt hebben we te maken met zorg die wel in ons huis geboden wordt maar formeel door andere organisaties wordt verricht. Van groot belang is daarom dat wij onze wensen ten aanzien van het zorgaanbod voortdurend afstemmen met deze externen. Dit betreft zaken als deskundigheidsniveau en ervaring, de juiste attitude passend bij een bijna-thuis-huis en doortastendheid in het werken met diverse 3 andere disciplines. Deze werkwijze past ons, geeft veel verbinding met de samenleving en de andere disciplines in het werkveld en brengt het gedachtegoed van de Mantelmeeuw ook erg naar buiten. Onze ontstaansgeschiedenis - we zijn ooit gestart met alleen thuiszorg - betekent nog altijd een grote verbinding met het sterven thuis. Meer dan ooit is wenselijk dat men bij kwaliteit kijkt naar de behoefte van mensen waar te willen sterven als ook ‘het gewone’ van sterven in ogenschouw te blijven nemen. Sterven moet niet iets worden wat alleen goed kan in een setting met hoog opgeleide specifiek geschoolde medewerkers en met voortdurende aanwezigheid van beroepskrachten. Immers, dat maakt sterven tot iets wat geen onderdeel uitmaakt van het dagelijkse leven, iets waarbij je sterft als patiënt in plaats van als mens. Kwaliteit betekent daarom voor ons aandacht hebben voor alle aspecten van palliatieve zorg. Daarom is van belang te werken met de LESA (Landelijke Eerstelijns Samenwerkings Afspraken) waar artsen en verpleegkundigen afstemmen over de zorg. Door een rol te vervullen in de LESA werkgroep bewaken we mede de kwaliteit van de medische en verpleegkundige zorg. Huisartsen behouden de zorg voor hun patiënten wanneer ze bij ons in het hospice verblijven. De stichting is met één van de huisartsen, tevens “kaderarts palliatieve zorg” een specifieke samenwerking aangegaan. Door deze arts te betrekken bij onze organisatie willen we op meerdere manieren bijdragen aan verbetering van de kwaliteit van zorg. Zij adviseert het team indien nodig rond opnamebeleid en gedurende een opname, adviseert en ondersteunt desgewenst de andere huisartsen, ondersteunt en schoolt - indien er behoefte is - de medewerkers van het thuiszorgteam die werkzaam zijn in het hospice. Kortom, extra expertise die bijdraagt aan de verbetering van onze zorg. Binnen het hospice werken we inmiddels standaard met het Zorgpad Stervensfase, een methode die de verpleging en artsen helpt de laatste 2 dagen van een stervensfase maximaal in te zetten op comfort en lastenverlichting en kwaliteit van leven. Hierbij ligt de nadruk ligt op laten wat overbodig is in deze fase en doen wat bijdraagt aan de kwaliteit van sterven. Een aantal keren per jaar organiseren we walk-inn scholingen voor medewerkers van de thuiszorg die aan de hand van casuïstiek hiermee leren te werken en zo meer ervaring opdoen met het zorgpad. Ook brengen we onze kennis naar buiten door als docent mee te doen in scholingsbijeenkomsten. In een werkgroep blijven we monitoren in hoeverre deze methode daadwerkelijk een toegevoegde waarde heeft binnen ons hospice en de thuiszorg in Woerden. In de samenwerking met de thuiszorg die de verpleegkundige biedt is kwaliteit en deskundigheid altijd een gespreksonderwerp. We vinden het namelijk van belang dat iedereen in ons hospice terecht kan. Dit heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat het team van de thuiszorg extra geschoold is in specifieke handelingen rond een beademingspatiënt. Waar extra deskundigheid gevraagd wordt zullen wij daarom ook niet nalaten in goed overleg met het thuiszorgteam specifieke scholing te organiseren. Door daarnaast nauw samen te werken met het specialistische team kunnen we in ons hospice een totaalpakket van zorg aanbieden. Daarbij moet gedacht worden aan specifieke verpleegtechnische handelingen die incidenteel voorkomen en waarvoor meer ervaring gewenst is. Zoals eerder aangegeven willen we aandacht hebben voor alle aspecten van palliatieve zorg. Dit betekent dat we eveneens samenwerken met de stichting “Tijd voor een Gesprek” en deze benaderen wanneer we bij onze zorgvragers een behoefte op het gebied van levensvragen 4 opmerken. Door deze stichting financieel te ondersteunen willen we er aan bijdragen dat deze vorm van zorg beschikbaar blijft voor onze zorgvragers. T.a.v. de complementaire zorg staan we op het standpunt dat we beperkt actief moeten zijn in het aandragen van allerlei vormen van complementaire zorg. Zorgvragers kunnen altijd aangeven als zij een bepaalde vorm van zorg wensen. We wegen steeds af of een eventueel nieuw aan te bieden dienst toegevoegde waarde heeft voor zorgvragers. De harpiste die elke week in huis komt is een voorbeeld waarvan we gemerkt hebben dat dit als positief wordt ervaren. Om mensen meer inzicht te geven in de mogelijkheden waar men gebruik van kan maken ook wanneer men in ons hospice ligt en welke mogelijk de kwaliteit van leven vergroten, is de wensenen informatiewijzer ontwikkeld. Deze geeft een overzicht van kleine en soms grotere wensen die iemand kan hebben waar men misschien niet zelf aan denkt. Zoals de kapper, de pedicure, een dagje naar het strand of naar een concert. We brengen mensen op een idee, verwijzen ze naar organisaties die dit bieden of helpen ze om de wens te realiseren. Zo gaan we voortdurend binnen onze eigen organisatie na wat kan worden verbeterd. Niet alleen ten aanzien van de zorg die we al bieden maar ook door na te gaan of er meer kan worden geboden. Waar de laatste fase vooral de laatste drie maanden van het leven behelst gaat er natuurlijk ook een fase aan vooraf die aandacht vraagt. We willen bekijken we of we in deze fase iets kunnen betekenen voor mensen die nog niet direct palliatieve zorg nodig hebben. Er kan bijvoorbeeld behoefte zijn aan antwoorden op vragen die iemand kan hebben over de nabije toekomst. Door onze kennis van de mogelijkheden en onze ervaring met palliatieve zorg kunnen we mensen ondersteunen bij het behouden van de eigen regie. Dit is in eerste instantie een taak voor onze coördinatoren maar gaandeweg gaan we wellicht vrijwilligers hiervoor scholen. Om ook de kwaliteit van nazorg te vergroten hebben we afgelopen jaar actief samengewerkt met het Johanneshospitium in Wilnis. De gespreksgroep “Omgaan met Rouw” is verdergegaan onder onze gezamenlijke paraplu. De gespreksgroep wordt tweemaal per jaar aangeboden in het gebied Ronde Venen/Woerden. We weten uit ervaring dat mensen enkele maanden na een overlijden van een dierbare behoefte kunnen hebben aan een vorm van begeleiding en contact met lotgenoten. We hopen door het aanbieden van de gespreksgroep te voorzien in deze behoefte. De omgeving van Stichting de Mantelmeeuw De palliatieve zorg is volop in ontwikkeling. Tegelijkertijd gebeurt er ook op landelijk niveau veel wat ons type zorg sterk beïnvloedt. De AWBZ die overgeheveld wordt naar gemeenten (WMO) en zorgverzekeraars en waarbij lange tijd onduidelijk was welke weg bewandeld zou gaan worden: de grotere rol die informele zorg in nauwe samenwerking met de formele zorg moet gaan spelen om de zorg betaalbaar te houden; de oproep tot kwalitatieve verbeteringen; het efficiënter omgaan met middelen en het (weer) ter beschikking laten komen van middelen aan doelgroepen die dat ook echt nodig hebben. In dit spanningsveld zit de palliatieve zorg, en met name de hospices tussen formele en informele zorg in. Afgelopen jaar is daarom op verschillende niveaus, lokaal, regionaal en landelijk, door onze organisaties overleg gevoerd en samengewerkt. 5 Lokaal We maken deel uit van de LESA werkgroep met diverse thuiszorgorganisaties en vertegenwoordigers van alle huisartsenpraktijken in de gemeente Woerden. We nemen deel aan het NIO overleg (Netwerk Informele Organisaties in Woerden). Hierin participeren zowel organisaties die actief zijn in zorg als die actief zijn in welzijn. Uitdaging is om samen te werken op die terreinen waar we raakvlakken hebben maar ook om elkaars verschillen te kennen, zodat we kunnen doorverwijzen en elkaars mogelijkheden kunnen benutten. De samenwerkingsovereenkomst met zorgcentrum Weddesteyn is gecontinueerd. Dit betekent dat we onze vrijwilligers blijven inzetten binnen hun muren wanneer dit gewenst is. En dat de verpleeghuisarts de zorgvragers van buiten Woerden die opgenomen worden in ons hospice, de medische zorg geeft. Eenmaal per jaar evalueren we deze zorg over en weer en kijken we naar mogelijkheden elkaar te ondersteunen. Met de gemeente hebben we een aantal keren gesproken over mogelijkheden tot ondersteuning. Een en ander is sterk afhankelijk van de verantwoordelijkheden die gemeenten zullen gaan krijgen binnen het nieuwe zorgstelsel. Wel weten we dat de gemeente Woerden ons in beeld heeft. De nieuwe burgemeester is ambassadeur geworden van onze stichting en is bereid een rol te spelen in sommige van onze activiteiten. Samenwerken doen we ook met lokale sponsoren, zeker wanneer er al heel lang sprake is van sponsoring en zij een bijdrage willen leveren aan het dagelijkse werk van de stichting. Aan het eind van dit verslag vindt u een overzicht van onze lokale sponsoren, waarmee we tevens onze dank willen uitspreken voor hun steun. Als organisatie hebben we veel te maken met het Hofpoort ziekenhuis als verwijzer. Zowel voor inzetten thuis en meer nog t.a.v. opnames in het hospice. Goede afstemming en communicatie is daarom van groot belang. We proberen zowel op netwerkniveau maar ook in onze lokale samenwerking korte lijnen te houden met de afdeling zorgbemiddeling en de specialisten. Ook op cliëntniveau worden we betrokken bij de ontwikkelingen rond het ziekenhuis en hopen we een bijdrage te kunnen leveren aan de discussie over de toekomst van dit ziekenhuis. Lokaal zullen ook de schakelteams die wijkgericht werken steeds meer een rol gaan spelen in het signaleren en doorverwijzen. We onderhouden een korte lijn met deze teams. Regionaal In onze omgeving zijn er verschillende initiatieven om een hospice op te zetten. Waar we ertoe worden uitgenodigd proberen we zoveel mogelijk mee te denken en desgewenst te adviseren over hun plannen. Soms leidt dit er ook toe dat we een initiatief afraden in het belang van het totale werkveld. In onze regio bevinden zich meerdere hospices waarmee we regelmatig contact hebben. Zeker wanneer het gaat over aanmeldingen en doorverwijzingen bij wachtlijsten is het van groot belang dat we elkaar kennen en naar elkaar doorverwijzen. Ook komt voor dat een zorgvrager wegens volle bezetting nog niet terecht kan in het hospice van zijn/haar voorkeur terwijl elders tijdelijk een plek 6 beschikbaar is. Ook andere redenen kunnen aanleiding zijn om over te plaatsen en zo zorg op maat te geven. Onze stichting maakt deel uit van de stuurgroep van het Netwerk PTZ (Palliatieve Terminale Zorg) regio Noord -West Utrecht. Dit netwerk heeft contact gezocht met de adviesgroep “In voor Zorg” om met hun ondersteuning een aantal tastbare verbeterpunten te realiseren. Deze moeten in de toekomst deel gaan uitmaken van een transmuraal zorgpad PTZ. Gezien de reikwijdte van het gebied en de vele organisaties daarbinnen is gekozen voor een pragmatische aanpak. Door een aantal concrete zaken te verbeteren zoals overdracht en vroegmarkering hoopt het netwerk alle spelers aan boord te krijgen om uiteindelijk via deze instrumenten het zorgpad steeds meer vorm te laten krijgen. Het netwerk kent namelijk veel verschillende typen organisaties die zich allemaal in meer of mindere mate met palliatieve zorg bezig houden waardoor samenwerking teveel blijft hangen in ‘elkaar kennen’ en nog te weinig in verbeteringsprojecten die zichtbaar zijn voor de zorgvrager. Mede door de inzet van coaches vanuit het In voor Zorg programma rekenen we op een grotere kans van slagen. Landelijk Onze koepelorganisatie , de Landelijke VPTZ, behartigt op veel fronten bezig onze belangen Er vindt overleg plaats met het ministerie van VWS, de VNG, andere organisaties in het veld en de zorgverzekeraars. Wij nemen deel aan verschillende werkgroepen en de klankbordgroep “Bijna-thuishuizen” om via deze route onze bijdrage te leveren en input te geven aan het landelijk steunpunt. Publiciteit Stichting de Mantelmeeuw maakt deel uit van de lokale gemeenschap. Het is dus ook van groot belang ons te verbinden met de mensen in de samenleving van Woerden en omgeving. De laatste levensfase wordt door veel mensen gezien als een bijzondere periode in iemands leven maar daarmee is het niet per definitie een makkelijk onderwerp van gesprek. Wie ons kent heeft vaak met ons te maken gehad, direct of zijdelings. De ervaring heeft ons geleerd dat we ons werk regelmatig en voortdurend onder de aandacht moeten brengen voor diegene die nog niet eerder met ons te maken heeft gehad. Daarom proberen we elk jaar gerichte activiteiten te organiseren die bijdragen aan onze bekendheid en die in sommige situaties ook donateurs opleveren. Afgelopen jaar hebben de volgende activiteiten de publiciteit gehaald: We hebben 3 maal een lezing gegeven met daarbij onze film over de dagelijkse praktijk in ons hospice. In de aanloop naar de kroning was er de wedstrijd Kroonappels. Uitgeschreven door het Oranjefonds ging men op zoek naar de 3 mooiste sociale initiatieven in Nederland. Er waren verschillende rondes, plaatselijk, regionaal en landelijk. In de ronde plaatselijk was De Mantelmeeuw de winnaar. Helaas kwamen we niet verder in de wedstrijd maar de plaatselijke waardering hebben we als zeer positief ervaren. In april vond het symposium plaats met de titel: “Palet van de palliatieve zorg”. Een indrukwekkende ochtend waarbij alle disciplines vanuit hun eigen invalshoek naar de situatie keken van een fictieve palliatieve zorgvrager, mevrouw Mees. Met in het tweede deel de 7 voorstelling ‘Theater van de Laatste dagen” van Nicoline van der Beek. Het symposium trok een volle zaal in het Hofpoort. In mei hebben we een sponsorfietstocht georganiseerd. Door veel andere activiteiten in Woerden was de opkomst helaas lager dan gehoopt. Ons project “Levensjas “ gaat voort. In 2013 zijn er in totaal 3 scholen aan de beurt geweest en is in totaal bij 5 klassen het project gedraaid. Het project wordt in 2014 voortgezet. In augustus hebben we onze jaarlijkse collecte gehouden en daarmee opnieuw een mooi bedrag binnen gehaald. Door de collecte wordt ook de bekendheid met De Mantelmeeuw vergroot en we merken dat steeds meer mensen ons kennen. In oktober hebben we ons tweejaarlijkse Korenfestival gehouden op het Kerkplein. Het enthousiasme van de koren om mee te mogen doen in het programma is groot. Dit jaar troffen we het. Tussen 2 dagen met heftige regen en storm werd ons een zonovergoten dag gegund met een paar honderd bezoekers. Het leverde ons die dag ruim 60 nieuwe donateurs op en zeer veel persaandacht. Op de jaarlijkse koeienmarkt te Woerden hadden bezoekers de mogelijkheid hun waardering uit te spreken door een vrijwilligersinitiatief en dit te nomineren voor de waarderingsprijs. Van de 55 initiatieven die genomineerd waren werd De Mantelmeeuw verkozen tot het meest gewaardeerde vrijwilligersinitiatief en was daarmee Goud waard!! De vereniging Vrienden van de Mantelmeeuw heeft 3 maal een nieuwsbrief uitgegeven, met een nieuwe en gedreven redactie aan het roer. De eerste vernieuwde versie werd geopend met een interview met de ambassadeur van De Mantelmeeuw, de heer Molkenboer, burgemeester van Woerden. De vereniging kent inmiddels een ledenaantal van 1221. Financien Stichting de Mantelmeeuw heeft altijd een degelijk en voorzichtig financieel beleid gevoerd. Dit was ook nodig vanwege onzekerheden over de bestendigheid van de inkomsten. Palliatieve zorg wordt steeds meer gezien als een logisch onderdeel van de totale zorg. Kosten die gemoeid zijn met de medische en verpleegkundige zorg zijn dan ook goed geregeld. Vrijwilligersorganisaties werkzaam in de terminale zorg en hospices kennen daarentegen nog altijd geen structurele financiering. Nog altijd komen veel middelen uit de samenleving via donateurs en sponsors en fondsen; dit heeft als positief element dat hierdoor een verbinding is met de directe omgeving. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van subsidieregelingen en vergoedingen van zorgverzekeraars. Gaandeweg is gebleken dat ook de overheid de waarde van hospices steeds meer erkent. Het is de verwachting dat de regelingen een meer structureel karakter gaan krijgen. Daarmee komt er waarschijnlijk een duidelijkere financiële basis voor ons type organisaties. Het bestuur van de stichting heeft het mede naar aanleiding van deze ontwikkelingen aangedurfd de opgebouwde financiële reserve deels in te zetten voor een lang gekoesterde wens, het aankopen van het pand aan de Meeuwenlaan. Dit is ook mogelijk gemaakt door een gulle bijdrage van Vereniging Vrienden van de Mantelmeeuw. Door de aankoop is het hospice nog meer eigen en zijn ook de huisvestingskosten lager geworden en beter beheersbaar. 8 Mede door incidentele oorzaken laat de exploitatierekening van de stichting over 2013 een positief resultaat zien van € 61.506,Voor de verschillende activiteiten hebben we uit verschillende hoeken sponsoring gekregen van lokale bedrijven en fondsen. Wij waarderen dit zeer en willen ze hier daarom graag noemen. Slagerij van Kesteren (doorlopend) Kaashandel de Goey (doorlopend) Bakkerij Verweij Bloemist Pels (wekelijks) Tuincentrum de Bosrand Tuin Jongerius Stichting Wel van der IJFF Fonds VSB fonds Woerden Sportschool Curves Cultuurplatform Woerden Stadshart Woerden Restaurant Bij Petrus Rabobank Dichtbij Fonds Zuwe Hofpoort Ziekenhuis Jumbo Muziek van Vliet Selection Restaurant El rey Infozuil Woerden Naast deze sponsors zijn er ook velen die een gift hebben gedaan aan de Vereniging Vrienden van de Mantelmeeuw voor een totaalbedrag van ruim € 26.000. Voor het uitgebreide financiële verslag verwijzen we u naar de ANBI pagina op onze website http://www.demantelmeeuw.nl/. 9 Bestuur. Jos Borghols Voorzitter Margriet van der Kooi Vice-voorzitter Marjo Broos Secretaris Rob van Kesteren Penningmeester Bouke Hummel Bestuurslid Het coördinatieteam. Mirjam Bijlenga Directeur Thea van Dijk Secretaresse Angela Weerelts Coördinator Helmy Smit Coördinator Woerden , 17 juni 2014 10