IVN Insectenwerkgroep Insect van de maand februari 2013 door: Elly Aarts Carabus problematicus of blauwzwarte schallebijter Deze prachtige violet kleurige loopkever nam ik waar, met mooi herfstweer, op de Kampina. Reden om me meer te verdiepen in deze grote en opvallende kever. Paul van Wielink kon me helpen met het op naam brengen en zo kwam ik uit bij de blauwzwarte schallebijter of Carabus problematicus. Eigenlijk wel een rare naam schallebijter. De naam schallebijter blijkt een verbastering te zijn van de oude naam scalbote. Deze naam is afkomstig uit het Frans en is afgeleid van het Franse woord escarbot, dat 'mestkever' betekent. De latijnse geslachtsnaam verwijst ook naar mestkever, maar waarom de latijnse soortnaam van de kever problematicus is en daardoor voor problemen schijnt te kunnen zorgen heb ik niet kunnen vinden. Misschien dat iemand mij dat kan vertellen. Indeling: Insecten Kevers (orde; Coleoptera) Loopkevers (Familie; Carabidae) Schallebijters (geslacht; Carabus) Schallebijters zijn kevers die behoren tot een van de bekendste loopkevers. Schallebijters zijn middelgrote tot grote kevers die een vrij herkenbare lichaamsbouw hebben, al zijn er enkele uitzonderingen. Ze zijn voornamelijk te onderscheiden aan hun lichaamslengte, kleur en de vorm en patronen van de dekschilden. Over Carabus problematicus: In Nederland vinden we de soort, blauwzwarte schallebijter, voornamelijk op de hogere zandgronden. Hij behoort tot de drie algemeenste Schallebijters-soorten en tot onze grootste kevers, hij kan tot 30 mm groot worden. Alhoewel ze nachtelijke jagers zijn en zich overdag verstoppen, worden ze hoofdzakelijk in de zomermaanden gezien. Ze planten zich meestal voort in het najaar en overwinteren als larve, maar ook overwinteren in Nederland de volwassenen, dat zijn dan de kevers die in het voorjaar te voorschijn zijn gekomen of al meer dan een jaar oud zijn. De larven zijn actief in de winter en het voorjaar als de temperatuur aan het bodemoppervlak hoger is dan 3 - 4°C. De totale ontwikkeling duurt in Nederland ca. 160 dagen, waarvan de ei-ontwikkeling ca. twee weken in beslag neemt. De dieren verschijnen in het voorjaar bij een gemiddelde temperatuur van 8°C. Jonge dieren komen voor in juni-juli en ze maken evenals de overwinterde dieren uit het voorgaande jaar, een ca. 5 weken durende zomerrust door, voordat ze aan de voortplanting deelnemen. De voorjaarsactiviteit komt geheel op rekening van de overwinterde volwassenen. Als de temperatuur in het najaar onder de 6°C zakt, worden ze inactief en gaan ze in winterrust. De imago’s (volwassenen) overwinteren in kamertjes achter schors of in holletjes in de bodem of onder grote stukken hout. De volwassen kevers zijn felle rovers die op levende prooien jagen, zoals slakken en insecten. Het zijn niet alleen vleeseters, ook plantendelen zoals fruit worden wel gegeten. Zelf worden ze gegeten door o.a. muizen, egels en katachtigen. Ook vele insectenetende vogels eten de kever en de larven als ze de kans krijgen. Dus hier ook “eten en gegeten worden” Schallebijters zijn typische bodembewoners, ze hebben altijd vleugels maar vliegen zelden. Sommige soorten hebben het vermogen om te vliegen zelfs volledig verloren. De dieren kunnen zich zo’n 70-75 m per nacht verplaatsen. Behalve een goede loper, is het ook een goede klimmer, want ’s nachts vindt een deel van de activiteit tot in de toppen van bomen plaats. Hij kan ook aangetroffen worden op boomstammen die met stroop zijn ‘ingesmeerd’ , bedoeld om nachtvlinders te lokken. Mocht u deze violetkleurige schallebijter in het voorjaar of zomer zien, wilt u dat dan melden bij de IVN Insectenwerkgroep, met datum, plaats en tijd en indien mogelijk maak er een mooie foto van. Gebaseerd op: R. Felix et al. 2010. Nederlandse namen voor de loopkevers van België en Nederland. Entomologische Berichten 70: 128-139.