K3 Kern- en deeltjesprocessen Materie | vwo Uitwerking diagnostische toets 1 a b De ontdekking van nieuwe deeltjes in (of als gevolg van) kosmische straling (zoals het positron, muon en pion). De ontdekking van een interne structuur in het proton en neutron (drie quarks) door botsingsexperimenten met deeltjesversnellers. Volgens het standaardmodel – en beperkt tot de ‘eerste generatie’ elementaire deeltjes – bestaat materie uit leptonen (elektron en elektronneutrino) en quarks (up-quark en downquark) en hun antideeltjes. 2 Leptonen zijn elementaire deeltjes, die – voor zover wij nu weten – niet zijn opgebouwd uit nog kleinere deeltjes. Hadronen zijn deeltjes opgebouwd uit quarks als elementaire deeltjes, waarbij een onderscheid is te maken tussen mesonen (opgebouwd uit een quark en een antiquark) en baryonen (opgebouwd uit drie quarks – zoals het proton en het neutron). 3 đ¸ đ= b đ = 10 GeV/c2. đ2 = 10â109 ×1,6â10−19 a (3,0â108 )2 = 1,8 â 10−26 kg. 4 De rustmassa van het elektron is 0,511 MeV (zie Binas), en dat is dan ook de rustmassa van het positron (als antideeltje van het elektron). Er komt bij deze annihilatie dus in totaal 1,022 MeV energie vrij in de vorm van twee γ-fotonen met elk een fotonenergie van 0,511 MeV of 511 keV. 5 Behoudswetten: behoud van massagetal, behoud van ladinggetal, behoud van leptongetal (aantal leptonen min aantal antileptonen) en behoud van quarkgetal (aantal quarks min aantal antiquarks). 6 A Paarvorming (elektron-positron): γ → e− + e+ © ThiemeMeulenhoff bv CONCEPT Pagina 1 van 4 B Annihilatie (elektron-positron): e− + e+ → 2γ C β–-verval (neutronverval): n → p+ + e− + īŽĖ e D Elektronvangst (elektron uit K-schil): p+ + e− → n + īŽe E β+-verval (protonverval): p+ → n + e+ + īŽe 7 © ThiemeMeulenhoff bv CONCEPT Pagina 2 van 4 8 a b c 9 a b Symmetriebewerkingen: tijdomkeer đ (alle deeltjes aan de linkerkant van de reactiepijl worden naar de rechterkant gebracht en omgekeerd), ladingomkeer đļ (alle deeltjes worden veranderd in hun antideeltjes) en kruisen đ (een deeltje wordt van de ene kant van de reactiepijl overgebracht naar de andere kant (đ) en omgezet in zijn antideeltje (đļ). Neutronverval: n → p+ + e− + īŽĖ e. Eerst tijdomkeer: p+ + e− + īŽĖ e → n. Daarna levert kruisen van e− en īŽĖ e het protonverval: p+ → n + e+ + νe . Het nut van symmetriebewerkingen voor deeltjesfysici is dat daarmee uit bekende deeltjesinteracties andere mogelijke deeltjesinteracties zijn te voorspellen, met als beperking dat ze wat energie betreft moeten kunnen verlopen. Na een (eerste) kernsplijting kan een kettingreactie van nieuwe kernsplijtingen alleen optreden als er bij elke kernsplijting een of meer neutronen vrijkomen (die nieuwe kernsplijtingen kunnen veroorzaken), en als de massa van de splijtstof gelijk is aan of groter is dan de kritische massa (zodat er niet teveel vrijkomende neutronen de splijtstof verlaten zonder een kernsplijting te hebben veroorzaakt). Bij een gecontroleerde kettingreactie veroorzaakt elke kernsplijting één volgende kernsplijting (door het wegvangen van een deel van de vrijkomende neutronen), waardoor de vrijkomende energie constant is in de tijd. Bij een ongecontroleerde kettingreactie veroorzaakt elke kernsplijting meer dan één volgende kernsplijting, waardoor de vrijkomende energie exponentieel toeneemt in de tijd. 10 Bij de splijting van een zware atoomkern en bij de fusie van twee lichte atoomkernen treedt een massadefect op: de totale massa van de betrokken deeltjes is na de reactie kleiner dan ervoor. Deze ‘verdwenen’ massa komt volgens de theorie van Einstein vrij als energie (γstraling en kinetische energie van de deeltjes na de reactie). 11 1 233 a Neutronvangst door Th-232: 232 90Th + 0n → 90Th. Verval Th-233: 0 233 233 Verval Pa-233: 91Pa → 92U + −1e. 140 1 94 b Splijting U-233: 233 92U + 0n → 54Xe + 38Sr. c Zie de tabel hieronder (volgende bladzijde). 233 90Th → vóór kernsplijting ná kernsplijting isotoop kernmassa isotoop kernmassa 233 92U 233,03963 â đĸ − 92 â đe 140 54Xe 139,92144 â đĸ − 54 â đe 1 0n 94 38Sr 1,008665 â đĸ totaal 234,04830 â đĸ − 92 â đe totaal 93,91523 â đĸ − 38 â đe 233,83667 â đĸ − 92 â đe Massadefect: âđ = 0,21163 â đĸ. Vrijkomende energie: đ¸ = 0,21163 â 931,49 = 197 MeV. 12 a Fusie H-2 en H-3: 21H + 31H → 42He + 10n. © ThiemeMeulenhoff bv CONCEPT Pagina 3 van 4 233 91Pa + −10e. b Zie de tabel hieronder. vóór kernfusie ná kernfusie isotoop kernmassa isotoop kernmassa 2 1H 2,014102 â đĸ − đe 4 2He 4,002603 â đĸ − 2 â đe 3 1H 3,016049 â đĸ − đe 1 0n 1,008665 â đĸ totaal 5,030151 â đĸ − 2 â đe totaal 5,011268 â đĸ − 2 â đe Massadefect: âđ = 0,018883 â đĸ. Vrijkomende energie: đ¸ = 0,018883 â 931,49 = 17,6 MeV. 13 a b c Primaire kosmische deeltjes zijn elektronen, protonen en zwaardere kernen. Bij de botsing van een primair kosmisch deeltje met een stikstof- of zuurstofkern in de aardatmosfeer ontstaan fotonen en pionen. Uit de fotonen kunnen door paarvorming elektronen en positronen ontstaan. De pionen vervallen tot muonen, die op hun beurt kunnen vervallen tot elektronen. De secundaire deeltjes in een airshower die het aardoppervlak bereiken zijn dan fotonen, muonen en elektronen. De ‘onderweg’ ontstane positronen zullen door annihilatie met elektronen snel verdwijnen. 14 a De muondetectoren moeten het aankomsttijdstip van de muonen in een airshower detecteren. b De snijlijn van het frontvlak van de airshower met het aardoppervlak beweegt in de gegeven situatie van rechts naar links over het aardoppervlak (zie de figuur hiernaast), zodat eerst detector C, daarna detector A en ten slotte detector B de aankomst van het frontvlak van de airshower detecteert. 15 Zie de figuur hiernaast, waarin van het magnetisch veld slechts één veldlijn is getekend. Als de snelheid đŖ van het deeltje een component loodrecht op en een component evenwijdig aan de magnetische veldlijn heeft, dan zorgt de lorentzkracht đšL samen met de loodrechte snelheidscomponent đŖ⊥ voor een cirkelbeweging rond de veldlijn, en zorgt de evenwijdige snelheidscomponent đŖ// voor een eenparige beweging langs de magnetische veldlijn. Het resultaat is een spiraalbeweging van het deeltje rond de magnetische veldlijn. © ThiemeMeulenhoff bv CONCEPT Pagina 4 van 4