God en het Gesteente Gerard Bodifée Leuven, UDL, 30 oktober 2007 Verwondering over het bestaan: Vanwaar komt het leven? Uit de aardkorst. Hoe is dat mogelijk? Kan uit een steen leven door natuurlijke processen ontstaan? Of is daarvoor een bovennatuurlijk ingrijpen nodig? Op beide vragen wordt "ja" geantwoord. Op de eerste door de wetenschap, op de tweede door de religie. Wat is wetenschap, wat is religie? Beide spreken een andere taal. - Wetenschap: analytisch, in begrippen die betrekking hebben op de waargenomen werkelijkheid. Rationeel en empirisch. De feiten spreken. - Religie: mythisch, in beelden en verhalen waarin betekenissen schuilen. Parabels, mirakelverhalen. Niet de feiten spreken, maar de betekenissen, de zin. Over het ontstaan van de wereld. - Het wetenschappelijke verhaal: de Big Bang, expansie van de ruimte, vorming van sterren en planeten, ontstaan en evolutie van het leven. Beschrijving van de waarneembare werkelijkheid aan de hand van fysica en darwinisme. - Het religieuze verhaal: Genesis 1. God schept de wereld in zes dagen. God zag dat het goed was. Hij schept de mens naar zijn beeld en geeft hem de opdracht te heersen. Wat is het verschil tussen beide voorstellingen? Niet dat de weergave van de feiten niet overeenstemmen. Indien men Genesis leest als een feitenrelaas vat men deze tekst op als een wetenschappelijke theorie, en niet als de religieuze hymne die hij in werkelijkheid is. Het waarachtige verschil is dat in het Genesis-verhaal een betekenis ligt die in de wetenschappelijke voorstelling niet besloten is: "dat het goed is", en "dat de mens een opdracht heeft als schepper, niet slechts als schepsel". Vandaar dat de hedendaagse discussie over creationisme volkomen misplaatst is. De creationist leest de bijbel niet als een religiueuze, maar als een wetenschappelijke tekst. Creationisme is daardoor slechte wetenschap èn slechte religie. In religie wordt over God gesproken. In de wetenschap wordt elke verwijzing naar een God, een scheppende of zingevende instantie uitgesloten. Wie of wat is God? In Genesis wordt God niet gedefinieerd: hij is de schepper. Aristoteles definieert God als de onbewogen beweger, maar dat is meer wetenchap dan religie. Voor Plato is God het volkomen goede. Ook de biddende mens richt zich tot God als de goede ("Heer, ontferm u over ons"). Hij verlangt naar God, vertrouwt op God. God is een oneindige goedheid. In de Platoonse-christelijke traditie wordt het zijn identiek aan het goede gesteld. God is het volkomen zijn. De goddelijke werkelijkheid is daardoor een werkelijkheid zonder onvolkomenheden, vergankelijkheid, begrenzingen. Dit beantwoordt niet aan de menselijke werkelijkheid en valt 1 buiten het voorstellingsvermogen van de mens. Over God is het enkel mogelijk in ontoereikende beelden te spreken. Dit gebeurt in de verschillende religies. Weet de religieuze mens dan wel waarover hij spreekt, als hij over God spreekt? In zeker zin niet. God is een mysterie, maar het woord verwijst naar een werkelijkheid die een betekenis heeft. De goddelijke werkelijkheid is de ultieme bestemming van een wereld die ten goede evolueert. Weet de wetenschappelijke mens waarover hij spreekt? Wat is een steen? Wat is de materie? Wat zijn ruimte en tijd? De diepste werkelijkheid daarvan ontgaat ons ook. Ook het onderwerp van de wetenschap is een mysterie. Het mysterie omringt ons. Wetenschap en religie spreken over een werkelijkheid achter het gordijn van de verschijnselen. Wetenschap richt zich naar de heersende werkelijkheid. Religie naar de ultieme bestemming. De blik van de wetenschap mondt uit in het gestolde gesteente, de blik van de religie komt uit bij de allesomvattende goedheid. (uit : God en het Gesteente, door Gerard Bodifée, uitgeverij Davidsfonds, Leuven, 2007) 2