Modernisering van de Ziektewet Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters’ - de ‘wet BeZaVa’ Wat verandert er voor u als werkgever? 1. Waarom een nieuwe Ziektewet? Per 1 januari 2013 is de ‘Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters’ kortweg wet BeZaVa van kracht. Wat betekent deze wet voor u als werkgever en waarom is deze wet ingevoerd? Op 1 januari 2013 is de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) ingevoerd. De wet heeft tot doel om de instroom van vangnetters in de WIA te beperken. Werkgevers worden gestimuleerd om hieraan mee te werken. De manier waarop de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk) wordt vastgesteld, wordt daarom aangepast. De kosten voor ziekte en arbeidsongeschiktheid van tijdelijke werknemers worden meer toegerekend aan de laatste grote en middelgrote werkgever. Het probleem van de vangnetters Sinds de jaren ’90 voert de overheid een beleid dat er op gericht is het ziekteverzuim terug te dringen en de instroom in de arbeidsongeschiktheidsregelingen te verminderen. Onder andere door werkgevers en werknemers meer verantwoordelijkheid te geven en hen financieel te prikkelen. Dit beleid heeft vooral gewerkt voor werknemers met een vast dienstverband. Bij werknemers die bij ziekte geen werkgever (meer) hebben, is het langdurig ziekteverzuim nog steeds erg hoog. Deze zogenaamde ‘vangnetters’ zorgen voor ca. 50% van de instroom in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). En dat terwijl ze minder dan 20% van het verzekerdenbestand vormen. De overheid wil ook u als werkgever meer prikkelen om deze vangnet instroom in de WIA te beperken. Ontwikkeling van het aantal nieuwe WGA-uitkeringen (in procenten van het totaal) 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Vangnetter 35 42 47 49 53 55 Geen vangnetter 65 58 53 51 47 45 Bron: cijfers t/m 2009 rapport WIA-evaluatie en cijfers 2010 afgeleid uit kwantitatieve informatie bij UWV-jaarverslag 2010 2011 Ongeveer 2/3 van deze vangnet instroom in de WIA wordt veroorzaakt door de uitzendkrachten. Dit risico is voor het uitzendbureau. Daar bent u als werkgever niet zelf financieel verantwoordelijk voor. Wel heeft de overheid met de Wet BeZaVa het risico van de andere flexwerkers van personen die een tijdelijk dienstverband hebben neergelegd bij de middelgrote en grote werkgevers. Werkgevers Versie: 23 april 2013 bron: werkgevers VeReFi voorlichting voor abonnementhouders – www.verefi.nl VeReFi is het digitale kennisplatform van CS Opleidingen B V – www.cs-opleidingen.nl VeReFi staat voor de samenhang tussen Verzuim, Re-integratie en Financiën. gaan een hogere gedifferentieerde premie ‘ZW Flex’ betalen indien een werknemer in de Ziektewet vangnet komt. Ook geldt een hogere gedifferentieerde premie ‘WGA Flex’ indien deze vangnetter in de WGA komt. Indien de werknemer eerst in de Werkloosheidswet heeft gezeten en vervolgens overgaat naar het Ziektewet vangnet, dan is het risico ook niet voor u als werkgever. De groep is relatief beperkt waar voor u als werkgever zelf moet gaan betalen, maar indien dit risico zich bij u voordoet, dan gaat het mogelijk wel om veel geld. De exacte premieparameters worden bekend op 1 september 2013 voor het jaar 2014. Dan kunnen er maatwerk berekeningen worden gemaakt. Wie zijn die vangnetters? Werkgevers betalen sinds 1 maart 1996 zelf het verzuim in het eerste ziektejaar. Sinds 2004 geldt dat ook voor de kosten in het tweede ziektejaar. Voor bepaalde groepen werknemers is dit niet wenselijk: voor hen geldt het Ziektewet vangnet. We kunnen twee groepen binnen het vangnet onderscheiden: ZW-gerechtigden met en ZW-gerechtigden zonder werkgever. Bij de groep met werkgever gaat het om bijvoorbeeld orgaandonoren, vrouwen met zwangerschapsen bevallingsgerelateerde klachten en personen met een arbeidsgehandicaptenstatus (no-riskers). Deze groep is niet het probleem want dit blijft sectoraal over alle bedrijven in de branche gefinancierd worden. Het probleem zit ‘m bij de tweede groep: de ZW-gerechtigden zonder werkgever (los van de uitzendsector). Het gaat dan om: - zieke werknemers met een tijdelijk contract dat is beëindigd; - zieke werknemers die binnen vier weken na einde dienstverband ziek vallen onder de zogenaamde nawerking van de Ziektewet (geldt alleen indien ze nog geen WW-recht hebben); - zieke werknemers van wie de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd is beëindigd; - oproepkrachten (nul uren contracten) die in aanmerking komen voor een ZW uitkering. Dit onderscheid is belangrijk, omdat de maatregelen uit de nieuwe wet alleen de tweede groep betreffen. De lasten voor de eerste groep zullen niet stijgen. De tweede groep vangnetters vormt een probleem omdat het om een heterogene en moeilijk bemiddelbare groep gaat. Zij hebben geen werkgever meer, vertonen een gemiddeld langer ziekteverzuim, vervallen van de ene uitkering in de andere en hebben een zwakke plek op de arbeidsmarkt. De conclusie van de overheid is dat het Ziektewet vangnet nu nog te weinig activerend werkt. Er moeten meer prikkels komen voor de ZW-gerechtigden, werkgevers en uitvoerders. Versie: 23 april 2013 bron: werkgevers VeReFi voorlichting voor abonnementhouders – www.verefi.nl VeReFi is het digitale kennisplatform van CS Opleidingen B V – www.cs-opleidingen.nl VeReFi staat voor de samenhang tussen Verzuim, Re-integratie en Financiën. 2. Hoofdlijnen wet BeZaVa De hoofdlijnen van de maatregelen: Verandering voor werknemer: algemeen geaccepteerde arbeid in tweede ziektejaar De Ziektewet moet meer gericht zijn op activering in arbeid. Daarom is het Ziektewetcriterium gewijzigd voor personen die in het tweede ziektejaar komen. Tijdens het eerste ziektejaar kan een werknemer aanspraak maken op een uitkering als hij ‘zijn arbeid’ niet kan uitvoeren. Dit geldt vanaf 2014 vanaf het tweede ziektejaar niet meer, dan geldt ‘algemeen geaccepteerde arbeid’ zoals we deze kennen van de WIA-beoordeling. Deze aanpassing zorgt ervoor dat het recht op ziekengeld wordt aangescherpt na het eerste ziektejaar en mensen minder snel recht hebben op een ZW uitkering in het tweede ziektejaar. Hier ligt een directe link naar de Wet WIA. Bij de WIA geldt ook het arbeidsongeschiktheidscriterium ‘algemeen geaccepteerde arbeid’ ook wel gangbare arbeid genoemd. Indien de zieke werknemer nog in staat is om tenminste 65% van het oude loon te gaan verdienen, dan heeft hij of zij geen recht meer op een Ziektewetuitkering. Er zal dan veelal een overgang plaatsvinden naar de Werkloosheidswet uitkering omdat er geen werkgever is die nog loondoorbetalingsplichten heeft. Financiële prikkels voor de werkgevers Vanaf 2014 wordt een premiedifferentiatie voor middelgrote en grote werkgevers in de Ziektewet ingevoerd (de gedifferentieerde premie ZW Flex). Grote- en middelgrote werkgevers zijn tevens financieel verantwoordelijk voor de WGA-lasten van de ZWvangnetters indien zij na 104 weken ziekte in de WGA instromen, de zogenaamde gedifferentieerde premie WGA Flex. Convenant uitzendbureaus en UWV Uitzendbureaus moeten samen met het UWV werken aan het beperken van langdurig ziekteverzuim en aan een snelle plaatsing in passende arbeid. Maatregelen gericht op effectievere re-integratie De re-integratie- en sollicitatieverplichtingen voor ZW-gerechtigden worden aangescherpt. Verder is de maximale periode van proefplaatsing verruimd tot zes maanden. Ook mag het UWV convenanten afsluiten met werkgevers en sectoren, die gericht zijn op werkhervatting van ZW-gerechtigden. Versie: 23 april 2013 bron: werkgevers VeReFi voorlichting voor abonnementhouders – www.verefi.nl VeReFi is het digitale kennisplatform van CS Opleidingen B V – www.cs-opleidingen.nl VeReFi staat voor de samenhang tussen Verzuim, Re-integratie en Financiën. 3. Gevolgen voor de werkgever Voor de Ziektewet, de WGA voor vaste werknemers en de WGA voor flexwerkers gelden nu drie financieringsstelsels. Het is de bedoeling dat hiervoor in 2016 één stelsel komt. Dit wordt in twee stappen ingevoerd. Om werkgevers te stimuleren meer aan preventie en re-integratie te doen, komt er een systeem van premiedifferentiatie. Met andere woorden: hoe meer werknemers (vast én flex) in de ZW of de WGA, hoe hoger de lasten voor de werkgever. Werkgevers kunnen kiezen tussen een gedifferentieerde premie in het publieke bestel en eigenrisicodragerschap. Het wordt dus een zogenoemd ‘hybride stelsel’, met keuze tussen publiek of privaat verzekeren. Op dit moment betalen werkgevers alleen een gedifferentieerde premie WGA voor werknemers met een vast dienstverband (WGA-vast). Vanaf 2014 bestaat de gedifferentieerde premie Whk uit drie onderdelen: • • • Gedifferentieerde premie WGA-vast Gedifferentieerde premie WGA-flex Gedifferentieerde premie ZW-flex Werkgevers gaan dan ook een gedifferentieerde premie betalen voor werknemers met een flexibel dienstverband, de zogenoemde flexwerkers. Flexwerkers zijn werknemers die: • • • een fictieve dienstbetrekking hebben, zoals thuiswerkers, stagiaires of provisiewerkers; een tijdelijk dienstverband hebben en ziek uit dienst gaan; een tijdelijk dienstverband hebben en binnen 4 weken na het einde van hun dienstverband ziek worden (nawerking). Indeling in categorieën (klein, middelgroot en groot) In de nieuwe berekening van de gedifferentieerde premies WGA-vast, WGA-flex en ZW-flex worden werkgevers in drie categorieën ingedeeld. Binnen iedere categorie komen de premies op een andere manier tot stand: • • • kleine werkgevers (met een loonsom die gelijk of minder is dan 10 keer het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer): premie op sectorniveau – geen individuele toerekening. middelgrote werkgevers (met een loonsom van meer dan 10 en gelijk of minder dan 100 keer het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer): gewogen gemiddelde van sectorpremie en individuele premie. (hoe groter bedrijf, hoe groter individuele toerekening – grens middelgroot ligt voor 2013 op € 302.000,-) grote werkgevers (meer dan 100 keer het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer): premie op individueel niveau (voor bedrijven met premieplichtig loon > € 3.020.000). Versie: 23 april 2013 bron: werkgevers VeReFi voorlichting voor abonnementhouders – www.verefi.nl VeReFi is het digitale kennisplatform van CS Opleidingen B V – www.cs-opleidingen.nl VeReFi staat voor de samenhang tussen Verzuim, Re-integratie en Financiën. Er gelden minimum en maximum bandbreedtes voor de premies (nu nog niet bekend). Duidelijk is dat geldt: hoe groter het bedrijf, hoe groter de invloed van de eigen ZW-instroom. Kleine werkgevers betalen een sectorale premie en worden dus niet direct op hun eigen instroom afgerekend. In schema ziet dit er als volgt uit: Vaststellen van de gedifferentieerde premie Ieder jaar worden de premies door UWV berekend en door de Belastingdienst vastgesteld. Voor het berekenen van de gedifferentieerde premie kijkt het UWV naar gegevens van de twee jaar ervoor. De Belastingdienst informeert werkgevers in het najaar over de gedifferentieerde premie Whk. Omdat deze premie vanaf dit jaar uit meerdere onderdelen bestaat, kunnen werkgevers tegen ieder onderdeel van de premie bezwaar maken bij de Belastingdienst. Het T-2 principe Bij de premiedifferentiatie geldt het T-2 principe dat we ook kennen bij de gedifferentieerde WGApremie. Het jaar T is het jaar waarvoor de premie wordt vastgesteld. Om voor de werkgever het individuele risico vast te stellen, gaat het UWV uit van de instromers in het ZW vangnet van het jaar T-2 (oftewel twee kalenderjaren eerder). Bij de vaststelling van de premiedifferentiatie voor het jaar 2014, wordt er dus gekeken naar de instromers in het jaar 2012. Daarom is het nu al van belang uw Ziektewetinstroom te beperken! Ook is het van belang ziek-uit-dienstmeldingen van flexwerkers goed te volgen en waar mogelijk WGA-instroom te voorkomen. Versie: 23 april 2013 bron: werkgevers VeReFi voorlichting voor abonnementhouders – www.verefi.nl VeReFi is het digitale kennisplatform van CS Opleidingen B V – www.cs-opleidingen.nl VeReFi staat voor de samenhang tussen Verzuim, Re-integratie en Financiën. Voorlichting over instroom door UWV Het UWV berekent de gedifferentieerde premie Whk 2014 op basis van gegevens over 2012. Het gaat om Ziektewet- en WIA-uitkeringen die in dat jaar zijn toegekend. Werkgevers kregen en krijgen voor werknemers met een vast dienstverband altijd een kopie van de toekenningsbeslissing. Die beslissingen hebben zij voor flexwerkers de afgelopen jaren niet gekregen. In 2013 gaat het UWV daarom werkgevers alsnog informeren over de toekenningsbeslissingen uit 2012 en 2013. Daarna kunnen zij alsnog bezwaar maken tegen die beslissingen. Het UWV stuurt werkgevers hierover nog een brief (dit staat gepland in de periode mei – juni 2013). 4. Eigen risicodrager Ziektewet De overheid verwacht dat het eigen risicodragerschap voor de Ziektewet een grote vlucht gaat nemen. Tenslotte zijn werkgevers al bekend met de loondoorbetaling, arboverplichtingen, Wet verbetering poortwachter (Wvp) e.d. En dan is het niet zo lastig om die maatregelen ook voor flexwerkers te laten gelden. Ook kunnen verzekeraars combinaties van verzekeringen en dienstverlening bieden, die voor werkgevers aantrekkelijk kunnen zijn. De eigenrisicodrager Ziektewet betaalt zelf de uitkering voor (ex-)werknemers die bij ziekte nog recht hebben op een Ziektewet-uitkering. Dus zelfs als de werknemer uit dienst is gegaan, moet de werkgever blijven zorgen voor de verzuimbegeleiding en de re-integratie. De werkgever gaat dus de Ziektewet uitvoeren in plaats van het UWV. Het eigenrisicodragerschap heeft zowel voordelen als nadelen voor een werkgever. Voordelen van het eigen risicodragerschap ZW De werkgever betaalt momenteel een lagere verplichte verzekeringspremie voor het Sectorfonds, omdat het Ziektewet-deel vervalt en vanaf 2014 vervalt de ZW flex gedifferentieerde premie. Als eigenrisicodrager betaalt u alleen nog premie aan UWV voor: • • • werknemers met een ziekte of handicap die weer gaan werken (no-riskpolis); werknemers die vallen onder de Compensatieregeling oudere werknemers (artikel 29D Ziektewet); werknemers die ziek zijn door zwangerschap, bevalling of orgaandonatie. De werkgever zorgt zelf voor de verzuimbegeleiding en de re-integratie van zieke werknemers waarmee er grip is op de schadelast. Samen met arbodeskundigen maakt de werkgever duidelijke regels en afspraken over het ziekteverzuimbeleid. Versie: 23 april 2013 bron: werkgevers VeReFi voorlichting voor abonnementhouders – www.verefi.nl VeReFi is het digitale kennisplatform van CS Opleidingen B V – www.cs-opleidingen.nl VeReFi staat voor de samenhang tussen Verzuim, Re-integratie en Financiën. Nadelen van het eigen risicodragerschap ZW • • • • • De werkgever draagt zelf de lasten van de Ziektewet-uitkering. Als een werknemer overlijdt, betaalt de werkgever ook de overlijdensuitkering aan de nabestaanden (is 1 maand). Er zijn kosten voor de arbotaken, voor het inrichten van een gescheiden verzuimadministratie en de administratie-organisatie. Werkgever moet veel kennis hebben van de wettelijke aspecten van de Ziektewet. Werkgever is verplicht om zelf regels en afspraken te maken voor de controle van het ziekteverzuim. UWV kan besluiten om de taken over te nemen indien het UWV van mening is dat werkgever de verzuimbegeleidingstaken niet goed uitvoert. De kosten die UWV dan maakt, komen voor rekening van de werkgever. Werkgever houdt derhalve wel het risico. het zogenaamde uitlooprisico van de Ziektewet blijft bij de eigenrisicodrager, ook indien de werkgever weer wil stoppen met de het eigen risicodragerschap. Werkgever houdt de verplichting om de Ziektewet uit te voeren van de werknemers die zich hebben ziek gemeld vóór de dag waarop werkgever als eigenrisicodrager is gestopt. 5. Wat kunt u nu doen? Met de wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters betaalt elke middelgrote en grote werkgever de eigen schade. Werkgevers krijgen dus een nog groter belang bij schadebeheersing. Bij tijdelijke arbeidsovereenkomsten kan reeds worden vastgelegd dat de werknemer die ziek uit dienst gaat, verplicht is om ook na afloop van het dienstverband zich aan de arbo verplichtingen te houden tot het moment dat herstel heeft plaatsgevonden. De wet vereist een zorgvuldige administratie. Werkgevers zullen nog beter de Ziektewet en WIA administratie moeten bijhouden, ook van ziek-uit-diensttreders. Probeer met terugwerkende kracht een ziek uit dienst administratie vast te leggen. In 2014 gekeken wordt naar de zieken in 2012 bij de premiedifferentiatie in de Ziektewet. De premiedifferentiatie in 2014 en 2015 die verplicht voor elke grote werkgever van toepassing is bij de WGA instroom van flexwerkers kijkt zelfs nog langer terug. Dit gaat voor het jaar 2014 dan om WGA uitkering uit het jaar 2012. Let op dat deze mensen al ziek zijn geworden in 2010! Begin alvast met het terughalen van alle ‘ziek uit dienst’ meldingen die sinds 2010 zijn gedaan! Het UWV gaat hierover in mei – juni 2013 voorlichting verstrekken. Controleer direct deze brieven en maak bezwaar indien dit niet klopt. Het is altijd van belang om de beschikking van de Belastingdienst goed te controleren. Maar minstens zo belangrijk: kijk kritisch naar de houding in de organisatie ten opzichte van verzuim. Geldt het principe “ziek is ziek”? Of kijkt de organisatie vooral naar wat een medewerker nog wél kan doen? Een register casemanager kan hierin een belangrijke rol spelen. En tenslotte staat elke werkgever Versie: 23 april 2013 bron: werkgevers VeReFi voorlichting voor abonnementhouders – www.verefi.nl VeReFi is het digitale kennisplatform van CS Opleidingen B V – www.cs-opleidingen.nl VeReFi staat voor de samenhang tussen Verzuim, Re-integratie en Financiën. voor de beslissing of hij in het publieke bestel blijft, ernaar terugkeert of juist eigenrisicodrager wordt. Een belangrijke beslissing. Versie: 23 april 2013 bron: werkgevers VeReFi voorlichting voor abonnementhouders – www.verefi.nl VeReFi is het digitale kennisplatform van CS Opleidingen B V – www.cs-opleidingen.nl VeReFi staat voor de samenhang tussen Verzuim, Re-integratie en Financiën.