donderdag 23 november 2006

advertisement
donderdag 23 november 2006
Vandenbossche: "Regering moet tandje
bijsteken"
©IP
Walter Vandenbossche (CD&V)
Brussel - Minister van Werk Benoît Cerexhe (CDH) moet dringend heel concrete
maatregelen nemen om de economie aan te zwengelen. Anders dreigt het
Contract voor Economie en Tewerkstelling (CET), het paradepaardje van deze
regering, een maat voor niets te worden. Dat zegt de CD&V-fractievoorzitter
Walter Vandenbossche.
Achttien maanden geleden werd het Contract voor Economie en Tewerkstelling op
de rails gezet. “In die achttien maanden is veel tijd en energie gestopt in het op poten
zetten van het CET. Stilaan komt het op kruissnelheid,” zei Cerexhe in het Brussels
parlement. “Het zou al te makkelijk zijn om nu al kritiek te uiten. Het duurt immers
drie tot vier jaar voor de resultaten zichtbaar zijn,” sprong Jean-Luc Vanraes (VLD)
Cerexhe bij, al vindt hij dat het parlement de evolutie kritisch moet blijven volgen.
Walter Vandenbossche, die net als de oppositie de eerste kritiek vanuit
patronaatskringen – Het Huis der Ondernemingen – heeft genoteerd, zegt: “Er is
genoeg gepraat, nu moet de regering met heel concrete maatregelen op de proppen
komen. Het is daarop dat de bedrijven en zeker de kmo’s wachten. Bij heel wat
kleine bedrijven heeft de vertwijfeling toegeslagen: in Brussel blijven of verhuizen. De
regering moet het vertrouwen van de ondernemers winnen, zij zijn het die voor de
werkgelegenheid zorgen; de politiek moet de voorwaarden scheppen.”
Vandenbossche pleit onder andere voor fiscale harmonisering van de gemeentelijke
bedrijfslasten, het schrappen van sommige lasten, en voor administratieve en
stedenbouwkundige vereenvoudiging. “We moeten de stedenbouwkundige
regelgeving durven te vereenvoudigen en de rol van de Koninklijke Commissie voor
Monumenten en Landschappen durven te herdefiniëren,” zegt Vandenbossche, die
sinds 1989 in het parlement zetelt en de regelgeving mee heeft helpen opstellen. “In
1989 werd Brussel geconfronteerd met de erfenis van Vanden Boeynants en Charlie
De Pauw. Nu moeten we stedenbouw, maar ook leefmilieu economisch vertalen,”
zegt hij.
De regering heeft al aangekondigd om in 2007 met de gemeenten te onderhandelen
voor een eenvormige bedrijfsbelasting. Als compensatie voor gederfde lasten houdt
ze vijftien miljoen euro klaar. Toch blijft Vandenbossche erop hameren, want het
wordt geen eenvoudige klus. “Herinner u de hertekening van de gemeentewet: daar
heeft Brussel ook niets van gebakken. We mogen niet in dezelfde val trappen. De
economie is belangrijker dan politieke spelletjes.”
Scherpe tussenkomst
Tijdens zijn tussenkomst in het parlement had Vandenbossche de evolutie van
economische dossiers als DHL en Volkswagen in het achterhoofd, die laten zien hoe
kwetsbaar onze economie is. Daarom pleit hij voor het creëren van duurzame banen,
en voor hem zijn dat banen die in de lijn liggen van de hoofdstedelijke en
internationale rol. “Waarom zou Brussel zich niet kunnen profileren als
designhoofdstad, of als technologische topstad? Dankzij de internationale functie
komt hier heel de wereld over de vloer. Mijn vrienden uit China kennen de Dansaert
Street.” Daarom pleit hij ook voor het afschaffen van belastingen op ‘typisch
stedelijke’ economieën en technologieën als telecommunicatie. “Daarom moeten we
ook de belasting op computerschermen afschaffen. Dat is wel het laatste wat belast
moet worden.”
De tussenkomst van Vandenbossche had een hoog liberaal gehalte. Met zijn uithaal
naar nepstatuten zoals de gesco’s (of gesubsidieerde contractuelen) is hij er ook in
geslaagd de PS in de gordijnen te jagen. “Dat de PS het gesco-statuut blijft
verdedigen, vind ik onbegrijpelijk. Er zijn mensen met een universitaire opleiding die
tien jaar in een gesco-statuut werken.” De PS moet volgens Vandenbossche
dringend leren dat een sociaal gecorrigeerde markeconomie niet hetzelfde is als een
sociale politiek. “Ik ben geen tegenstander van minister Cerexhe; de PS draagt als
grootste regeerpartij ook de grootste verantwoordelijkheid voor de Brusselse
economie.”
Toch vindt Vandenbossche dat Cerexhe met zijn recente pleidooi voor de uitbreiding
van Brussel flink uit de bocht gegaan is. “Brussel moet met Vlaanderen en Wallonië
een belangengemeenschap vormen. De eerste voorwaarde hiervoor is goed
nabuurschap. Wat Cerexhe gedaan heeft, staat haaks op wat van hem als minister
van Economie mag worden verwacht.”
Gelijkheid
Het Brussels parlement buigt zich op dit ogenblik over een voorstel van ordonnantie
van Rachid Madrane (PS) en Jan Béghin (SP.A-Spirit) om werkzoekenden uit wijken
waar de werkloosheid zwaar heeft toegeslagen, voorrang te geven voor contractuele
banen bij Gewest of gemeente. CD&V steunt dat voorstel niet en trekt, indien het
toch met een wisselmeerderheid zou worden goedgekeurd, naar de Raad van State.
Vandenbossche: “Een werkzoekende allochtoon uit Sint-Pieters-Woluwe moet
dezelfde kansen krijgen als zijn lotgenoot uit Molenbeek. Het voorstel gaat regelrecht
in tegen het gelijkheidsbeginsel. Ik ben voor een diversiteitsbeleid en voor meer
allochtonen bij de overheid, maar dit is niet de juiste methode.”
Ook het Ecolo-parlementslid Christos Doulkeridis haalt opnieuw zijn stokpaardje
boven: de federale en de Brusselse overheidsinstellingen moeten meer Brusselaars
in dienst nemen. In de Brusselse administratie werkt op de 6.623 personeelsleden
maar 55,3 procent Brusselaars en bij de vervoersmaatschappij MIVB 52,2 procent.
Vandenbossche: “Ook ik zou liever zien dat er meer stadbewoners bij die instellingen
werken, maar Europa verbiedt voorrang op basis van woonplaats. Brusselaars
moeten er gewoon voor zorgen dat ze de beste zijn als ze solliciteren. Hier draagt het
Franstalig onderwijs een grote verantwoordelijkheid.”
Danny Vileyn © Brussel Deze Week
Download