Bijlage 1: Criteria voor VIS-projecten van Lichte Structuren

advertisement
Lichte Structuren
Gereserveerd Project Budget
RICHTLIJNEN VOOR het INDIENEN VAN EEN
COLLECTIEVE PROJECTAANVRAAG
VIS-PROJECT
Tetra
Landbouwtraject
Versie : juni 2014
Inleiding
Lichte structuren kunnen in lijn met hun missie en strategie beroep doen op verschillende projecttypes
van het IWT voor de benutting van het hen jaarlijks toegewezen gereserveerde projectbudget. Een
volledig overzicht van deze projecttypes is opgelijst in bijlage 3 aan deze handleiding.
De verschillende projecttypes kunnen onderscheiden worden als volgt.
Collectieve projecten:
Projecten met een collectieve doelstelling zijn typisch gericht op bedrijven, in het bijzonder kmo’s, die
zelf geen of slechts beperkte onderzoekscapaciteit hebben.
Typische activiteiten binnen deze projecten zijn collectief onderzoek voor, stimulering van innovatie
binnen en kennisoverdracht naar deze groep van ondernemingen (cfr. VIS-besluit1). In de context van
de inzet van gereserveerde projectmiddelen van een lichte structuur wordt dergelijk projecttype in het
vervolg van deze handleiding algemeen een VIS-project genoemd. Het is voor een dergelijk VIS-project
dat er verderop in deze handleiding aan de lichte structuur een aanvraagdocument aangereikt wordt.
Ook projecten vallend onder het Tetra-besluit of het Landbouw-besluit (LA) zijn projecten van
collectieve aard die via het gereserveerde projectbudget van een lichte structuur kunnen uitgevoerd
worden. Voor deze laatste wordt verwezen naar de betreffende Tetra/Landbouwtrajecten-handleiding en
bijhorend aanvraagdocument op de website van IWT, aangevuld met de specifieke richtlijnen achteraan
deze handleiding in bijlage 4.
Projecten ter ondersteuning van individuele bedrijven:
Zo zijn er de coöperatieve (-PLUS) projecten waarin meerdere onafhankelijke bedrijven samenwerken
om innovaties te realiseren. Ook individuele bedrijfshaalbaarheidsstudies kunnen opgezet worden maar
steeds dienen ook dergelijke projecten een duidelijk potentieel te bieden tot samenwerking in een
natraject. Deze projecten ressorteren onder bedrijfssteun (O&O-besluit). Lichte structuren die hiervoor
gereserveerde projectmiddelen willen inzetten, worden verwezen naar het betreffende
aanvraagdocument (O&O, kmo-programma), zoals beschikbaar op de website. De specifieke richtlijnen
en de voor indiening benodigde extra informatie voor dit projecttype zijn opgenomen in een aparte
handleiding: “Lichte structuren – gereserveerd projectbudget: richtlijnen voor het indienen van een
projectaanvraag: Coöperatief project”.
Een specifiek projecttype betreft de ICON-interdisciplinair coöperatief onderzoeksprojecten. Hiervoor
wordt een aparte handleiding ter beschikking gesteld: “Lichte structuren – gereserveerd projectbudget:
richtlijnen voor het indienen van een projectaanvraag: ICON”.
Voor alle projecttypes bestaat er één IWT-kostenmodel dat beschrijft welke kosten aanvaardbaar zijn,
hoe deze aangevraagd en hoe er over gerapporteerd moet worden (cfr. IWT-kostenmodel en bijhorende
Excel-template op de IWT-website: http://www.iwt.be/subsidies/documenten/kostenmodel-pdf).
1
Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot regeling van steun aan projecten van innovatiestimulering,
technologisch advies en collectief onderzoek op verzoek van Vlaamse Innovatiesamenwerkingsverbanden (VIS).
De steun vanuit het VIS-besluit wordt toegekend als indirecte steun onder Verordering (EG) nr 1998/2006 van de
Europese Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het verdrag
op de-minimissteun (PB2006, L379/5).
2 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Een Lichte Structuur kan verschillende rollen opnemen in een project waarvoor ze gereserveerde
projectmiddelen inzet: als aanvrager, als (mede-)uitvoerder, als opdrachtgever naar derden. Het
projecttype kan eventueel beperkingen opleggen aan de rol die de Lichte Structuur kan opnemen.
Zo zal een Lichte Structuur bijvoorbeeld nooit een Tetra project kunnen aanvragen en uitvoeren,
maar kan enkel een instelling van hoger onderwijs dit doen. Wel kan een Lichte Structuur een
dergelijk project initiëren, (mee) coördineren en opvolgen. De Lichte Structuur heeft steeds de
contractuele plicht om de projecten op haar gereserveerde middelen correct op te volgen en er
verslag over uit te brengen naar het IWT. De projecten moeten invulling geven aan de strategische
doelstellingen van de Lichte Structuur: het beoordelen en bewaken daarvan is de
verantwoordelijkheid van de Lichte Structuur. Om die reden dient een aanvraag (welk projecttype
ook) waarvoor men gereserveerde projectmiddelen wil inzetten, steeds via de Lichte Structuur (ook
al kan deze dus mogelijk geen officieel aanvragende partij zijn) aan het IWT voor evaluatie bezorgd
te worden.
Afhankelijk van de wijze waarop de Lichte Structuur tot de selectie en definitie van zijn projecten komt,
kan de Lichte Structuur steeds aanvullende elementen aan de voorliggende aanvraagtemplate toevoegen.
VIS-PROJECT
Definitie
Een VIS-project richt zich op concrete en vraaggedreven uitdagingen of opportuniteiten van een ruim
collectief van bedrijven, in het bijzonder kmo’s of niet-onderzoeksintensieve bedrijven, die door middel
van innovatie beantwoord kunnen worden. De projectresultaten zijn op relatief korte termijn toepasbaar
bij deze bedrijven en leveren zo een duidelijke economisch en eventueel ruimere maatschappelijke
meerwaarde. VIS-projecten worden gesteund op basis van het VIS-besluit.
VIS-project van Lichte Structuren versus VIS-traject bij het IWT
VIS-trajecten (www.iwt.be/subsidies/vis-trajecten) hebben als doelstelling om vanuit een concrete
probleemstelling of vraaggedreven opportuniteit van een collectief van bedrijven, innovatieve
oplossingen aan te bieden die op relatief korte termijn toepasbaar zijn en die reeds tijdens de
projectduur resulteren in zichtbare veranderingen (transitie) met een duidelijke (economische)
meerwaarde voor de ruime doelgroep. Hierbij kan het hele scala van activiteiten die mogelijk zijn op
basis van het VIS-besluit ingezet worden. Er wordt verwacht dat er binnen het VIS-traject een zeker
kennisverwerving zal plaatsvinden, maar steeds met het oog op de te realiseren innovatiesprong bij de
bedrijvendoelgroep. Hiernaast dient er ook voldoende aandacht te zijn voor de ruimere verspreiding van
kennis en valorisatie van de projectresultaten. Een VIS-traject staat op zich en omvat aldus één geheel
waarin alle nodige activiteiten om bovenvermelde doelstelling te bereiken vervat zijn.
Projecten van Lichte Structuren worden uitgevoerd binnen de kaders van de door de Vlaamse Regering
goedgekeurde strategisch innovatieagenda en doelstellingen. Door de inbedding in een groter
programma kan het voor de Lichte Structuur relevanter of efficiënter zijn om via de projectwerking een
gedeelte van het traject naar de implementatie van de beoogde innovaties bij de doelgroep van bedrijven
binnen één project te steunen. Het voor- of natraject kan typisch plaatsvinden binnen de basiswerking
van de Lichte Structuur, andere projecten gesteund via de projectwerking van de Lichte Structuur of
andere initiatieven al dan niet gesubsidieerd door de overheid. Met andere woorden, een VIS-project is
een onderdeel van het grotere programmageheel waarvoor de Lichte Structuur staat en middelen inzet.
Het is in dat kader belangrijk dat een eventueel voor- of natraject steeds toegelicht wordt in de aanvraag
van het VIS-project, zodat er tijdens de evaluatie een juiste inschatting gemaakt kan worden van de
3 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
potentiële impact van het project voor de ruime doelgroep (verhoging van het innovatievermogen,
kennissprong, innovatietoepassingen, ...).
Projectactiviteiten
Voor een VIS-project komen alle activiteiten die steunbaar zijn onder het VIS-besluit, gaande van
kennisverwerving tot kennisgebruik, voor steun in aanmerking, zolang deze activiteiten bijdragen aan
het realiseren van competentieverhoging en innovaties (met economische en eventueel ruimere
maatschappelijke meerwaarde) bij de ruime doelgroep. Er worden in hoofdlijn volgende verschillende
type activiteiten onderscheiden:
 innovatiestimulering: een bundeling van activiteiten die tot doel hebben bedrijven, in het
bijzonder kmo’s, bewust te maken van het belang van innovatie, zowel inzake de technologische
als de niet-technologische aspecten, en hen hierbij te ondersteunen. Activiteiten die hier aan bod
komen zijn bijv. informatie- en kennisverspreiding, sensibilisering, stimuleren van
netwerkvorming en synergie tussen de innovatie-actoren, etc…
 collectief onderzoek: onderzoeksactiviteiten, uitgevoerd door een kenniscentrum zonder
winstoogmerk, gericht op het verwerven, het bundelen en het vertalen van kennis naar bruikbare
innovatietoepassingen ten behoeve van een ruim collectief van bedrijven;
 activiteiten van kennisoverdracht naar de doelgroep: bijvoorbeeld case studies, beperkte
begeleiding (aantal dagen) van ondernemingen bij de voorbereiding en/of het opzetten van
innovaties/toepassingen. Activiteiten met individuele bedrijven kunnen slechts in beperkte mate
aan bod komen in het VIS-project.
 studie-activiteiten: infogaring, haalbaarheidsanalyses, roadmapanalyses, ...
Een project kan voornamelijk focussen op één van deze activiteiten of op een combinatie ervan, en ook
een geïntegreerde aanpak omvatten om het beoogde veranderingstraject bij bedrijven te bewerkstelligen
(cfr. VIS-traject2).
Het vraaggedreven en collectief karakter is een belangrijk kenmerk van een VIS-project. Het VISproject moet gepast inspelen op de vragen en de noden van een collectief aan bedrijven, die met de
resultaten van het project innovatief verder aan de slag kunnen gaan. Dit vereist zowel bij de opzet van
het project als bij de uitvoering een goede interactie met de doelgroepbedrijven. Het betrekken van de
bedrijvendoelgroep tijdens het project is onder meer voorzien via een functionele gebruikersgroep (of
evenwaardig alternatief). Deze gebruikersgroep bestaat uit een representatieve vertegenwoordiging van
de doelgroep, die op regelmatige tijdstippen samenkomt. De gebruikersgroep bewaakt de realisatie van
de projectdoelstellingen. Zij fungeert ook als klankbord voor (bijkomende) mogelijkheden van
economisch en eventueel ook maatschappelijk gebruik van de projectresultaten.
Belangrijk is dat de activiteiten in een VIS-project (en ook in andere projecttypes waarop men als lichte
structuur wil appliceren) steeds duidelijk additioneel moeten zijn aan wat men binnen de basiswerking
van de lichte structuur hoort uit te voeren!
Projectkenmerken en steun
Een VIS-project heeft een duur van maximaal 4 jaar. Het wordt aangevraagd door een Vlaams
InnovatieSamenwerkingsverband3 en gesubsidieerd aan maximaal 80% subsidie. De Lichte structuur
kan zowel een coördinerende als een uitvoerende rol vervullen in het VIS-project en daarin
samenwerken met andere VIS-partners of kenniscentra. De steun wordt toegekend aan de Lichte
2
Zie ook de handleiding VIS-trajecten, zoals recentst beschikbaar op de IWT-website.
Zo de aanvrager niet de lichte structuur zelf is, dient de aanvraag nog steeds via de lichte structuur om ingediend
te worden bij het IWT.
3
4 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Structuur als onrechtstreekse steun aan doelgroepbedrijven onder de de-minimis verordering· van de
Europese Commissie. Het niet-gesubsidieerde gedeelte van de projectbegroting (20%) dient gefinancierd
te worden met bijdragen van de doelgroepbedrijven, welke tevens een bijkomende indicatie is voor het
draagvlak bij de bedrijvendoelgroep.
De subsidie aan VIS-projecten van Lichte Structuren volgt in belangrijke mate de algemene regels voor
VIS-trajecten. Voor een goed begrip van de verdere modaliteiten is het daarom aangewezen om de meest
recente “handleiding VIS-trajecten” na te lezen, in het bijzonder de volgende hoofdstukken:
 vereisten in verband met de aanvragers (VIS), uitvoerders en onderaannemers;
 ruimere meerwaarde ten aanzien van ‘Duurzame Ontwikkeling (DO)’
 projectbegroting: bijzondere aspecten in aanvulling op het algemeen van toepassing zijnde IWTkostenmodel
 gebruik van de projectresultaten (zie hiervoor ook het document ‘Beleidslijn m.b.t. gebruik van
resultaten’).
Een overzicht van alle relevante documenten wordt hieronder gegeven.
Documentenoverzicht
Bij het voorbereiden van de aanvraag zijn de volgende documenten van belang:
 Aanvraagtemplate zoals verstrekt in deze handleiding
 IWT-kostenmodel en bijbehorende Excel template:
http://www.iwt.be/subsidies/documenten/kostenmodel-pdf
 VIS-traject handleiding: http://www.iwt.be/subsidies/documenten/handleiding-vis-trajecten-pdf
 Toelichtingsdocument – succesindicatoren:
http://www.iwt.be/subsidies/documenten/performantie-indicatoren-pdf
 Toelichtingsdocument - de-minimis: http://www.iwt.be/subsidies/documenten/de-de-minimisregel-pdf
 Toelichtingsdocument gebruik van de projectresultaten:
http://www.iwt.be/subsidies/documenten/beleidslijn-mbt-gebruik-resultaten-pdf
 Toelichtingsdocument ‘uitvoering en opvolging van projecten ten laste van het Gereserveerd
Projectbudget’: http://www.iwt.be/subsidies/documenten/uitvoering-opvolging-ls-projecten-pdf
 Toelichtingsdocument ‘uitvoering en opvolging van een VIS-project:
http://www.iwt.be/subsidies/documenten/uitvoering-en-opvolging-vis-tr-pdf
We raden u aan om steeds na te gaan op de IWT-website of u over de meest actuele versie van de
genoemde documenten beschikt.
Opstellen, indiening en evaluatie van de aanvraag
De aanvraag wordt opgesteld overeenkomstig de in deze handleiding aangeboden template. De aanvraag
is in het Nederlands opgesteld, tenzij anders overeengekomen, en wordt door de Lichte Structuur
elektronisch ingediend bij het IWT via [email protected].
Na indiening van de aanvraag door de Lichte Structuur bij het IWT, zal het IWT de ontvankelijkheid van
de aanvraag beoordelen. Indien de aanvraag ontvankelijk is zal het IWT, mede op basis van het advies
van externe deskundigen, het project beoordelen, aan de hand van de beoordelingscriteria zoals
opgenomen in Bijlage 1 van deze handleiding. Op basis van deze beoordeling zal de raad van bestuur
van het IWT beslissen of het project al dan niet steunbaar is. Voor gesteunde projecten zal een IWTprojectovereenkomst opgesteld worden, welke steeds mee ondertekend wordt door de Lichte Structuur.
5 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Op basis van deze overeenkomst zal het IWT instaan voor de contractuele opvolging van de projecten,
inclusief de uitbetaling van de subsidie. De Lichte Structuur zal instaan voor de inhoudelijke opvolging
van het project en zal daarover correct en tijdig rapporteren aan het IWT. De Lichte Structuur verzamelt
de info die het IWT nodig heeft.
Uitvoering en opvolging
Alle nuttige informatie betreffende de uitvoering en de opvolging van een VIS-project binnen de
geoormerkte middelen van een lichte structuur is terug te vinden in het toelichtingsdocument ‘uitvoering
en opvolging van projecten ten laste van het Gereserveerd Projectbudget’ op de IWT-website
(http://www.iwt.be/subsidies/documenten/uitvoering-opvolging-ls-projecten-pdf ). Daar er belangrijke
overeenkomsten zijn met de uitvoering en opvolging van VIS-trajecten, wordt er in dit document ook
verwezen naar het desbetreffende document van de VIS trajecten. Beide documenten bevatten informatie
die ook nuttig is bij de voorbereiding van een projectaanvraag. Hierna worden de belangrijkste principes
kort overlopen.
Overeenkomst(en)
In het geval van een positieve beslissing wordt een overeenkomst opgemaakt tussen het IWT en de
aanvragers (begunstigden). Deze aanvraag wordt mee ondertekend door de lichte structuur. De IWTovereenkomst bestaat uit de volgende delen:
1. de algemene voorwaarden, consulteerbaar op de IWT-website:
www.iwt.be/subsidies/documenten/algemene-iwt-voorwaarden-pdf
2. de projectspecifieke voorwaarden, dit deel wordt ondertekend door de lichte structuur en de
personen die de contractuele verbintenis aangaan voor de respectievelijke aanvragers.
De leverbaarheden en succesindicatoren met bijhorende streefcijfers zullen in de projectspecifieke
voorwaarden vastgelegd worden. Het is de bedoeling om op die manier het verloop/succes van de
projectuitvoering te kunnen monitoren, met name op vlak van de concrete innovaties/veranderingen die
men wil realiseren bij een voldoende ruime groep van bedrijven.
Indien er meerdere partijen zijn, stellen zij onderling een samenwerkingsovereenkomst op die de
praktische samenwerking regelt, evenals de afspraken inzake de eigendom en valorisatie van de
projectresultaten. De samenwerkingsovereenkomst dient ter goedkeuring voorgelegd te worden aan het
IWT.
De verslaggeving dient telkens via de lichte structuur bij het IWT ingediend te worden. De uitbetaling
van de subsidie gebeurt in gelijke voorschotten, in principe halfjaarlijks voorafgaand aan de periode
waarop deze betaling betrekking heeft. De voorschotten worden uitbetaald na vervulling van de
noodzakelijke voorwaarden, zoals voorzien in de IWT-overeenkomst.
Projectopvolging
De opvolging van de VIS-projecten heeft als doel om het projectverloop te monitoren en om de
resultaten van het project zichtbaar te maken. Dit gebeurt aan de hand van een beperkt aantal vragen die
jaarlijks met bijkomende informatie moeten aangevuld worden. De lichte structuur verzamelt daartoe de
nodige informatie en staat in voor de rapportering aan het IWT.
Om de zes maanden dient over de projectstatus gerapporteerd te worden (projectbarometer). Dit laat toe
om na te gaan of het project verloopt zoals gepland. Jaarlijks wordt dit aangevuld met een prestatietabel
en de status van leverbaarheden en KPI’s. Een belangrijk element van de voortgangsverslaggeving is de
rapportering over de interactie met de doelgroepbedrijven. Van elke vergadering van de gebruikersgroep
wordt een verslag opgemaakt.
6 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Voor projecten die langer duren dan 2 jaar, wordt na 2 jaar een meer uitgebreid tussentijds verslag
geleverd met een beknopte zelfevaluatie en een werkplan voor de volgende 2 jaar. Dit vormt de basis
voor de tussentijdse evaluatie, waarbij beslist wordt over het al dan niet verderzetten van het project en
over eventuele (budget)bijsturingen. Als omstreeks dit tijdstip een belangrijke mijlpaal (go/no-go) is
gepland, kan daarmee rekening worden gehouden.
Na afloop van het project bepaalt het IWT op basis van het eindverslag en het financieel verslag, de
totale aanvaarde subsidie. Eén jaar na afloop van het project kan nog een valorisatiefiche opgevraagd
worden.
Monitoring
Voor beleidsevaluaties zijn gegevens nodig over het effectief bereik van het project, de geleverde
diensten en de bekomen resultaten in het kader van activiteiten van kennisverspreiding en -toepassing.
Het is aangewezen hiermee rekening te houden bij de opmaak van een projectvoorstel. Voor zover ze
niet in het eigen projectvoorstel zijn opgenomen (als indicatoren met streefcijfers), zullen deze gegevens
bijkomend moeten geleverd worden bij de verslaggeving
7 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Inhoudsopgave Aanvraagdocument
Inleiding.......................................................................................................................................................2
VIS-PROJECT ............................................................................................................................................3
Definitie ...................................................................................................................................................3
Projectactiviteiten ....................................................................................................................................4
Projectkenmerken en steun ..........................................................................................................................4
Opstellen, indiening en evaluatie van de aanvraag......................................................................................5
Documentenoverzicht ..................................................................................................................................5
Deel 1: Projectidentificatie ........................................................................................................................10
Algemene inlichtingen...........................................................................................................................10
Innovatiedoel .........................................................................................................................................10
Gegevens en intentieverklaring hoofdaanvrager ...................................................................................12
Gegevens en intentieverklaring mede-aanvrager(s) (indien van toepassing) ........................................14
Gegevens en intentieverklaring Lichte Structuur ..................................................................................15
Gegevens en intentieverklaring uitvoerder(s) (indien de aanvragers verschillen van de uitvoerders) ..16
Deel 2: Projectbeschrijving .......................................................................................................................17
A. Kenmerken/impact van het project .......................................................................................................18
1. Aanleiding, situering en doelstellingen van het project.....................................................................18
3. Focus op vernieuwing....................................................................................................................18
3. Collectief karakter .............................................................................................................................18
4.. Economische impact .....................................................................................................................19
5. Complementariteit en Ruimere meerwaarde van het project ............................................................19
B. Projectuitvoering...................................................................................................................................20
1. Kwaliteit van de uitvoering ...............................................................................................................20
1.1. Betrokkenheid doelgroep ............................................................................................................20
1.2. Werkplan ....................................................................................................................................20
1.3. Succesindicatoren en leverbaarheden van het project ................................................................22
2. Expertise en middelen .......................................................................................................................23
Deel 3: Projectbegroting ............................................................................................................................24
Deel 4: Bijlagen .........................................................................................................................................25
Bijlage 1: Criteria voor VIS-projecten van Lichte Structuren ...................................................................26
Bijlage 2: Categorieën van leverbaarheden ...............................................................................................29
Bijlage 3 : Overzicht projecttypes voor Lichte Structuren ........................................................................30
Bijlage 4: Specifieke richtlijnen voor Tetra-projecten en Landbouwtrajecten ..........................................32
8 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Opmaak en samenstelling van de projectaanvraag
Checklist met de verschillende delen van de projectaanvraag:
Deel 1: Projectidentificatie
 Algemene inlichtingen
 Innovatiedoel
 Administratieve gegevens en intentieverklaring van de hoofdaanvrager
 Administratieve gegevens en intentieverklaring van de medeaanvrager(s)
 Administratieve gegevens en intentieverklaring van de (mede)-uitvoerder(s)
Deel 2: Projectbeschrijving
 Aanleiding, situering en doelstellingen van het project
 Collectief karakter
 Belang voor de doelgroep
 Complementariteit en ruimere meerwaarde van het project
 Kwaliteit van de uitvoering
 Expertise en middelen
Deel 3: Projectbegroting
 Projectbegroting per partner (Excel sheet)
 Totale projectbegroting (Excel sheet)
Deel 4: Bijlagen
 Bij onderaannemingen vanaf 8.500 EUR: offertes
9 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Deel 1: Projectidentificatie
Er wordt telkens aangegeven wie de gegevens best invult. De indiening van de aanvraag gebeurt via de Lichte
Structuur die alle gegevens bundelt.
Algemene inlichtingen
Dit deel dient door de hoofdaanvrager ingevuld te worden.
Titel
Startdatum project (gepland)
Duur van het project
ten vroegste op de 1e van de maand na indiening van de aanvraag bij
het IWT
maximaal 4 jaar
Totale projectkost
Totaal aantal mensmaanden
Gevraagde subsidie (+
subsidiepercentage)
Is voor dit project, of onderdelen ervan, subsidie aangevraagd of verstrekt door een andere overheid
(Vlaams, Federaal of Europees)?
Zo ja, geef het gevraagde of
verkregen subsidiebedrag
Contactpersoon bij Lichte
Structuur
Innovatiedoel
Dit deel dient door de hoofdaanvrager ingevuld te worden.
Het innovatiedoel is in het Nederlands en wordt beperkt tot ca. 1 bladzijde.
Alle essentiële elementen van het project zijn erin terug te vinden, met nadruk op:






10 |32
concrete probleemstelling/uitdaging bij de doelgroepbedrijven,
grootte/karakterisatie van de doelgroep en het effectief bereik (# bedrijven die rechtstreeks baat
hebben bij het project),
doelstellingen van het project en de beoogde resultaten met nadruk op de directe resultaten bij de
doelgroepbedrijven (concreet en herkenbaar voor kmo’s),
wijze waarop het succes van het project opgevolgd wordt (met vermelding van de belangrijkste
succesindicatoren),
het innovatietraject en de (zichtbare) veranderingen bij de doelgroep die mogen verwacht worden,
de economische impact en de ruimere meerwaarde.
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Het innovatiedoel is van belang bij het samenstellen van de colleges van deskundigen.
Het innovatiedoel maakt bij toekenning van steun deel uit van de steunovereenkomst en zal na afloop
van het project gebruikt worden om na te gaan in welke mate de vooropgestelde doelstellingen werden
bereikt. Mede om deze reden is het noodzakelijk dat de doelstellingen zo scherp mogelijk worden
afgelijnd, concreet en verifieerbaar zijn, en dat –indien mogelijk- zoveel mogelijk kwantitatieve
streefwaarden worden gedefinieerd. Merk op dat de steunovereenkomst een middelenverbintenis is en
geen resultaatsverbintenis.
11 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Gegevens en intentieverklaring hoofdaanvrager
Dit deel wordt ingevuld door de hoofdaanvrager. Indien de aanvrager ook als uitvoerder wenst op te treden,
geef dit duidelijk aan. De hoofdaanvrager stelt een contactpersoon (projectleider) aan. De contactpersoon
staat in voor de communicatie met de Lichte Structuur tijdens de fase van de projectevaluatie, -uitvoering en opvolging. De intentieverklaring moet ondertekend worden door een persoon die gemachtigd is om
contractuele verbintenissen af te sluiten in naam van de organisatie.
Titel van het project
Organisatie
Naam van de contactpersoon
Functie
Departement/Afdeling
Adres
Tel
e-mail
Projectkost hoofdaanvrager
Totaal aantal mensmaanden
hoofdaanvrager
Indien beroep gedaan wordt op onderaannemer(s)(*):
Naam
Adres
Kost onderaannemer
(*)
Voor een onderaanneming van meer dan 8.500 EUR. Voeg de offertes bij (bijlagen).
Als rechtsgeldig vertegenwoordiger van <naam van aanvragende organisatie> en deel uitmakend van
het aanvragend consortium bestaande uit <namen van hoofd- en eventuele medeaanvragende
organisaties>, geef ik het IWT de toestemming alle nodige acties te laten uitvoeren naar aanleiding van
de VIS-projectaanvraag ingediend bij IWT in het kader van het Gereserveerd Projectbudget <jaartal>
van <Lichte Structuur>.
Ik verklaar kennis te hebben genomen van de programmakenmerken, van de inhoud van het project en
dat ik de nodige middelen zal inzetten voor de uitvoering van het project. Tevens verklaar ik voor dit
project nog geen subsidie te hebben ontvangen.
Tussen de aanvragende consortiumleden zijn duidelijke afspraken gemaakt omtrent het project. Deze
afspraken zijn beschreven in de aanvraag en worden bij goedkeuring van het project verder uitgewerkt in
een samenwerkingsovereenkomst.
Indien voor uitvoering van het project beroep gedaan wordt op een uitbesteding
(onderaannemingsrelatie) aan een onderzoeksorganisatie, dient de volgende verklaring toegevoegd te
worden:
Ik verklaar dat <naam van aanvragende organisatie> bij uitbesteding van een opdracht aan een
onderzoeksinstelling de geleverde dienst vergoedt aan marktprijs respectievelijk de kosten volledig
vergoedt en daarboven een redelijke marge betaalt.
Naam, functie
Datum
(handtekening)
12 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Bij een inhoudelijke samenwerking (onderzoekspartner relatie) met onderzoeksorganisaties in het VISproject dient onderstaande intentieverklaring tot samenwerking ondertekend te worden, door personen
die de betrokken rechtspersonen rechtsgeldig kunnen verbinden:
“INTENTIEVERKLARING TOT SAMENWERKING:
Tussen
[naam aanvragende organisatie], gevestigd te [straatnaam, nr, postcode localiteit], hierna aangeduid
als “AANVRAGER” en rechtsgeldig vertegenwoordigd door [voornaam, naam],
en
[naam onderzoeksinstelling, (faculteit), dept/vakgroep, afdeling/lab/onderzoeksgroep], gevestigd te
[straatnaam, nr, postcode localiteit], hier aangeduid als “ONDERZOEKSINSTELLING” en
rechtsgeldig vertegenwoordigd door [voornaam, naam],
samen aangeduid als “de PARTIJEN”.
De PARTIJEN verklaren dat de samenwerking met de ONDERZOEKSINSTELLING in het
voorgelegde VIS-project binnen het kader van het Gereserveerd Projectbudget van <Lichte Structuur>
zal gebeuren overeenkomstig het bepaalde in deze projectaanvraag. Bij goedkeuring van dit project met
inhoudelijke samenwerking met een ONDERZOEKSINSTELLING worden deze afspraken verder
vastgelegd in een SAMENWERKINGSOVEREENKOMST tussen de PARTIJEN, die uiterlijk binnen
de 4 maanden na ontvangst van de PROJECTSPECIFIEKE VOORWAARDEN ter goedkeuring aan
IWT moet worden overgemaakt.
Gelezen en goedgekeurd,
Datum en handtekening rechtsgeldige vertegenwoordiger AANVRAGER
Datum en handtekening rechtsgeldige vertegenwoordiger ONDERZOEKSINSTELLING”
13 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Gegevens en intentieverklaring mede-aanvrager(s) (indien van toepassing)
Dit deel wordt ingevuld door elke organisatie die medeaanvrager is voor financiële steun. De
intentieverklaring moet ondertekend worden door een persoon die gemachtigd is om contractuele
verbintenissen af te sluiten in naam van de organisatie. Voor elke medeaanvrager wordt een ondertekende
intentieverklaring bijgevoegd.
Titel van het project
Organisatie
Organisatie treedt op als
Mede-aanvrager
Mede-aanvrager & -uitvoerder
Naam van de contactpersoon
Functie
Departement/Afdeling
Adres
Tel
e-mail
Projectkost medeaanvrager
Totaal aantal mensmaanden
medeaanvrager
Indien beroep gedaan wordt op onderaannemer(s)(*):
Naam
Adres
Kost onderaannemer
(*)
Voor een onderaanneming van meer dan 8.500 EUR. Voeg de offertes bij (bijlagen).
Als rechtsgeldig vertegenwoordiger van <naam van aanvragende organisatie> en deel uitmakend van
het aanvragend consortium bestaande uit <namen van hoofd- en eventuele medeaanvragende
organisaties>, geef ik het IWT de toestemming alle nodige acties te laten uitvoeren naar aanleiding van
de VIS-projectaanvraag ingediend bij IWT in het kader van het Gereserveerd Projectbudget <jaartal>
van <Lichte Structuur>.
Ik verklaar kennis te hebben genomen van de programmakenmerken, van de inhoud van het project en
dat ik de nodige middelen zal inzetten voor de uitvoering van het project. Tevens verklaar ik voor dit
project nog geen subsidie te hebben ontvangen.
Tussen de aanvragende consortiumleden zijn duidelijke afspraken gemaakt omtrent het project. Deze
afspraken zijn beschreven in de aanvraag en worden bij goedkeuring van het project verder uitgewerkt in
een samenwerkingsovereenkomst.
Indien voor uitvoering van het project beroep gedaan wordt op een uitbesteding aan een
onderzoeksorganisatie, dient de volgende verklaring toegevoegd te worden:
Ik verklaar dat <naam van aanvragende organisatie> bij uitbesteding van een opdracht aan een
onderzoeksinstelling de geleverde dienst vergoedt aan marktprijs respectievelijk de kosten volledig
vergoedt en daarboven een redelijke marge betaalt.
Naam, functie
Datum
(handtekening)
14 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Gegevens en intentieverklaring Lichte Structuur
Dit deel is enkel in te vullen zo de Lichte Structuur niet optreedt als hoofd- of mede-aanvrager van het project.
De intentieverklaring moet ondertekend worden door een persoon die gemachtigd is om contractuele
verbintenissen af te sluiten in naam van de organisatie. Voor elke Lichte Structuur wordt een ondertekende
intentieverklaring bijgevoegd.
Titel van het project
Organisatie
Naam van de contactpersoon
Functie
Adres
Tel
e-mail
Als rechtsgeldig vertegenwoordiger van <naam van Lichte Structuur> geef ik het IWT de toestemming
alle nodige acties te laten uitvoeren naar aanleiding van de VIS-projectaanvraag ingediend bij IWT door
<namen van hoofd- en eventuele medeaanvragende organisaties> in het kader van het Gereserveerd
Projectbudget <jaartal> van <Lichte Structuur>.
Ik verklaar kennis te hebben genomen van de programmakenmerken, van de inhoud van het project en
dat ik de nodige middelen zal inzetten voor de uitvoering van het project. Tevens verklaar ik voor dit
project nog geen subsidie te hebben ontvangen.
Tussen de aanvragende consortiumleden zijn duidelijke afspraken gemaakt omtrent het project. Deze
afspraken zijn beschreven in de aanvraag en worden bij goedkeuring van het project verder uitgewerkt in
een samenwerkingsovereenkomst.
Naam, functie
Datum
(handtekening)
15 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Gegevens en intentieverklaring uitvoerder(s) (indien de aanvragers verschillen van de
uitvoerders)
Dit deel wordt enkel ingevuld indien de aanvragende organisaties verschillen van de uitvoerende organisaties.
De intentieverklaring moet ondertekend worden door een persoon die gemachtigd is om contractuele
verbintenissen af te sluiten in naam van de organisatie. Voor elke uitvoerder wordt een ondertekende
intentieverklaring bijgevoegd.
Titel van het project
Organisatie
Naam van de contactpersoon
Functie
Departement/Afdeling
Adres
Tel
e-mail
Projectkost (mede)uitvoerder
Totaal aantal mensmaanden
(mede) uitvoerder
Indien beroep gedaan wordt op onderaannemer(s)(*):
Naam
Adres
Kost onderaannemer
(*)
Voor een onderaanneming van meer dan 8.500 EUR. Voeg de offertes bij (bijlagen).
Als rechtsgeldig vertegenwoordiger van <naam van uitvoerende organisatie> geef ik het IWT de
toestemming alle nodige acties te laten uitvoeren naar aanleiding van de VIS-projectaanvraag ingediend
bij het IWT door <namen van hoofd- en eventuele medeaanvragende organisaties>, in het kader van het
Gereserveerd Projectbudget <jaartal> van <Lichte Structuur>.
Ik verklaar kennis te hebben genomen van de programmakenmerken, van de inhoud van het project en
dat ik de nodige middelen zal inzetten voor de uitvoering van het project. (indien van toepassing) In het
bijzonder bevestig ik de basisprincipes betreffende de participatie in de onderzoeksresultaten beschreven
in het project. Tevens verklaar ik voor dit project nog geen subsidie te hebben ontvangen.
Tussen de aanvragende consortiumleden en de uitvoerders zijn duidelijke afspraken gemaakt omtrent het
project. Deze afspraken zijn beschreven in de aanvraag en worden bij goedkeuring van het project verder
uitgewerkt in een samenwerkingsovereenkomst.
Naam, functie
Datum
(handtekening)
16 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Deel 2: Projectbeschrijving
Dit deel dient ingevuld te worden door de hoofdaanvrager, in samenspraak met de medeaanvrager(s) en
eventuele andere onderzoekspartners/uitvoerders.
Hierna volgt een template voor het opmaken van de projectaanvraag. In deze template wordt
verduidelijkt welke informatie inhoudelijk nodig is om het project te beoordelen. De structuur volgt
daarom een zelfde logica als de evaluatiecriteria die vermeld staan in bijlage 1 bij deze handleiding.
A. Kenmerken/impact van het project
1.
Aanleiding en situering van het project
2.
Innovatiedoel
3.
Collectief karakter
4.
Belang voor de doelgroep
1. Bijdrage tot het innovatievermogen
2. Economische impact
5. Ruimere meerwaarde van het project
B. Projectuitvoering
1. Kwaliteit van de uitvoering
2.
Expertise en middelen
In de inleiding van deze handleiding, incl. de documenten waarnaar in deze inleiding wordt verwezen, is
belangrijke achtergrondinformatie terug te vinden die u kan helpen bij het opmaken van de
projectaanvraag.
Een goede projectbeschrijving omvat typisch 25-35 bladzijden (maximaal 50 bladzijden) afhankelijk van
het aantal partners binnen het projectconsortium en de omvang van het werkplan. Dit maximum aantal
pagina’s geldt inclusief de literatuur- en andere referenties en omvat normale A4 pagina’s met lettertype
‘Times New Roman’ minimaal size 11 of equivalent en redelijke interlinie en marges. Het is essentieel
om dit maximum van 50 bladzijden niet te overschrijden. Het overschrijden van het maximum aantal
pagina’s resulteert immers in de onontvankelijkheid van het projectvoorstel.
17 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
A. Kenmerken/impact van het project
1. Aanleiding, situering en doelstellingen van het project
In dit deel moet het duidelijk zijn waarom het project uitgevoerd wordt en voor wie en wat men wil
bereikt hebben na afloop van het project.

Geef aan op welke manier het project tot stand is gekomen, wat de noodzaak is voor het
uitvoeren van het project en beschrijf de concrete problemen of uitdagingen waarmee de
doelgroepbedrijven geconfronteerd worden.

Tot welke doelgroep richt het project zich. Indien van toepassing, geef aan op welke manier het
project zich ook op innovatievolgers richt.

Toon aan in welke mate er een breed draagvlak is bij de Vlaamse doelgroep voor dit project.

Positioneer het project in de strategische innovatieagenda van de Lichte Structuur.
 Wat zijn de vooropgestelde doelstellingen?
 Welke directe resultaten worden beoogd met het project? Beschrijf die beoogde resultaten zo
concreet (verifieerbaar) en herkenbaar mogelijk. Geef ook aan op welke - relatief korte termijn ze
toepasbaar zullen zijn bij de (kmo) doelgroepbedrijven.
 Beschrijf (kort) wat men reëel wil bereikt hebben na afloop van het project en eventueel op langere
termijn bij de doelgroepbedrijven. Welke effecten/impact bij de bedrijven worden beoogd? Wat zal
hiervoor nog dienen te gebeuren binnen de context van de Lichte Structuur om deze effecten/impact
te bewerkstelligen?
Gelieve er rekening mee te houden dat het behalen van de projectdoelstellingen/resultaten dient afgetoetst
te worden aan de hand van een aantal relevante succesindicatoren (zie ook punt 1 onder deel B).
3. Focus op vernieuwing
 Geef aan in welke mate de projectresultaten (zullen) voorlopen op wat momenteel op de markt
beschikbaar is en wat de impact is op het innovatievermogen van de doelgroepbedrijven.
 Beschrijf de meerwaarde van het project ten opzichte van de huidige kennis bij de doelgroep.
 Geef aan op welke manier de doelgroepbedrijven de kennisverhoging gaan omzetten in concrete
innovaties/toepassingen? Beschrijf de concrete innovaties/realisaties die tijdens en ook na afloop van
het project verwacht kunnen worden bij de doelgroepbedrijven. Geef een aantal concrete
voorbeelden. Voer hier eventueel een opsplitsing van de doelgroep door.
3. Collectief karakter
 Aansluitend bij wat reeds geformuleerd werd onder §A.1, geef hier meer gedetailleerd aan welke
ruime doelgroep van bedrijven, in het bijzonder kmo’s of niet-onderzoeksintensieve bedrijven, baat
kan hebben bij de projectresultaten.
 Kwantificeer en typeer de reële doelgroep. Welk is het aandeel van bedrijven die rechtstreeks baat
hebben bij het project; waar de resultaten effectief aanleiding zullen geven tot concrete
innovaties/toepassingen. Voer indien nodig een opsplitsing door in deelgroepen (bv. verschillende
sectoren, verschillend absorptievermogen, ...). Vermeld de belangrijkste relevante economische
gegevens (aantal bedrijven, kmo-aandeel, omzet, tewerkstelling, export, …) van de
(deel)doelgroep(en).
 Toon aan dat er voldoende absorptiecapaciteit is bij de (kmo) doelgroepbedrijven.
18 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
4. Economische impact
 Geef aan wat het economisch belang is van de resultaten voor de doelgroepbedrijven. Bespreek de
economische meerwaarde die kan verwacht worden.
 Geef aan op welke manier dit project de competitiviteit van de doelgroepbedrijven zal verhogen.
Indien van toepassing, geef aan op welke manier de internationale competitiviteit verhoogd wordt.
 Wat is de economisch toegevoegde waarde voor Vlaanderen (behoud of groei van bedrijfsactiviteiten,
tewerkstelling of investeringen, toegevoegde waardecreatie, ...)?
 Zijn er spillover effecten naar andere doelgroepen en sectoren te verwachten?
 Vermeld mogelijke hindernissen (extern) waardoor de economische impact kan belemmerd of
vertraagd worden (bv. IP, wetgeving, marktomgeving, …).
5. Complementariteit en Ruimere meerwaarde van het project
 Hoe positioneert het innovatietraject zich ten opzichte van eventuele andere door de overheid
gefinancierde initiatieven/projecten (bijv. ook AO, EFRO, ...)? Sluit het aan bij andere Vlaamse
onderzoeksactiviteiten (LS-projecten, SBO, TETRA, VIS-CO/TR of LA-TR) of bij internationale
projecten (ERA-NET, EU/FP7)? Indien van toepassing, beschrijf de synergiën met de huidige
activiteiten van de aanvragers/uitvoerders.
 Welke relevante inspanningen worden reeds geleverd i.v.m. het onderwerp van de projectaanvraag
(in binnen- en buitenland), welke aanpak wordt hierbij gevolgd en welke resultaten heeft dit tot
dusver opgeleverd. Geef hierbij waar mogelijk de nodige literatuurreferenties.
 Geef aan of er al dan niet een mogelijk risico bestaat op marktverstoring met commerciële
dienstverlening en hoe hier mee zal omgegaan worden binnen de project- en valorisatiestrategie.
 Beschrijf, indien van toepassing, de aansluiting van het project bij belangrijke maatschappelijke
uitdagingen.
 Omschrijf en motiveer, indien van toepassing, de verwachte meerwaarde op het vlak van duurzame
ontwikkeling. Bij het kunnen aantonen van de milieuwinst (zo nodig door een kwantitatieve
berekening, bv. via ecopunten) kan het project een hogere prioriteit bekomen (zie hiervoor de
handleiding DO: http://www.iwt.be/subsidies/documenten/handleiding-do-pdf ).
19 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
B. Projectuitvoering
1. Kwaliteit van de uitvoering
In dit deel wordt de globale aanpak beschreven waaruit blijkt hoe de projectdoelstellingen zullen bereikt
worden.
1.1. Betrokkenheid doelgroep
 Geef aan op welke manier de doelgroepbedrijven betrokken werden bij de voorbereiding van de
projectaanvraag en beschrijf hoe de doelgroepbedrijven betrokken worden bij de uitvoering en
aansturing van het project en geef aan welke afspraken in dit verband zullen gemaakt worden.
 Geef aan hoe de gebruikersgroep samengesteld is en georganiseerd wordt. De frequentie van
interactie dient aangepast te zijn aan de opzet van het traject en de planning.
 Geef een overzicht van de individuele bedrijven/organisaties die zich al geëngageerd hebben of
geïnteresseerd zijn om lid te worden van de gebruikersgroep; en geef duidelijk aan wat voor elk van
hen de relevantie van het project is.
 Geef aan op welke wijze het cofinancieringsplan zal ingevuld worden en wat het financieel
engagement van de doelgroepbedrijven hierin is. Een belangrijk up front financieel engagement
rechtstreeks van verschillende (individuele) bedrijven is een bijkomende indicatie voor het draagvlak
bij bedrijven.
1.2. Werkplan
 Beschrijf globaal de aanpak en het verloop van het project. Motiveer waarom u voor deze aanpak
gekozen heeft en in welke mate deze bijdraagt tot de realisatie van de doelstellingen.
 Schets de onderlinge samenhang tussen de verschillende activiteiten (eventueel schematisch). Een
VIS-project kan modulair samengesteld zijn in functie van de behoeften/noden.
 Afhankelijk van de focus van het project kan in een VIS-project de toepasbaarheid van de innovatie
bij de bedrijvendoelgroep al voor een belangrijk deel tijdens het project plaatsvinden of kan in het
project de nadruk gelegd worden op deelstappen in het innovatieproces, bijv. sensibilisering of
kennisopbouw/vertaalonderzoek met tijdens het project toepassing van innovaties bij een beperktere
groep van bedrijven uit de bedrijvendoelgroep. Beschrijf wat er ter zake binnen de projecttermijn aan
dergelijke activiteiten ingepland wordt.
 Beschrijf de uit te voeren activiteiten. Deel het project op in werkpakketten en beschrijf per
werkpakket de aanpak, de taken, de personeels- en tijdsinzet en de betrokken partijen (zie
onderstaande tabel).
20 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
WP nummer:
beginmaand:
duurtijd:
(maand)
totaal aantal
mensmaanden:
Titel:
Werkpakketleider:
Betrokken partner:
Partner 1
Partner 2
Partner 3
…
…
Mensmaanden:
Onderaannemer(s):
Doelstellingen:
Geef een korte omschrijving van de doelstelling van dit werkpakket.
Taken: beschrijving van de activiteiten, …
Een werkpakket kan in verschillende taken opgesplitst worden omwille van de verschillende
inhoudelijke aspecten en/of omwille van de omvang van het werkpakket.
Taak 1:
Taak 2:
…
Verwachte resultaten en leverbaarheden:
-
Vermeld wat de te verwachte concrete resultaten/leverbaarheden zullen zijn.
Beschrijf welke mijlpalen/beslissingsmomenten en/of KPI’s gekoppeld zijn aan dit werkpakket
(indien van toepassing)
 Geef aan de hand van een GANTT chart duidelijk de mijlpalen en de go/no-go beslissingsmomenten
weer in de tijd.
 Geef ook een overzichtstabel van de te besteden mensmaanden per partner en per werkpakket en
motiveer de voorziene duurtijd van het project.
Overzichtstabel van de te besteden mensmaanden
WP
1
Partner
Partner
1
Partner
2
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
TOTAAL
…
…
TOTAAL
21 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
 Geef in een grafiek het relatief gewicht (in %) weer van de verschillende types activiteiten in het
project
(projectmanagement,
platformwerking/netwerking,
onderzoeksactiviteiten/kennisverwerving/vertaling, collectieve kennisverspreiding en activiteiten met individuele bedrijven).
1.3. Succesindicatoren en leverbaarheden van het project

Definieer een beperkte set van relevante succesindicatoren (KPI’s4) om het succes/verloop van
het project te meten en geef aan wat na de eerste 2 jaren bereikt wordt en wat de verwachtingen voor
het totale project zijn. Beschrijf dit op een kwantitatieve manier (streefcijfers) die toelaat om
eenvoudig te kunnen oordelen over het al of niet slagen van het project. De streefcijfers moeten
getuigen van een voldoende ambitieniveau en dienen in verhouding te staan tot de gevraagde
subsidie. Geef aan op welke wijze deze zullen gemeten worden.
Vertrek bij het opstellen van de KPI’s steeds vanuit de doelstellingen van uw project (innovatiedoel)
en welke directe resultaten u bij de doelgroepbedrijven wil realiseren tijdens het project. De KPI’s
zijn bij voorkeur gericht op de effecten die men wil realiseren bij de bedrijven in plaats van op de
activiteiten die men zal uitvoeren.
Vul onderstaande tabel aan, waarbij kpi’s rond de voorgedefinieerde thema’s van innovativiteit,
bedrijfsbereik en implementatie verplicht op te geven zijn.
Succesindicatoren (KPI’s)
Streefcijfer na 2
jaar
Streefcijfer bij afloop
project
KPI’s INNOVATIVITEIT5
KPI’s BEDRIJFSBEREIK6’
KPI’s IMPLEMENTATIE7’
Andere belangrijke projectspecifieke KPI’s (optioneel)
 Geef een overzicht van de leverbaarheden over het ganse traject en de voorziene timing (in
tabelvorm). Beperk u tot de belangrijkste leverbaarheden voor het behalen van uw
projectdoelstellingen. De leverbaarheden dienen toegewezen aan een categorie in een hiervoor
ontwikkelde typologie8, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen ‘projectspecifieke
kennisontwikkeling’ en ‘collectieve/generieke kennisoverdracht’9

Categorie Omschrijving leverbaarheden
Voorziene timing(*)
Projectspecifieke kennisontwikkeling
X1
Xxxx
4
Zie ook: http://www.iwt.be/subsidies/documenten/performantie-indicatoren-pdf
INNOVATIVITEIT: KPI’s met betrekking tot de projectspecifieke kenniscreatie voor het realiseren van de beoogde resultaten
bij de doelgroep
6 BEDRIJFSBEREIK: KPI’s met betrekking tot het aantal bedrijven binnen de doelgroep die bereikt worden, met specifieke
aandacht voor het aantal bedrijven waar effectief innovatie‐ en/of veranderingstrajecten opgestart worden
7
IMPLEMENTATIE: KPI’s met betrekking tot het type innovatie‐ en/of veranderingstrajecten die opgestart worden in de
bedrijven
8
De categorieën van leverbaarheden zijn achteraan terug te vinden in bijlage.
9
De leverbaarheden m.b.t. de projectspecifieke kennisontwikkeling zijn o.a. de beoogde wetenschappelijke en/of
technologische output/leverbaarheden volgend uit de (vertaal)onderzoek/ontwikkelingsactiviteiten van het project, terwijl de
collectieve/generieke kennisoverdracht betrekking heeft op de manier waarop de ontwikkelde kennis collectief (op grotere
schaal) verspreid zal worden naar de brede doelgroep.
5
22 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
X2
Xxxx
X6
xxxx
….
…
Collectieve/generieke kennisoverdracht
Y1
Yyyyy
Y2
Yyyyy
(*) Uitgedrukt in aantal maanden na de startdatum van het project

Beschrijf globaal de strategie/aanpak op gebied van kennis/technologieverspreiding en -transfer
naar de doelgroepbedrijven, met bijzondere aandacht voor de mogelijkheden van doorstroming van
de resultaten naar de kmo’s. Geef concreet aan hoe de kennis verspreid zal worden naar de ruime
doelgroep. Naast de verspreiding van kennis naar de brede doelgroep, kan ook aangegeven welke
activiteiten na afloop van het project eventueel verder ondernomen zullen worden om de
innovaties/veranderingen bij de doelgroepbedrijven te blijven bewerkstelligen en op welke manier de
kennis geborgd wordt.

Indien van toepassing, geef aan hoe nieuwe kennis beschermd kan/zal worden (IP) en welke
afspraken hierover gemaakt worden met de verschillende leden van het projectconsortium. Geef aan
welke afspraken zullen gemaakt worden rond het gebruik van achtergrondkennis. Geef ook aan
welke eventuele belemmeringen er zijn naar het gebruik van die kennis. Te complexe regelingen
worden als een risicofactor voor het project beschouwd.
 Indien de innovaties door de ruime doelgroep niet ten volle zullen plaatsvinden tijdens de duur van
het project, wordt verwacht dat de inbedding van deze projecten in de Lichte Structuur ertoe zal
bijdragen dat de doelstellingen naar de ruimere doelgroep gerealiseerd zullen worden. Indien van
toepassing, dient in de aanvraag duidelijk beschreven te worden welke vervolgstappen hiervoor
voorzien worden, al dan niet voorzien met middelen uit de basiswerking of andere middelen.
2. Expertise en middelen
In dit deel wordt aangetoond dat de vereiste expertise aanwezig is en of de gevraagde middelen in
overeenstemming zijn met de projectdoelstellingen en het werkplan.


Situeer het aanvragend consortium ten opzichte van de doelgroep.
Geef per partner/uitvoerder aan welke kennis en expertise ingebracht wordt. Situeer het project
binnen hun activiteiten. Geef (indien van toepassing) een overzicht van de resultaten van
voorafgaande projecten en toon aan dat deze geleid hebben tot concrete innovaties/veranderingen bij
de doelgroepbedrijven (track record). Hou dit kort en bondig; meer gedetailleerde informatie kan in
bijlage toegevoegd worden.

Geef aan welke personen ingezet zullen worden voor de kerntaken van het project. Geef voor
deze personen de expertise bijzondere vaardigheden of profiel (indien nog aan te werven).

Beschrijf de rol en de meerwaarde van elke partij binnen het projectconsortium. Beschrijf op
welke manier de samenwerking tussen de verschillende leden van het consortium zal verlopen. Indien
er met internationale onderzoekspartners samengewerkt wordt, beschrijf de meerwaarde van deze
samenwerking voor het project.

Motiveer de gevraagde middelen (VTE’s, kosten) van het project. Zet dit in relatie tot de
beoogde projectresultaten en potentiële impact voor de doelgroep.
23 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Deel 3: Projectbegroting
Elke aanvrager vult een projectbegroting in. De hoofdaanvrager sommeert de gegevens en bundelt de
projectbegrotingen.
Het IWT voorziet een Excel-file waarmee een projectbegroting kan opgemaakt worden. Het gebruik van
deze file is verplicht. De projectbegroting wordt opgemaakt zoals bepaald in het IWT-kostenmodel,
rekening houdende met de specifieke informatie die beschikbaar is in de handleiding.
De detailprojectbegroting wordt bij de aanvraag gevoegd, in xls-formaat. Het samenvattend overzicht
dient hier opgenomen te worden in de projectaanvraag (deel 3), evenals eventuele bijkomende
verduidelijkende toelichtingen.
24 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Deel 4: Bijlagen
De hoofdaanvrager bundelt de bijlagen.
De verplichte bijlagen zijn (indien van toepassing):

Bij onderaannemingen vanaf 8.500 EUR: offertes

Indien een nieuw Vlaams InnovatieSamenwerkingsverband (ad hoc consortium van bedrijven) het
project (mee) aanvraagt: de intentiebrieven van de individuele leden van dit consortium (minstens 10
Vlaamse bedrijven bij indiening); deze intentiebrieven dienen ondertekend te zijn door een persoon
die gemachtigd is om voor het bedrijf contractuele verbintenissen aan te gaan.
Aanvullende informatie kan indien gewenst opgenomen worden in de bijlage bij het aanvraagdocument,
maar zal niet meegestuurd worden naar de deskundigen.
25 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Bijlage 1: Criteria voor VIS-projecten van Lichte Structuren
1. ONTVANKELIJKHEID
De aanvraag is ontvankelijk indien voldaan is aan de volgende voorwaarden:
1. De hoofdaanvrager is een VIS of kan indienen binnen VIS.
2. De uitvoerders zijn kennisaanbieders, zoals gedefinieerd in de handleiding voor VIS-trajecten.
3. "Verklaring" (toestemming alle nodige acties te laten uitvoeren) is opgenomen, voorafgaand aan de
ondertekening van de aanvraag, door alle aanvragers en uitvoerders. Er is geen reden voor twijfel of het
om personen gaat die voor de organisatie gemachtigd zijn om contractuele verbintenissen af te sluiten.
4. De informatie gevraagd in de aanvraagtemplate wordt verstrekt (is aanwezig, geen oordeel over de
kwaliteit).
5. De resultaten zijn niet gericht op de primaire land- of tuinbouwsector
2. EVALUATIE
2.1 IMPACT
De potentiële impact wordt beoordeeld aan de hand van ten minste de onderstaande 4 criteria. Per criterium
wordt een beoordeling "zeer goed", "goed/neutraal", "eerder zwak" of "niet steunbaar (uitsluiting)" gegeven.
Per criterium wordt hieronder een omschrijving als richtinggever geven voor een typisch goed project en een
niet-steunbaar project.
1.
Innovatiedoel
GOED
De doelstellingen van het project zijn duidelijk. Er is een innovatiedoel gedefinieerd dat duidelijk
aangeeft wat met het project beoogd wordt. Het innovatiedoel sluit aan bij een reële nood of
opportuniteit van de beoogde doelgroep van bedrijven en er is draagvlak voor bij deze doelgroep. Het
innovatiedoel is ook voldoende concreet zodat op het einde van het project kan beoordeeld worden of/in
welke mate de doelstellingen werden behaald.
NIET STEUNBAAR
- De doelstellingen van het project zijn compleet onduidelijk of sluiten niet aan bij de reële nood of
opportuniteit van de doelgroep.
- Het vraaggedreven karakter van het project is onvoldoende.
- Er is geen of weinig draagvlak bij de doelgroep.
2.
Focus op vernieuwing
GOED
Het project is goed gepositioneerd ten opzichte van de huidige stand van zaken in het domein en de
uitdagingen zijn duidelijk geïdentificeerd. De beoogde innovaties (die voldoende concreet en op korte
termijn toepasbaar zijn) lopen voor op wat beschikbaar is op de markt en zijn vernieuwend voor de
Vlaamse doelgroep. Er kan een duidelijke kennis- of competentieverhoging verwacht worden bij de
doelgroepbedrijven, in het bijzonder bij kmo’s.
26 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Voor VIS-studies: De innovaties die in het natraject van de studie verwacht kunnen worden, lopen voor
op wat beschikbaar is op de markt en zijn vernieuwend voor de Vlaamse doelgroep.
NIET STEUNBAAR
- Het project betreft een “me-too” project.
- Het project levert geen of minimale bijdrage tot vernieuwing, kennis- of competentieverhoging bij de
doelgroepbedrijven.
3.
Collectief karakter
GOED
Het project is gericht naar een voldoende ruime doelgroep van bedrijven die rechtstreeks baat heeft bij
het project en er is een goede verhouding tussen de omvang van het project en deze doelgroep. De
doelgroep omvat voldoende kmo’s of niet onderzoeksintensieve bedrijven. De doelgroep heeft
voldoende absorptiecapaciteit om de resultaten van het project te capteren.
NIET STEUNBAAR
- Het aandeel bedrijven dat rechtstreeks baat heeft bij het project is zeer beperkt of het project is
gericht op een beperkt aantal/enkele bedrijven (eerder coöperatief project of bedrijfsproject).
- Het project is hoofdzakelijk gericht op onderzoeksintensieve bedrijven.
4.
Economische impact
GOED
Het project zal leiden tot (meer/versnelde) innovaties bij de doelgroepbedrijven (in het bijzonder kmo’s)
en/of hen toelaten een belangrijke stap te zetten. Het project zal de competitiviteit van de
doelgroepbedrijven verhogen.
De economische impact van het project is belangrijk (voor Vlaanderen) en situeert zich minimaal op het
niveau van behoud van de bedrijfsactiviteiten, tewerkstelling of investeringen.
Voor VIS-studies: ook het te verwachten natraject als gevolg van de studies dient bij de beoordeling van
dit criterium mee in beschouwing genomen te worden.
NIET STEUNBAAR
- De resultaten van het project hebben weinig of geen invloed om de competitiviteit van de
bedrijvendoelgroep en de verwachte economische impact is zeer beperkt/onduidelijk
5.
Ruimere meerwaarde van het project
GOED
Het project is complementair met andere projecten die gesteund worden binnen of buiten de Lichte
Structuur en is niet marktverstorend. Projecten die zeer duidelijke synergiën vertonen met al lopende
projecten en/of een duidelijke onderbouwde meerwaarde leveren inzake duurzame ontwikkeling of
andere maatschappelijke uitdagingen, kunnen een pluspunt krijgen.
NIET STEUNBAAR
- Het project vertoont grote overlap met andere, publiek gefinancierde projecten/initiatieven.
- Er is een duidelijk risico op marktverstoring met commerciële dienstverlening.
6.
Optioneel: criteria op vraag van de Lichte Structuur
Op vraag van de Lichte Structuur en met goedkeuring van het IWT kan het IWT, met input van externe
deskundigen het voorgestelde project evalueren op additionele criteria welke gerelateerd zijn aan de
strategische doelstellingen van de Lichte Structuur.
27 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
2.2 KWALITEIT
De kwaliteit wordt beoordeeld aan de hand van 2 criteria. Als een project op één van deze criteria niet
aan de minimale kwaliteitseisen voldoet, wordt het niet gesteund. Hieronder wordt per criterium als
richtinggever beknopt weergegeven wat steunbaar of niet-steunbaar is.
1.
Kwaliteit van de uitvoering
STEUNBAAR
De globale aanpak van het project is duidelijk en geschikt om de collectieve doelstellingen van het
project te realiseren. Het werkprogramma dat op basis van deze aanpak is uitgewerkt is voldoende
duidelijk en realistisch. Het werkprogramma laat ook een redelijke inschatting van de ingezette middelen
toe. De voorzien duurtijd van het project is adequaat.
Er wordt een correcte aanpak voorgesteld voor de ruime verspreiding van de kennis en er ligt een
duidelijk plan m.b.t. de valorisatie van de resultaten voor. De projectopvolging, inclusief
gebruikersgroep, is degelijk en er werden duidelijke/relevante leverbaarheden, KPI’s en streefcijfers
gedefinieerd in lijn met de projectdoelstelling. Er is een duidelijke rol voorzien voor de doelgroep (bijv.
via gebruikersgroep), zowel tijdens de uitvoering van het project als na afloop.
NIET STEUNBAAR
- Er is onvoldoende relatie tussen de aanpak en de projectdoelstellingen en KPI’s.
- De aanpak is weinig realistisch of volstrekt onduidelijk.
- De voorziene duurtijd is niet realistisch.
- De betrokkenheid van de doelgroep bij het project is onvoldoende aangetoond.
2.
Expertise en middelen
STEUNBAAR
De aanvragers zijn representatief voor de doelgroep en de uitvoerders beschikken over de vereiste
expertise, middelen en infrastructuur om het project goed uit te voeren. Eventueel voorgestelde
samenwerkingen zijn relevant en de kwaliteit hiervan is goed. De gevraagde personeelsinzet en
begroting zijn in lijn met het projectplan en de beoogde doelstellingen (value for money). Er wordt een
sluitend cofinancieringsplan voorzien.
Als van toepassing: vorige IWT-projecten van de betrokken uitvoerders werden goed uitgevoerd.
Additioneel voor VIS-studies: de uitvoerders (of hun profiel) zijn voldoende neutraal en objectief naar
de uitvoering en resultaten van de studie.
NIET STEUNBAAR
- De aanvragers zijn niet representatief voor de doelgroep
- Er ontbreken belangrijke partners of expertise.
- Er is een duidelijk risico op een falende samenwerking.
- Essentiële middelen (personeel, infrastructuur, toegang tot kennis/IPR, …) voor een adequate
uitvoering ontbreken, zonder vooruitzicht op invulling.
- Er is een substantiële mismatch tussen de voorziene middelen en de doelstellingen of activiteiten.
- Het voorliggende cofinancieringsplan is weinig geloofwaardig, onrealistisch of niet aanwezig.
28 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Bijlage 2: Categorieën van leverbaarheden
I. PROJECTSPECIFIEKE KENNISONTWIKKELING
X.1) Nieuwe of verbeterde componenten/samenstellingen van (complexe) systemen of processen (codes, scripts,
algoritmes, parameters, moleculen, …)
X.2) Proof of concept (radicaal) vernieuwende technologie of methodologie
X.3) Proof of concept (radicaal) vernieuwend product, proces, dienst
X.4) Proof of concept nieuwe software, (simulatie)tool of model
X.5) Nieuw/aangepast/verbeterd product, proces, dienst
X.6) Nieuw/aangepaste/verbeterde technologie/technieken of methodologie
X.7) Nieuw/aangepaste/verbeterde software, (simulatie)tool of model
X.8) Prototypes en testopstellingen (inclusief bedrijfcases)
X.9) Gevalideerde (en/of gestandaardiseerde) tests, methodes, diagnose, therapie, parameters,…
X.10) Uitsluitsel verwerven over economische haalbaarheid
X.11) Uitsluitsel verwerven over technische haalbaarheid
X.12) Uitsluitsel verwerven over acceptatie/sociale haalbaarheid
X.13) Uitsluitsel verwerven over effectiviteit na vergelijken van bestaande technologieën; samenstellingen,
parameters of methodes
X.14) Roadmapping
X.15) Realisatie DTO-doelstelling
II. COLLECTIEVE KENNISOVERDRACHT
Y.1) Wetenschappelijke publicaties
Y.2) Handboek/Cursus
Y.3) Beleidsrapport (inclusief Beleids- advies, -strategieën en/of -aanbevelingen)
Y.4) Overige publicaties
Y.5) Richtlijnen, procedures, handleidingen en codes van goede praktijk
Y.6) Websites – databank
Y.7) Event, workshops, seminaries
Y.8) Demonstraties
29 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Bijlage 3 : Overzicht projecttypes voor Lichte Structuren
Collectieve projecten (ontwikkeling-vertaling-diffusie):
Collectieve projecten zijn typisch gericht op bedrijven die zelf geen of slechts beperkte
onderzoekscapaciteit hebben. Binnen het VIS-kader kunnen projecten uitgevoerd worden van collectief
onderzoek en/of innovatiestimulering (ook haalbaarheidsstudies). Ook geïntegreerde VIS-trajecten zijn
mogelijk, om een sector of groep bedrijven een belangrijke innovatiestap te laten zetten. Landbouwtrajecten focussen hierbij op de primaire sector. Via TETRA-projecten wordt beschikbare kennis vanuit
de onderzoeksinstellingen ‘vertaald’ zodat de kennis kan opgenomen worden door bedrijven.
Lichte Structuren kunnen projecten (laten) uitvoeren onder het VIS-besluit, TETRA-besluit of LAbesluit voor zover zij (of de aanvragers) voldoen aan de voorwaarden van dit besluit en de
evaluatiecriteria voor de diverse projecttypes.
Bedrijven kunnen aan de projecten deelnemen via de gebruikersgroep, maar kunnen zelf niet als
begunstigde optreden in een project (VIS-besluit=de minimis, Tetra en LA=steun aan
onderzoeksorganisaties). In geval van puur uitvoerende taken (resultaatsverbintenis) kunnen bedrijven
wel (beperkt) optreden als onderaannemer.
Het is ook mogelijk om twee complementaire projecten, een bedrijfsproject (zie hieronder) en een
collectief project, in te dienen bij IWT die dan samen geëvalueerd worden. In dat geval is de synergie
tussen beide projecten een criterium bij evaluatie.
Toegepast onderzoek: bedrijfsprojecten (incl. kmo-programma)
Bedrijfssteun, coöperatief
In coöperatieve bedrijfsprojecten werken bij voorkeur 3 of meer onafhankelijke bedrijven samen om
innovaties te realiseren, in eerste instantie bij de bedrijven uit het consortium. De samenwerking dient in
een evenwichtige verhouding (geen partner >70% van budget). De subsidie wordt verstrekt onder de
regels van het O&O-besluit. De ondernemingen krijgen bij samenwerking met één of meer kmo’s, een
samenwerkingsbonus van 10% bij de subsidieberekening.
Bedrijfssteun, coöperatiefPLUS
CoöperatiefPLUS projecten zijn coöperatieve bedrijfsprojecten met een substantiële samenwerking
tussen ondernemingen en kenniscentra, deze laatste hebben ten minste een 30% aandeel in de
projectbegroting. Ook lichte structuren, collectieve centra kunnen optreden als kenniscentrum. Het
coöperatief bedrijfsluik bestaat uit 3 of meer onafhankelijke ondernemingen waarvan minstens 1 kmo, in
evenwichtige verhouding (geen partner > 70% van budget).
Wanneer een bedrijfsproject aan bovenstaande karakteristieken voldoet, zal een extra incentive worden
toegekend. De steunpercentages worden verhoogd door de samenwerkingsbonus op te trekken tot 15%
(t.o.v. 10% in IWT-bedrijfssteun).
Het maximale subsidiepercentage voor een dergelijk samenwerkingsproject ligt op 80% per bedrijf,
afhankelijk van het type activiteiten (onderzoek/ontwikkeling) en subsidiebonussen (kmo,
samenwerking).
Bedrijfssteun, individueel
Vanuit hun opdracht tot samenwerking, kunnen Lichte Structuren geen individuele bedrijfsprojecten
financieren met hun gereserveerd projectbudget, met uitzondering van (kmo)haalbaarheidsstudies voor
30 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
zover passend in de strategie. Voor de subsidiëring van individuele bedrijfsprojecten kan een beroep
gedaan worden op het IWT-programma voor bedrijfsprojecten.
ICON-interdisciplinair coöperatief onderzoek
ICON projecten zijn onderzoeksprojecten, georiënteerd naar bedrijfsnoden, met een evenwichtige
samenwerking tussen ondernemingen en universitaire consortia. Dit houdt in:
 Het bedrijfsaandeel is minstens 50% van de begroting (van het gesteunde IWT project).
 Het bedrijfsproject is een coöperatief project met 3 of meer onafhankelijke ondernemingen,
waarbij er geen partner is met > 70% van het budget.
Er bestaat een gezamenlijk belang maar zowel universiteit als ondernemingen hebben een eigen
valorisatie-rationale.
Het doel van ICON projecten is om de bestaande strategische onderzoekscapaciteit beter te benutten via
samenwerking met bedrijven. De subsidie wordt toegekend op basis van een combinatie van steun aan
kennisinstellingen aan 100% (SOC, SBO-besluit) met bedrijfssteun (O&O-besluit).
Gezien de samenwerking met bedrijven kunnen ICON-projecten relevant zijn voor een aantal lichte
structuren. Het is belangrijk om de oorspronkelijke doelstelling van dit projecttype aan te houden: het
onderzoeksluik gesubsidieerd op basis van het SBO-besluit voldoet aan de criteria voor strategisch
basisonderzoek en wordt uitgevoerd samen met een bedrijfsproject. De raad van bestuur van het IWT
besliste om de toegang voor het deel voor kennisinstellingen te beperken tot de universitaire associaties,
VITO, IMEC en Flamac teneinde de opgebouwde lange termijn kennis te borgen in stabiele organisaties.
De financiering van het volledige project komt ten laste van het gereserveerd projectbudget van de
Lichte Structuren (met voorlopig SIM als enige uitzondering, voor SIM wordt het bedrijfsluik
gefinancierd vanuit het IWT-budget).
SBO - Strategisch basisonderzoek
SBO projecten richten zich op vernieuwend en hoog risico onderzoek dat in geval van succes aanleiding
zal geven tot toepassingen via transfer naar ondernemingen. De projecten worden uitgevoerd door
onderzoeksorganisaties (volgens kaderregeling), al dan niet in samenwerking met ondernemingen. Dit
type van onderzoek is gericht op de lange termijn.
Gezien hun opdracht van de Lichte Structuren om op relatief korte termijn innovatie te realiseren bij een
ruime groep van bedrijven, is SBO niet relevant voor de meeste Lichte Structuren. Bijgevolg werd
beslist om Lichte Structuren niet toe te laten hun gereserveerde projectmiddelen te benutten voor SBOprojecten.
Voor SIM werd hierop een uitzondering gemaakt. Vanuit het strategisch karakter van SIM, en ook
vanuit het juridisch kader waarbinnen de subsidie verstrekt wordt (steun aan onderzoeksorganisatie i.p.v.
VIS), sluiten SBO-projecten aan bij de strategische doelstelling van deze lichte structuur. Tevens werd
beslist dat Flamac (als bijzonder deel van SIM) aanvrager van de SBO-steun kan zijn.
31 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Bijlage 4: Specifieke richtlijnen voor projecten onder het Tetra-besluit en
Landbouw-besluit
Voor het opstellen van een aanvraag voor projecten vallend onder het Tetra-besluit of het Landbouwbesluit wordt verwezen naar de meest recente Tetra/Landbouwtrajecten-handleiding en bijhorend
aanvraagdocument op de website van IWT. Deze handleidingen bevatten de voorwaarden waaraan de
aanvragen moeten voldoen. Voor de evaluatie zal het IWT gebruik maken van de in deze handleiding
vermelde criteria.
De projecten worden uitgevoerd binnen het strategisch kader van de lichte structuur. Voor een correcte
positionering en beoordeling van de projecten door de externe deskundigen is het van belang dat in het
aanvraagdocument de positionering van het project in de strategische innovatieagenda van de lichte
structuur wordt verduidelijkt. Deze positionering kan opgenomen worden in het hoofdstuk dat de
aanleiding en situering van het project beschrijft. Let wel, de fit van de individuele projecten met de
strategie van de lichte structuur is geen onderdeel van de projectevaluatie. De beoordeling van de
invulling van de strategie van de lichte structuur maakt onderdeel uit de van globale beoordeling van de
lichte structuur door het IWT tijdens de tussentijdse en eindevaluatie.
Evenals voor de VIS-template is het mogelijk dat de lichte structuur aanvullende elementen toevoegt aan
de aanvraagtemplate, bijv. in verband met de beoordeling van de fit met de strategie door de lichte
structuur zelf.
32 |32
Lichte structuren - Aanvraag voor VIS-project – januari 2014
Download