Fiche 3: Richtlijn betreffende gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in werkgelegenheid en beroep Titel: Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in werkgelegenheid en beroep Datum Raadsdocument: 26 april 2004 Nr. Raadsdocument: 8839/04 Nr. Commissiedocument: COM(2004)279 Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van SZW i.o.m. BZK, JUST, OCW, EZ en FIN Behandelingstraject in Brussel: Werkgroep Sociale Vraagstukken, Raad Werkgelegenheid Sociaal; Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken. Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: Het voorstel heeft tot doel de bestaande richtlijnen gelijke behandeling van mannen en vrouwen 1 te vereenvoudigen, moderniseren (o.a. door het codificeren van relevante jurisprudentie van het Hof) en te verbeteren. Dit geschiedt door de bepalingen van richtlijnen over de toepassing van het beginsel van gelijke beloning van mannen en vrouwen (waaronder gelijke behandeling in ondernemings- en sectoriele regelingen inzake sociale zekerheid), alle richtlijnen over de gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, beroepsopleiding en promotiekansen en ten aanzien van arbeidsvoorwaarden en de richtlijn over bewijslast in een tekst samen te voegen, teneinde de wetgeving duidelijker te maken voor alle burgers. Dit voorstel past in het nieuwe juridische en politieke kader van de Unie dat tot doel heeft de Unie toegankelijker en begrijpelijker te maken en beter te doen aansluiten bij het dagelijkse leven. Het huidige voorstel ligt in het verlengde van de raadpleging van de Commissie aan lidstaten en andere belanghebbenden (NGO’s, sociale partners) over de behoefte aan actualisering van de bestaande richtlijnen (juli 2003). De raadpleging was gebaseerd op een Optie document waarin drie mogelijke beleidsopties zijn uiteengezet: 1. Optie 1: vereenvoudiging zonder enige aanpassing. 2. Optie 2: vereenvoudigen, moderniseren en verbeteren door samenvoeging en aanpassen van geselecteerde Richtlijnen in één nieuwe Richtlijn. 3. Optie 3: optie 2 met toevoeging van werkgerelateerde faciliteiten ten behoeve van het moederschap Richtlijn, RL 92/85. Tijdens de informele vergadering met deskundigen uit de lidstaten (3 oktober 2003) en de informele vergadering met de sociale partners (7 oktober 2003) werden de drie opties nader op inhoud besproken. De Commissie heeft voor dit voorstel optie 2 gekozen. In beginsel bevat het voorstel alleen een herschikking met een aantal nieuwe elementen. De belangrijkste zijn: De integratie van de jurisprudentie van het Hof van Justitie Toepassing van de definities ‘directe- en indirecte discriminatie’ van Richtlijn 2002/73/EG Uitbreiding van de bewijslastregels tot alle gebieden die binnen de materiële werkingssfeer van het voorstel vallen teneinde het beginsel van gelijke behandeling effectief te maken. Bewijslast is van toepassing op elke civiel- of bestuursrechtelijke procedure inzake openbare of particuliere sector. Uitbreiding van de bij Richtlijn 200/73/EG ingevoerde bepalingen over de verdediging van rechten door verenigingenorganisaties of andere rechtspersonen, die daar rechtmatig belang bij hebben, tot andere gebieden waarop dit voorstel betrekking geeft. Rechtsbasis van het voorstel: Artikel 141 lid 3 EG Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: co-decisie Instelling nieuw Comitologie-comité: Geen. 1 RL 75/117/EEG, gelijke beloning; RL 76/207/EEG gewijzigd bij 2002/73/EG, gelijke behandeling bij arbeid en beroep; RL 86/378/EEG gewijzigd bij RL 96/97/EG, ondernemings- en sectoriële regelingen inzake sociale zekerheid; RL 97/80/EG gewijzigd door RL 98/52/EG, bewijslast Subsidiariteit en proportionaliteit: Beiden positief, het betreft een samenvoeging van eerdere richtlijnen. Consequenties voor de EU-begroting: Geen. Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: Geen. Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering): Vooralsnog lijkt het erop dat alleen artikel 7 van de Wet Gelijke Behandeling gewijzigd zou moeten worden. Er zal nog nader worden bezien of het voorstel tot wetgeving moet leiden. Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerking treding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: In de richtlijn is nog geen datum genoemd. Datum van inwerkingtreding zal circa 3 jaar zijn na publicatie van de Richtlijn. Een akkoord in de raadswerkgroep wordt verwacht in december 2004. Consequenties voor ontwikkelingslanden: Geen. Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Nederland staat positief tegen het voorstel en kiest dan ook voor optie 2. Ook de meeste lidstaten kunnen instemmen met de keuze voor optie 2.