Leervoorwaarden creëren Helpende Welzijn 2 SPW 3 Gehandicaptenzorg Medewerker Basisonderwijs SPW 4 Activiteitenbegeleider Mytylschool Tilburg H. Jongbloets November 2003 Opleiding Praktijkopleider Inhoud Hoofdstuk 1 Toelichting op leervoorwaarden creëren 1.1 Inleiding ...................................................................................................... 3 1.2 Leervoorwaarden........................................................................................ 3 1.3 Leervoorwaarden vaststellen ...................................................................... 3 1.4 Het leerklimaat ........................................................................................... 3 Hoofdstuk 2 Algemeen, wat is Beroepspraktijkvorming 2.1 Inleiding ....................................................................................................... 4 2.2 Beroepsbegeleidende leerweg .................................................................... 4 2.3 Beroepsopleidende leerweg ........................................................................ 4 Hoofdstuk 3 De ideale werkplek 3.1 Leervoorwaarden in de organisatie .............................................................. 5 3.1.1 Beroepspraktijkvormingsbeleid in de organisatie ............................. 5 3.1.2 Beroepspraktijkvormingsbeleid vaststellen ....................................... 5 3.2 Leervoorwaarden bij de begeleider .............................................................. 8 3.2.1 Deskundigheid werkbegeleiders ...................................................... 8 3.2.2 Deskundigheid praktijkopleider ........................................................ 9 3.3 Leervoorwaarden bij de stagiaire ............................................................... 12 Hoofdstuk 4 Aanwezige leervoorwaarden 4.1 Mijn taken en verantwoordelijkheden, schooljaar 2003-2004 .................... 13 4.1.2 Aanwezige leervoorwaarden Mytylschool Tilburg........................... 15 Hoofdstuk 5 Knelpunten 5.1 Een taakomschrijving vaststellen ............................................................... 17 5.2 Uitstroomgesprekken en evaluatie van de beroepspraktijkvorming ............ 17 Informatiebronnen ............................................................................................. 19 Bijlage I Functieomschrijving klassenassistente 2 1 Toelichting op leervoorwaarden creëren 1.1 Inleiding In deze opdracht ”Leervoorwaarden creëren” gebruik ik de term stagiaires. De term leerlingen gebruik ik als ik het heb over de zorgvragers van de Mytylschool. 1.2 Leervoorwaarden Leervoorwaarden zijn uitermate belangrijk om daadwerkelijk iets te kunnen leren. Leervoorwaarden moet je niet alleen kunnen vaststellen, je moet ze ook kunnen beschrijven. Als leervoorwaarden op papier staan kan men makkelijker regelmatig controleren of ze nog steeds aanwezig zijn. Er is een beter overzicht over de leervoorwaarden, wat missen we erin en wat heeft meer aandacht nodig. Jaarlijks kun je de leervoorwaarden bijstellen. Een ander belangrijk argument om leervoorwaarden te beschrijven, is dat er een document is waarmee je anderen, beter kunt overtuigen van de noodzaak waarom je iets wilt. 1.3 Leervoorwaarden vaststellen Stagiaires komen in de organisatie om iets te leren. De organisatie moet dan ook de mogelijkheden bieden zodat stagiaires ook iets kunnen leren. Een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle Beroepspraktijkvorming is dat de organisatie de begeleiding en beoordeling van de stagiaire goed regelt. Soorten leervoorwaarden: - In de organisatie - Bij de begeleider - Bij de stagiaire 1.4 Het leerklimaat Op basis van voorgaande kun je stellen dat het leerklimaat goed is als aan leervoorwaarden is voldaan. De organisatie kan er voor zorgen dat de omstandigheden daarvoor goed zijn. Dit houdt in dat de organisatie duidelijk moet maken wie, welke taken, op welk moment uitvoert. Daarnaast is het noodzakelijk dat alle betrokkenen op een prettige manier, in goede sfeer met elkaar samenwerken. De stagiaire zal dit ervaren als en goede Beroepspraktijkvormingsplaats. 3 2 Algemeen, wat is beroepspraktijkvorming 2.1 Inleiding Beroepspraktijkvorming is een belangrijk onderdeel van de opleiding van toekomstige beroepskrachten. Dat gebeurt in de vorm van stages bij de Beroepsopleidende leerweg of leer-arbeidsplaatsen bij de Beroepsbegeleidende leerweg. Beroepspraktijk is een rijke leeromgeving. Het is een effectieve leeromgeving om stagiaires voor te bereiden op hun toekomstige beroepsuitoefening. Al doende leren is namelijk zeer geschikt voor het aanleren van praktijkvaardigheden en voor beroepsrolsocialisatie. Datgene wat stagiaires leren, kan direct worden toegepast in de praktijk. Het is een stimulerende leersituatie, waarin stagiaires zelf leeractiviteiten kunnen ontplooien. De beroepspraktijkvorming bevordert initiatief, zelfstandigheid en samenwerking. Een actieve stagiaire die sneller en beter leert. Wat betekent het voor de organisatie om beroepspraktijkvormingsplaatsen aan te bieden? 2.2 Beroepsbegeleidende leerweg: BBL Stagiaires met een leer-arbeidsovereenkomst, hierbij leidt de organisatie eigen personeel op. De beroepsbegeleidende leerweg is een leerweg in het secundair beroepsonderwijs, waarbij het percentage beroepspraktijkvorming meer dan zestig procent van de studieduur is. De opleiding vindt voornamelijk plaats op een werkplek. Vaak wordt een arbeidsovereenkomst afgesloten. 2.3 Beroepsopleidende leerweg: BOL De organisatie geeft stagiaires nu de mogelijkheid een deel van de kwalificaties te verwerven die zij later in hun werk nodig hebben. De resultaten zijn op termijn zichtbaar, zodat er voldoende goed geschoolde beroepskrachten zijn. Een beroepsopleidende leerweg is een leerweg in het secundair beroepsonderwijs waarbij het percentage beroepspraktijkvorming tussen de twintig en zestig procent van de studieduur ligt. De opleiding vindt voornamelijk plaats op school. BOL stagiaires zijn altijd boventallig. De effecten van stagiaires in de organisatie zijn vaak ook zeer direct merkbaar. Een paar voorbeelden: - stagiaires zijn potentiële kandidaten voor toekomstige vacatures; - ervaren en goed ingewerkte stagiaires kunnen, in beperkte maten, worden ingezet om reguliere werkzaamheden uit te voeren en ontlasten zo het personeel; - stagiaires kunnen de organisatie en de medewerkers een spiegel voorhouden omdat ze onbevangen tegen de manier van werken aankijken, uitleg vragen en zo vanzelfsprekendheden aan de orde stellen; - via de stagiaires contacten onderhouden met de opleidingen. Deze kunnen onder meer nuttig zijn voor samenwerking op het gebied van uitwisseling van kennis. 4 3 De ideale werkplek 3.1 Leervoorwaarden in de organisatie 3.1.1 Beroepspraktijkvormingsbeleid in de organisatie Een belangrijke leervoorwaarde is dat er een beroepspraktijkvormingsbeleid is, bij voorkeur als onderdeel van het algemene organisatiebeleid. De begeleiding en de coördinatie moet goed geregeld zijn. In het opleidingsbeleidsplan is geregeld van welke scholen en studierichtingen er stagiaires aangenomen worden, de taak van de opleidingscoördinator, de taak van een praktijkopleider, en de taak van de werkbegeleiders. De mogelijkheden voor stagiaires om iets te kunnen leren. Niet alleen ruimte en middelen moeten er zijn, er moeten ook reële leersituaties zijn of gecreëerd worden. Tijd en aandacht voor de stagiaire. Er worden ook doelen gesteld: wat wil de organisatie bereiken met het opleiden van mensen? 3.1.2 Beroepspraktijkvormingsbeleid vaststellen 1 Doelen vaststellen De doelen die de organisatie nastreeft zijn van invloed op de keuze voor het soort en aantal stagiaires. Enkele voorbeelden zijn: - Door stagiaires aan te nemen kunnen organisaties investeren in toekomstige beroepskrachten. - Het is de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de organisatie om ook in de toekomst goede zorg te verlenen. Omdat je dit in de praktijk leert bieden zij stageplaatsen aan. - Door een stagiaire van een bepaalde beroepsopleiding aan te nemen, kunnen organisaties beoordelen of dit type beroepskracht bruikbaar is in de organisatie. - De stagiair neemt, ondanks boventalligheid, werk uit handen wanneer hij/zij is ingewerkt. De begeleider heeft tijd voor andere dingen. - Behoefte aan personeel dat door de organisatie zelf is opgeleid. - Bijscholing van zittend personeel. 2 Visie Hierin formuleert de organisatie de huidige visie op opleiden, beroepspraktijkvorming. 3 Aantal en type beroepspraktijkvormingsplaatsen Vastleggen hoeveel en welke beroepspraktijkvormingplaatsen de organisatie te bieden heeft. - Type opleiding: voor welke opleiding zijn er plaatsen. - Beroepsopleidende of beroepsbegeleidende leerweg. - Kwalificatieniveau: bij welk opleidingskwalificatieniveau sluit de stageplaats aan. - Oriënterende of beroepsvormende beroepspraktijkvorming: is er plaats voor een korte of een langere beroepspraktijkvorming. 4 Kwaliteit van beroepspraktijkvorming Beroepspraktijkvormingsplaatsen voor het secundair beroepsonderwijs moeten voldoen aan landelijke criteria die zijn vastgelegd in een erkenningsregeling. De erkenning is twee jaar geldig. Erkende organisaties worden opgenomen in een openbaar register dat de OVDB bijhoudt. 5 Verantwoordelijkheid en coördinatie Een persoon is in de organisatie verantwoordelijk voor de coördinatie van de beroepspraktijkvorming. Een opleidingscoördinator. 6 Procedureaanname en selectie van stagiaires Dit kan door middel van een selectie- of toewijzingsprocedure. Hierbij worden selectiecriteria en instroomeisen als norm gebruikt. 5 7 Plaats van de beroepspraktijkvormingsdeelnemer in de organisatie De plaats van de stagiaire in de organisatie moet voor iedereen helder zijn. Bij de beroepsopleidende leerweg is de stagiaire boventallig. Bij de beroepsbegeleidende leerweg is de stagiaire over het algemeen een werknemer met een leer- arbeidsovereenkomst. Duidelijk moet zijn voor welke taken een stagiaire wel en voor welke taken hij/zij niet verantwoordelijk is. Rechten en plichten dienen helder te zijn. Eventuele CAO-regelingen moeten worden nagekomen. Die worden in het personeelsbeleid vastgelegd. 8 Beroepspraktijkvormingsovereenkomst De organisatie dient een schriftelijke beroepspraktijkvormingsovereenkomst met de stagiaires aan te gaan. Hierin staan de doelen en de duur van de beroepspraktijkvorming, de aanwezigheidstijden, de begeleiding en beoordeling, eventuele vergoeding en dergelijke. Met de stagiaires uit de beroepsbegeleidende varianten dient een arbeidscontract aangegaan te worden als de CAO dat voorschrijft. 9 Begeleiding De begeleiding op de werkplek dient goed geregeld te zijn. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden omschrijven van alle betrokkenen in de organisatie. In grote lijnen de aard en de omvang van de begeleiding beschrijven, die de organisatie kan bieden. De begeleiding te regelen door een praktijkbegeleider aan te stellen. De praktijkbegeleider vervult een belangrijke rol bij de afstemming tussen de theoretische kennis, de ervaringen in de praktijk en de reflectie erop. 10 Beoordeling Criteria waarop stagiaires beoordeelt worden en hoe de beoordeling plaatsvindt vastleggen. Wat zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden in verband met het beoordelingsproces. De school geeft de eindbeoordeling maar voor het praktijkdeel wordt de arbeidsorganisatie erbij betrokken. Met name in de beroepsbegeleidende leerweg is de beoordeling in de praktijk van groot gewicht. De werkbegeleider is een belangrijk persoon voor de leer-en werksituatie van de stagiaire. Van haar krijgt zij de directe begeleiding die zij nodig heeft om haar praktijkopdrachten te behalen en om goed te kunnen functioneren binnen het team en de organisatie. 11 Introductieprogramma De organisatie, de praktijkopleider en de werkbegeleider zorgen voor een goed introductieprogramma. De werkwijze, organisatie, huisregels, kennismaking met medewerkers enz, komen hierin aan de orde. 12 Overleg en samenwerking met opleidingen Interne en externe contacten. In samenwerking met de scholen en door regelmatig overleg kunnen er afspraken zijn zoals bijvoorbeeld: de leerstof, de beoordeling, eventuele problemen die zich voordoen tijdens de beroepspraktijkvorming bespreken. 13 Leerplaatsanalyse Voor stagiaires moet duidelijk zijn wat ze kunnen leren in de organisatie. Met een leerplaatsanalyse van de organisatie wordt bedoeld de mate waarin op een plaats vaardigheden kunnen worden geleerd. Stagiaires hebben vaak behoefte aan een omschrijving van de werkzaamheden die ze gaan verrichten. Het helpt wederzijdse verwachtingen te verduidelijken. Een leerplaatsanalyse is een onderzoek naar welke deelkwalificaties en dus ook welke niveau’s op een werkeenheid gehaald kunnen worden. Men onderzoekt hoe een koppeling mogelijk is tussen de eindtermen en subeindtermen en de mogelijkheid van een werkeenheid. 6 14 Aandacht en tijd In de organisatie zal er voldoende aandacht en tijd moeten zijn voor de stagiaire. Een beroepspraktijkvormingsplan alleen is niet voldoende. Als er geen aandacht en tijd aan stagiaires wordt besteed, zullen ze veel minder leren en dus later als professionele beroepskracht, ook minder goed presteren. 15 Randvoorwaarden Er moeten mogelijkheden zijn voor de stagiaire om iets te leren. Niet alleen moeten er ruimte en middelen zijn, er moeten ook leersituaties zijn of gecreëerd worden. 16 Evaluatie van het Beroepspraktijkvormingsplan Het aanbieden van beroepspraktijkvorming kan steeds verbeterd worden. Evalueer de uitvoering ook regelmatig. Als alle bovenstaande zaken geregeld zijn kan de organisatie ze schriftelijk vastleggen in het Beroepspraktijkvormingsbeleid van de organisatie. 7 3.2 Leervoorwaarden bij de begeleider 1 De begeleiding Voor de stagiaire zijn begeleider en begeleiding ongelofelijk belangrijk. Dit geldt niet alleen voor de werkbegeleiders maar ook voor de praktijkopleider. 2 Een positieve houding - Tegenover stagiaires, niet snel geïrriteerd raken omdat ze nog niet alles weten of bepaalde vaardigheden nog missen. - Een positief beeld van stagiaires hebben. Stagiaires zullen meer initiatief tonen. - Tegenover de organisatie, ze staan positief achter de visie van de organisatie en de diensten die de organisatie levert. 3 Communicatieve vaardigheden - Helder en duidelijk kunnen maken aan de stagiaire wat er van hen verwacht wordt. - Het is van belang om ervoor te zorgen dat anderen met wie de stagiaire te maken heeft, goed op de hoogte zijn van wat van hen verwacht wordt in het kader van de stage. 4 Motiveren - Er voor zorgen en in de gaten hebben dat een stagiaire gemotiveerd blijft. Het is van belang dat er duidelijke doelen zijn waar de stagiaire naartoe kan werken. - Begeleiders moeten kunnen motiveren. 3.2.1 Deskundigheid werkbegeleiders - Er zijn bekwame en gemotiveerde werkbegeleiders. - Gediplomeerde functionarissen, minstens hetzelfde niveau als de stagiaires die zij begeleiden. - Een aantal jaren werkervaring heeft binnen de organisatie. - Beschikken over voldoende kennis en vaardigheden. - Werkbegeleiders moeten goed op de hoogte zijn van de vaardigheden die stagiaires zich eigen moeten maken. - De begeleiders moeten de taken waarvoor deze vaardigheden nodig zijn heel goed beheersen. - De praktijkopleider moet ervan op aan kunnen dat de werkbegeleiders voor hun taak berekend zijn. - Verzorgt de introductie op de werkplek. - Draagt zorg voor een inwerkperiode. - Is een aanspreekpunt voor de stagiaire. - Observeert bij dagelijkse werkzaamheden. - Zij ondersteunt bij het formuleren van persoonlijke leerdoelen, kan deze beoordelen en begeleiding bieden bij het bereiken ervan. - Ondersteunen bij het plannen van leeractiviteiten en deze beoordelen. - Inhoudelijke werkbespreking en begeleiding bij opdrachten verzorgen. - Denkt actief mee over mogelijke aanvullende taken voor de stagiaire binnen de werkplek. - Begeleidingsgesprekken houden met de stagiaire. - Beoordelingsformulieren invullen en ondertekenen. De werkbegeleider is een belangrijk persoon voor de leer- en werksituatie van de stagiaire. Van hen krijgt hij/zij de directe begeleiding die hij/zij nodig heeft om praktijkopdrachten te behalen en om goed te kunnen functioneren binnen het team en de organisatie. Een werkbegeleider is een gediplomeerde functionaris en werkt op dezelfde groep als de stagiaire. 8 3.2.2 Deskundigheid praktijkopleider Het competentieprofiel van de Praktijkopleider: Werkplan maken en tot uitvoer brengen. Een werkplan voor de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van opleidingstrajecten ontwikkelt dat past binnen het opleidingsbeleid van de organisatie en dat op de werkvloer uitvoerbaar is. 1. Het opleidingsbeleid van de organisatie uitlegt; 2. Bestaande richtlijnen en afspraken inventariseren; 3. Inschatten welke interne en externe contacten een bijdrage kunnen leveren aan de inhoud van het werkplan; 4. Een passende inhoudsopgave bepalen; 5. Afspraken maken met alle betrokken partijen, intern en extern; 6. Afspraken over werving, selectie, introductie, begeleiding en beoordeling van leerlingwerknemers, stagiairs en/of cursisten schriftelijk vastleggen; 7. De inhoud toegankelijk en leesbaar weergeven; 8. Afspraken maken over evaluatie en onderhoud; 9. Op basis van evaluatiegegevens de inhoud bijstelt. Het werkplan tot uitvoer brengen. 1. Draagvlak creëren bij (toekomstige) gebruikers van het plan; 2. Activiteiten voor de introductie van het werkplan voorbereiden; 3. Introductie uitvoeren; 4. Als vraagbaak dienen bij de uitvoering van het werkplan; 5. Tussentijds noodzakelijke bijstellingen doorvoeren; 6. Werkplan evalueren. Leervoorwaarden creëren. Kan in het spanningsveld werken-leren de juiste afweging maken tussen de kerntaken van de organisatie en het leerproces van het individu. 1. Kenmerken van een goed leerklimaat en goede leervoorwaarden benoemen; 2. De belangen van de organisatie en de belangen van het individu verkennen; 3. De rechten en plichten van de organisatie en het individu uitleggen; 4. De gewenste beroepshouding operationaliseren in meetbaar gedrag; 5. De verschillende leerstijlen onderscheiden; 6. Het spanningsveld werken-leren beschrijven; 7. De (grenzen aan) eigen rol en interventiemogelijkheden binnen dit spanningsveld bepalen; 8. De rol en interventiemogelijkheden van anderen binnen dit spanningsveld benoemen; 9. Een evenwicht vinden binnen dit spanningsveld 10. Kenmerken van een passende leer-werkplek of stageplek vaststellen. Leervoorwaarden creëren voor het realiseren van de leer-en opleidingsactiviteiten. 1. Benodigde leervoorwaarden vaststellen; 2. Aanwezige leervoorwaarden beschrijven; 3. Interne en externe contacten benoemen; 4. Taken en verantwoordelijkheden van alle betrokkenen uitleggen; 5. Interne en externe contacten benutten om tot goede voorwaarden te komen; 6. Een bijdrage leveren aan de inhoudelijke afstemming tussen theorie- en de praktijkcomponent; 7. Onderhandelen over de noodzakelijke randvoorwaarden voor het kunnen realiseren van geplande leersituaties; 8. Samen met de werkbegeleider de individuele leersituaties plannen op werkplekniveau; 9. Een opleidingsplan opstellen voor de individuele leerling-werknemer, stagiair; 10. Didactische methoden onderscheiden; 11. Een passende didactische methode kiezen; 12. Op effectieve wijze doelen, acties, tijd en middelen op elkaar afstemmen voor het realiseren van de leersituatie en de individuele leerdoelen. 9 Leerproces begeleiden en beoordelen. Het leerproces begeleiden volgens de gestelde doelen en binnen de randvoorwaarden. 1. Verschillende begeleidingsmodellen en – stijlen onderscheiden; 2. Begeleidingsstijl aanpassen aan de leerstijl van de leerling-werknemer; 3. Vakinhoudelijke- en methodische kennis integreren; 4. Didactiek en methodiek individueel afstemmen op degene die het leertraject volgt, de leersituatie en de leerroute; 5. Differentiatie aanbrengen in de uitvoering van opdrachten, passend bij het niveau van de leerdoelen; 6. Leerling-werknemers, stagiaires en cursisten introduceren op organisatie niveau; 7. Kenninsmakings- introductie- en begeleidingsgesprekken voorbereiden en voeren; 8. Individuele en groepsgerichte begeleidingsgesprekken voeren. Het beoogde resultaat van het leerproces bewaken en beoordelen. 1. Verschillende beoordelingsmethoden en –visies onderscheiden; 2. Een passende beoordelingsprocedure ontwerpen; 3. Beoordelingsgegevens verzamelen en registreren; 4. Vertrouwelijk omgaan met de beoordelingsgegevens; 5. De voortgang van het leerproces en de leerprestaties bewaken in relatie tot de kwalificatie en/of leerdoelen; 6. Waardeoordeel toekennen aan de leerprestaties; 7. Beoordelingsgesprekken voeren met leerling-werknemers, stagiaires en/of cursisten 8. Eindbeoordeling bepalen in overleg met opleidingsinstituut; 9. De consequenties van een beoordeling onder woorden brengen; 10. De kwaliteit van het opleidingsproces binnen de werkeenheid signaleren en rapporteren; 11. Het individuele leerproces samen met de betrokken persoon en de werkbegeleider evalueren. Werkbegeleiders coachen. Werkbegeleiders informeren, ondersteunen, motiveren en aansturen bij het uitoefenen van hun taken op het terrein van opleiden. 1. Vakinhoudelijke ondersteuning geven aan werkbegeleiders; 2. De werkbegeleiders een breed repertoire aan activerende didactische vaardigheden aanreiken; 3. Eigen vaardigheden in het begeleiden van leerling-werknemers, stagiaires en/of cursisten demonstreren aan werkbegeleiders; 4. Individuele en groepsbegeleiding geven aan werkbegeleiders; 5. De taken van werkbegeleiders coördineren en delegeren; 6. De werkbegeleiders informeren over werkwijze ten aanzien van leerling-werknemers, stagiaires en/of cursisten; 7. De werkbegeleiders informeren over inhoudelijke ontwikkelingen en wijzigingen in de opleidingen; 8. De werkbegeleiders ondersteunen bij het kiezen en aanbieden van de juiste leersituatie voor het uitvoeren van opdrachten; 9. Begeleidingsgesprekken voeren over individuele deelnemers; 10. Bijdrage leveren aan het ontwikkelen en bijstellen van hulpmiddelen en protocollen voor planning begeleiding, en beoordeling. De kwaliteit van de werkbegeleiding inschatten en verbeterpunten benoemen. 1. Werkbegeleiders feedback geven op hun handelen 2. Verbeterpunten in de deskundigheid van de werkbegeleiders signaleren en rapporteren; 3. Feedback vragen over hun eigen handelen; 4. Verbeterpunten in de eigen interventies signaleren en waar nodig bijsturen; 5. Organisatorische verbeterpunten in de werkbegeleiding signaleren. 10 Spanningsveld De praktijkopleider heeft een taak tussen de organisatie, de stagiaire en de lesstof van de opleiding in. Het opleiden gebeurt binnen een opleidingsleersituatie waarbij de relatie tussen de praktijkopleider, werkbegeleider en de stagiaire belangrijk is. Binnen deze relatie is de praktijkopleider en de werkbegeleider bezig met het daadwerkelijk opleiden en begeleiden. Dit kan een spanningsveld opleveren. Immers de wensen van de organisatie, de werkbegeleider, de stagiaire en de lesstof hoeven niet altijd hetzelfde te zijn. Het is de taak van de praktijkopleider om dit spanningsveld in evenwicht te houden. Interne en externe contacten Interne contacten met: De opleidingscoördinator Collega praktijkopleider De werkbegeleiders Externe contacten met: Opleidingsschool De OVDB met de regioconsulent, voor adviezen en bijscholing Spanningen voorkomen: - Preventief zorgen voor een goede samenwerking met werkbegeleiders en leidinggevende. - De situatie bekijken vanuit de verschillende belangen. - Oplossingen zoeken, communiceren, over gemeenschappelijke belangen. 11 3.3 Leervoorwaarden bij de stagiaire 1 Motivatie Je mag aannemen dat stagiaires die eenmaal aangenomen zijn door de organisatie ook gemotiveerd zijn. Werkzaamheden staan altijd in het teken van een bepaald doel dat bereikt moet worden. Weten ze waarom ze die werkzaamheden uit moeten voeren, dan zijn ze wel gemotiveerder om het werk te doen. Duidelijke doelen moeten aanwezig zijn. Zich thuis voelen in de organisatie. Kunnen en durven taken uit te voeren. 2 Weerstand De begeleider is een belangrijk persoon als een stagiaire een weerstand ondervindt bij het leren. Een vorm van weerstand is faalangst. Ze durven en kunnen een taak niet meer uitvoeren. De stagiaire moet zich thuis voelen in de cultuur van de groep en in de cultuur van de organisatie. 3 Grond en beroepshouding Inzet, motivatie en verantwoordelijkheid tonen: - Stelt zich actief op - Toont interesse voor het werk, stelt vragen - Heeft belangstelling voor de cliënten - Ziet wat er gedaan moet worden en handelt ernaar - Levert zowel mondeling als schriftelijk een goede bijdrage aan de BPV Omgaan met afspraken, samenwerken en flexibel zijn: - Houdt zich aan afspraken - Maakt actieplannen en werkt hiermee - Voert taken zelfstandig uit (volgens afspraak) - Werkt taken zorgvuldig af - Volgt instructies op - Stelt zich open op voor cliënten en collega’s - Overlegt met collega’s - Heeft inzicht in de werkzaamheden en kan indien nodig prioriteiten stellen Respect tonen - Is vriendelijk en beleefd naar de cliënten en collega’s - “Betuttelt” de cliënten niet - Gaat zorgvuldig om met de eigendommen van de cliënten en de instelling - Houdt rekening met de gevoelens en wensen van de cliënten en collega’s - Houdt rekening met de gewoonten en waarden van de cliënten en collega’s - Gaat zorgvuldig om met informatie Communiceren - Kan onder woorden brengen wat hij / zij bedoelt - Stelt vragen als iets niet duidelijk is - Vraagt om begeleiding - Kan eigen wensen naar voren brengen - Staat open voor kritiek en kan er naar handelen 12 4 Aanwezige leervoorwaarden 4.1 Mijn taken en verantwoordelijkheden dit schooljaar (2003-2004) Ik werk op de Mytylschool Tilburg. Een school voor Speciaal Onderwijs (SO) en Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) voor lichamelijk gehandicapten en meervoudig gehandicapten. Mijn functie is klassenassistente, een fulltime baan. De klassenassistente zorgt er samen met de leerkracht voor dat de gang van zaken in de groepen zo soepel mogelijk verloopt. De klassenassistente neemt vooral de verzorgende en begeleidende taak op zich. Dit schooljaar werk ik in de MLK afdeling (Moeilijk Lerende Kinderen) in twee kerngroepen. Leeftijden 8 t/m 12 jaar. In beide groepen zitten 8 leerlingen. Behalve op maandag ben ik alle dagen in deze groepen werkzaam. Als de leerlingen van de Mytylschool afwezig zijn heb ik de taak als praktijkopleider, voorbereidende en administratieve taken, overlegmomenten en vergaderingen. Een andere taak van mij is het begeleiden en coachen van nieuwe collega’s. Zie bijlage I Functieomschrijving Klassenassistente De leerlingen van de Mytylschool zijn dagelijks aanwezig van: Behalve op woensdag dan zijn ze er van: 9.00 u – 15.30 u 9.00 u – 13.00 u Werktijden klassenassistenten: Maandag 8.30 u –16.30 u Dinsdag 8.30 u –17.00 u Woensdag 8.30 u –13.00 u Donderdag 8.30 u –17.00 u Vrijdag 8.30 u –16.00 u Stagiaires zijn deze werktijden ook altijd aanwezig. Schoolvakanties van de Mytylschool zijn de stagiaires ook vrij. Uren voor de begeleiding van stagiaires: - De maandagen dat ik geen lesdagen heb. - De woensdagmiddag. - Verder op dagen na 16.00 u als er geen vergaderingen zijn. Dit schooljaar zijn er 6 stagiaires van het ROC Midden Brabant namelijk: - 1x Helpende Welzijn niveau 2 3x SPW niveau 3 -gehandicaptenzorg -medewerker basisonderwijs - 2x SPW niveau 4 -activiteitenbegeleiding Het zijn allemaal stagiaires van de Beroepsopleidende leerweg. Drie dagen per week zijn ze aanwezig. - De taak als praktijkopleider voer ik uit met de adjunct-directeur / opleidingscoördinator en een collega klassenassistente. Zij is sinds vorig jaar gediplomeerd praktijkopleider. 13 De werkeenheden dit schooljaar, 2003-2004 zijn voornamelijk in de: ZMLK afdeling (Zeer Moeilijk Lerende Kinderen) - De Kernafdeling ( leeftijden 4 t/m 12 jaar ) - V.S.O. ZMLK afdeling ( leeftijden 12 t/m 20 jaar ) MLK afdeling ( Moelijk Lerende Kinderen ) - V.S.O. MLK afdeling (leeftijden 16 t/m 20 jaar) De werkbegeleiders zijn de klassenassistenten, samen met de leerkrachten. 14 4.1.2 Aanwezige leervoorwaarden Mytylschool Tilburg 1 Doelen Op dit moment wordt er op directie niveau gewerkt aan een projectplan OPLEIDEN IN DE SCHOOL. Daarin is terug te vinden, Doelstelling, Doelgroep, Opbrengsten, Activiteiten, Betrokkenen, Planning, Risicoanalyse, Begroting, Beheersaspecten. 2 Aantal en type beroepspraktijkvormingsplaatsen De Mytylschool stelt al vele jaren studenten in de gelegenheid om in de school praktijkervaring op te doen. Dit zijn studenten op MBO-,HBO- en universitair-niveau. Per jaar bepaalt de schoolleiding hoeveel stagiaires geplaatst kunnen worden. 3 Kwaliteit De Mytylschool Tilburg heeft een erkenning van de OVDB. Deze is twee jaar geldig. - De Mytylschool heeft kwalificaties voor: - Helpende Welzijn niveau 2 - SPW 3 - SPW 4 - Sport en Bewegingsleider - Verzorgende - Praktijkopleider 4 Verantwoordelijkheid en coördinatie De adjunct-directeur is de opleidingscoördinator. Hij is verantwoordelijk voor de beroepspraktijkvormingsbeleid in de organisatie. Samen met hem hebben wij contacten over alles wat met de beroepspraktijkvorming te maken heeft. Voor ons zijn dat de stagiaires op MBO-niveau. 5 Procedureaanname en selectie van stagiaires Vooraf vindt een gesprek met de kandidaat stagiaire plaats op basis waarvan tot al dan niet toelating van de stagiaire wordt overgegaan. Selectiecriteria en instroom eisen worden als norm gebruikt. De opleidingscoördinator en de praktijkbegeleiders zijn hierbij aanwezig. 6 Plaats van de beroepspraktijkvormingsdeelnemer in de organisatie Het zijn stagiaires van de Beroepsopleidende leerweg. Zij zijn boventallig. 7 Beroepspraktijkovereenkomst De organisatie gaat bij aanvang van de stage een schriftelijke beroepspraktijkovereenkomst aan met de stagiaire. 8 Begeleiding Samen met een collega begeleid ik 6 stagiaires. Mijn collega werkt ook fulltime als klassenassistente. Vorig jaar is ze geslaagd als praktijkopleider. We hebben 4 werkbegeleiders klassenassistenten en 2 werkbegeleiders leerkrachten. Het zijn collega’s die gemotiveerd zijn om stagiaires te begeleiden en al jaren ervaringen hebben in het werk op de Mytylschool. Zij hebben voldoende kennis en vaardigheden om stagiaires te begeleiden en stimuleren. 9 Beoordeling Twee wekelijkse voortgangsgesprekken met de werkbegeleiders. De werkbegeleider in de praktijk beoordeelt het functioneren van de stagiaire. Het functioneren van de stagiaire tijdens de beroepspraktijkvorming is het uitgangspunt voor het beoordelingsgesprek. Begeleidingsgesprekken, vaststellen veranderingen en verbeteringen in kennis, vaardigheden en beroepshouding. De leerdoelen bespreken, samen met de werkbegeleider. Tussentijdse beoordelingen aan de hand van de BPV protocollen. Vier keer per jaar beoordelingsgesprekken aan de hand van de protocollen. Eindtoetsing van de BPV protocollen. Dat zijn de beoordelingscriteria. De werkbegeleiders en de praktijkopleiders zijn hierbij betrokken. 10 Introductieprogramma Er is een introductieprogramma voor aanvang van het stagejaar voor alle stagiaires. 15 11 Overleg en samenwerking met opleidingen Overleg met de opleiding heeft de adjunct-directeur /opleidingscoördinator. Een structureel contact, het ROWI (Regionaal Overleg Werk Instellingen) Als praktijkopleider bestaat onze samenwerking uit overleg, schriftelijk en mondeling met de mentoren van de stagiaires. Het bijwonen van de informatieavonden van de opleidingen. 12 Leerplaatsanalyse Een duidelijke leerplaatsanalyse van de werkeenheden is nog niet aanwezig. 16 5 5.1 Knelpunten Een taakomschrijving vaststellen voor de werkbegeleiders, de praktijkopleiders en de opleidingscoördinator Nu is het zo dat er alleen maar mondelinge afspraken zijn over wie, wat en wanneer doet. Het staat niet schriftelijk vast. Voor werkbegeleiders en stagiaires is dit zeer onduidelijk. Wat is de rol van de werkbegeleider, de praktijkopleider en de adjunct-directeur/ opleidingscoördinator. Wie zijn betrokken bij de begeleiding? Wie is uiteindelijk verantwoordelijk voor de beoordelingen? Wie heeft er contacten met de opleiding? Wanneer is deze persoon te bereiken? Wanneer kan ik met bepaalde vragen en bij welke begeleider terecht? Bij wie moet ik alles inleveren? Wie zet er een handtekening? Zo zijn er nog vele vragen. 1 Mogelijke oplossing: - Door een duidelijke taakomschrijving kan er al veel onrust worden weggenomen bij de werkbegeleiders en de stagiaires. - Eventuele misverstanden voorkom je zo en is het voor iedereen helder wie, wat doet. - De taakomschrijving komt in de stagemap te zitten die bij iedere werkbegeleider in de klas - staat. - Het kan opgenomen worden in het document “leerplaatsprofiel” - Er ligt nog een taak voor de praktijkopleiders, om samen met de adjunct-directeur/ - opleidingscoördinator een taakomschrijving vast te stellen en er een schriftelijk document - van te maken. - Dit mondeling toelichten aan de werkbegeleiders en de stagiaires. 2 Stappenplan - Samen met de opleidingscoördinator en mijn collega praktijkopleider overleggen wanneer we dit kunnen realiseren. 5.2 Uitstroomgesprekken voeren en de evaluatie van de beroepspraktijkvorming Het voeren van uitstroomgesprekken met de stagiaires is een voorwaarde die wij nog niet gerealiseerd hebben in de organisatie. Aan het einde van de stage hebben we altijd wel gesprekken met de stagiaires en vragen wij naar de ervaringen. Zij geven een mondelinge toelichting. Wij hebben daar geen evaluatieformulier voor. Het zijn geen vaste aandachtspunten die we tijdens het gesprek bespreken. 1 - Doel en mogelijke oplossing: Opmerkingen van de stagiaire kunnen zeer leerzaam zijn. Inzicht krijgen in hoe stagiaires deze stageplaats ervaren. Tijdens dit uitstroomgesprek kun je informatie inwinnen over het aandeel van de organisatie binnen de Beroepspraktijkvorming. Een completer beeld krijgen van de leerplaats. Kwaliteit waarborgen. Wat gaat er allemaal goed en op welke punten is nog verbetering mogelijk. De opgedane ervaringen bespreken in een evaluatieoverleg met de opleidingscoördinator en de praktijkopleiders. Eventuele actie ondernemen en criteria bijstellen. 17 2 Stappenplan - Voorstellen aan de opleidingscoördinator en mijn collega praktijkopleider om dit in te voeren. - Informeren bij de functionaris P en O voor de evaluatieformulieren uitstroom medewerkers, misschien kunnen wij daar aandachtspunten uithalen om ook te gebruiken. 18 Informatiebronnen Praktijkopleider Gezondheidszorg – Welzijn PO 401 / PO 402 Ton Cremers Tanneke Hilhorst Uitgeverij Angerenstein 2003 Leren in de praktijk Handreiking voor het opzetten en uitvoeren van beroepspraktijkvorming in de sector zorg en welzijn Rian van den Bergh Ineke Kester Frank Peters Uitgeverij NIZW www.ovdb.nl www.praktijkopleiden.nl Beroepspraktijkvormingsboek 19