Konijneziekte of myxomatose Deze zomer kwam ik in aanraking met de Lymeziekte, een infectieziekte veroorzaakt door de beet van een teek. Hierdoor is mijn interesse gewekt naar het voorkomen van ziektes in de natuur. In dit stukje wil ik de achtergronden belichten van een ziekte die u waarschijnlijk allemaal kent: myxomatose Myxomatose is een ziekte die wordt veroorzaakt door een virus. Het is waarschijnlijk de bekendste ziekte onder het wild, maar helaas niet een 'gekende'. Misschien hangt dat wel samen met het feit dat er in Nederland erg weinig onderzoek naar myxomatose is gedaan. Waarschijnlijk kwam de ziekte te onverwacht om tijdig onderzoek te organiseren. Bovendien is virusonderzoek op zichzelf al moeilijk. Zwellingen Van oorsprong komt het myxomavirus uit Amerika. Myxoma betekent, vrij vertaald: slijmweefselgezwel. Het veroorzaakt zwellingen van de slijmvliezen van oogleden, lippen, gehoororganen, neus en geslachtsopeningen. In ernstige mate heeft het binnen acht dagen na een afschuwelijk lijden de dood tot gevolg. In Amerika kwam de ziekte voor bij twee soorten konijnen, het Braziliaanse boskonijn en het Californische struikgewaskonijn, behorende tot de katoenstaartkonijnen. Het openbaarde zich in lichte huidtumoren, waar het dier zich weer van kon herstellen. De aard van de Californische myxomatose is trouwens pas in 1960 vastgesteld. Sinds het einde van de vorige eeuw echter werd bij Europese konijnen, die vooral als laboratoriumdieren in Zuid-Amerika waren ingevoerd, regelmatig myxomatose geconstateerd. Dat deze dieren vanuit het wilde Braziliaanse boskonijn werden besmet, is pas in het begin van de jaren veertig duidelijk geworden, evenals de rol van insecten bij de overbrenging. Ommuurd landgoed In tegenstelling tot de katoenstaartkonijnen, bleek het Europese konijn zeer gevoelig voor de ziekte. Op plaatsen waar konijnen als schadelijk voor het gewas werden ervaren, probeerde men het virus te 'introduceren'. Na enkele niet succesvolle pogingen op door konijnen bewoonde eilandjes voor de kust van Engeland, Denemarken en Schotland werd het virus in 1952 ingespoten bij enkele konijnen op een ommuurd landgoed bij Parijs. De besmetting greep snel om zich heen, nadat enkele konijnen ontsnapten. En in 1953 werd de ziekte al in Nederland gesignaleerd. Het virus kan bij konijnen door direct contact met een besmet dier via huidwondjes worden overgebracht. Van veel groter belang is echter de overbrenging door bloedzuigende of stekende insecten, waarbij het virus aan de monddelen kleeft en bij een volgende beet of steek wordt overgebracht. In de noordelijker streken gaat de konijnevlo een belangrijker rol spelen als overbrenger van de ziekte. Van het virus bestaan, net als bij het griepvirus, verschillende varianten. Komen konijnen in aanraking met een milde vorm, dan werkt het als een natuurlijke inenting. Serum Er is een serum in de handel, waarmee tamme konijnen ingeënt kunnen worden, maar iedere andere poging om de ziekte uit te bannen is op niets uitgelopen. Het myxomatose-virus is niet besmettelijk voor de mens of andere diersoorten dan konijnen. november 1990 Sylvia de Groot