Kernvraag: Hoeveel licht geven verschillende lichtbronnen? Naam leerling: Groep: http://www.cma-science.nl Activiteit 1 – Lichtbronnen Overal om ons heen is licht. Op hoeveel manieren komt dat licht bij ons? Maak een lijst van acht lichtbronnen. 1. 1. 5. 2. 6. 3. 7. 4. 8. Wat denk je, welke lichtbronnen zijn natuurlijke lichtbronnen en welke lichtbronnen zijn kunstmatig (door de mens gemaakt)? NATUURLIJKE LICHTBRONNEN KUNSTMATIGE LICHTBRONNEN 2. Welke van de lichtbronnen geeft het meeste licht? Hoe weet je dat? 3. Welke van de lichtbronnen geeft het minste licht? Hoe weet je dat? Weet je dat dieren ook licht kunnen geven? Bijvoorbeeld vuurvliegjes geven licht om partners of prooidieren aan te trekken. 2 Activiteit 2 – De lichtsterkte van lichtbronnen Om de lichtsterkte van een lichtbron te meten, kun je een lichtsensor gebruiken. In de €Sense is een lichtsensor ingebouwd. Bekijk de €Sense, kun je vertellen waar het “oog” van de lichtsensor zit? 4. Maak een tekening van de €Sense. Markeer het “oog” van de lichtsensor en geef aan in welke richting het oog kijkt. Hoe heb je bepaald waar het oog zit? 5. De €Sense meet de lichtsterkte, ook wel lichtintensiteit of helderheid genoemd, en toont deze waarde op het computerscherm. In welke eenheid wordt de lichtsterkte gemeten? 6. Richt de lichtsensor naar verschillende richtingen en kijk wat de sensor weergeeft. Maak de volgende zinnen af: Als ik de lichtsensor richt op een lichtbron, dan wordt de lichtsterkte ___________ . Als ik de lichtsensor richt op de vloer, dan wordt de lichtsterkte ___________. 3 Nu ga je de lichtsterkte van een aantal lichtbronnen meten. Doe bijvoorbeeld onderzoek aan: een zaklamp, een gloeilamp, een LED-lamp, enz. 7. Schrijf in de tabel hieronder welke lichtbronnen je gaat gebruiken. 8. Hoe helder denk je dat deze lichtbronnen schijnen? Schrijf je voorspelling in de tabel. De meest heldere lichtbron, de bron die het meeste licht geeft, krijgt nummer 1. 9. Gebruik nu de lichtsensor van de €Sense en meet de lichtsterkte van je lichtbronnen. Zorg er voor dat de afstand tussen de €Sense en de lichtbron telkens even groot is. 10. Schrijf je meetresultaten in de tabel. LICHTBRON VOORSPELDE HELDERHEID (1 VOOR DE HELDERSTE) GEMETEN LICHTSTERKTE (LUX) 11. Was je voorspelling correct? 12. Welke van de lichtbronnen geeft het meeste licht? 13. Waarom moet je de €Sense steeds op dezelfde afstand van de lichtbron houden? 4 Activiteit 3 – Hoeveel licht kan de lichtsensor meten? Richt op een zonnige dag de lichtsensor naar de zon. Lees af hoe groot de lichtsterkte is. In fel zonlicht meet ik een lichtsterkte van ___________ lux. De kans is groot dat je 15171 lux meet. Dat is de maximale lichtsterkte die de sensor kan meten. In feite is de sterkte van het zonlicht hoger dan 15171 lux. De zon is de helderste lichtbron en de intensiteit is meer dan 100 000 lux. Het licht van de zon is zo sterk dat het gevaarlijk en pijnlijk is om zonder bescherming naar de zon te kijken. Gebruik altijd een filter of zonnebril als je naar de zon kijkt! Probeer nu de minimale waarde te vinden die de lichtsensor kan meten. Wat is het laagste niveau dat je kunt meten? Het laagste niveau dat ik kan meten is ___________ lux. 14. Wat heb je gedaan om zo´n lage lichtsterkte te krijgen? 5 Activiteit 4 – Wat zijn de lichtste en donkerste plekken van het klaslokaal? Nu ga je de lichtsterkte in het klaslokaal onderzoeken. Om dit eerlijke te meten waarbij je de meetresultaten kunt vergelijken, moet je zorgen dat je alle metingen op dezelfde manier doet. Jouw meetmethode is: Plak een potlood aan de €Sense om deze op een vaste afstand van het papier te houden – ongeveer 10 cm. Houd de €Sense zo dat de lichtsensor recht naar beneden wijst. Leg een stuk wit papier op de plek waar je de lichtsterkte wilt meten. Zorg er voor dat de schaduw van je hand niet op het papier valt! Schets een plattegrond van je klaslokaal op de volgende pagina. Markeer alle lichtbronnen in je plattegrond. Voer een aantal lichtmetingen uit op verschillende plekken en schrijf de gemeten waarden op in de plattegrond. 15. Wat zijn de lichtbronnen in je klaslokaal? 16. Wat zijn de lichtste plekken in het lokaal? Waarom zijn die plekken zo licht? 17. Wat zijn de donkerste pekken in het lokaal? Waarom zijn die plekken zo donker? 6 Mijn klaslokaal 7 Vragen A. Welke van de onderstaande dingen is een lichtbron? Vuurvliegje B. Reflecterende jas Elektrische lamp Als je lichtsterkte wilt meten, wat is dan de meest betrouwbare methode – je ogen of een lichtsensor? Leg uit. C. Om goed te kunnen lezen is een lichtsterkte van ten minste 400 of 500 lux nodig. Meet hoeveel licht er op je bureau valt. Gebruik daarvoor een methode zoals die bij activiteit 4 beschreven is. Wordt jouw tafel goed verlicht? D. Onderzoek of een spaarlamp net zoveel licht geeft als een gloeilamp. Schrijf hieronder de resultaten van je onderzoek. 8