26 februari eerste deeltoets nieuwe geschiedenis hoofdstuk 2 t/m 7 40% 30 maart tweede deeltoets nieuwe geschiedenis hoofdstuk 8 t/m 13 60% Hoorcollege 1, 4 februari. Wat is Europese geschiedenis? Bestaat Europese geschiedenis? Kaarten uit vorige eeuwen waren nooit volledig objectief. Intellectuelen zagen Europa als een grote gemeenschap. Waarom? 1) Diplomatiek verkeer met soortgelijk regeringsvorm. Europa’s geschiedenis is voornamelijk gebaseerd op verworvenheden. Wat is de bijdrage van de nieuwe geschiedenis aan europese verworvenheden? In vroegmoderne tijd bestond maatschappij uit corporties. Vroeg moderne tijd suggereert een opstart proces van de moderne geschiedenis. Staats en natie vorming zij belangrijk element van de vroegmoderne tijd. Rond 1800 nieuwe fase in de geschiedenis. Zelfbewustzijn in kunst en denken zijn kenmerken van vroegmoderne geschiedenis. Ook in architectuur en beeldhouwkunst dringt nieuwe denken door. Basis renaissance gelegd in de ME. In de 14e en 15e eeuwe herorientatie en herintrepetatie van de klassieken. Humanisme wat is humanisme? Bickhart zegt dat het alles wat intellectueel is, humanistisch is. Humanistische vakken: grammatica, retorica, poezie, geschiedenis en ethiek. Notarissen en advocaen in Italiaanse steden gaven aanzet tot humanisme. Moesten latijn hanteren in rechtbanken..Petrarca vader van humanisme. Tilde hele gebeuren naar een hoger plan. Hoorcollege 2, 12 februari. Luther zet hervorming deels ingang. Luther was echter niet de enige protagonist. Swinley andere voorganger van reformatie. Was actief in Zwitserland. Geloof alleen, kerk moet worden hervormd. Swinley wil kerken drastisch aanpassen. Geen heligbeelden. Luther vond beelden niet zon probleem. Eerste beeldenstorm onder Swinley. Swinley geeft ook andere intrepetatie van laatste avondmaal. Swinley ziet brood en wijn slechts als symbolische herdenking. Luther boos. Luther ziet het letterlijk in de bijbel, is not amused. Thomas Munscher geeft reformatie een radicaal socialistisch tintje. Munscher vind dat de boeren de macht moeten krijgen, misstanden aanpakken. Wededopers zien reformatie als teken. Willen Munschter als jeruzalem. Wededopers stellen sociale orde aan de kaak. Radicale stromingen van reformatie doet gematigder reformators wat gas terugnemen. Gematigden geven aan ook bereid zijn compromissen te sluiten. In het ‘oude geloof’ kon men kiezen slecht of goed te doen. Luther maakte dit een stuk ingewikkelder. Luther zei dat men zelf niet kon beslissen of men in de hemel kwam. Erasmus dacht hier anders over. Zag geloof als vrije keuze. Luther en Erasmus waren hier enigzins over gebrouilleerd. Tweede stroming: Jan Calvijn kreeg inzicht rond 1533. Studeerde rechten. Moest na omgang met protestanten Parijs verlaten. Gaat naar Geneve. Hier probeert hij zijn nieuwe ideen te verwezenlijken. Publiceert ‘Instituties van de christelijk religie’ in 1536. Zag mensen als een puur slecht wezen dat niet in staat was tot iets goeds. God beslist of mens genade ontvangt of niet. Worden ook wel vraagtekens bij Calvijns theorie gezet. Kijkt ook naar het praktische. Hoe kan men zorgen dat nieuwe kerk niet direct onder weredlijk bestuur komt te staan? Wil vier soorten mensen aanstellen. Leraren, predikanten, diakenen en ouderlingen. Kerkeraad moet op lokaal niveau ervoor zorgen dat kerk zelfstandig is. Kerkeraad bestond uit predikanten en ouderlingen. Grote zaken zouden op nationaal niveau besproken worden in synodes. Systeem werd van onderop opgebouwd. Calvenisme kan door simpelheid in bestuursvorm tegen de vervolgingen in een goed gedragen nieuw geloof opbouwen. Kerktucht werd belangrijk gevonden. Sociale controle in kerk. Ouderlingen zouden uiteindelijk over iemands lot kunnen beslissen. Zuivere gemeenschap was belangrijk volgens Calvijn. In 1545 kwam contrareformatie op gang. Historici moeten onderscheid maken tussen reactionaire acties van de contrareformatie en tussen eigen vernieuwingstradities. In concillie van Trente worden vernieuwingen besproken. Tussen 1545 en 1563 aantal vergaderingen van 2 a 3 jaar. Alle compromissen werden door de traditie getrouwe jongens van tafel geveegd. Alle tradities van de katholieke kerk zijn even belangrijk als bijbel. Tradities worden behouden. Ander punt: hoe verwijderen we misstanden binnen geestelijke stand? Willen bisschoppen meer macht geven. Betere scholing voor alle geestelijken. Willen geen cooptatie of vriendjespolitiek meer betreffende belangrijke posities. Pauselijke macht gaat vergroot worden in het concillie van Trente. Contrareformatie gaat gepaard met een nieuw katholiek zelf bewustzijn. Jezuieten worden soldaten van de contrareformatie. Staan midden in de wereld. Willen mensen opvoeden. Het woord verspreidden. In de eerste decennia van de reformatie zijn de beidde kampen nog niet zo gepolariseerd als laatste later het geval zou zijn. Midden groepen waren het grootste. Paar uitgesproken opvattingen maar nog vele overeenkomstige punten. Velen willen compromissen sluiten, debateren over het geloof. Theologische strijd lijdt tot aanscherpen van grenzen. Reformatie gaat echter gepaard met politieke strijd. Keizer van het Roomse rijk had het voor het zeggen. Ingewikkeld mozaiek van verschillende machtsfactoren. Keizer wordt steeds door zeven keurvorsten gekozen. Roomse rijk kende rijksdag. Vergadering tussen politiek leiders. Habsburgers brengen vanaf de 16e eeuw vele roomse keizers voort. Vele machtige Europese koningshuizen brengen Karel V voort. Heerser over enorm rijk. Karel V moet constant problemen oplossen. Van brandhaard naar brandhaard reizen. Rijk te groot, communicatie te beperkt. Koning van Frankrijk vond het niet erg relaxed dat Habsburgse rijk Frankrijk langzaam omsingelde. Twee machtsblokken tegenover elkaar. Karel V bijna hele regeringsperiode in oorlog met Fransen. 1494 en 1545 zijn twee grootste oorlogen tussen Habsburgers en Fransen. Oorlogen werden voornamelijk in Italie uitgevochten. 1525 slag bij Pavia. Militaire revolutie. Moderne legers met grote infanterie. Geen ridders te paard meer. Oorlog voeren kost gigantisch veel geld. Oorlog zal niet meer hetzelfde zijn. Op grote schaal wordt er geplunderd. 1527 wordt Rome geplunderd. Saco di Roma. 1559 vrede van Cato Casi. Habsburgers grote overwinning. Karel V laat door oorlog de reformatie een tijdje op zijn beloop. Rijksdag van Worms. Men ziet in dat de stoere taal vermeden moet worden. Katholieken willen liever orde onder deels protestants geloof. Boerenoorlog en opkomende Ottomaanse rijk dragen hieraan bij. Habsburgers kunnen zich het niet veroorloven ook nog een geloofsgeschil te hebben. Willen met prostestanten compromis sluiten. Augburgse confessie zou uiteindelijk Lutherse geloofsbelijdenis worden, 1530. 1531 wordt het Smallcaldisch verbond gesloten. Dienen protestantio in. Protestanten gaan zich organiseren. Karel V wil door compromissen oorlogen tussen katholieken en protestanten vermijden. In 1545 gunstige vrede voor Habsburgers na oorlog met Fransen. Gaat het nu hard aanpakken. Wint in 1547 eerste Smalcaldische oorlog van protestanten. Tweede Smalcaldische oorlog 1552 tot 1555. Augburgse vrede. Daarna mogen plaatselijke vorsten bepalen wat de religie wordt in vorstendommen. Heilige Roomse rijk is versnipperd. Drie godsdienstoorlogen. Franse oorlogen, tachtigjarige oorlog en dertig jarige oorlog. Godsdienstoorlogen hadden over het algemeen een groot staatsbelang. Protestantse voorgangers zagen in de paus de anti-christ. Moesten wereld bevrijden van katholicisme. Andersom zagen katolieken protestanten als bezoedeling van het christendom. Door godsdienstoorlogen ook vragen over positie van de vorst. Vorst niet langer puur verheven en voor zichzelf op aarde. Vorsten moeten zorgen dat verschillenden groepen kunnen samenleven. Wanneer vorst zich niet inzet voor algemeen belang heeft samenleving het recht vorst omver te werpen. In Frankrijk werd het koningschap versterkt. Werd moeilijk gemaakt door de verschillende vergaderingen. Vorst wilde adelijke facties naar zich toetrekken, lukt niet erg goed. Vorst moest lang regeren om positie van zijn familie en zichzelf te versterken. Bij opvolging zien adellijke facties direct mogelijkheden. Na oorlog met Habsburgers ten einde is zal Hendrik II van Habsburg gaan trouwen met een Medici. Hendrik sterft, adellijke facties gaan zich direct mengen in opvolging. Huizen Guise, Bourbon en Montgomery gaan zich mengen in de opvolging. Caterina de Medici speelt telkens tolerantie edicten uit om geloofsstrijd te sussen. Katholieken willen constant de Hugenoten (protestantse groepering) vermorzelen. Grote omslag in 1572. Politiek van Medici wordt verbroken. Kiest bewust de kant van de katholieken. Probeert leider van hugenoten om te brengen. Dit mislukt. Wanneer haar dochter trouwt met een Bourbon laat zij alle aanwezige Hugenoten afslachten. Hugenoten zien dat er een monarchie bestaat die openlijk strijd tegen hen voert. Velen bekeren zich terug tot het katholicisme. Andere worden radicaler. Hugenoten houden zich redelijk staande. 1584 breekt Henrikken oorlog uit. Hoorcollege 3, 14 februari Hertog van Anjou overlijdt. Geen legitieme opvolger in huis van Valois. Henrik van Bourbon uit huis van Navarra. Leider van hugenoten. Dreigt een protestantse koning te krijgen. Gevolgen zijn de Henrikken oorlogen. Hendrik van Guise gaat godsdienstkaart uitspelen. Zegt dat er geen ketter op de troon mag komen. Henrik van Bourbon is legitiem opvolger. Speelt deze kaart dan ook constant uit. Gematigd katholieken draaien langzamerhand naar de kant van Bourbon. Edellieden en hoogopgeleiden staan achter Bourbon, willen weer rust en orde. Bourbon stond er strategische het slechtste voor. Hugenoten hadden dan wel machtsbasis maar deze was veel kleiner dan de katholieke. Hendrik van Guise gaat zich steeds radicaler opstellen. Hendrik III wordt steeds meer de gevangene van Guise. Guise overspeelt zijn hand. Van Guise wordt door Hendrik III vermoord. Hendrik III wordt ook vermoord, had katholieke machtsbasis ‘verraden’. Hendrik van Bourbon laatste overgeblevene. Had Hendrikken oorlogen gewonnen, maar was nog niet geaccepteerd als vort. Heeft nog een grote tegenstand in katholieken en de koning van Spanje gaat zich openlijk mengen in godsdienstoorlogen. Filips II wil aan de ene kant chaos voor eigen machtsontplooing maar wil ook geen protestant op de troon. Henrik IV wint steeds meer mensen voor zich, door rust en orde te garanderen. Speelt de nationale kaart uit. Bekeert zich weer tot het katholicisme. In 1593 neemt hij Parijs in. Wil Hugenoten tevreden stellen na bekering, Bij het edict van Nantes in 1598 maakt hij toleranter beleid. 1. 2. 3. 4. Edelen mogen protestantse diensten in eigen huis houden Protestantse diensten mogen ook in sommige steden. Burgerrechten voor hugenoten Militaire garantie voor protestantse garniezoenen in 200 steden ter bescherming van edict. Hendrik IV moest dit edict wel uitspreken. Hij stond niet sterk genoeg om het niet te doen. Religieuze probleem was opgelost. Godsdienstoorlogen waren erg belangrijk voor religieuze kaart. Zou beeld van europa erg veranderen. Godsdienstoorlog in Heilige Roomse rijk. In edict van Ausburg was gesteld dat er een soort van godsdientvrijheid was. Probleem begint in Bohemen. Slaat over naar Denemarken en Zweden. Gustav Adolf van Zweden is waarschijnlijk verantwoordelijk voor militaire revolutie. Ontstaat een soort van burgeroorlog in Duistland tussen calvenisten en katholieken. Frankrijk en Spanje gaan zich ook in oorlog mengen. Blijkt dat het geen godsdienst/burger oorlog meer is. Richielieu gaat openlijk protestanten steunen. Frankrijk gaat vechten tegen Habsburgers en Spanjaarden. Na oorlog komt vrede van Westfalen. Aantal zaken worden duidelijk. Roomse rijk bleek geen eenheid. Was al duidelijk in 1555. Binnen heilige Roomse rijk ontstonden nieuwe concentratie punten. Beieren werd nieuw machtspunt. Habsburgers en Brandenburgers werden ook nieuwe machtbases. Frankrijk was een van de overwinnaars van vrede van 1648. Republiek der verenigde Nederlanden was ook overwinnaar. Wordt officieel erkend. Spanje heeft meeste verloren. Franse ambities niet kunnen beteugelen. Spaanse heerser: Filips II Filips III Filips IV Karel II Venetiaanse economie was in middeleeuwen het sterkste. Spanje en Portugal gaan ontdekkingsreizen ondernemen. Middellandse zeegebied verliest monopolie positie. Spanje is erg belangrijk in deze. Spanje veroverd gebieden in de nieuwe wereld. Middelpunt van Europa verschijft van Italie naar Spanje en Portugal. Filips II was godsdienstwaanzinnege, schurk. Filips had enorme problemen. Filips’ II vader had heilige Roomse rijk opgedeeld. Aragon en Castille moesten bestuurd worden. Nieuwe wereld was er bijgekomen. Nederland deed moeilijk met godsdienst zaken. Willem van Oranje nam wapenen op. Nederlanden waren rijk en geurbaniseerde streken en daarom erg belangrijk. Ook Ottomaanse rijk kwam steeds dichter bij. Filips II had dus veel kopzorgen. Hij zag zich als de aangewezen man om het christelijke Europa te beschermen tegen ketters en agressors. In Lepanto wordt in 1571 wordt Ottomaanse vloot verslagen. Filips II was groot organisator. Filips’ vader Karel V cond dat vorst geen hof nodig had. Hij ttrok constant rond om brandjes te blussen. Filips II vond dat moderne vorst niet zonder hof kon. Ontwikkelde moderne organisatie voor een nieuw hof. Vorst had afgevaardigden in vele gebieden. Afgevaardigden moesten zich verantwoorden en er wordt constant vergaderd. Het hof wordt zeer bureaucratisch. Raden bestonden voornamelijk uit professionals: advocaten of hoge edelen die bedreven waren in de internationale politiek. Over het algemeen waren het oude mannen. Conservatisme sluipt erin. Filips II wil ieder stuk lezen. Deels omdat dit in zijn karakter zat en deels omdat Filips II niemand vertrouwde. Filips’ II zoon Don Carlos wordt moe van zijn langzame vader. Don Carlos gaat zich bemoeien met Nederlanden. Filips II laat zoon gevangen zetten. Carlos sterft. Filips II wordt steeds minder populair. Filips II slaagt er in de eerste paar jaren van zijn bewind goed in alle zaken onder controle te houden. Filips II ziet echter zijn macht steeds verder afzwakken. Fundamenten van Spaanse rijk waren goud en zilver uit nieuwe wereld en de rijkdom van Castillie. Door bevolkingsafname krijgt Spaanse overheid steeds minder belastingen binnen. Lastig om leger te onderhouden. Ecoomie blijkt ook niet innovatief rentenierende edelen. Spanje wordt zwakker. Na dood van Filips II komt Filips Iv die Gaspar de Guzman graaf van Olivares aanstelt, soort eerste minister. Zorgt dat de koning alleen nog hoeft te beslissen. De Guzman gaat hervormingen bedenken en door voeren. Wil economie vernieuwene en belastingheffing vernieuwen. De Guzman ziet in Spanje echte leider van Europa. Wil opnieuw oorlog gaan voeren om Spaanse macht te doen laten gelden. Meeste hervormingen mislukken echter. Hoorcollege 4, 19 februari. De 16e eeuw was de eeuw van de habsburgse macht. Karel V was een erg belangrijk figuur in dit geheel. Frankrijk probeert de Habsburgse invloed terug te dringen door oorlog in Italie te voeren. In 1559 wordt er vrede gesloten. Door de reformatie blijkt de Habsburgse macht terug te zijn gedrongen in het Heilige Roomse Rijk. Het zal uiteindelijk ook geen eenheid meer worden. Ook het Spaanse rijk was in deze periode erg machtig. Het was echter te groot en leed aan overstretch. Engeland was goed georganiseerd met een parlement en redelijke vrijheid. De Reformatie in Engeland was een monarchale zet, Hendrik VIII wilde scheidden van zijn vrouw Catharine van Aragon nadat zij hem geen zoon schenkt. Als dit niet van de paus mag neemt Hendrik afstand van Rome en trouwt met Anne Boleyn in 1533. Hij maakt zichzelf hoofd van de Engelse kerk. De kerk blijft een katholiek uiterlijk houden maar de inhoud wordt lutheraans. Door de breuk met Rome benoemt Henrik zijn eigen bisschoppen en schaft hij de klooster af. Al het kerkelijk bezit wordt door Hendrik geconfisqueerd. Edward VI volgt Hendrik op. Edwards sterk gereformeerde raadgevers beinvloeden hem om de paapse/roomse tradities weg te nemen. De Engelse kerk wordt geprotenstantiseerd. Bij een reformatie door de monarch is de geloofsopvatting van de opvolger zeer belangrijk voor het behouden van de gereformeerde zaken. Mary Tudor volgt edward op en zij is zeer katholiek. Zij gaat de hervormingen proberen terug te draaien en door de vervolging van protestanten vluchtten vele van hen naar Europa, voornamelijk Duitsland en de Nederlanden. Vanwege deze vervolging radicaliseren vele protestanten waar ze eerst wat rustiger waren. Aartsbisschop van Canteburry wordt gedwongen zich terug te bekeren tot het Katholicisme. Wanneer hij weigert wordt hij een van de eerste protestantse martelaars. De protestanten die in Engeland gebleven zijn radicaliseren ook vanwege de vervolgingen. Mary Tudor polariseert het land d.m.v. de vervolging. Tudor trouwt met Filips II omdat zij een katholieke opvolger wil. Er wordt echter geen kind geboren uit dit huwlijk. In 1558 komt Elisabeth I op de troon en zij slaagt erin alle problemen op te lossen. Zij regeert vijftig jaar en trouwt nooit, behalve met Engeland. In 1559 doet zij afstand van de positie van kerkelijk leider en stelt zij een kerkvoogd aan. Zij keert terug naar de kerk van Edward. 3 groepen binnen anglicaans Engeland: 1)Recasanten zijn katholieken die weigeren mee te doen aan het nieuwe geloof. 2)Puriteinen willen een strengere geloofsbelijdenis. 3)Presbyterianen willen calveniseren, willen hierarchie afschaffen. Mary queen of schots mislukt als koningin. Wil Schotland organiseren. Dit mislukt en zij vlucht naar Engeland. Zij wordt onder huisarrest geplaatst door Elisabeth I. Mary was zeer katholiek. Engeland zal de katholiken in Schotland verslaan en hier een protestants regime vestigen. In 1585 gaat Eisabeth de opstand in de Nederlanden steunen. Na Eilsabeths dood in 1603 moest haar opvolger rekening houden met het anti-katholicisme in Engeland. Voor antikatholicisme moest oorlog gevoerd worden, voor een oorlog was geld nodig en het geld moest via belasting heffing door het parlement geregeld worden. Jacobus I volgt Elisabeth op. Soms geniaal, soms een idioot. Na een katholieke samenzwering in 1605 (gunpowder plot) moet Engeland absoluut een anti-katholiek beleid voeren. Karel I volgt Jacobus op. Karel I gaat door met oorlogsuitgaven bijgestaan door raadgever de hertog van Buckingham. Parlement wil echter duidelijkheid. In 1628 eist het parlement een aantal rechten om de uitgaven te kunnen beheersen. Vanaf 1629 roept Karel geen parlement meer bij elkaar. Hij gaat extra belastingen heffen. Dit creert onrust. Hij wil bovendien katholieke tradities terugbrengen in de Engelse kerk. Wanneer hij bisschoppen in Schotland wil aanstellen ontstaan hier een rebellie. Nadat Karel het parlement wil zuiveren is hij gedwongen om te vluchten door vele tegenstanders. In 1646 geeft karel zich over aan de Schotten. Hij vlucht echter weer. Het parlement wordt erg radicaal. Ontstaat eveneens een religieuze verdeeldheid: Presbyterianen: Puriteinten voor een Calvenistische kerk. Independents: Radicaal, meer vrijheid, kansen voor de middenklasse. Levelers: Kiesrecht, hervormingen, gedecentraliseerde kerk. Karel wordt geexecuteerd en na zijn dood wordt de republiek gesticht. De bisschoppen worden verwijderd uit de kerk. In 1640 wil het parlement een aantal hervormingen. De corrupte raadgevers moesten weg. Het parlement moest macht bij wet krijgen. Het parlement gelooft de koning echter niet meer. Een radicale groep maakt een compromis met de koning onmogelijk. Uitkomst is ongelukkig voor alle partijen. Er was een bestuurlijke revolutie na de dood van de koning maar geen sociale revolutie waardoor de verhoudingen scheef bleven. In 1660 wordt het koningsschap gerestaureerd. Hoorcollege 5, 22 februari. Lodewijk XIV schafte alle ministerposten en raden af. Zagen toendertijd een niet absolutistische staatsvorm als een achterlopende staatsvorm. Vorm van Lodewijk XIV was niet de enige absolutistische staatsvorm. Nieuwe monarchieen zijn fragiele bouwwerken door tegendruk van edelen en raden die macht niet volledig naar koning willen doen toestromen. Fronde was opstand van adel. Kardinaal Richelieu hield Frankrijk in stand. Probeerde de Habsburgse macht in te dammen. Lodewijk XIV gaat hiermee door. Oorlog kost geld. Geld komt binnen door het verkopen van ambten. Ambten worden op een gegeven doorgegeven van vader op zoon. Ambten blijven in de familie, trekken zich minder aan van Mazarin. Opstand ontstaat in 1648 nadat parlement invloed van Mazarin niet meer trekt. Dor opstand wil men rust en orde. Adel verzoent zich met koning in 1653. Absolutisme: In Middeleeuwen was er een wederzijdse verplichting tussen vorst en volk. Jean Bodin schrijft in 1656 een boek waarin hij onderzoekt wat soevereiniteit is. Doet dit uit interesse, maar vooral vanwege godsdienstoorlogen omdat mensen in ME opvattingen in opstand mochten komen wanneer de vorst de wens vna het volk niet behartigde. Schrijft dat soevereiniteit sowieso bij de vorst ligt. Soevereiniteit is de macht om wet te geven, vorst staat boven de wet. Gewoonterecht, bezit en persoon zijn echter heilig. Deze ideen worden verder uitgewerkt door Bossuet. Was een hofpredikant die zei dat de koning van God de macht had gekregen. Vorst kreeg door theorieen van Bossuet, Bodin en hobbs de fundering en rechtvaardiging voor de absolute macht. De absolute macht werd echte als iets anders beschouwd dan despotisme. Koning werd niet geacht willekeurig of tirraniek te regeren. Koning moest van machtige adel en raden af om de absolute macht naar zich toe te trekken. Lodewijk XIV wilde van de zwaardadel af. Benoemd enkele kundige mensen uit de hogere burgerij en niet uit de belangrijke adellijke families. Deze mensen gaan echter ook weer coopteren. Colbert is een belangrijk politicus. Hield de monarchale uitgaven in de gaten. Belastingheffing op grond. Heffing moest effiecienter. Colbert wil oude systeem van belasting verkopen. Colbert wilde import zoveel mogelijk beperken. Hoge belastingen op import. Eigen export moest erg sterk zijn. Nijverheid moest verbeteren ter bevordering van export. Handelscompagnieen worden opgezet. Politieke maatregelen om welvaart te creeren. In Parijs werken maatregelen goed. In de periferie niet. Frankrijk was geen nationale staat. Structuur van 17e eeuwse samenleving kon niet veranderd worden. Franse kerk grote onafhankelijkheid van Rome. Mag eigen bisschoppen benoemen. Lodewijk XIV wilde eenheid binnen zijn godsdienst. Jansenisme was een afwijkende stroming in katholicisme. Lodewijk wil deze stroming neerslaan. Hiervoor moet hij naar de paus. Wil dit eigenlijk niet. Moet dan stukje macht opgeven. Gaat ook hard optreden tegen hugenoten. Hugenoten vluchtten voor vervolgingen. Veel hoogopgeleiden zijn Hugenoten. Hugenoten gaan naar de republiek der vernigde nederlanden. Door herroeping van edict van Nantes komt het idee van de godsdienstoorlogen weer boven. Lodewijk krijgt hierdoor slecht imago in protestantse landen. Hofleven wordt een groot ritueel. Omdat er minder geweld werd gebruikt tussen adel onderling werd er hoofsheid ontwikkeld. Men probeerde zich staande te houden door beleefdheid ipv elkaar de hersen in te slaan. Lodewijk probeerde edelen af te leiden door feestjes zodat ze geen complotten zouden smeden. Regime van Lodewijk was er een van oorlog. Oorlog om veilige grenzen en geld. Prestige was erg belangrijk. Na een aantal nederlagen werd het charisma van Lodewijk minder. Toen het minder ging wilde Lodewijk weer steun van parlement. In 1688 bleek de afwending van Lodewijk van de maatschappij een hele onhandige actie. In Engeland ging het ook fout. Mensen konden geen carriere maken tenzij ze lid waren van de anglicaanse kerk. Op de lange baan. Belastinginning ook op de lange baan. Gaat helemaal fout wanneer hij in 1672 een alliantie oorlog met Frankrijk tegen de republiek te voeren. Karel II wil katholicisme weer terugbrengen in Engeland. Met oorlog tegen protestanten en contact met Lodewijk ontstaan er complotheorieen. James II is openlijk katholiek. Engeland bang voor terugkeer naar katholicisme. Ontstaan twee partijen. Wicks en Thories. Gematigde anglicanen en protestanten sluiten verbond. Men gaat op zoek naar opvolger voor James II. Komt uit bij Willem III van Oranje. Glorious revolution zorgt ervoor dat James II vlucht. Willem wordt gekroond. Willem was echter zwakke vorst dus parlement van engeland kon makkelijk met bill of rights komen waardoor relatie tussen land en koning goed geregeld werd. Spaanse succesieoorlogen van 1713 bepalen nieuw beeld van Europa. Franse Bourbons krijgen Spaanse troon maar mogen deze nooit verenigen met Franse troon. Lodewijk XIV moet Nederlanden inleveren. Lodewijk is uitgespeeld. Habsburgers erg machtig.