23 5. TOP-10 UITSPRAAKPROBLEMEN VOOR NEDERLANDERS In dit hoofdstuk worden de 10 belangrijkste moeilijkheden in de uitspraak van het Engels voor Nederlanders besproken. Een eerste kwestie is al aan de orde geweest in hoofdstuk 3: de verschillen tussen een Brits en een Amerikaans accent. Eén van de verschillen is dat Standard Brits Engelse sprekers de ‘r’ niet uitspreken als deze achter een klinker staat (hard --> Engels ha:d, Amerikaans haRRd). Na de ‘r’ bespreken we eerst vier uitspraakproblemen die van belang zijn voor je verstaanbaarheid. Vervolgens bespreken we nog vijf uitspraakproblemen waaraan je kunt werken als je je uitspraak verder wilt verfijnen. Probleem 1. Het uitspreken van de ‘r’ Als je niet per sé een Brits Engels accent nastreeft, dan kun je de ‘r’ gewoon uitspreken in het Engels. Omdat we in het Nederlands zelf ook de ‘r’ uitspreken, is dit simpelweg het gemakkelijkst. Daarbij komt dat de ‘r’ geschreven is in woorden (bijvoorbeeld ‘hard’, ‘heart’). De Engelse ‘r’ verschilt wel van de Nederlandse ‘r’. In Nederland is de uitspraak van de ‘r’ ook nog afhankelijk van de regio waar je vandaan komt. Veel voorkomende uitspraken in Nederland zijn de ‘trill’, waarbij sprekers de punt van hun tong achter hun boventanden laten trillen, of de ‘roll’, waarbij sprekers het achterste gedeelte van hun tong achterin hun mond laten rollen. De Engelse hebben een ‘approximant r’. Deze uitspraak van de ‘r’ is afgebeeld in Afbeelding 1. De voorkant van de tong wordt naar de achterkant van de voortanden gebracht maar raakt deze niet. Amerikanen trekken de achterkant van hun tong daarbij naar achteren (‘retroflex r’), een beetje vergelijkbaar met de Gooise R. Afbeelding 1. De uitspraak van de ‘r’ in het Brits Engels Weetje Howel de ‘r’ maar een simpele medeklinker lijkt; is er heel veel over de ‘r’ te vertellen en geschreven. Terwijl Standaard Brits Engelse sprekers de ‘r’ niet uitspreken na een klinker, dus voor een andere medeklinker of aan het einde van een woord, doen ze dit wel als het volgende woord weer met een klinker begint. Dit wordt ‘linking r’ in de taalwetenschap genoemd, omdat de ‘r’ dan in feite twee 24 woorden met elkaar verbindt. (1)a fa(r) (1)b far and away (linking r) Recentelijk heeft er zich een hele opmerkelijke ontwikkeling voorgedaan. Standaard Brits Engelse sprekers hebben eerst de ‘r’ verloren, maar beginnen nu de ‘r’ nu uit te spreken als het volgende woord met een klinker begint, zelfs in woorden die historisch nooit een ‘r’ hebben gehad en niet geschreven worden met een ‘r’!! Dit wordt ‘intrusive r’ genoemd (= zich opdringende/tussendringende ‘r’). Je hoort het meer en meer. (1)c Obama-r and I (1)d China-r Luisteroefening Op de website van deze gids kun je luisteren naar een voorbeeld van een Standaard Brits Engels accent waarin de ‘r’ niet wordt uitgesproken, en een voorbeeld van een Amerikaans accent waarin de ‘r’ wel wordt uitgesproken. Ook vind je daar voorbeelden van ‘linking r’ en ‘intrusive r’. Verder kun je er verschillende uitspraken van de ‘r’ beluisteren en zelf oefenen. Hieronder kun je in een eerste oefening de ‘r’ wel of niet proberen uit te spreken. Onthoud daarbij de volgende punten: Tips voor een adequate uitspraak van de ‘r’ Maak een keuze om de ‘r’ niet uit te spreken als je een Standaard Brits Engels accent wilt. Anders kun je de ‘r’ uitspreken. Spreek de ‘r’ op een Engelse manier uit. 25 Top-10 van Nederlandse uitspraakproblemen van het Engels Een oefening in de uitspraak van de ‘r’ Markeer in de volgende passage uit Helen Fielding’s beroemde boek Bridget Jones alle woorden waar ‘r’ niet voor een klinker staat. In de eerste alinea is dit voorgedaan (de onderstreepte woorden). Lees de passage vervolgens hardop voor en spreek de woorden uit met de ‘r’, of, als je voor een Standaard Brits Engels accent wil gaan, zonder ‘r’. Fragment Bridget Jones I thought it would be OK if I nipped to the shop for 5 minutes and he said it would be fine, because you’re always given warning when they’re about to come out. They would come and get me if it was about to happen. When they heard I was going to the shop, a lot of reporters asked me if I’d bring them fags and sweets and so it took a while working it all out. I was just standing in the shop, trying to keep all the change separate with the shopkeeper, when this bloke walked in, obviously in a real hurry. He said, ‘Could you let me have a box of Quality Street?’ as if I wasn’t there. The poor shopkeeper looked at me as if not sure what to do. ‘Excuse me, does the word “queue” mean anything to you?’ I said, turning round to look at him. I made a weird noise. It was Mark Darcy, all dressed up in barrister outfit. He just stared at me, in that way he has. ‘Where in the name of my mother were you last night?’ I asked. ‘I might ask the same question of you,’ he said, icely. At that moment the camera assistant burst into the shop. He was very much out of breath and hardly intelligible. ‘Bridget!’ he yelled. ‘We’ve missed the interview. Elena Rossini’s come out and gone. Did you get my Minstrels?’ Speechless, I grabbed the edge of the sweet counter for support. ‘Missed it?’ I said as soon as I could steady my breathing. ‘Missed it? Oh God. This was my last chance after the fireman’s pole and I was buying sweets. I’ll be sacked. Did the others get interviews?’ ‘Actually, nobody got any interviews with her,’ said Mark Darcy. ‘Didn’t they?’ I said, looking up at him desperately. ‘But how do you know?’ 26 Probleem 2. Klemtoon Klemtoon is één van de universele struikelblokken voor leerders van het Engels. Alle nationaliteiten hebben zo hun eigen karakteristieke klemtoonproblemen. Fransen, bijvoorbeeld, leggen de klemtoon altijd op de laatste lettergreep van een woord. Zij doen dit omdat ze dat gewend zijn van het Frans. In het Engels zeggen Fransen bijvoorbeeld teachèr (i.p.v. teacher). Denk maar aan televisieseries zoals ‘Allo ‘Allo waarin Franse stereotypen worden neergezet. In het Engels is het klemtoonpatroon veel minder vaststaand. Dat zullen we zo zien. Wat is klemtoon? We bespreken eerst wat klemtoon eigenlijk is. Klemtoon is gerelateerd aan lettergrepen. De meeste mensen lukt het intuïtief wel om woorden in lettergrepen te verdelen. Het Engelse werkwoord consider, bijvoorbeeld, bestaat uit drie lettergrepen: con.si.der. In dit voorbeeldwoord consider ligt de klemtoon op de tweede lettergreep. Dit betekent dat we tweede lettergreep harder uitspreken dan de eerste en de derde lettergreep: con.SI.der. In voorbeeldwoorden zal ik beklemtoonde lettergrepen onderstrepen (con.si.der). 2.1 Klemtoon in woorden Klemtoonpatronen Bekijk de klemtoon in de volgende woorden: (1)a el.e.phant ci.ne.ma (1)b po.ta.toe ho.ri.zon (1)c kan.ge.roo ba.lly.hoo Afgaande op dit lijstje lijkt het op het eerste gezicht dat er geen “regels” zijn voor klemtoon in het Engels: in de (a) woorden ligt de klemtoon op de eerste lettergreep, in de (b) woorden op de tweede lettergreep, en de (c) woorden op de derde lettergreep! Daarom zit er eigenlijk niets anders op dan de klemtoon van woorden gewoon uit je hoofd te leren, net zoals je dat doet met de betekenis van woorden. 27 Tip Net zoals de betekenis van woorden, kun je de uitspraak van woorden opzoeken in het woordenboek. In online woordenboeken zoals die van Miriam Webster (http://www.merriam-webster.com) kun je uitspraak en klemtoon natuurlijk ook beluisteren. Maar ondanks de ogenschijnlijke warboel zijn er toch wel enkele patronen aan te wijzen. Factoren die een rol spelen in klemtoon: woordklasse Ten eerste is de plaats van klemtoon afhankelijk van de woordklasse van een woord, d.w.z. of het een zelfstandig naamwoord is, of een werkwoord, etc. Zelfstandige naamwoorden In zelfstandige naamwoorden ligt de klemtoon meestal niet op de laatste lettergreep. Ik ondervond dit zelf aan den lijve toen ik een aantal jaar in Engeland werkte en studeerde. Ik had een klein tweedehands autootje gekocht, een Renault 5. Op een dag moest dit autootje een APK-keuring ondergaan. Toen ik bij de lokale garage een afspraak ging maken voor de keuring, vroegen zij mij wat voor type auto het was. Ik zei dus (op z’n Frans en z’n Nederlands): “It’s a Renault.” Ik werd gevraagd dit te herhalen omdat ze me niet verstaan hadden. Ik zei dus weer: “It’s a Renault.” Hoewel uit de context duidelijk was dat het om een auto moest gaan, bleven ze mij vragend aankijken. Wanhopig begon ik dit verschillende keren (steeds harder) te herhalen: a Renault, a Renault, a Renault. Uiteindelijk slaakten ze een zucht en zeiden: “Ohhhhhh, it’s a Renault.” In zelfstandige naamwoorden ligt de klemtoon meestal op de tweede of anders de eerste lettergreep. Dit zie je in de volgende voorbeeldwoorden: (2) po.ta.to a.part.ment di.sa.ster (2e lettergreep) (3) cu.sto.dy quan.ti.ty em.pe.ror (1e lettergreep) (en Re.nault!) Er zijn een aantal woorden die een uitzondering op deze regel vormen, en de klemtoon wel op de laatste lettergreep hebben. Hieronder zie je daar een paar voorbeelden van. (4) ca.nal de.gree Ju.ly (laatste lettergreep) 28 Werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden Bij werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden valt de klemtoon vaak juist wel op de laatste lettergreep: (5) de.ny re.ply (werkwoord) (6) ob.scene di.vine (bijvoeglijk naamwoord) Betekenisverschillen De verschillende klemtoonpatronen voor zelfstandige naamwoorden enerzijds, en werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden anderzijds, kunnen toegepast worden om het verschil te maken als een woord zowel als een zelfstandig naamwoord als een werkwoord gebruikt kan worden. Zulke woorden worden ‘homographs’ genoemd. Het Engelse heeft echt een heleboel homographs. Dit zijn een paar voorbeelden: (7)a Let’s have the two together to show the contrast. [contrast=zelfstandig nw.] (7)b The books contrast methods that are used in the US and the UK. [contrasteren=werkwoord] (8)a The interviewer asked her what she considered to be her best attribute. [eigenschap=zelfstandig nw.] (8)b I attribute her clumsy answer to inexperience. [toeschrijven aan=werkwoord] (x)a He is the police’s main suspect in the murder case. (x)b I suspect that he has missed the train. In (a) worden de woorden gebruikt als zelfstandig naamwoorden en hebben overeenkomstig de klemtoon op de eerste lettergreep. In (b) zijn de woorden werkwoorden en hebben overeenkomstig de klemtoon meer naar achter in het woord of op de laatste lettergreep. Waar de klemtoon ligt in een woord, heeft effect op andere aspecten van de uitspraak van het woord. In het Engels worden klinkers van lettergrepen die niet beklemtoond zijn, niet als volle klinkers maar in een “zwakkere” vorm uitgesproken. Deze zwakke klinker wordt ‘shwa’ genoemd en klinkt als ‘uh’. De klinker in de eerste lettergreep van het werkwoord contrast, bijvoorbeeld, wordt niet uitgesproken als ‘o’ maar als ‘uh’. In het Nederlands doen wij dit niet. In het woord konijn, bijvoorbeeld, ligt de klemtoon op de tweede lettergreep, maar wij spreken de eerst lettergreep uit met ‘o’ niet ‘uh’: ko.nijn, niet kuh.nijn. Het zwakker uitspreken van klinkers in onbeklemtoonde lettergrepen wordt ‘klinkerreductie’ genoemd (vowel reduction). Naast een verschillende klemtoon kun je deze 29 klinkerreductie aanwenden om een zo duidelijk mogelijk contrast te maken in homographs: cón.trast (zelfstandig nw.) v cuhn.trast (werkwoord). Sommige homographs zijn weer een uitzondering op de homograph regel. Het woord purchase, bijvoorbeeld, kan gebruikt worden als een zelfstandig naamwoord (aankoop), maar ook als een werkwoord (kopen), en in beide gevallen is de klemtoon op de eerste lettergreep. (9)a He advised them on the purchase of their new car. (9)b He advised them to purchase a Toyota Prius. [niet purchase als in to chase] Op deze plek noem ik gelijk even een aantal andere manieren hoe je door een verschillende uitspraak, onderscheid kunt maken tussen woorden die op meerdere manieren gebruikt kunnen worden. Ten eerste woorden die eindigen in –ate. Die kunnen als een zelfstandig naamwoord gebruikt worden door ze uit te spreken als –uht, en als een werkwoord gebruikt door ze uit te spreken als –eet. Hier zijn een paar voorbeelden: (10)a She is an Essex graduate [gradu-uht]. (10)b She was happy to graduate [gradu-eet] from Essex University. (11)a These are two separate [separuht] issues. (11)b We have to separate [seper-eet] these issues. Op een vergelijkbare manier kunnen woorden die eindigen in –use, een zelfstandig naamwoord zijn als ze uitgesproken worden als –uus, en een werkwoord als ze uitgesproken worden als –uuz. (12)a That’s no use [uus]. (12)b Do you know how to use [uuz] the equipment? (13)a The hooligans shouted abuse [abjuus] at the referee. (13)b The hooligans were warned not to abuse [abjuuz] the referee. (14)a I find that a very poor excuse [excjuus]. (14)b Excuse [excjuuz] me … Factoren die een rol spelen in klemtoon: de structuur van woorden Naast woordklasse is de plaats van de klemtoon in woorden ook afhankelijk van de structuur van 30 woorden. Woorden kunnen uit andere woorden gemaakt worden door er zogenaamde suffixen aan toe te voegen. In het Nederlands leggen we klemtoon regelmatig op het suffix, bijvoorbeeld arrangement (van: arrangeren) en democratie. In het Engels is dit vaak niet het geval, denk aan arrangement en democracy. In plaats daarvan kunnen er in het Engels drie dingen gebeuren: (i) Het suffix verandert de klemtoon in het woord niet. (ii) Het suffix doet de klemtoon verschuiven naar een andere lettergreep in het woord. (iii) Het suffix krijgt zelf de klemtoon. De klemtoon verandert niet Soms verandert de plaats van de klemtoon niet. Dit is bijvoorbeeld het geval als het suffix –s wordt toegevoegd aan een zelfstandig naamwoord om er meervoud van te maken. De klemtoon blijft gelijk: bully [bu.lly] --> bullies [bu.llies]. De klemtoon verschuift Som kan door toevoeging van een suffix de plaats van de klemtoon in het woord verplaatsen. Dit gebeurt met de veelvoorkomende suffixen –ity en –eous. (15)a personal [per.so.nal] (15)b personality [per.so.na.li.ty] (16)a advantage [ad.van.tage] (16)b advantageous [ad.van.ta.geous] Bij alle woorden die eindigen in –ity, valt de klemtoon op de lettergreep voor –ity (intelligibility, comprehensibility, responsibility, irregularity, impossibility, etc.) Bij alle woorden die eindigen in –eous valt de klemtoon op de lettergreep voor eous (courageous, homogeneous, etc.) Een apart geval zijn woorden die eindigen in –able. In sommige –able woorden zoals desirable (17a) en inexhaustible (17b) verplaatst de klemtoon niet. Huidige generaties sprekers doen dit tegenwoordig met alle –able woorden. In de oorspronkelijke, tegenwoordig wat “ouderwetse” uitspraak, verschoof de klemtoon in de meeste –able woorden naar de eerste lettergreep (17c-f): oorspronkelijk modern 31 (17)a desire - desirable (17)b exhaust - inexhaustible (17)c admire - admirable of admirable (17)d compare - comparable of comparable (17)e revoke - irrevocable of irrevocable (17)f prefer - preferable of preferable (17)g repair - irrepairable (=onuitputbaar) (=onomkeerbaar) irreparable Voor irrepairable in (17g) zijn er twee mogelijke uitspraken. Dit zijn geen alternatieven; ze hebben een verschillende betekenis. Met irrepairable wordt naar iets concreets verwezen dat niet te repareren is, bijvoorbeeld een fiets. Met irreparable wordt naar iets abstracts verwezen dat niet repareerbaar is, bijvoorbeeld een gebroken hart. In woorden die eindigen in –igible ligt de klemtoon op de lettergreep voor –igible: (18)a eligible (geschikt, in aanmerking komend, an eligible candidate) (18)b unintelligible (onbegrijpelijk, unintelligible speech) (18)c incorrigible (niet corrigeerbaar, incorrigible behaviour) (18)d negligible (verwaarloosbaar, a negligible loss) Weetje In het Engels zijn er nogal wat uitdrukkingen met het woord ‘Dutch’ (Nederlands) erin. De Nederlanders komen er daarbij niet zo goed vanaf! ‘Double Dutch’ betekent: ‘nonsense’, ‘unintelligible language one 32 cannot understand’, ‘incomprehensible speech’. ‘To go Dutch’ (ook wel “Dutch treat’) betekent dat in een café of restaurant, iedereen voor zichzelf betaalt. De uitdrukking verwijst naar onze vermeende gierigheid. De klemtoon op het suffix Bij toevoeging van andere suffixen komt de klemtoon op het suffix zelf te liggen. Dit is bijvoorbeeld het geval met het hele productieve suffix –ation. (19)a associate - association (19)b consider - consideration (19c) interpret - interpretation (19)d pronounce - pronunciation Eerder refereerde ik aan het karakteristieke klemtoonpatroon van Fransen die de klemtoon steevast op de laatste lettergreep leggen. Een typische klemtoonfout die Nederlanders maken is dat we geneigd zijn de eerste lettergreep van zelfstandige naamwoorden te beklemtonen en deze met een volle klinker uit te spreken: AESsociation, PROOnuncation. Dit klinkt net zo onnatuurlijk als dat de Nederlandse woorden vertegenwoordiger of veronderstelling uitgesproken worden als VERtegenwoordiger of VERonderstelling. Bedenk je weer dat de Engelsen onbeklemtoonde lettergrepen juist met een zwakke klinker uitspreken: uhssociATION, pruhnunciATION. Een ander veelgemaakte fout is dat Nederlanders Engelse woorden uitspreken zoals vergelijkbare woorden in het Nederlands worden uitgesproken: HYpoTHEsis in plaats van hyPOthuhsus, en Ápostrophe in plaats van uhPOStrephi. Samengestelde woorden Tenslotte zijn er klemtoonpatronen te herkennen in samengestelde woorden. Dat zijn woorden die uit twee woorden bestaan. In het Nederlands worden deze woorden aan elkaar geschreven als één woord, maar in het Engels zijn het twee woorden (bijvoorbeeld frisdrank v soft drink). Over het algemeen wordt in een samengesteld woord het eerste woord beklemtoond, bijvoorbeeld soft drink. Soms kan beklemtoning van het eerste of het tweede woord een verschil in betekenis uitdrukken. Bekijk de woorden in (20): (20)a greenhouse - green house 33 (20)b nervous system - nervous system (20)c French teacher - French teacher De samengestelde woorden aan de linkerkant hebben de klemtoon op het eerste woord. Deze woorden hebben een betekenis die niet direct uit hun onderdelen af te leiden is: a greenhouse=een kas, our nervous system=ons zenuwgestel, en a French teacher= een onderwijzer(es) die Frans doceert. De samengestelde woorden aan de rechterkant hebben de klemtoon op het tweede woord. Het eerste woord heeft dan de functie van een bijvoeglijk naamwoord en zegt iets over het tweede woord: a green house=een groen huis, our nervous system=een systeem dat “nerveus” is, en a French teacher=een onderwijzer(es) die Frans is. Als een combinatie van een bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord weer gebruikt wordt om een andere zelfstandig naamwoord te beschrijven, dan hebben het Engels en het Nederlands ook weer verschillende schrijfwijzen en ook verschillende klemtoonpatronen. (21)a third-world countries - derde-wereldlanden (21)b free-market economy - vrije-markteconomie (21)c short-term memory - korte-termijn geheugen (21)d long-term planning - lange-termijnplanning Een ander type samengestelde woorden zijn partikelwoorden waarin één van de woorden een partikel is. Kijk maar eens naar de woorden in (21): (22)a (to) come back - a comeback (22)b (to) look out for somebody - to be on the lookout (22)c (to) take over - a historic take-over (22)d (to) make up a story - make-up Als de klemtoon op het partikel wordt toegepast, is het partikelwoord een werkwoord. Als de klemtoon op het eerste woord wordt toegepast is het partikelwoord een zelfstandig naamwoord. Dit geldt ook voor layout en feedback, waar we in het Nederlands de klemtoon juist op het partikel leggen. Een bijkomend verschil is dat de woorden los-, respectievelijk aan elkaar worden geschreven. 2b Klemtoon in zinnen 34 Sprekers onderverdelen de zinnen die zij zeggen in groepen woorden. Dit doen zij door tussen deze woordgroepen in kort te pauzeren of adem te halen. De woordgroepen markeren blokken informatie. Dit maakt het makkelijker voor je toehoorder om de zin te begrijpen. Dit is met name van belang in lezingen en presentaties waar de toehoorder niet meteen gelegenheid heeft om herhaling of verduidelijking te vragen. Het is dus aan jou als spreker om het leven van de luisteraar zo gemakkelijk mogelijk te maken! Als je op onverwachte plekken in de zin pauzeert, ben je minder goed verstaanbaar (begrijpelijk). En als je je als spreker te weinig gelegenheid geeft om rustig te pauzeren, zal je merken dat je meer fouten maakt in je uitspraak en niet zo snel op het juist woord kan komen. Ook dit compliceert dingen voor de luisteraar. Waar gepauzeerd wordt, kan ook de betekenis van de zin bepalen. De volgende voorbeelden hebben een verschillende betekenis, afhankelijk van waar gepauzeerd wordt. (Het eerste voorbeeld is van Walker 2010, p. 36) (23)a We can expect heavy rain in the southwest from Monday onwards. The situation will improve slowly. (23)b We can expect heavy rain in the southwest. From Monday onwards the situation will improve slowly. (23)a Bob, said the boss, is stupid. (Bob=stupid) (23)b Bob said, the boss is stupid. (The boss=stupid) In zinnen krijgt één woord of woordgroep de meeste klemtoon. Dit heet de nucleus en in het neutrale geval is dit het laatste woord in de zin. Sprekers kunnen de klemtoon op een woord eerder in de zin uitspreken als ze iets wil benadrukken of contrasteren. Overeenkomstig kan de zin ‘I’ve rented a flat’ op verschillende manieren worden uitgesproken. (Het voorbeeld is weer van Walker 2010, p. 37). 35 (24) a. I’ve rented a flat. (What accommodation have you rented?) b. I’ve RENTED a flat. (Did you buy a flat?) c. I’VE rented a flat. (Has you brother rented a flat?) Als de spreker de zin op een neutrale manier uitspreekt, dan wordt het laatste woord automatisch de nucleus, zoals aangegeven in (24a). De zin vertelt de luisteraar dan wat de spreker gedaan heeft of meer specifiek, wat voor type woning de spreker gehuurd heeft. In de andere twee voorbeelden (24b) en (24c) zijn andere woorden eerder in de zin de nucleus. Het verplaatsen van de nucleus geeft de zin een andere betekenis. Door ‘RENTED’ of ‘I’VE’ te beklemtonen, vestigt de spreker aandacht op het feit dat de flat gehuurd is (niet gekocht), respectievelijk dat de flat door de spreker is gehuurd (niet door iemand anders). Het inadequaat gebruiken van de nucleus kan er dus toe leiden dat de aandacht wordt gevestigd op een ander woord in de zin dan de bedoeling was, en de luisteraar daardoor in verwarring brengen. Hieronder kun je in een paar eerste oefeningen klemtoon en pauzeren oefenen. Onthoud daarbij de volgende punten: Tips voor adequate klemtoon: Het adequaat toepassen van klemtoon is van groot belang voor je verstaanbaarheid. Klemtoon in het Engels is vaak niet voorspelbaar. Het is zaak om naast de betekenis van een woord ook het juiste klemtoonpatroon te kennen en uit je hoofd te leren. Nederlanders overbeklemtonen vaak de eerste lettergreep van een woord (association --> AESsociation). In het Engels worden klinkers in onbeklemtoonde lettergrepen uitgesproken als een zwakke klinker (association --> uhssociATION). Klemtoon kan variabel toegepast worden om woorden in verschillende functies te gebruiken en verschillende betekenissen uit te drukken (a contrast v to cuhntrast). 36 Eerste oefeningen in klemtoon en pauzeren Tilburg University heeft een uitgebreide lijst met ‘commonly mispronounced words’ online beschikbaar gemaakt (https://cgi.uvt.nl/cgi-bin/uitspraak_en). Hiermee kun je je uitspraak en de klemtoon van veelgebruikte woorden oefenen. Ga ook nog een keer terug het fragment uit het boek Bridget Jones. Lees de passage eerst nog een keer door en markeer de plaatsen in de zin waar je zou pauzeren. Waarom zou je daar pauzeren? Lees dan het fragment hardop voor met aandacht voor pauzering en de klemtoon in woorden zoals intelligible. Voorts kun je met onderstaande oefening de nucleus in zinnen oefenen. Beklemtoon de verschillende woorden in de zin om verschillende betekenissen te communiceren. (what the speaker says) (what is meant) 1. I think you’re RIGHT. a. an expression of general agreement 2. I think YOU’re right. b. I agree with you, but not with the other people. 3. I THINK you’re right. c. I agree, but I still have certain doubts. 4. I think you’re right. d. I agree with you even though the others don’t. Meer oefening Op de website van deze gids kun je online meer klemtoonoefeningen doen. 37 Probleem 3. Klinkerlengte Klinkerlengte is een belangrijk en karakteristiek uitspraakprobleem van Nederlanders. Het komt voor in heel veel woorden en het kan daarom grote impact hebben op je verstaanbaarheid. Voordat we dit onderwerp bespreken, is het nodig eerst wat over het verschil tussen ‘stemhebbend’ en ‘stemloos’ te zeggen. Dit verschil is gerelateerd aan medeklinkers. Sommige medeklinkers zijn stemhebbend, en sommige medeklinkers zijn stemloos. Bij stemhebbende medeklinkers laten we onze stembanden trillen als we de medeklinker uitspreken. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de medeklinker ‘z’. Bij stemloze medeklinkers laten we onze stembanden niet trillen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de medeklinker ‘s’. Je kunt het verschil voelen als je je vinger op je adamsappel legt en dan achter elkaar ‘sssss’ en ‘zzzz’ uitspreekt. Je stembanden bevinden zich namelijk in je adamsappel. Je kunt het verschil ook horen als je je vingers in je oren doet en dan achter elkaar ‘ssss’ en ‘zzzz’ zegt. Dan hoor je bij ‘zzzz’ gewoon je stembanden in je hoofd resoneren!! In Appendix 2 op pagina XX vind je een overzicht van de stemhebbende en stemloze medeklinkers in het Engels. Bekijk nu het volgende lijstje met Nederlandse woorden waarin ‘t’ en ‘d’ voorkomen. ‘t’ is een stemloze medeklinker en ‘d’ een stemhebbende medeklinker. Spreek de woorden voor jezelf uit (in het Nederlands). Wat valt je op? (1)a thee D (1)b eten Ede (1)c eet eed Wat je opgevallen zal zijn is dat je geen onderscheid maakt tussen ‘t’ een ‘d’ als deze geschreven zijn aan het einde van een woord. Je spreekt ze dan allebei uit als ‘t’. Bij (1)c heb je twee keer ‘eet’ ‘eet’ gezegd (toch?). Dit voorbeeld demonstreert een eigenschap van het Nederlands dat alle stemhebbende medeklinkers aan het einde van een woord stemloos worden gemaakt. Engelssprekenden doen dit niet. Zij zeggen een ‘t’ in eight en een ‘d’ in aid. 38 (2)a eight aid Er is nog een tweede verschil. Bekijk hiervoor om te beginnen de Engelse woorden in (3a) en de Nederlandse woorden in (3b) en spreek ze voor jezelf uit. (3)a tin bean (3)b vis tien Wat ik eerst wil laten zien met deze woorden is dat het Engels en het Nederlands allebei korte en lange klinkers hebben. De klinker ‘ɪ’ in tin en vis in (3a) is kort. De klinker ‘ie’ in bean en tien in (3b) is lang. Bekijk nu de volgende woorden. Al deze woorden hebben een lange klinker, namelijk ‘ie’ in biet en bier in (4a) en ‘oo’ in boot en boor (4b). Spreek de woorden nu voor jezelf uit. Wat valt je op? (4)a biet bier (4)b boot boor Misschien is je op gevallen dat hoewel we in alle woorden met dezelfde lange klinkers ‘ie’ en ‘oo’ te maken hebben, de ‘ie’ en de ‘oo’ net iets langer worden uitgesproken voor een ‘r’ in bier en boor dan voor een ‘t’ in biet en boot. In het Engels is dit een patroon dat meer in het algemeen voorkomt (niet alleen voor de ‘r’). In het Engels zijn alle (korte en lange) klinkers relatief lang voor stemhebbende medeklinkers. En alle (korte en lange) klinkers zijn relatief kort voor stemloze medeklinkers. Er is dus een verschil in klinkerlengte tussen bijvoorbeeld bad (lang: b-æ- æ-d) en bat (kort: b- æ-t). En tussen bijvoorbeeld bag (lang: b-æ- æg) en back (kort: b-æ-k). En tussen bijvoorbeeld knees (lang: n-ie-ie-z) en niece (kort: n-ie-s). Het Engels kent talloze van dit soort ‘minimal pairs’ (woordparen). Het enige waar deze ‘minimal pairs’ in verschillen is de stemhebbende v. stemloze eindmedeklinker en de daarbij behorende klinkerlengte. Dit verschil in stemhebbendheid en klinkerlengte maakt dus al het verschil in betekenis: bad (slecht) v. bat (vleermuis, cricketbat), bag (tas) v. back (rug, terug), en knees (knieën) v. niece (nichtje). Als je als anekdote aan je collega’s vertelt that you were talking to your n-ie-ie-z yesterday, dan kunnen ze denken dat de werkdruk je zo hoog was geworden dat je tegen je knieën bent gaan praten (i.p.v. tegen je nichtje)!! 39 Omdat Nederlanders door het Nederlands geneigd zijn geen onderscheid te maken tussen stemhebbende en stemloze medeklinkers aan het einde van een woord, zijn ze ook niet gewend om een verschil in klinkerlengte te maken voor stemhebbende en stemloze medeklinkers. We maken alle medeklinkers stemloos en spreken alle klinkers uit met ongeveer dezelfde lengte. Hierdoor kun je dingen zeggen die je niet bedoeld had. De context blijkt daarbij niet altijd uitkomst te bieden. Het beste voorbeeld hiervan heb ik van één van mijn studenten. Hij vertelde dat hij een semester in Amerika gestudeerd had, en dat hij zijn studiegenoten daar had willen informeren over het Nederlandse gebruik van eieren zoeken met Pasen. Hoewel ze in Amerika ook chocoladeeieren kennen, waren zijn studiegenoten wat onrustig op hun stoel gaan schuiven omdat ze dachten dat hij het over een ‘Easter axe’ had (paasbijl) i.p.v. ‘Easter eggs’ (paaseieren). Scary! Hieronder kun je in een eerste oefening zelf klinkers lang en kort proberen uit te spreken voor stemhebbende en stemloze medeklinkers. Je mag de relatief korte klinkers ook echt kort proberen uit te spreken om het verschil te maken. Onthoud daarbij de volgende punten: Tips voor adequate klinkerlengte Het maken van een verschil in klinkerlengte voor stemhebbende en stemloze medeklinkers is van groot belang voor je verstaanbaarheid. Behoud het contrast tussen stemhebbende en stemloze medeklinkers aan het einde van woorden (eight v. aid). Spreek klinkers relatief lang uit voor stemhebbende medeklinkers en relatief kort voor stemloze medeklinkers. Als je het lastig vind om tegelijkertijd aan stemhebbendheid en klinkerlengte denken, dan kun je je het beste op klinkerlengte concentreren. Voor de verstaanbaarheid is dat het belangrijkste. 40 Een eerste oefening in klinkerlengte De woorden in (1) hebben lange klinkers en de woorden in (2) korte klinkers. In alle eerste woorden van de woordparen staat de klinker voor een stemhebbende medeklinker, en in alle tweede woorden van de woordparen staat de klinker voor een stemloze medeklinker. Spreek de woorden uit en probeer een verschil te maken in klinkerlengte voor stemhebbende medeklinkers (relatief lange klinkers) en voor stemloze medeklinkers (relatief korte medeklinkers). Als je iemand hebt om samen mee te oefenen, dan kun je om de beurt één van de woorden van een woordpaar kiezen en uitspreken, en de ander laten raden welk woord je gekozen had. (1)a robe [r-oo-oo-b] rope [r-oo-p] (1)b booed [b-oe-oe-d] boot [b-oe-t] (1)c knees [n-ie-ie-z] niece [n-ie-s] (1)d league [l-ie-ie-g] leak [l-ie-k] (1)e bird [b-uh-uh-d] Bert [b-uh-t] (1)f hard [h-a-a-(r)-d] heart [h-a-(r)-t] (1)g lied [l-ai-ai-d] light [l-ai-t] (1)h lies [l-ai-ai-z] lice [l-ai-s] (2)a rib [r-ɪ-ɪ-b] rip [r-ɪ-p] (2)b ridge [r-ɪ-ɪ-dch] ritch [r-ɪ-tch] (2)c cod [k-oh-oh-d] cot [k-oh-oh-d] (2)d bed [b-e-e-d] bet [b-e-t] (2)e dog [d-oh-oh-g] dock [d-oh-k] (2)f mad [m-æ-æ-d] mat [m-æ-t] (2)g food [f-oe-oe-d] foot [f-oe-t] 41 (3) (4) (5) (6) (7) Can you get him a cap/cab? We’ll have to wade/wait. What do I like most? Peas/Peace! He looked at her ice/eyes. They are beginning to leaf/leave. a. I’ll ring for one now. b. He can have mine. a. Yes, the water’s rising fast. b. That’s OK. I’m not in a hurry. a. I prefer carrots. b. I prefer a busy city centre. a. Was he thirsty? b. Did he fancy her? a. Autumn must be on its way. b. I will miss them! Meer oefening Op de website van deze gids kun je online verder werken aan het maken van korte en lange klinkers. 42 Probleem 4. Lastige klinkers: de TRAP-vowel Deze unit gaat over de uitspraak van de klinker die voorkomt in het Engelse woord trap. Deze klinker wordt daarom de TRAP-vowel(=klinker) genoemd. De TRAP-vowel is de Engelse klinker waar Nederlanders de meeste moeite mee hebben en die de grootste impact heeft op je verstaanbaarheid. Voordat we deze en andere klinkers gaan bespreken, is het nodig om eerst wat achtergrond geef over de uitspraak van klinkers in het algemeen. Kijk hiervoor naar onderstaande lijst met woorden en spreek ze hardop voor jezelf uit. Wat valt je op? (1)a bury (1)b friend (1)c Geoffrey (1)d leisure (Engelse uitspraak met ‘e’) (1)e says (1)f sweater (1)g Thames (1)h better Het zal je opgevallen zijn dat de klinkers in deze woorden allemaal op een andere manier geschreven zijn maar hetzelfde worden uitgesproken, namelijk als ‘e’. Kijk nu ook naar de volgende lijst met woorden en lees ze weer hardop voor. Wat valt je hier op? (2)a bone (2)b done (2)c gone (2)d cord (2)e word (2)f womb (2)g woman (2)h women Hier hebben we precies de omkeerde situatie: de klinkers in deze woorden worden allemaal op eenzelfde manier geschreven maar op een andere manier uitgesproken. Wat deze vergelijking laat zien is 43 dat er geen één-op-één relatie is tussen de spelling en de uitspraak van klinkers. Letters kunnen daarom niet gebruikt worden om aan te duiden hoe klinkers worden uitgesproken. Om aan dit probleem tegemoet te komen hebben een groep Britse en Franse taaldocenten in 1883 het zogenaamde International Phonetic Alphabet (IPA) opgesteld. In het IPA hebben alle klanken van alle talen in de wereld een apart symbool gekregen. Hier zie je een afbeelding van het IPA. Dit is ter illustratie; je hoeft de symbolen niet te begrijpen of uit je hoofd te leren! De klinkers in de woorden van onze lijst (2) hebben in het IPA dus ook allemaal een apart symbool.1 (2)a’ bone [əʊ] (2)b’ done [ʌ] (2)c’ gone [ɒ] (2)d’ cord [ɔː] (2)e’ word [ɜː] (2)f’ womb [ʊ] (2)g’ woman [uː] (2)h’ women [ɪ] Ik geef je nu een overzicht van de klinkers die voorkomen in het standard Brits accent RP.2 Elke klinker in het overzicht heeft een naam. De naam van de klinker is gebaseerd op een woord waarin de klinker voorkomt (Wells 1986). Bijvoorbeeld, de klinker ‘æ’ komt voor in het woord trap and wordt daarom de TRAP-vowel genoemd. In het overzicht worden de klinkers vergezeld van hun IPA-symbool en twee voorbeeldwoorden. Je kunt de uitspraak van de klinkers beluisteren op de website Guide to English Phonetic Symbols van Oxford University Press (http://www.oupchina.com.hk/dict/phonetic/home.html, klik op Phonetic Symbols). We beginnen met de korte klinkers. (3) Korte klinkers in RP a. kit-vowel [ɪ] fit, sit b. 1 dress-vowel [e] Het IPA heeft een eigen website: http://www.langsci.ucl.ac.uk/ipa/. Zoals nog steeds gebruikelijk in Engels taalonderwijs in Nederland, gebruik ik het standaard Brits Engels als model. In Hoofdstuk 3 worden verschillen met de Amerikaanse uitspraak besproken. 2 44 bed, ten c. trap-vowel [æ] bad, hat d. foot-vowel [ʊ] put e. strut-vowel [ʌ] cup, drum f. lot-vowel [ɒ] got, shot g. about-vowel [ə] (‘shwa’) ago, never De laatste korte klinker in (g) heeft zelfs een naam en wordt ‘shwa’ genoemd. Vervolgens zijn dit de lange klinkers van RP. Het diacritic ːgeeft aan dat de klinker lang is. (4) Lange klinkers in RP a. fleece-vowel [ iː] feet, see b. nurse-vowel [ɜː] bird c. goose-vowel [uː] food, too d. thought-vowel [ɔː] saw, short e. palm-vowel [ɑː] arm, fast Tenslotte staan hieronder de tweeklanken van RP. Een tweeklank, de naam zegt het al, is een combinatie van twee klinkers die samen uitgesproken worden. Dit is anders dan twee aparte klinkers die na elkaar worden uitgesproken zoals bijvoorbeeld in de naam van onze voormalige koningin Beatrix (Be.a.trix). Het Nederlands heeft ook tweeklanken: ‘ui’, ‘ij’/ ‘ei’ en ‘eu’. We zijn daar berucht om, buitenlanders vinden ze onuitspreekbaar! 45 (5) Tweeklanken in RP a. face-vowel [eɪ] page, say b. price-vowel [aɪ] five, sky c. choice-vowel [ɔɪ] boy, join d. mouth-vowel [aʊ] flower, now e. goat-vowel [əʊ] home, low f. near-vowel [ɪə] here, beer g. square-vowel [eə] care, hair h. cure-vowel [ʊə] tour, sure3 In het IPA wordt de uitspraak van klinkers weergegeven in een zogenaamde klinkerdriehoek. Dit is de klinkerdriehoek. 3 De tweeklanken NEAR, SQUARE en CURE worden alleen gebruikt door sprekers die niet rhotisch zijn. Rhotische sprekers gebruiken een korte klinker (bijvoorbeeld voor near --> [nɪə] v [nɪr]). Hedentendage spreken Engelstaligen woorden met de CURE-vowel ook steeds vaker uit met de lange THOUGHT-vowel in woorden zoals sure en poor. 46 Figuur 1: Klinkerdriehoek 1 (IPA) Je kunt de klinkerhoek zien als een dwarsdoorsnede van onze mondholte. De linkerzijde van de klinkerdriehoek is de voorkant van onze mondholte en de rechterzijde de achterkant. De klinkerdriehoek is asymmetrisch omdat we meer ruimte hebben voorin onze mondholte dan achterin. De verticale lijnen in de klinkerdriehoek geven de vorm aan van de kaak bij het uitspreken van een klinker. De kaak kan open zijn, of meer gesloten, of een middenvorm hebben tussen open en gesloten in. Je kunt dit zelf goed voelen wanneer je eerst de klinker ‘ie’ in het Engelse woord fleece uitspreekt en vervolgens de Nederlandse klinker ‘aa’ in het woord baan. ‘ie’ is een gesloten klinker en ‘a’ een open klinker. Als je achterelkaar ie-aa–ie-aa zegt, dan voel je je kaak bewegen, en je mond sluiten en weer helemaal opengaan. Dat is ook de reden waarom dokters vragen ‘aaa …’ te zeggen als ze goed zicht willen krijgen op wat eraan scheelt! De horizontale lijnen in klinkerdriehoek 1 geven de plaats aan van de tong bij het uitspreken van een klinker. De tong kan voorin de mondholte zijn, of meer achterin, of een plaats hebben in het midden van de mondholte. Je kunt dit ook zelf voelen wanneer je eerst weer de klinker ‘ie’ in het Engelse woord fleece uitspreekt en vervolgens de klinker ‘oe’ in het Engelse woord goose. ‘ie’ wordt voorin de mond uitgesproken en ‘oe’ achterin. Als je achterelkaar ie-oe–ie-oe zegt, dan voel je je tong van voren naar achter bewegen. Ten slotte geven de knopen in de klinkerdriehoek de vorm aan van de lippen bij het uitspreken van een klinker. De lippen kunnen gerond of ongerond zijn. Klinkers die links van een knoop staan zijn ongerond, en klinkers die rechts van een knoop staan gerond. Wederom kun je dit zelf goed voelen wanneer je eerst de klinker ‘ah’ in het Engelse woord palm uitspreekt en vervolgens de klinker ‘oh’ in het Engelse woord lot. ‘ah’ is ongerond en ‘oh’ gerond. Als je achterelkaar ah-oh–ah-oh zegt, dan voel je je lippen ronden en weer een neutrale vorm aannemen. In klinkerdriehoeken 2 en 3 staan alleen de klinkers die in het Engels en het Nederlands voorkomen. 47 Figuur 2: Klinkerdriehoek 2: Standaard Brits Engelse klinkers (RP) Figuur 3: Klinkerdriehoek 3: Standaard Nederlandse klinkers (ABN) Als je klinkerdriehoek 2 met klinkerdriehoek 3 met elkaar vergelijkt, dan zie je dat de Engelse TRAP-vowel ‘æ’ in het Nederlands niet bestaat. Wat Nederlanders daarom geneigd zijn te doen is om in plaats van de TRAP-vowel een andere klinker te gebruiken die qua uitspraak de TRAP-vowel het dichtst benadert; namelijk ‘e’ in het Nederlandse woord het. De klinker ‘e’ kent het Engels echter ook, maar deze komt voor in andere woorden zoals dress (de DRESS-vowel). Een Nederlandse uitspraak van TRAP als DRESS doet Engelstaligen daarom woorden zoals salary (salaris) als celery (selderij) in de oren klinken, bag (tas) als beg (bedelen), en had (gehad) als head (hoofd). De TRAP-vowel is echt veel meer een open klinker dan de DRESS-vowel. De TRAP-vowel is eigenlijk beter vergelijkbaar met de volledig open Nederlandse klinker ‘aa’ in baan, dan met de klinker ‘e’ in het of dress. Een adequate uitspraak van de TRAP-vowel is van groot belang voor je verstaanbaarheid. Het Engels kent vele ‘minimal pairs’ zoals salary-celery, waarbij het verschil in betekenis geheel en alleen bepaald wordt door het uitspreken van de TRAP-vowel of de DRESS-vowel. Aan het begin van deze unit hebben we ondervonden dat de spelling van klinkers in Engelse woorden vaak een slechte voorspeller is van de manier waarop de klinkers worden uitgesproken. Met betrekking tot de TRAP-vowel en de DRESS-vowel zijn er wel grote lijnen te duiden. Spelling kan aan de andere kant dus ook juist uitspraak helpen bepalen! TRAP-woorden zijn vaak gespeld met ‘a’. Voorbeelden hiervan staan hieronder in (6): (6) TRAP-woorden gespeld met ‘a’: trap, bat, hand, cash, travel, carry, barrel, Paris DRESS-woorden zijn vaak gespeld met ‘e’ of ‘ea’. Voorbeelden hiervan staan hieronder in (7), alsmede uitzonderingen op dit patroon: (7) DRESS-woorden gespeld met ‘e’ en ‘ea’: a. dress, pet, bed, went b. bread, head, dead, read (past tense of read), sweat, breath 48 uitzonderingen: c. any, many, Thames d. says, said e. ate, again, against f. friend, Leicester (Square) bury In een eerste oefening hieronder kun je zelf onderscheid proberen te maken tussen de TRAPvowel en de DRESS-vowel in ‘minimla pairs’. Onthoud daarbij de volgende punten: Tips voor een adequate TRAP-vowel Het maken van een onderscheid tussen de TRAP-vowel en de DRESS-vowel is van groot belang voor je verstaanbaarheid. Spreek de TRAP-vowel zo open mogelijk uit (denk aan ‘aa’ in baan). Amerikanen gebruiken de TRAP-vowel in woorden waar Engelsen de PALM-vowel gebruiken (bijvoorbeeld dance, half, banana, zie hoofstuk xx). TRAP-woorden zijn vaak geschreven met ‘a’ en DRESS woorden met ‘e’ of ‘ea’. Een eerste oefening in de TRAP-vowel In de volgende woordparen heeft het eerste woord de TRAP-vowel en het tweede woord de DRESS vowel. Spreek de woorden uit en probeer een onderscheid te maken tussen TRAP en DRESS. Als je iemand hebt om samen mee te oefenen, dan kun je om de beurt één van de woorden van een woordpaar kiezen en uitspreken, en de ander laten raden welk woord je gekozen had. Vervolgens kun je 49 proberen de woorden in context te gebruiken door er zinnen mee te maken op de aangegeven manier. 1. sand (zand) – send (sturen) 2. sad (treurig) – said (zei) 3. bag (tas) – beg (bedelen) 4. man (1 man) – men (meer mannen) 5. lag (achterstand) – leg (been) 6. than (dan) – then (toen) 7. land (land, landen) – lend (uitlenen) 8. bad (slecht) – bed (bed) I don’t like his bad/bed habits. Why don’t you tell him to change his behaviour? Why don’t you tell him to go and sleep elsewhere? Quiz Welke van de onderstaande woorden heeft een klinker die verschilt van de klinker van de andere vier woorden? Is dat de TRAP- of de DRESS-vowel? lad - cash - catch - many - hat Meer oefening Op de website van deze gids staan meer online oefeningen met de TRAP-vowel. Weetje The Great Vowel Shift De discrepantie tussen spelling en uitspraak in het Engels heeft zijn oorsprong in een grote taalverandering in de Engelse taal. Schattingen zijn dat deze taalverandering rond het jaar 1450 heeft plaatsgevonden. De taalverandering staat bekend als “The Great Vowel Shift”. In de klinkerdriehoek ziet de Great Vowel Shift er uit zoals in Figuur 4. 50 Figuur 4: The Great Vowel Shift Het resultaat van de taalverandering was dat sprekers lange klinkers in woorden gingen uitspreken met een andere lange klinker; namelijk, met een wat meer gesloten klinker. In termen van de klinkerdriehoek schoven de lange klinkers in woorden allemaal een plaatsje op naar boven. De klinkers die niet verder op konden schuiven omdat ze anders de klinkerdriehoek zouden uitschuiven, werden tweeklanken. Net stoelendans! Voor 1450 bestond de mismatch tussen spelling en uitspraak in het Engels dus nog niet in dezelfde grote mate, en klonk het Engels nog veel meer als het Nederlands. Nederlands Engels voor 1450 Engels na 1450 naam name [aː] name [e ː] (neem) zweet sweet [eː] (zoet) sweet [iː] (sweet) tijd time [iː] time [aɪ] (taim) boon moon [o ː] moon [u ː] (moen) huis house [u ː] house [aʊ] (haus) Tabel 1: De uitspraak van Nederlandse en Engelse woorden voor en na de Great Vowel Shift In Engelse accenten die gesproken worden in London en Australië (dat in eerste instantie bevolkt werd door veroordeelden uit gevangenissen in London) heeft er nog een verdere “diphthong shift” opgetreden in de uitspraak van tweeklanken. Een goed voorbeeld hiervan is de crocodile man Steve Irwin. Hij is helaas omgekomen maar op Youtube zijn er genoeg filmpjes van hem te vinden waarin dit goed te horen is. Probeer er maar eens eentje waarin hij een snake (sneɪk --> snaik) tracht te bedwingen. In het Nederlands lijkt momenteel een vergelijkbare taalverandering aan de gang van ‘ei’ naar ‘ai’. bij Deze werd ontdekt door de taalkundige Jan Stroop toen hij Trijntje Oosterhuis “blaif bai mai” hoorde zingen (blijf bij mij). Hij heeft de taalverandering Poldernederlands genoemd Volgens Jan Stroop is deze taalverandering geïnitieerd door carrièrevrouwen. Dit is bijzonder omdat vrouwen lang altijd juist 51 het standaardialect spraken. Door het doorbreken van het glazen plafond hebben zij het ABN blijkbaar niet meer nodig om status aan te ontlenen! Er is een website over het Poldernederlands (http://cf.hum.uva.nl/poldernederlands). 52 Probleem 5. Lastige medeklinkers De uitspraak van medeklinkers in het Engels verschilt minder sterk van het Nederlands dan de uitspraak van klinkers. Deze unit gaat over de uitspraak van Engelse medeklinkers waar Nederlanders de meeste moeite mee hebben en die het belangrijkste zijn voor je verstaanbaarheid. 5.1 Aspiratie van p,t,k In het Engels worden de stemloze medeklinkers ‘p’, ‘t’ en ‘k’ uitgesproken met een extra stoot adem als zij aan het begin van een woord of een beklemtoonde lettergreep staan. Dit is te vergelijken met de letter ‘h’ als ‘huh’ uitspreken. Het heet ‘aspiration’. Aspiration gebeurt niet met de stemhebbende medeklinkers ‘b’, ‘d’, ‘k’. Op deze manier wordt er een duidelijk onderscheid gemaakt tussen ‘minimal pairs’ zoals (1)-(3): (1) (2) (3) a. pat b. bat a. tip b. dip a. cold b. gold (=phat) (=thip) (=khold) Als je p,t,k niet met aspiratie uitspreekt, dan kan b,d,g worden verstaan. Sommige mensen vinden het “bekakt” klinken, maar hoe meer je aspiration voor je gevoel overdrijft, hoe beter. Engelstaligen vinden 53 dit heel normaal! Weetje In 2004 verscheen een artikel in de Engelse krant The Guardian met de titel The English disease: if we all spoke Japanese, Sars might not be half such a problem. (http://www.guardian.co.uk/education/2004/jan/20/highereducation.research) Het artikel bericht dat Dr Sakae Inouye, van de Otsuma Women's University in Tokyo, een verband had gelegd tussen aspiratie en de dodelijke ziekte SARS (Severe Acute Respiratory Syndrome). Geïnfecteerde patiënten kunnen SARS overbrengen door kleine spuugdruppels uit te hoesten of te verspreiden als zij spreken. The Guardian schrijft: Here are the details of Dr Inouye's reasoning. They are subtle. They are breathtaking. They should perhaps be read silently. · The disease called Sars seems to have originated in China. · China has had millions of visitors from the US, and even more visitors from Japan. · SOME American visitors (about 70 out of 2,300,000) got the disease, but NO Japanese visitors did. · There must be a reason for that. · The reason must be: language. In both Chinese and English, many sounds have a strong accompanying exhalation of breath - but Japanese has no such sounds. Zo zie je maar waar aspiration toe zou kunnen leiden! Misschien toch niet zo’n goed idee dan, om aspiration aan te leren ;-) 54 5.2 f en v Nederlanders hebben de neiging om de stemhebbende medeklinker ‘v’ als de stemloze medeklinker ‘f’ uit te spreken aan het begin van een woord. Dit komt omdat we dat in het Nederlands ook doen. Spreek maar eens het woord vork voor jezelf uit en je zal merken dat je ‘fork’ zegt. Het is belangrijk om het onderscheid te maken omdat er betekenis mee uitgedrukt kan worden, zoals bij very – ferry. Je mag het best een beetje overdrijven in very of bijvoorbeeld virtually, vote, ever, give. 5.3 th (or: the dreaded interdentals) Een van de Engelse medeklinkers die Nederlanders (en de meeste andere Engelse taalleerders) het moeilijkst vinden van allemaal is ‘th’. Daar is een stemloze en stemhebbende variant van. In het International Phonetic Alphabet hebben deze twee varianten twee verschillende symbolen gekregen: [ð] en [θ]. Voorbeelden van woorden waarin zij voorkomen zijn respectievelijk they en thing. Nederlandse en andere taalleerders gebruiken er vaak [d] (dey), of [t] (ting), of [s] (sing) voor in de plaats. Een Nederlandse politicus zei eens “Politicians and business leaders are losing face” [=leiden gezichtsverlies] terwijl hij “Politicians and business leaders are losing faith” [=verliezen vertrouwen] bedoelde. Sprekers van Engelse dialecten zoals het Londonse Cockney gebruiken ook een andere klank dan ‘th’, namelijk [f]: thing --> fing. Dit is allemaal niet zo verwonderlijk. Van alle medeklinkers die er zijn komt ‘th’ het minst vaak voor in de talen van de wereld; namelijk, in 9%. Vergelijk dit met bijvoorbeeld ‘t’ en ‘d’ die in vrijwel alle talen voorkomen. ‘th’ is ook de medeklinker die Engelse kinderen het laatst leren in hun taalontwikkeling. Weetje In de communicatie tussen piloten en luchtverkeersleiders mogen sommige belangrijke vliegwoorden niet met ‘th’ worden uitgesproken; bijvoorbeeld, ‘tree’ wordt gebruikt voor three en ‘tousand’ voor thousand. 55 In grote lijnen komen de stemhebbende ‘th’ [ð] en de stemloze [θ] ‘th’ op deze plaatsen voor. 1. In beginpositie wordt [ð] alleen gebruikt in een paar zgn. functiewoorden, bijvoorbeeld the, they, there, though, thus. In andere woorden vinden we [θ], bijvoorbeeld thick, theatre, theory, thousand. 2. In middenpositie [ð] in een paar alledaagse woorden die eindigen in –er, bijvoorbeeld brother, rather, further, weather, northern, gather, the Netherlands. Verder [θ], bijvoorbeeld authority, cathedral, anthropology. 3. Aan het einde van een woord [ð] bij alle woorden die eindigen in –the. Vaak zijn dit werkwoorden, bijvoorbeeld breathe, bathe, clothe, en ook with, smooth. In andere gevallen –th=[θ], bijvoorbeeld breath, bath, cloth, north, both, health. 4. Let op dat th- wordt uitgesproken als [t] in een paar namen, bijvoorbeeld Thames, Thomas, Thailand en ook in thyme (tijm). Je kunt de ‘th’ uitspreken met je tong tussen je tanden. Die zie je in afbeelding XX. Je kunt de ‘th’ ook afspreken met je tong tegen de achterkant van je tanden. Afbeelding 1 Uitspraak van de ‘th’ 5.4 Sis-klanken: [s], [z], [ʃ], [tʃ], [ʒ] en [dʒ] Het Engels kent een aantal sis-klanken die het Nederlands niet heeft. ‘s’ (sea) en ‘z’ (zoo) zijn wel hetzelfde, maar ze worden scherper uitgesproken. [ʃ] (shy) en [ʒ] (genre) worden wat meer naar achter in de mond uitgesproken dan [s] en [z]. [ʃ] is een beetje zoals ‘sj’ in sjaal, en [ʒ] is een beetje zoals beige. De uitspraak is alleen meer met getuite lippen en ook scherper. Dit zie je in afbeelding XX. 56 Afbeelding 2. Uitspraak van [ʃ] (shy) en [ʒ] (genre) Woorden waarin [ʃ] voorkomt zijn bijvoorbeeld shy, sheet, bench en push. Woorden waarin [ʒ] voorkomt zijn bijvoorbeeld television en genre. [tʃ] en [dʒ] worden affricaten genoemd. Het zijn combinaties van medeklinkers vergelijkbaar met tweeklanken die combinaties van klinkers zijn. [tʃ] vinden we bijvoorbeeld in church, match, nature. [dʒ] vinden we bijvoorbeeld in judge, age, soldier, en edge. Voor de verstaanbaarheid is het belangrijk om de africaten te onderscheiden van ‘ts’ en ‘dz’, zoals bijvoorbeeld in de volgende ‘minimal pairs’: (4) a. match [tʃ] v mats [ts] b. witch [tʃ] v wits [ts] c. watch [tʃ] v what’s (in the game) [ts] Een complicatie met betrekking tot ‘s’ en ‘z’ is dat de letters niet altijd worden uitgesproken zoals ze geschreven zijn. Er zijn wel een paar algemene patronen te duiden. ‘s’=zelfstandig naamwoord, ‘z’=werkwoord Zoals uitgelegd in unit XX over klemtoon, zijn er woorden die zowel als een zelfstandig naamwoord als een werkwoord gebruikt kunnen worden. Op een vergelijkbare manier worden woorden die met ‘s’ (of ‘c’) geschreven zijn, met een [s] uitgesproken als zij als zelfstandig naamwoord worden gebruikt, en met [z] als zij als werkwoord worden gebruikt. Hier zijn een paar voorbeelden. (5) (6) (7) a. That’s no use[=s]. b. Can I use[=z] your phone? a. They shouted abuse[=s] at the referee. b. They were heard to abuse[=z] the referee. a. I find that a very lame excuse[=s]. 57 (8) b. Excuse[=z]-me … a. He asked me for my advice[=s]. b. Could you advise[=z] me on the purchase of a car? Meervoud –s Het meervoud suffix –s wordt op verschillende manieren uitgesproken: na de sis-klanken [s, z, ʃ, tʃ, ʒ en dʒ] --> [ɪz], bijvoorbeeld in buses[=ɪz], wishes[=ɪz] De meervoudsvormen van analysis, hypothesis, crisis hebben een ‘e’ in spelling en een lange klinker [iez]: analyses[=iez], hypotheses[=iez], crises[=iez] na de stemloze medeklinkers [p, t, k, f, θ, s] --> [s], bijvoorbeeld sweets, lips, sits elders (na stemhebbende medeklinkers, klinkers), s --> [z], bijvoorbeeld fags[=z], roads[=z], stars[=z] de werkwoordsvormen has, was, is, does hebben trouwens ook [z] Verleden tijd -ed Er is een vergelijkbaar patroon voor het verleden tijd suffix –ed: na [t, d], -ed --> [ɪd], bijvoorbeeld folded[=ɪd] dit is ook zo voor bijvoeglijke naamwoorden die van werkwoorden zijn afgeleid, bijvoorbeeld a learned[=ɪd] man, a crooked[=ɪd] thief, dearly beloved[=ɪd],a wicked[=ɪd] game, wretched[=ɪd] circumstances. Er zijn een paar uitzonderingen, bijvoorbeeld a marked[=t] improvement, supposed[=d] advantages, alleged[=d] crime maar hun bijwoorden hebben wel weer [-ɪdli]: markedly different, supposedly helpful, allegedly involved na stemloze medeklinkers behalve ‘t’, -ed --> [t], bijvoorbeeld looked[=t], searched[=t] elders -ed --> [d], bijvoorbeeld seemed, saved Micellaneous ‘ss’ is meestal [s] (assist) met een paar uitzonderingen (possess heeft [z]) korte woorden die eindigen in –sy hebben [z], bijvoorbeeld easy, busy, noisy, lousy ‘s’ tussen twee klinkers is over het algemeen [s], bijvoorbeeld conversation, university woorden met ‘g’ die uit het Frans komen hebben [ʒ], bijvoorbeeld genre, regime, prestige. Ook woorden die eindigen in –sure hebben vaak [ʒ], bijvoorbeeld pleasure, measure, leisure en 58 exposure. Hetzelfde geldt voor woorden die eindigen in het suffix –sion. Dit suffix wordt gebruikt om van werkwoorden zelfstandige naamwoorden te maken. (9) conclude - conclusion decide - explode provide (10) confuse - confusion decision supervise - supervision - explosion convert - conversion - provision divert - diversion sommige woorden die geschreven worden met ‘g’ hebben [dʒ] in de uitspraak, bijvoorbeeld exaggerate, gender, gem, gesture, giant, ginger, giraffe, gipsy. Ook de eerste ‘g’ in gigantic (de tweede ‘g’ wordt weer als [g] uitgesproken) [tʃ] en [dʒ] komen regelmatig voor in etenswaar! Voorbeelden zijn: potato chips, cherry doughnut, orange juice, jumbo shrimp, cheddar cheese, chewing gum, chocolate-chip cookie, strawberry jam, gin, chicken legs, etc. In een paar eerste oefeningen hieronder kun je zelf medeklinkers uitproberen: Onthoud daarbij de volgende punten: Tips voor een adequate uitspraak van medeklinkers: Aspireer ‘p’, ‘t’ en ‘k’ aan het begin van een woord (pat=phat, tip=thip, cold=khold) Spreek ‘v’ aan het begin van een woord niet uit als [f] (very/ferry) Besteed aandacht aan ‘th’ (faith/face) Spreek de sisklanken [s], [z], [s], [z], [ʃ], [tʃ], [ʒ] en [dʒ] scherp uit en maak een onderscheid tussen [ts] en de africaat [tʃ] (mats/match) En ook: Spreek de Engelse ‘w’ uit met geronde lippen (in bijvoorbeeld west). In het Nederlands doen we dat niet (probeer maar). Spreek geen uh-klank uit tussen [l] en andere medeklinkers zoals wij dat in het Nederlands wel doen in fillum en melluk (film, milk) 59 Een eerste oefening in aspiration In de volgende ‘minimal pairs’ heeft het eerste woord een geaspireerde ‘p’, ‘t’, of ‘k’ en het tweede woord een ongeaspireerde ‘b’, ‘d’ of ‘g’. Spreek de woorden uit en probeer een onderscheid te maken. 1. pea – bee 2. peach – beach 3. tent – dent 4. coat – goat 5. cap – gap 6. tie – die Als je iemand hebt om samen mee te oefenen, dan kun je om de beurt één van de volgende zinnen uitspreken, en de ander laten raden welk woord je gekozen had. 1. I can’t stand peas/bees. 2. What an amazing peach/beach! 3. They found a large tent/dent. 4. She went to the market to buy a coat/goat. 5. He didn’t know what to do about the cap/gap. 6. He didn’t want the tie/to die. Een eerste oefening in de dreaded ‘th’ In de volgende ‘minimal pairs’ heeft het eerste woord een ‘th’ (stemhebbend [ð] of stemloos [θ]), en het tweede woord een andere medeklinker [t], [d] of [s]. Spreek de woorden uit en probeer een onderscheid te maken. Als je iemand hebt om samen mee te oefenen, dan kun je om de beurt één van 60 de woorden van het ‘minimal pair’ uitspreken, en de ander laten raden welk woord je gekozen had. 1. thank (bedanken) – tank (tank) 2. math (wiskunde) – mat (mat) 3. boat (boot) – both (beiden) 4. thin (dun) – tin (blik) 5. tree (boom) – three (3) 6. clothe (kleden) – close (dichtbij) 7. they (zij) – day (dag) 8. den (schuilplaats) – then (toen) Een eerste oefening in [ʒ] Kies het passende woord en spreek de zin dan uit. exposure explosion confusion diversion decision pleasure division 1. To go running in the countryside is my favourite ____________. 2. There is a great ____________ between the two party candidates. 3. Are you here on business or for _________________? 4. The board will be announcing an important ____________ today. 5. When the helicopter hit the crane there was a loud ____________. 6. The media has brought much more _______________ to English than there was before. 7. There was some _____________ because the instructions were unclear. Een eerste oefening in [ʃ] en [tʃ] In de volgende ‘minimal pairs’ heeft het eerste woord [ʃ] en het tweede woord [tʃ]. Probeer weer het onderscheid te maken. 1. share (deel) – chair (stoel) 2. sheep (schaap) – cheap (goedkoop) 61 3. mash (stampen) – match (wedstrijd) 4. cash (los geld) – catch (vangen) 5. wish (wens) – witch (heks) 6. wash (wassen) – watch (kijken) 62 Probleem 6. Misleidende spelling Bij de kennismaking met het IPA in unit XX merkten we op dat Engelse spelling regelmatig niet overeenkomt met hoe woorden uitgesproken worden. We hebben daar al wat voorbeelden van gezien. Hieronder staan nog een paar voorbeelden die handig zijn om te onthouden. 6.1 Silent letters In sommige woorden worden bepaalde letters en lettercombinaties niet meer uitgesproken. Historisch was dat wel het geval en het gebeurt ook nog steeds in andere talen; vergelijk bijvoorbeeld het Engelse woord knee met het Nederlandse woord knie. Deze onuitgesproken letters worden ook wel “silent letters” genoemd. Sommige van de silent letters zijn nooit uitgesproken geweest en als versiersel in de woorden geplaatst. Dit gebeurde in een tijd dat er opgekeken werd tegen talen zoals het Latijn. De ‘b’ in het Engelse woord debt komt van het Latijnse woord debitum. Het oorspronkelijke Engelse woord was dette. De Engelsen hebben de ‘b’ in debt nooit uitgesproken maar zijn ‘m ook nooit meer kwijtgeraakt! Silent p voor s, n, t, aan het begin van een woord, bijvoorbeeld psychology, pseudo, psalm, pneumonia, en ook in cupboard en receipt. Silent t in –stle, bijvoorbeeld castle, whistle, en aan het einde van werkwoorden met –sten, bijvoorbeeld listen, fasten, hasten. Ook in Christmas, mortgage, often. Silent k en g voor ‘n’ aan het begin van een woord, bijvoorbeeld know, knight, gnome. Silent b aan het eind van een woord in combinaties met ‘mb’ en –bt(le), bijvoorbeeld lamb, bomb, womb en in doubt, debt, subtle. Silent d in Wednesday, handkerchief en handsome. Je hoeft ‘d’ ook niet uit te spreken in friends, hands, landscape. Silent g voor ‘m’ en ‘n’ aan het einde van een woord, bijvoorbeeld paradigm, reign, foreign. Silent l in de combinaties –alm en –alf aan het einde van een woord, bijvoorbeeld calm, half, calf, on behalf. Hetzelfde geldt voor –alk, bijvoorbeeld walk, talk, chalk, en er is ook een silent l in salmon (zalm). 63 Silent c in bijvoorbeeld science, scissors, muscle en indict. Silent s in bijvoorbeeld island, isle. Silent w in bijvoorbeeld sword, answer, who, whose, wrap, wrong, wrist. Silent a in bijvoorbeeld marriage, carriage, parliament. Silent h in bijvoorbeeld honest, hour, honour. Veel van deze woorden komen uit het Frans en de Fransen staan bekend om hun h-dropping! (un (h)eure). Omgekeerd spreken Fransen vaak de h niet in Engelse woorden als ze Engels spreken. In hoofdstuk 2 stond hoe dit tot bijna tot oorlog leidde. 64 6.2 ‘ch’ ‘ch’ aan het begin van een woord kan op drie verschillende manieren uitgesproken worden: (xx) a. ch=[ tʃ], bijvoorbeeld church, match b. ch=[ʃ ] in Franse woorden, bijvoorbeeld champagne, chic, mustache, brochure c. ch=[k] in Griekse woorden, bijvoorbeeld, architect, (head/tooth)ache, archive, chaos, chemistry, chemotherapy, choir, chord, Christian, echo, monarchy, mechanic, orchestra, psychology, scheme en stomach. 6.3 Spelling van de LOT-vowel en de THOUGHT-vowel Woorden die uitgesproken worden met de LOT- en de THOUGHT-vowel, worden niet altijd gespeld met ‘o’. Een veel voorkomende letter is ‘a’. Laat je hierdoor niet verleiden(=misleiden), en zeg ‘oh’, niet ‘ah’, in woorden zoals die hieronder staan. LOT-woorden (oh) 1. (o) dog, body, holiday 2. (wa) was, want, swan, wash, what 3. (qua) quality, squash 4. (o-e) gone 5. (ough) cough 6. (ow) knowledge 7. (au) because, sausage, Austria, Australia 8. yacht 65 THOUGHT-woorden (ohhh) 1. (aw) law, saw, draw 2. (ou) fought, ought 3. (au) daughter, caught, auction 4. (al(l) all, small, call, walk, talk, always, also, salt, false 5. (war) war, warn, warm, wardrobe 6. water 7. (qua) quarter, quartet Tips voor een adequate uitspraak van misleidende spelling: Wees op je hoede voor “silent letters” (receipt=recei_t) ‘ch’ kan op drie verschillende manieren worden uitgesproken (match[= tʃ], v champagne [=ʃ], en chaos[k]) ‘a’ in spelling=‘oh’ in uitspraak (was/wardrobe) 66 Quizzes Welke van de volgende woorden zijn homoniemen? (=woorden op eenzelfde manier uitgesproken) 1. would – wood 9. pool – pull 2. caught – court 10. tide – tied 3. weight – wait 11. course – coarse 4. beg – bag 12. suit – suite 5. queue – cue 13. loose – lose 6. sighed – side 14. cease – seize 7. knew – new 15. said – sad 8. comb – come 16. won – one (1, 2, 3, 5, 6, 7, 10, 11, 14, 16) Probeer een homoniem te bedenken voor de volgende woorden: 1. sale 7. wear 2. piece 8. reign 3. steel 9. hole 4. suite 10. fare 5. plain 11. mail 6. seize 12. dye Welke van de volgende woorden rijmen? 1. penny – many 9. heard – occurred 2. golf – wolf 10. showed – vowed 3. bury – fury 11. steak – lake 4. none – tone 12. worm – storm 5. clue – shoe 13. glow – cow 6. plant – aunt 14. bear – fear – beer 7. stage – gauge 15. quay – tray 8. veil – whale 16. variable – reliable (1, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 14*) 67 Meer oefening Op de website van deze gids staan meer online oefeningen om je van misleidende spelling bewust te maken. 68 Probleem 7. Lastige klinkers: de STRUT-vowel Deze unit gaat over de uitspraak van de klinker die voorkomt in het Engelse woord strut (=to walk proudly). Deze klinker wordt daarom de STRUT-vowel genoemd. Samen met de TRAP-vowel is dit de Engelse klinker waar Nederlanders de meeste moeite mee hebben. Een inadequate uitspraak van de STRUT-vowel heeft minder impact heeft op je verstaanbaarheid dan in het geval van TRAP. Door een adequate uitspraak van STRUT ga je wel een stuk minder Nederlands klinken. 7.1 De uitspraak van de STRUT-vowel Als we weer de klinkerdriehoeken voor het Nederlands en het Engels met elkaar vergelijken, dan zie je dat de Engelse klinker STRUT [ʌ] in het Nederlands niet bestaat. Figuur 2: Klinkerdriehoek 2: STRUT-vowel in het Standaard Brits Engels (RP) Figuur 3: Klinkerdriehoek 3: Ontbreken van de STRUT-vowel in het Standaard Nederlands Nederlanders zijn daarom geneigd om in plaats van de STRUT-vowel een andere klinker te gebruiken, namelijk de klinker die voorkomt in LOT (de LOT-vowel) en de klinker die voorkomt in het Nederlandse woord put. Dit komt omdat STRUT-woorden vaak met een ‘o’ of ‘u’ gespeld worden. In 7.2 hieronder staan daar een heleboel voorbeelden van. De STRUT-vowel is eigenlijk veel meer vergelijkbaar met de korte klinker ‘ɑ’ die voorkomt in het Nederlandse woord pan. STRUT en pan hebben met elkaar gemeen dat het allebei ongeronde klinkers zijn. Zij verschillen hierin van de klinkers in LOT en put, die allebei gerond zijn. 7.2 De spelling van de STRUT-vowel Bijna alle STRUT-woorden worden geschreven met ‘o’ of ‘u’. In (1) en (2) vind je een lijst met alle STRUTwoorden. Collins (2008, p. 61) noemt deze “the worry words”. STRUT gespeld met ‘u’: 69 (1) sun, fun, such, much STRUT gespeld met ‘o’: (2)a done, none, son, won, one (2)b honey, money (2)c front, month (2)d London, Monday, wonderful (2)e onion, sponge (2)f above, love (2)g colour, cover (2)h come, some (2)g other, mother (2)k nothing, worry (2)l country, young, touch, southern, cousin, courage (2)m enough, tough, rough (2)n does Sponge Bob In een eerste oefening op pagina 73 kun je zelf proberen de STRUT-klinker uit te spreken en te onderscheiden van andere klinkers. Onthoud daarbij de volgende punten: Tips voor een adequate STRUT-vowel Laat je niet misleiden door de spelling van STRUT-woorden met ‘u’ of ‘o’. Spreek STRUT niet uit als de klinker in het Nederlandse woord put of de Engelse LOT. Houd je lippen ongerond bij het uitspreken van de STRUT-vowel (denk daarbij aan ‘ɑ’ in het Nederlandse woord pan). Leer de lijst met worry-woorden uit je hoofd. 70 Meer oefening Meer online oefeningen met de STRUT-vowel staan op de website van deze gids. 71 Probleem 8. Lastige klinkers: de FOOT-vowel Deze unit gaat over de uitspraak van de klinker die voorkomt in het Engelse woord foot. Deze klinker wordt daarom de FOOT-vowel genoemd. 8.1 De uitspraak van de FOOT-vowel We vergelijken de Engelse en de Nederlandse klinkerdriehoek nog eens met elkaar en zien dat de Engelse FOOT-vowel [ʊ] in het Nederlands niet bestaat. Nederlanders zijn daarom geneigd om in plaats van de FOOT-vowel een andere klinker te gebruiken die qua uitspraak de FOOT-vowel het dichtst benadert. Dit is de klinker die voorkomt in het Nederlandse woord moe. Deze klinker [uː] ‘oe’ kent het Engels echter ook in woorden zoals goose (de GOOSEvowel). Het is een subtiel verschil maar de FOOT-vowel is een korte klinker (terwijl GOOSE lang is) en FOOT wordt ook uitgesproken met de mond een klein beetje meer open dan GOOSE en de lippen zijn wat minder gerond. 8.2 De spelling van de FOOT-vowel Als je het verschil in uitspraak tussen FOOT en GOOSE machtig bent, dan is aan de hand van de spelling van woorden vrij goed uit te maken met welke van de twee we te maken hebben. FOOT-woorden eindigen in –ook, –ood, –ul(l), –ush, of –ould. FOOT-woorden (1)a –ook: book, crook, hook, look, shook, took (1)b –ood: good, hood (bijvoorbeeld childhood), stood, wood 72 en ook: foot, wool (1)c –ul(l) bull (bulldozer, bulldog, etc.), bullet, bulletin, bully, full, fulfil, -ful (spoonful), pull (1)d –ush bush, ambush, cushion, push (1)e –ould could, should, would Dit zijn drie heel veel voorkomende werkwoorden. Die kun je goed oefenen met advies geven en vragen stellen: I think you should … Would/Could you ..? (1)f en ook met ‘o’ of ‘u’: bosom, woman, wolf, butcher, pudding, put, sugar, cuckoo GOOSE-woorden hebben de volgende spelling: GOOSE-woorden (2)a (oo) moon, soon, spoon, boot, too, zoo (2)b (o) do, to, who, two, tomb, womb (2)c (oo-e) loose, choose (2)d (o-e) move, lose, prove (2)e (ou) group, youth, soup, through (2)f (u) music, duty, ruthless (2)g (u-e) cube, duke, flute, tune, super, huge (2)h (ui) juice, suitable, pursuit (2)i (ew) chew, new, blew, view (2)j (ue) blue, true, Sue, pursue (2)k (eu) feud, neutral, pseudo (2)l (en ook) shoe, beauty, manoeuvre In een eerste oefening hieronder kun je zelf onderscheid proberen te maken tussen de FOOT-vowel en de GOOSE-vowel. Je kunt daar ook de STRUT-vowel van unit 7 oefenen. Onthoud daarbij de volgende punten: 73 Tips voor een adequate FOOT-vowel Spreek FOOT-woorden niet uit met de lange klinker van het Nederlandse woord moe en het Engelse woord GOOSE. Leer de lijst met FOOT-woorden uit je hoofd. Een eerste oefening in de STRUT-vowel, de FOOT-vowel en de GOOSE-vowel Beslis eerst of de volgende woorden STRUT, FOOT of GOOSE hebben. Je kunt hiervoor de lijsten in units 7 en 8 op pagina xx en xx gebruiken. Spreek de woorden dan voor jezelf uit. pull shut soon shoot stood pool mood flood food full mud look Meer oefening Op de website van dit gidsje staan meer online oefeningen met de STRUT-vowel. 74 Weetje The FOOT-STRUT split Misschien is het je al opgevallen dat Engelse woorden die met ‘oo’ geschreven zijn op drie verschillende manieren kunnen worden uitgesproken, namelijk met GOOSE (bijvoorbeeld moon), FOOT (bijvoorbeeld foot) of STRUT (bijvoorbeeld blood). Dit wordt toegeschreven aan een taalverandering die in de 17e eeuw in het zuiden van Engeland zou hebben plaatsgevonden en door taalkundigen de FOOT-STRUT split wordt genoemd. De FOOT-STRUT split is uitgetekend in Figuur X. Zoals te zien is aan de spelling van ‘oo’-woorden, werden deze woorden oorspronkelijk ook met ‘oo’ uitgesproken. Dit is nog steeds het geval in het Nederlands. Denk bijvoorbeeld aan het Nederlandse woord boon. Oorspronkelijk heeft het Nederlandse woord boon dus met het Engelse woord moon gerijmd. The Great Vowel Shift (van unit 4) leidde ertoe dat sprekers sommige Engelse woorden met ‘oo’, zoals moon, met de huidige lange GOOSE-vowel gingen uitspreken (moeoen). Andere woorden met ‘oo’, zoals foot en blood, kregen dezelfde klinker als in de woorden put en fun. De spelling van zulke woorden (put, fun) laat zien dat deze woorden aanvankelijk met dezelfde klinker werden uitgesproken. Dit was de FOOT-vowel. In de 17e eeuw vond vervolgens een split plaats, waardoor sommige woorden, zoals put, FOOT behielden, en andere woorden, zoals fun, een nieuwe klinker kregen: STRUT. Sommige van de woorden met ‘oo’, zoals foot, vergezelden toen put, en sommigen, zoals blood, vergezelden STRUT. Overigens hebben sprekers in het noorden van Engeland niet deelgenomen aan deze FOOTSTRUT split. Zij kennen enkel de FOOT-vowel en zeggen ‘stroet’, ‘foen’ en ‘boengee’ voor strut, fun en bungee. Je kunt dit op You Tube beluisteren als je zoekt naar de film de Full Monty (een film over werkeloze staalfabriekarbeiders in Sheffield die aan de slag gaan als strippers), of sergeant Lewis (van Inspector Morse), of bijvoorbeeld Jarvis Cocker (de zanger van de band Pulp). Zij zijn allemaal “northerners”. 75 Probleem 9. Lastige klinkers: de FACE-vowel en de GOAT-vowel Deze unit gaat over de uitspraak van de tweeklanken die voorkomen in de Engelse woorden face en goat. Deze tweeklanken wordten daarom de FACE-vowel en de GOAT-vowel genoemd. 9.1 De uitspraak van de FACE-vowel en de GOAT-vowel In het Nederlands kennen we de tweeklanken [eɪ] in FACE-woorden en [əʊ] in GOAT-woorden niet. In de plaats van deze Engelse tweeklanken gebruiken Nederlanders daarom regelmatig twee lange klinkers uit het Nederlands: voor [eɪ] in FACE-woorden de lange klinker [eː] van zee en voor [əʊ] in GOAT-woorden de lange klinker [oː] van zo of boot. In de tweeklanken moet je echt een overgang proberen te maken van [e]-[ eɪ] en [o] naar [əʊ]. De GOAT-vowel klinkt als ‘ooohhhhwww’. Je mag deze voor je gevoel best een beetje “bekakt” uitspreken. 9.2 De spelling van de FACE-vowel en de GOAT-vowel De tweeklanken komen in de volgende typen woorden voor: FACE-woorden (1)a (a-e) gate, rate, taste (1)b (ei/ey) eight, they (1)c (ai/ay) faint, brain, may, way, (Tues)day (1)d (en ook in) great, steak, break, gauge (inschatten) GOAT-woorden (2)a (o) go, roll, don’t, so (2)b (o-e) home, joke (2)c (oa) road, toast (2)d (oe) toe, goes (2)e (ou) though, shoulder (2)f (ow) know, flow 76 Een eerste oefening in de klinkers van het Engels Match de woorden in (1) en (2) die dezelfde klinker hebben. Je kunt hierbij het overzicht in unit 4 ter hand nemen. Probeer de klinker ook bij naam te noemen (TRAP, STRUT, FACE, etc.). Spreek de woorden daarna voor jezelf uit. (1) some nurse not bought boat price name fair near sure (2) beer pain know tour square want such always heard height Meer oefening Meer online oefeningen met FACE en GOAT en andere klinkers van het Engels zijn te vinden op website van deze gids. Weetje 77 Op 3 januari 1965 werd de volgende brief gepubliceerd in The Sunday Times. De brief was ingestuurd door een anonieme inzender. Pronunciation hints for foreigners I take it you already know Of tough and bough and cough and dough? Others may stumble but not you, On hiccough, thorough, laugh and through. Well done! And now you wish, perhaps, To learn of less familiar traps? Beware of heard, a dreadful word That looks like beard and sounds like bird, And dead: it’s said like bed, not beadFor goodness’ sake don’t call it ‘deed’! Watch out for meat and great and threat (They rhyme with suite and straight and debt). A moth is not a moth in mother Nor both in bother, broth in brother And then there’s dose and rose and lose – Just look them up – and goose and choose, And cork and work and card and ward, And font and front and word and sword, And do and go and thwart and cart – Come, come, I’ve hardly made a start! A dreadful language? Man alive. I’d mastered it when I was five. 78 Probleem 10. Natuurlijke spraak Anders dan in uitspraakoefeningen, spreken wij in natuurlijke spraak woorden niet los van elkaar uit. Anders krijg je een onnatuurlijke, hakkelende uitspraak. In natuurlijke spraak worden woorden vloeiender uitgesproken. Het gaat daarbij om klankprocessen zoals bijvoorbeeld het weglaten van sommige klanken (elision), het samenvallen van klanken (assimilation, coalescence), het samenvoegen van woorden, en het zwakker uitspreken van woorden. Hierdoor kan bij Engelstaligen do you klinken als ‘djoe’, want to als ‘wanne’, you are ok as ‘jor ok’, en at home als ‘uht home’. Volgens Walker (2010: 36) halen de meeste taalleerders de snelheid van natuurlijke spraak niet. Ook stelt hij dat als taalleerders op een (te) langzaam spreektempo klankprocessen proberen toe te passen, dit ten koste gaat van hun verstaanbaarheid. Ik besteed er hier daarom geen grote aandacht aan. Intonatie (zinsmelodie) is een ander aspect van natuurlijke spraak. In zijn algemeenheid kun je stellen dat Engelsen op een wat hogere toonhoogte spreken dan Nederlanders, en dat zij ook grotere verschillen in toonhoogte maken als zij spreken. Je mag dat voor je gevoel best wat overdrijven als je Engels praat. Intonatie draagt bij aan de betekenis van een zin. Je kunt er bijvoorbeeld het onderscheid tussen een mededeling (I am fine) en een vraag (But how are you?) mee maken. Door middel van intonatie kun je ook verschillende houdingen uitdrukken. Bijvoorbeeld, als je ‘Really’ uitspreekt met een dalende intonatie, dan druk je verbazing maar ook instemming uit (He said he didn’t want to do it. Really. Oh well, I am not surprised actually. It is not his expertise). Als je ‘Really’ uitspreekt met stijgende intonatie, dan druk je verbazing maar ook ongeloof uit (He said he didn’t want to do it. Really? I can hardly believe it. Are you sure that you understood it right?) En als je ‘Really’ uitspreekt met een combinatie van een dalende en stijgende intonatie, dan druk je afkeuring uit (He said he didn’t want to do it. Really (now). He is such a big girl’s blouse!= a man or a boy who behaves in a way which other men think is how women normally behave, especially if they are frightened of something). Het gebruik van een bepaalde intonatie is sterk afhankelijk van de situatie en de context. Dit maakt 79 intonatie moeilijk “(aan) te leren”. Sommige taalkundigen hebben daarom gesteld dat het niet zo veel zin heeft om intonatie te onderwijzen. Dalton & Siedlhofer (1994: 72-73) zeggen ‘[…] the attitudinal function of intonation [is] extremely dependent on individual circumstances, and therefore nearly impossible to isolate out for direct teaching.’ Roach (1991: 169) vindt dat ‘[t]he attitudinal use of intonation is best acquired by talking with and listening to English speakers.’ Ik vind het wel nuttig dat je probeert zogenaamde tag-questions te gebruiken. Tag-questions, it’s all in the name, zijn vragen die bestaan uit een zin waar een stukje aan is getagged (vastgemaakt). Als de zin een bewerende zin is, dan is de tag negatief en heeft de tag-question een dalende intonatie. Deze constructie wordt gebruikt om overeenstemming te zoeken, zoals in (1a). (In dit kader wordt wel beweerd dat ze met name door vrouwen gebruikt worden …) Als de zin een ontkennende zin is, dan is de tag positief en heeft de tag-question een stijgende intonatie, zoals in(1b). Deze constructie wordt gebruikt om een vraag van verbazing te uiten. Als allebei de zin en de tag positief zijn, zoals in (1c), dan heeft de tag-question eerst een stijgende intonatie overgaande in een dalende intonatie. Deze constructie wordt meer gebruikt om de confrontatie te zoeken. (1b) zou gezegd kunnen worden door iemand die net een bekertje koffie over het toetsenbord van zijn computer heeft omgestoten, en hierom toegelachen wordt door zijn collega’s. (1)a That was funny, wasn’t it? (1)b That wasn’t funny, was it? (1)b That was funny, was it?! Wat ook belangrijk is om te doen is het verbinden van woorden in een zin (liaison). In iedere taal worden woorden met elkaar verbonden maar de mate waarin dit gebeurt, varieert per taal. In het Engels gebeurt dit veel meer dan in het Nederlands. Nederlanders spreken woorden in een zin relatief los uit, terwijl zinnen bij Engelsen in feite een continue stroom zijn waarin woorden aan elkaar worden gelinkt. Hier heb je daar een voorbeeld van: als een woord eindigt in twee medeklinkers en het volgende woord begint met een klinker, dan wordt de laatste van de twee medeklinkers van het eerste woord uitgesproken als de eerste medeklinker van het volgende woord. less oil klinkt dan als ‘le soil’ en if at all als ‘i fa tall’. 80 Een eerste oefening in linking Oefen linking bij deze samengestelde werkwoorden: hol/d on, lef/t it, fin/d out Bedenk dan werkwoorden voor de korte zinnen hieronder. Probeer vervolgens weer de zinnen uit te spreken met linking. _____ it in. _____ at me. _____ it down. _____ out. _____ up. _____ on it. 81 Evaluatie Top-10 1. Zijn er items in de Top-10 die je moeilijk vindt? 2. Wat voor strategieën kun je zelf bedenken om je uitspraak van de Top-10 items te verbeteren?