5. Top-10 uitspraakproblemen voor nederlanders In dit hoofdstuk

advertisement
23
5. TOP-10 UITSPRAAKPROBLEMEN VOOR NEDERLANDERS
In dit hoofdstuk worden de 10 belangrijkste moeilijkheden in de uitspraak van het Engels voor
Nederlanders besproken. Een eerste kwestie is al aan de orde geweest in hoofdstuk 3: de verschillen
tussen een Brits en een Amerikaans accent. Eén van de verschillen is dat Standard Brits Engelse sprekers
de ‘r’ niet uitspreken als deze achter een klinker staat (hard --> Engels ha:d, Amerikaans haRRd). Na de ‘r’
bespreken we eerst vier uitspraakproblemen die van belang zijn voor je verstaanbaarheid. Vervolgens
bespreken we nog vijf uitspraakproblemen waaraan je kunt werken als je je uitspraak verder wilt
verfijnen.
Probleem 1. Het uitspreken van de ‘r’
Als je niet per sé een Brits Engels accent nastreeft, dan kun je de ‘r’ gewoon uitspreken in het Engels.
Omdat we in het Nederlands zelf ook de ‘r’ uitspreken, is dit simpelweg het gemakkelijkst. Daarbij komt
dat de ‘r’ geschreven is in woorden (bijvoorbeeld ‘hard’, ‘heart’). De Engelse ‘r’ verschilt wel van de
Nederlandse ‘r’. In Nederland is de uitspraak van de ‘r’ ook nog afhankelijk van de regio waar je vandaan
komt. Veel voorkomende uitspraken in Nederland zijn de ‘trill’, waarbij sprekers de punt van hun tong
achter hun boventanden laten trillen, of de ‘roll’, waarbij sprekers het achterste gedeelte van hun tong
achterin hun mond laten rollen. De Engelse hebben een ‘approximant r’. Deze uitspraak van de ‘r’ is
afgebeeld in Afbeelding 1. De voorkant van de tong wordt naar de achterkant van de voortanden
gebracht maar raakt deze niet. Amerikanen trekken de achterkant van hun tong daarbij naar achteren
(‘retroflex r’), een beetje vergelijkbaar met de Gooise R.
Afbeelding 1. De uitspraak van de ‘r’ in het Brits Engels
Weetje
Howel de ‘r’ maar een simpele medeklinker lijkt; is er heel veel over de ‘r’ te vertellen en geschreven.
Terwijl Standaard Brits Engelse sprekers de ‘r’ niet uitspreken na een klinker, dus voor een andere
medeklinker of aan het einde van een woord, doen ze dit wel als het volgende woord weer met een
klinker begint. Dit wordt ‘linking r’ in de taalwetenschap genoemd, omdat de ‘r’ dan in feite twee
24
woorden met elkaar verbindt.
(1)a
fa(r)
(1)b
far and away
(linking r)
Recentelijk heeft er zich een hele opmerkelijke ontwikkeling voorgedaan. Standaard Brits Engelse
sprekers hebben eerst de ‘r’ verloren, maar beginnen nu de ‘r’ nu uit te spreken als het volgende woord
met een klinker begint, zelfs in woorden die historisch nooit een ‘r’ hebben gehad en niet geschreven
worden met een ‘r’!! Dit wordt ‘intrusive r’ genoemd (= zich opdringende/tussendringende ‘r’). Je hoort
het meer en meer.
(1)c
Obama-r and I
(1)d
China-r
Luisteroefening
Op de website van deze gids kun je luisteren naar een voorbeeld van een Standaard Brits Engels accent
waarin de ‘r’ niet wordt uitgesproken, en een voorbeeld van een Amerikaans accent waarin de ‘r’ wel
wordt uitgesproken. Ook vind je daar voorbeelden van ‘linking r’ en ‘intrusive r’. Verder kun je er
verschillende uitspraken van de ‘r’ beluisteren en zelf oefenen.
Hieronder kun je in een eerste oefening de ‘r’ wel of niet proberen uit te spreken. Onthoud daarbij de
volgende punten:
Tips voor een adequate uitspraak van de ‘r’

Maak een keuze om de ‘r’ niet uit te spreken als je een Standaard Brits Engels accent wilt. Anders
kun je de ‘r’ uitspreken.

Spreek de ‘r’ op een Engelse manier uit.
25
Top-10 van Nederlandse uitspraakproblemen van het Engels
Een oefening in de uitspraak van de ‘r’
Markeer in de volgende passage uit Helen Fielding’s beroemde boek Bridget Jones alle woorden waar ‘r’
niet voor een klinker staat. In de eerste alinea is dit voorgedaan (de onderstreepte woorden). Lees de
passage vervolgens hardop voor en spreek de woorden uit met de ‘r’, of, als je voor een Standaard Brits
Engels accent wil gaan, zonder ‘r’.
Fragment Bridget Jones
I thought it would be OK if I nipped to the shop for 5 minutes and he said it would be fine, because
you’re always given warning when they’re about to come out. They would come and get me if it was
about to happen.
When they heard I was going to the shop, a lot of reporters asked me if I’d bring them fags and
sweets and so it took a while working it all out.
I was just standing in the shop, trying to keep all the change separate with the shopkeeper, when
this bloke walked in, obviously in a real hurry.
He said, ‘Could you let me have a box of Quality Street?’ as if I wasn’t there.
The poor shopkeeper looked at me as if not sure what to do.
‘Excuse me, does the word “queue” mean anything to you?’ I said, turning round to look at him.
I made a weird noise. It was Mark Darcy, all dressed up in barrister outfit. He just stared at me, in
that way he has.
‘Where in the name of my mother were you last night?’ I asked.
‘I might ask the same question of you,’ he said, icely.
At that moment the camera assistant burst into the shop. He was very much out of breath and
hardly intelligible. ‘Bridget!’ he yelled. ‘We’ve missed the interview. Elena Rossini’s come out and
gone. Did you get my Minstrels?’
Speechless, I grabbed the edge of the sweet counter for support.
‘Missed it?’ I said as soon as I could steady my breathing. ‘Missed it? Oh God. This was my last chance
after the fireman’s pole and I was buying sweets. I’ll be sacked. Did the others get interviews?’
‘Actually, nobody got any interviews with her,’ said Mark Darcy.
‘Didn’t they?’ I said, looking up at him desperately. ‘But how do you know?’
26
Probleem 2. Klemtoon
Klemtoon is één van de universele struikelblokken voor leerders van het Engels. Alle nationaliteiten
hebben zo hun eigen karakteristieke klemtoonproblemen. Fransen, bijvoorbeeld, leggen de klemtoon
altijd op de laatste lettergreep van een woord. Zij doen dit omdat ze dat gewend zijn van het Frans. In
het Engels zeggen Fransen bijvoorbeeld teachèr (i.p.v. teacher). Denk maar aan televisieseries zoals ‘Allo
‘Allo waarin Franse stereotypen worden neergezet. In het Engels is het klemtoonpatroon veel minder
vaststaand. Dat zullen we zo zien.
Wat is klemtoon?
We bespreken eerst wat klemtoon eigenlijk is. Klemtoon is gerelateerd aan lettergrepen. De meeste
mensen lukt het intuïtief wel om woorden in lettergrepen te verdelen. Het Engelse werkwoord consider,
bijvoorbeeld, bestaat uit drie lettergrepen: con.si.der. In dit voorbeeldwoord consider ligt de klemtoon
op de tweede lettergreep. Dit betekent dat we tweede lettergreep harder uitspreken dan de eerste en
de derde lettergreep: con.SI.der. In voorbeeldwoorden zal ik beklemtoonde lettergrepen onderstrepen
(con.si.der).
2.1 Klemtoon in woorden
Klemtoonpatronen
Bekijk de klemtoon in de volgende woorden:
(1)a
el.e.phant
ci.ne.ma
(1)b
po.ta.toe
ho.ri.zon
(1)c
kan.ge.roo
ba.lly.hoo
Afgaande op dit lijstje lijkt het op het eerste gezicht dat er geen “regels” zijn voor klemtoon in het
Engels: in de (a) woorden ligt de klemtoon op de eerste lettergreep, in de (b) woorden op de tweede
lettergreep, en de (c) woorden op de derde lettergreep! Daarom zit er eigenlijk niets anders op dan de
klemtoon van woorden gewoon uit je hoofd te leren, net zoals je dat doet met de betekenis van
woorden.
27
Tip
Net zoals de betekenis van woorden, kun je de uitspraak van woorden opzoeken in het woordenboek. In
online woordenboeken zoals die van Miriam Webster (http://www.merriam-webster.com) kun je
uitspraak en klemtoon natuurlijk ook beluisteren.
Maar ondanks de ogenschijnlijke warboel zijn er toch wel enkele patronen aan te wijzen.
Factoren die een rol spelen in klemtoon: woordklasse
Ten eerste is de plaats van klemtoon afhankelijk van de woordklasse van een woord, d.w.z. of het een
zelfstandig naamwoord is, of een werkwoord, etc.
Zelfstandige naamwoorden
In zelfstandige naamwoorden ligt de klemtoon meestal niet op de laatste lettergreep. Ik ondervond dit
zelf aan den lijve toen ik een aantal jaar in Engeland werkte en studeerde. Ik had een klein tweedehands
autootje gekocht, een Renault 5. Op een dag moest dit autootje een APK-keuring ondergaan. Toen ik bij
de lokale garage een afspraak ging maken voor de keuring, vroegen zij mij wat voor type auto het was. Ik
zei dus (op z’n Frans en z’n Nederlands): “It’s a Renault.” Ik werd gevraagd dit te herhalen omdat ze me
niet verstaan hadden. Ik zei dus weer: “It’s a Renault.” Hoewel uit de context duidelijk was dat het om
een auto moest gaan, bleven ze mij vragend aankijken. Wanhopig begon ik dit verschillende keren
(steeds harder) te herhalen: a Renault, a Renault, a Renault. Uiteindelijk slaakten ze een zucht en zeiden:
“Ohhhhhh, it’s a Renault.”
In zelfstandige naamwoorden ligt de klemtoon meestal op de tweede of anders de eerste
lettergreep. Dit zie je in de volgende voorbeeldwoorden:
(2)
po.ta.to
a.part.ment
di.sa.ster
(2e lettergreep)
(3)
cu.sto.dy
quan.ti.ty
em.pe.ror
(1e lettergreep)
(en Re.nault!)
Er zijn een aantal woorden die een uitzondering op deze regel vormen, en de klemtoon wel op de laatste
lettergreep hebben. Hieronder zie je daar een paar voorbeelden van.
(4)
ca.nal
de.gree
Ju.ly
(laatste lettergreep)
28
Werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden
Bij werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden valt de klemtoon vaak juist wel op de laatste lettergreep:
(5)
de.ny
re.ply
(werkwoord)
(6)
ob.scene
di.vine
(bijvoeglijk naamwoord)
Betekenisverschillen
De verschillende klemtoonpatronen voor zelfstandige naamwoorden enerzijds, en werkwoorden
en bijvoeglijke naamwoorden anderzijds, kunnen toegepast worden om het verschil te maken als een
woord zowel als een zelfstandig naamwoord als een werkwoord gebruikt kan worden. Zulke woorden
worden ‘homographs’ genoemd. Het Engelse heeft echt een heleboel homographs. Dit zijn een paar
voorbeelden:
(7)a
Let’s have the two together to show the contrast. [contrast=zelfstandig nw.]
(7)b
The books contrast methods that are used in the US and the UK. [contrasteren=werkwoord]
(8)a
The interviewer asked her what she considered to be her best attribute. [eigenschap=zelfstandig
nw.]
(8)b
I attribute her clumsy answer to inexperience. [toeschrijven aan=werkwoord]
(x)a
He is the police’s main suspect in the murder case.
(x)b
I suspect that he has missed the train.
In (a) worden de woorden gebruikt als zelfstandig naamwoorden en hebben overeenkomstig de
klemtoon op de eerste lettergreep. In (b) zijn de woorden werkwoorden en hebben overeenkomstig de
klemtoon meer naar achter in het woord of op de laatste lettergreep.
Waar de klemtoon ligt in een woord, heeft effect op andere aspecten van de uitspraak van het
woord. In het Engels worden klinkers van lettergrepen die niet beklemtoond zijn, niet als volle klinkers
maar in een “zwakkere” vorm uitgesproken. Deze zwakke klinker wordt ‘shwa’ genoemd en klinkt als
‘uh’. De klinker in de eerste lettergreep van het werkwoord contrast, bijvoorbeeld, wordt niet
uitgesproken als ‘o’ maar als ‘uh’. In het Nederlands doen wij dit niet. In het woord konijn, bijvoorbeeld,
ligt de klemtoon op de tweede lettergreep, maar wij spreken de eerst lettergreep uit met ‘o’ niet ‘uh’:
ko.nijn, niet kuh.nijn. Het zwakker uitspreken van klinkers in onbeklemtoonde lettergrepen wordt
‘klinkerreductie’ genoemd (vowel reduction). Naast een verschillende klemtoon kun je deze
29
klinkerreductie aanwenden om een zo duidelijk mogelijk contrast te maken in homographs: cón.trast
(zelfstandig nw.) v cuhn.trast (werkwoord).
Sommige homographs zijn weer een uitzondering op de homograph regel. Het woord purchase,
bijvoorbeeld, kan gebruikt worden als een zelfstandig naamwoord (aankoop), maar ook als een
werkwoord (kopen), en in beide gevallen is de klemtoon op de eerste lettergreep.
(9)a
He advised them on the purchase of their new car.
(9)b
He advised them to purchase a Toyota Prius. [niet purchase als in to chase]
Op deze plek noem ik gelijk even een aantal andere manieren hoe je door een verschillende uitspraak,
onderscheid kunt maken tussen woorden die op meerdere manieren gebruikt kunnen worden. Ten
eerste woorden die eindigen in –ate. Die kunnen als een zelfstandig naamwoord gebruikt worden door
ze uit te spreken als –uht, en als een werkwoord gebruikt door ze uit te spreken als –eet. Hier zijn een
paar voorbeelden:
(10)a
She is an Essex graduate [gradu-uht].
(10)b
She was happy to graduate [gradu-eet] from Essex University.
(11)a
These are two separate [separuht] issues.
(11)b
We have to separate [seper-eet] these issues.
Op een vergelijkbare manier kunnen woorden die eindigen in –use, een zelfstandig naamwoord zijn als
ze uitgesproken worden als –uus, en een werkwoord als ze uitgesproken worden als –uuz.
(12)a
That’s no use [uus].
(12)b
Do you know how to use [uuz] the equipment?
(13)a
The hooligans shouted abuse [abjuus] at the referee.
(13)b
The hooligans were warned not to abuse [abjuuz] the referee.
(14)a
I find that a very poor excuse [excjuus].
(14)b
Excuse [excjuuz] me …
Factoren die een rol spelen in klemtoon: de structuur van woorden
Naast woordklasse is de plaats van de klemtoon in woorden ook afhankelijk van de structuur van
30
woorden. Woorden kunnen uit andere woorden gemaakt worden door er zogenaamde suffixen aan toe
te voegen. In het Nederlands leggen we klemtoon regelmatig op het suffix, bijvoorbeeld arrangement
(van: arrangeren) en democratie. In het Engels is dit vaak niet het geval, denk aan arrangement en
democracy. In plaats daarvan kunnen er in het Engels drie dingen gebeuren:
(i)
Het suffix verandert de klemtoon in het woord niet.
(ii)
Het suffix doet de klemtoon verschuiven naar een andere lettergreep in het woord.
(iii)
Het suffix krijgt zelf de klemtoon.
De klemtoon verandert niet
Soms verandert de plaats van de klemtoon niet. Dit is bijvoorbeeld het geval als het suffix –s wordt
toegevoegd aan een zelfstandig naamwoord om er meervoud van te maken. De klemtoon blijft gelijk:
bully [bu.lly] --> bullies [bu.llies].
De klemtoon verschuift
Som kan door toevoeging van een suffix de plaats van de klemtoon in het woord verplaatsen. Dit gebeurt
met de veelvoorkomende suffixen –ity en –eous.
(15)a
personal [per.so.nal]
(15)b
personality [per.so.na.li.ty]
(16)a
advantage [ad.van.tage]
(16)b
advantageous [ad.van.ta.geous]
Bij alle woorden die eindigen in –ity, valt de klemtoon op de lettergreep voor –ity (intelligibility,
comprehensibility, responsibility, irregularity, impossibility, etc.) Bij alle woorden die eindigen in –eous
valt de klemtoon op de lettergreep voor eous (courageous, homogeneous, etc.)
Een apart geval zijn woorden die eindigen in –able. In sommige –able woorden zoals desirable
(17a) en inexhaustible (17b) verplaatst de klemtoon niet. Huidige generaties sprekers doen dit
tegenwoordig met alle –able woorden. In de oorspronkelijke, tegenwoordig wat “ouderwetse” uitspraak,
verschoof de klemtoon in de meeste –able woorden naar de eerste lettergreep (17c-f):
oorspronkelijk
modern
31
(17)a
desire
-
desirable
(17)b
exhaust
-
inexhaustible
(17)c
admire
-
admirable
of
admirable
(17)d
compare
-
comparable
of
comparable
(17)e
revoke
-
irrevocable
of
irrevocable
(17)f
prefer
-
preferable
of
preferable
(17)g
repair
-
irrepairable
(=onuitputbaar)
(=onomkeerbaar)
irreparable
Voor irrepairable in (17g) zijn er twee mogelijke uitspraken. Dit zijn geen alternatieven; ze hebben een
verschillende betekenis. Met irrepairable wordt naar iets concreets verwezen dat niet te repareren is,
bijvoorbeeld een fiets. Met irreparable wordt naar iets abstracts verwezen dat niet repareerbaar is,
bijvoorbeeld een gebroken hart.
In woorden die eindigen in –igible ligt de klemtoon op de lettergreep voor –igible:
(18)a
eligible
(geschikt, in aanmerking komend, an eligible candidate)
(18)b
unintelligible
(onbegrijpelijk, unintelligible speech)
(18)c
incorrigible
(niet corrigeerbaar, incorrigible behaviour)
(18)d
negligible
(verwaarloosbaar, a negligible loss)
Weetje
In het Engels zijn er nogal wat uitdrukkingen met het woord ‘Dutch’ (Nederlands) erin. De Nederlanders
komen er daarbij niet zo goed vanaf! ‘Double Dutch’ betekent: ‘nonsense’, ‘unintelligible language one
32
cannot understand’, ‘incomprehensible speech’. ‘To go Dutch’ (ook wel “Dutch treat’) betekent dat in
een café of restaurant, iedereen voor zichzelf betaalt. De uitdrukking verwijst naar onze vermeende
gierigheid.
De klemtoon op het suffix
Bij toevoeging van andere suffixen komt de klemtoon op het suffix zelf te liggen. Dit is bijvoorbeeld het
geval met het hele productieve suffix –ation.
(19)a
associate
-
association
(19)b
consider
-
consideration
(19c)
interpret
-
interpretation
(19)d
pronounce
-
pronunciation
Eerder refereerde ik aan het karakteristieke klemtoonpatroon van Fransen die de klemtoon steevast op
de laatste lettergreep leggen. Een typische klemtoonfout die Nederlanders maken is dat we geneigd zijn
de eerste lettergreep van zelfstandige naamwoorden te beklemtonen en deze met een volle klinker uit
te spreken: AESsociation, PROOnuncation. Dit klinkt net zo onnatuurlijk als dat de Nederlandse woorden
vertegenwoordiger of veronderstelling uitgesproken worden als VERtegenwoordiger of VERonderstelling.
Bedenk je weer dat de Engelsen onbeklemtoonde lettergrepen juist met een zwakke klinker uitspreken:
uhssociATION, pruhnunciATION. Een ander veelgemaakte fout is dat Nederlanders Engelse woorden
uitspreken zoals vergelijkbare woorden in het Nederlands worden uitgesproken: HYpoTHEsis in plaats
van hyPOthuhsus, en Ápostrophe in plaats van uhPOStrephi.
Samengestelde woorden
Tenslotte zijn er klemtoonpatronen te herkennen in samengestelde woorden. Dat zijn woorden die uit
twee woorden bestaan. In het Nederlands worden deze woorden aan elkaar geschreven als één woord,
maar in het Engels zijn het twee woorden (bijvoorbeeld frisdrank v soft drink). Over het algemeen wordt
in een samengesteld woord het eerste woord beklemtoond, bijvoorbeeld soft drink. Soms kan
beklemtoning van het eerste of het tweede woord een verschil in betekenis uitdrukken. Bekijk de
woorden in (20):
(20)a
greenhouse
-
green house
33
(20)b
nervous system
-
nervous system
(20)c
French teacher
-
French teacher
De samengestelde woorden aan de linkerkant hebben de klemtoon op het eerste woord. Deze woorden
hebben een betekenis die niet direct uit hun onderdelen af te leiden is: a greenhouse=een kas, our
nervous system=ons zenuwgestel, en a French teacher= een onderwijzer(es) die Frans doceert. De
samengestelde woorden aan de rechterkant hebben de klemtoon op het tweede woord. Het eerste
woord heeft dan de functie van een bijvoeglijk naamwoord en zegt iets over het tweede woord: a green
house=een groen huis, our nervous system=een systeem dat “nerveus” is, en a French teacher=een
onderwijzer(es) die Frans is. Als een combinatie van een bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord weer
gebruikt wordt om een andere zelfstandig naamwoord te beschrijven, dan hebben het Engels en het
Nederlands ook weer verschillende schrijfwijzen en ook verschillende klemtoonpatronen.
(21)a
third-world countries
-
derde-wereldlanden
(21)b
free-market economy
-
vrije-markteconomie
(21)c
short-term memory
-
korte-termijn geheugen
(21)d
long-term planning
-
lange-termijnplanning
Een ander type samengestelde woorden zijn partikelwoorden waarin één van de woorden een
partikel is. Kijk maar eens naar de woorden in (21):
(22)a
(to) come back
-
a comeback
(22)b
(to) look out for somebody
-
to be on the lookout
(22)c
(to) take over
-
a historic take-over
(22)d
(to) make up a story
-
make-up
Als de klemtoon op het partikel wordt toegepast, is het partikelwoord een werkwoord. Als de klemtoon
op het eerste woord wordt toegepast is het partikelwoord een zelfstandig naamwoord. Dit geldt ook
voor layout en feedback, waar we in het Nederlands de klemtoon juist op het partikel leggen. Een
bijkomend verschil is dat de woorden los-, respectievelijk aan elkaar worden geschreven.
2b Klemtoon in zinnen
34
Sprekers onderverdelen de zinnen die zij zeggen in groepen woorden. Dit doen zij door tussen deze
woordgroepen in kort te pauzeren of adem te halen. De woordgroepen markeren blokken informatie. Dit
maakt het makkelijker voor je toehoorder om de zin te begrijpen. Dit is met name van belang in lezingen
en presentaties waar de toehoorder niet meteen gelegenheid heeft om herhaling of verduidelijking te
vragen. Het is dus aan jou als spreker om het leven van de luisteraar zo gemakkelijk mogelijk te maken!
Als je op onverwachte plekken in de zin pauzeert, ben je minder goed verstaanbaar (begrijpelijk). En als
je je als spreker te weinig gelegenheid geeft om rustig te pauzeren, zal je merken dat je meer fouten
maakt in je uitspraak en niet zo snel op het juist woord kan komen. Ook dit compliceert dingen voor de
luisteraar.
Waar gepauzeerd wordt, kan ook de betekenis van de zin bepalen. De volgende voorbeelden
hebben een verschillende betekenis, afhankelijk van waar gepauzeerd wordt. (Het eerste voorbeeld is
van Walker 2010, p. 36)
(23)a
We can expect heavy rain in the southwest from Monday onwards. The situation will improve
slowly.
(23)b
We can expect heavy rain in the southwest. From Monday onwards the situation will improve
slowly.
(23)a
Bob, said the boss, is stupid.
(Bob=stupid)
(23)b
Bob said, the boss is stupid.
(The boss=stupid)
In zinnen krijgt één woord of woordgroep de meeste klemtoon. Dit heet de nucleus en in het neutrale
geval is dit het laatste woord in de zin. Sprekers kunnen de klemtoon op een woord eerder in de zin
uitspreken als ze iets wil benadrukken of contrasteren. Overeenkomstig kan de zin ‘I’ve rented a flat’ op
verschillende manieren worden uitgesproken. (Het voorbeeld is weer van Walker 2010, p. 37).
35
(24)
a.
I’ve rented a flat.
(What accommodation have you rented?)
b.
I’ve RENTED a flat.
(Did you buy a flat?)
c.
I’VE rented a flat.
(Has you brother rented a flat?)
Als de spreker de zin op een neutrale manier uitspreekt, dan wordt het laatste woord automatisch de
nucleus, zoals aangegeven in (24a). De zin vertelt de luisteraar dan wat de spreker gedaan heeft of meer
specifiek, wat voor type woning de spreker gehuurd heeft. In de andere twee voorbeelden (24b) en (24c)
zijn andere woorden eerder in de zin de nucleus. Het verplaatsen van de nucleus geeft de zin een andere
betekenis. Door ‘RENTED’ of ‘I’VE’ te beklemtonen, vestigt de spreker aandacht op het feit dat de flat
gehuurd is (niet gekocht), respectievelijk dat de flat door de spreker is gehuurd (niet door iemand
anders). Het inadequaat gebruiken van de nucleus kan er dus toe leiden dat de aandacht wordt gevestigd
op een ander woord in de zin dan de bedoeling was, en de luisteraar daardoor in verwarring brengen.
Hieronder kun je in een paar eerste oefeningen klemtoon en pauzeren oefenen. Onthoud daarbij de
volgende punten:
Tips voor adequate klemtoon:

Het adequaat toepassen van klemtoon is van groot belang voor je verstaanbaarheid.

Klemtoon in het Engels is vaak niet voorspelbaar. Het is zaak om naast de betekenis van een
woord ook het juiste klemtoonpatroon te kennen en uit je hoofd te leren.

Nederlanders overbeklemtonen vaak de eerste lettergreep van een woord (association -->
AESsociation).

In het Engels worden klinkers in onbeklemtoonde lettergrepen uitgesproken als een zwakke
klinker (association --> uhssociATION).

Klemtoon kan variabel toegepast worden om woorden in verschillende functies te gebruiken en
verschillende betekenissen uit te drukken (a contrast v to cuhntrast).
36
Eerste oefeningen in klemtoon en pauzeren
Tilburg University heeft een uitgebreide lijst met ‘commonly mispronounced words’ online beschikbaar
gemaakt (https://cgi.uvt.nl/cgi-bin/uitspraak_en). Hiermee kun je je uitspraak en de klemtoon van
veelgebruikte woorden oefenen.
Ga ook nog een keer terug het fragment uit het boek Bridget Jones. Lees de passage eerst nog een keer
door en markeer de plaatsen in de zin waar je zou pauzeren. Waarom zou je daar pauzeren? Lees dan
het fragment hardop voor met aandacht voor pauzering en de klemtoon in woorden zoals intelligible.
Voorts kun je met onderstaande oefening de nucleus in zinnen oefenen. Beklemtoon de verschillende
woorden in de zin om verschillende betekenissen te communiceren.
(what the speaker says)
(what is meant)
1.
I think you’re RIGHT.
a.
an expression of general agreement
2.
I think YOU’re right.
b.
I agree with you, but not with the other
people.
3.
I THINK you’re right.
c.
I agree, but I still have certain doubts.
4.
I think you’re right.
d.
I agree with you even though the others
don’t.
Meer oefening
Op de website van deze gids kun je online meer klemtoonoefeningen doen.
37
Probleem 3. Klinkerlengte
Klinkerlengte is een belangrijk en karakteristiek uitspraakprobleem van Nederlanders. Het komt voor in
heel veel woorden en het kan daarom grote impact hebben op je verstaanbaarheid.
Voordat we dit onderwerp bespreken, is het nodig eerst wat over het verschil tussen
‘stemhebbend’ en ‘stemloos’ te zeggen. Dit verschil is gerelateerd aan medeklinkers. Sommige
medeklinkers zijn stemhebbend, en sommige medeklinkers zijn stemloos. Bij stemhebbende
medeklinkers laten we onze stembanden trillen als we de medeklinker uitspreken. Dit is bijvoorbeeld het
geval bij de medeklinker ‘z’. Bij stemloze medeklinkers laten we onze stembanden niet trillen. Dit is
bijvoorbeeld het geval bij de medeklinker ‘s’. Je kunt het verschil voelen als je je vinger op je adamsappel
legt en dan achter elkaar ‘sssss’ en ‘zzzz’ uitspreekt. Je stembanden bevinden zich namelijk in je
adamsappel. Je kunt het verschil ook horen als je je vingers in je oren doet en dan achter elkaar ‘ssss’ en
‘zzzz’ zegt. Dan hoor je bij ‘zzzz’ gewoon je stembanden in je hoofd resoneren!! In Appendix 2 op pagina
XX vind je een overzicht van de stemhebbende en stemloze medeklinkers in het Engels.
Bekijk nu het volgende lijstje met Nederlandse woorden waarin ‘t’ en ‘d’ voorkomen. ‘t’ is een
stemloze medeklinker en ‘d’ een stemhebbende medeklinker. Spreek de woorden voor jezelf uit (in het
Nederlands). Wat valt je op?
(1)a
thee
D
(1)b
eten
Ede
(1)c
eet
eed
Wat je opgevallen zal zijn is dat je geen onderscheid maakt tussen ‘t’ een ‘d’ als deze geschreven zijn aan
het einde van een woord. Je spreekt ze dan allebei uit als ‘t’. Bij (1)c heb je twee keer ‘eet’ ‘eet’ gezegd
(toch?). Dit voorbeeld demonstreert een eigenschap van het Nederlands dat alle stemhebbende
medeklinkers aan het einde van een woord stemloos worden gemaakt. Engelssprekenden doen dit niet.
Zij zeggen een ‘t’ in eight en een ‘d’ in aid.
38
(2)a
eight
aid
Er is nog een tweede verschil. Bekijk hiervoor om te beginnen de Engelse woorden in (3a) en de
Nederlandse woorden in (3b) en spreek ze voor jezelf uit.
(3)a
tin
bean
(3)b
vis
tien
Wat ik eerst wil laten zien met deze woorden is dat het Engels en het Nederlands allebei korte en lange
klinkers hebben. De klinker ‘ɪ’ in tin en vis in (3a) is kort. De klinker ‘ie’ in bean en tien in (3b) is lang.
Bekijk nu de volgende woorden. Al deze woorden hebben een lange klinker, namelijk ‘ie’ in biet en bier in
(4a) en ‘oo’ in boot en boor (4b). Spreek de woorden nu voor jezelf uit. Wat valt je op?
(4)a
biet
bier
(4)b
boot
boor
Misschien is je op gevallen dat hoewel we in alle woorden met dezelfde lange klinkers ‘ie’ en ‘oo’ te
maken hebben, de ‘ie’ en de ‘oo’ net iets langer worden uitgesproken voor een ‘r’ in bier en boor dan
voor een ‘t’ in biet en boot.
In het Engels is dit een patroon dat meer in het algemeen voorkomt (niet alleen voor de ‘r’). In
het Engels zijn alle (korte en lange) klinkers relatief lang voor stemhebbende medeklinkers. En alle (korte
en lange) klinkers zijn relatief kort voor stemloze medeklinkers. Er is dus een verschil in klinkerlengte
tussen bijvoorbeeld bad (lang: b-æ- æ-d) en bat (kort: b- æ-t). En tussen bijvoorbeeld bag (lang: b-æ- æg) en back (kort: b-æ-k). En tussen bijvoorbeeld knees (lang: n-ie-ie-z) en niece (kort: n-ie-s). Het Engels
kent talloze van dit soort ‘minimal pairs’ (woordparen). Het enige waar deze ‘minimal pairs’ in verschillen
is de stemhebbende v. stemloze eindmedeklinker en de daarbij behorende klinkerlengte.
Dit verschil in stemhebbendheid en klinkerlengte maakt dus al het verschil in betekenis: bad
(slecht) v. bat (vleermuis, cricketbat), bag (tas) v. back (rug, terug), en knees (knieën) v. niece (nichtje).
Als je als anekdote aan je collega’s vertelt that you were talking to your n-ie-ie-z yesterday, dan kunnen
ze denken dat de werkdruk je zo hoog was geworden dat je tegen je knieën bent gaan praten (i.p.v.
tegen je nichtje)!!
39
Omdat Nederlanders door het Nederlands geneigd zijn geen onderscheid te maken tussen
stemhebbende en stemloze medeklinkers aan het einde van een woord, zijn ze ook niet gewend om een
verschil in klinkerlengte te maken voor stemhebbende en stemloze medeklinkers. We maken alle
medeklinkers stemloos en spreken alle klinkers uit met ongeveer dezelfde lengte. Hierdoor kun je dingen
zeggen die je niet bedoeld had. De context blijkt daarbij niet altijd uitkomst te bieden. Het beste
voorbeeld hiervan heb ik van één van mijn studenten. Hij vertelde dat hij een semester in Amerika
gestudeerd had, en dat hij zijn studiegenoten daar had willen informeren over het Nederlandse gebruik
van eieren zoeken met Pasen. Hoewel ze in Amerika ook chocoladeeieren kennen, waren zijn
studiegenoten wat onrustig op hun stoel gaan schuiven omdat ze dachten dat hij het over een ‘Easter
axe’ had (paasbijl) i.p.v. ‘Easter eggs’ (paaseieren). Scary!
Hieronder kun je in een eerste oefening zelf klinkers lang en kort proberen uit te spreken voor
stemhebbende en stemloze medeklinkers. Je mag de relatief korte klinkers ook echt kort proberen uit te
spreken om het verschil te maken. Onthoud daarbij de volgende punten:
Tips voor adequate klinkerlengte

Het maken van een verschil in klinkerlengte voor stemhebbende en stemloze medeklinkers is
van groot belang voor je verstaanbaarheid.

Behoud het contrast tussen stemhebbende en stemloze medeklinkers aan het einde van
woorden (eight v. aid).

Spreek klinkers relatief lang uit voor stemhebbende medeklinkers en relatief kort voor stemloze
medeklinkers.

Als je het lastig vind om tegelijkertijd aan stemhebbendheid en klinkerlengte denken, dan kun je
je het beste op klinkerlengte concentreren. Voor de verstaanbaarheid is dat het belangrijkste.
40
Een eerste oefening in klinkerlengte
De woorden in (1) hebben lange klinkers en de woorden in (2) korte klinkers. In alle eerste woorden van
de woordparen staat de klinker voor een stemhebbende medeklinker, en in alle tweede woorden van de
woordparen staat de klinker voor een stemloze medeklinker. Spreek de woorden uit en probeer een
verschil te maken in klinkerlengte voor stemhebbende medeklinkers (relatief lange klinkers) en voor
stemloze medeklinkers (relatief korte medeklinkers). Als je iemand hebt om samen mee te oefenen, dan
kun je om de beurt één van de woorden van een woordpaar kiezen en uitspreken, en de ander laten
raden welk woord je gekozen had.
(1)a
robe
[r-oo-oo-b]
rope
[r-oo-p]
(1)b
booed [b-oe-oe-d]
boot
[b-oe-t]
(1)c
knees [n-ie-ie-z]
niece
[n-ie-s]
(1)d
league [l-ie-ie-g]
leak
[l-ie-k]
(1)e
bird
[b-uh-uh-d]
Bert
[b-uh-t]
(1)f
hard
[h-a-a-(r)-d]
heart
[h-a-(r)-t]
(1)g
lied
[l-ai-ai-d]
light
[l-ai-t]
(1)h
lies
[l-ai-ai-z]
lice
[l-ai-s]
(2)a
rib
[r-ɪ-ɪ-b]
rip
[r-ɪ-p]
(2)b
ridge
[r-ɪ-ɪ-dch]
ritch
[r-ɪ-tch]
(2)c
cod
[k-oh-oh-d]
cot
[k-oh-oh-d]
(2)d
bed
[b-e-e-d]
bet
[b-e-t]
(2)e
dog
[d-oh-oh-g]
dock
[d-oh-k]
(2)f
mad
[m-æ-æ-d]
mat
[m-æ-t]
(2)g
food
[f-oe-oe-d]
foot
[f-oe-t]
41
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
Can you get him a cap/cab?
We’ll have to wade/wait.
What do I like most? Peas/Peace!
He looked at her ice/eyes.
They are beginning to leaf/leave.
a.
I’ll ring for one now.
b.
He can have mine.
a.
Yes, the water’s rising fast.
b.
That’s OK. I’m not in a hurry.
a.
I prefer carrots.
b.
I prefer a busy city centre.
a.
Was he thirsty?
b.
Did he fancy her?
a.
Autumn must be on its way.
b.
I will miss them!
Meer oefening
Op de website van deze gids kun je online verder werken aan het maken van korte en lange klinkers.
42
Probleem 4. Lastige klinkers: de TRAP-vowel
Deze unit gaat over de uitspraak van de klinker die voorkomt in het Engelse woord trap. Deze klinker
wordt daarom de TRAP-vowel(=klinker) genoemd. De TRAP-vowel is de Engelse klinker waar
Nederlanders de meeste moeite mee hebben en die de grootste impact heeft op je verstaanbaarheid.
Voordat we deze en andere klinkers gaan bespreken, is het nodig om eerst wat achtergrond geef
over de uitspraak van klinkers in het algemeen. Kijk hiervoor naar onderstaande lijst met woorden en
spreek ze hardop voor jezelf uit. Wat valt je op?
(1)a
bury
(1)b
friend
(1)c
Geoffrey
(1)d
leisure (Engelse uitspraak met ‘e’)
(1)e
says
(1)f
sweater
(1)g
Thames
(1)h
better
Het zal je opgevallen zijn dat de klinkers in deze woorden allemaal op een andere manier geschreven zijn
maar hetzelfde worden uitgesproken, namelijk als ‘e’. Kijk nu ook naar de volgende lijst met woorden en
lees ze weer hardop voor. Wat valt je hier op?
(2)a
bone
(2)b
done
(2)c
gone
(2)d
cord
(2)e
word
(2)f
womb
(2)g
woman
(2)h
women
Hier hebben we precies de omkeerde situatie: de klinkers in deze woorden worden allemaal op
eenzelfde manier geschreven maar op een andere manier uitgesproken. Wat deze vergelijking laat zien is
43
dat er geen één-op-één relatie is tussen de spelling en de uitspraak van klinkers. Letters kunnen daarom
niet gebruikt worden om aan te duiden hoe klinkers worden uitgesproken. Om aan dit probleem
tegemoet te komen hebben een groep Britse en Franse taaldocenten in 1883 het zogenaamde
International Phonetic Alphabet (IPA) opgesteld. In het IPA hebben alle klanken van alle talen in de
wereld een apart symbool gekregen. Hier zie je een afbeelding van het IPA. Dit is ter illustratie; je hoeft
de symbolen niet te begrijpen of uit je hoofd te leren! De klinkers in de woorden van onze lijst (2)
hebben in het IPA dus ook allemaal een apart symbool.1
(2)a’
bone
[əʊ]
(2)b’
done
[ʌ]
(2)c’
gone
[ɒ]
(2)d’
cord
[ɔː]
(2)e’
word
[ɜː]
(2)f’
womb [ʊ]
(2)g’
woman [uː]
(2)h’
women [ɪ]
Ik geef je nu een overzicht van de klinkers die voorkomen in het standard Brits accent RP.2 Elke klinker in
het overzicht heeft een naam. De naam van de klinker is gebaseerd op een woord waarin de klinker
voorkomt (Wells 1986). Bijvoorbeeld, de klinker ‘æ’ komt voor in het woord trap and wordt daarom de
TRAP-vowel genoemd. In het overzicht worden de klinkers vergezeld van hun IPA-symbool en twee
voorbeeldwoorden. Je kunt de uitspraak van de klinkers beluisteren op de website Guide to English
Phonetic Symbols van Oxford University Press (http://www.oupchina.com.hk/dict/phonetic/home.html,
klik op Phonetic Symbols). We beginnen met de korte klinkers.
(3) Korte klinkers in RP
a.
kit-vowel
[ɪ]
fit, sit
b.
1
dress-vowel
[e]
Het IPA heeft een eigen website: http://www.langsci.ucl.ac.uk/ipa/.
Zoals nog steeds gebruikelijk in Engels taalonderwijs in Nederland, gebruik ik het standaard Brits Engels als model.
In Hoofdstuk 3 worden verschillen met de Amerikaanse uitspraak besproken.
2
44
bed, ten
c.
trap-vowel
[æ]
bad, hat
d.
foot-vowel
[ʊ]
put
e.
strut-vowel
[ʌ]
cup, drum
f.
lot-vowel
[ɒ]
got, shot
g.
about-vowel
[ə]
(‘shwa’)
ago, never
De laatste korte klinker in (g) heeft zelfs een naam en wordt ‘shwa’ genoemd.
Vervolgens zijn dit de lange klinkers van RP. Het diacritic ːgeeft aan dat de klinker lang is.
(4) Lange klinkers in RP
a.
fleece-vowel
[ iː]
feet, see
b.
nurse-vowel
[ɜː]
bird
c.
goose-vowel
[uː]
food, too
d.
thought-vowel [ɔː]
saw, short
e.
palm-vowel
[ɑː]
arm, fast
Tenslotte staan hieronder de tweeklanken van RP. Een tweeklank, de naam zegt het al, is een combinatie
van twee klinkers die samen uitgesproken worden. Dit is anders dan twee aparte klinkers die na elkaar
worden uitgesproken zoals bijvoorbeeld in de naam van onze voormalige koningin Beatrix (Be.a.trix). Het
Nederlands heeft ook tweeklanken: ‘ui’, ‘ij’/ ‘ei’ en ‘eu’. We zijn daar berucht om, buitenlanders vinden
ze onuitspreekbaar!
45
(5) Tweeklanken in RP
a.
face-vowel
[eɪ]
page, say
b.
price-vowel
[aɪ]
five, sky
c.
choice-vowel
[ɔɪ]
boy, join
d.
mouth-vowel
[aʊ]
flower, now
e.
goat-vowel
[əʊ]
home, low
f.
near-vowel
[ɪə]
here, beer
g.
square-vowel [eə]
care, hair
h.
cure-vowel
[ʊə]
tour, sure3
In het IPA wordt de uitspraak van klinkers weergegeven in een zogenaamde klinkerdriehoek. Dit
is de klinkerdriehoek.
3
De tweeklanken NEAR, SQUARE en CURE worden alleen gebruikt door sprekers die niet rhotisch zijn. Rhotische
sprekers gebruiken een korte klinker (bijvoorbeeld voor near --> [nɪə] v [nɪr]). Hedentendage spreken
Engelstaligen woorden met de CURE-vowel ook steeds vaker uit met de lange THOUGHT-vowel in woorden zoals
sure en poor.
46
Figuur 1: Klinkerdriehoek 1 (IPA)
Je kunt de klinkerhoek zien als een dwarsdoorsnede van onze mondholte. De linkerzijde van de
klinkerdriehoek is de voorkant van onze mondholte en de rechterzijde de achterkant. De klinkerdriehoek
is asymmetrisch omdat we meer ruimte hebben voorin onze mondholte dan achterin.
De verticale lijnen in de klinkerdriehoek geven de vorm aan van de kaak bij het uitspreken van
een klinker. De kaak kan open zijn, of meer gesloten, of een middenvorm hebben tussen open en
gesloten in. Je kunt dit zelf goed voelen wanneer je eerst de klinker ‘ie’ in het Engelse woord fleece
uitspreekt en vervolgens de Nederlandse klinker ‘aa’ in het woord baan. ‘ie’ is een gesloten klinker en ‘a’
een open klinker. Als je achterelkaar ie-aa–ie-aa zegt, dan voel je je kaak bewegen, en je mond sluiten en
weer helemaal opengaan. Dat is ook de reden waarom dokters vragen ‘aaa …’ te zeggen als ze goed zicht
willen krijgen op wat eraan scheelt!
De horizontale lijnen in klinkerdriehoek 1 geven de plaats aan van de tong bij het uitspreken van
een klinker. De tong kan voorin de mondholte zijn, of meer achterin, of een plaats hebben in het midden
van de mondholte. Je kunt dit ook zelf voelen wanneer je eerst weer de klinker ‘ie’ in het Engelse woord
fleece uitspreekt en vervolgens de klinker ‘oe’ in het Engelse woord goose. ‘ie’ wordt voorin de mond
uitgesproken en ‘oe’ achterin. Als je achterelkaar ie-oe–ie-oe zegt, dan voel je je tong van voren naar
achter bewegen.
Ten slotte geven de knopen in de klinkerdriehoek de vorm aan van de lippen bij het uitspreken
van een klinker. De lippen kunnen gerond of ongerond zijn. Klinkers die links van een knoop staan zijn
ongerond, en klinkers die rechts van een knoop staan gerond. Wederom kun je dit zelf goed voelen
wanneer je eerst de klinker ‘ah’ in het Engelse woord palm uitspreekt en vervolgens de klinker ‘oh’ in het
Engelse woord lot. ‘ah’ is ongerond en ‘oh’ gerond. Als je achterelkaar ah-oh–ah-oh zegt, dan voel je je
lippen ronden en weer een neutrale vorm aannemen.
In klinkerdriehoeken 2 en 3 staan alleen de klinkers die in het Engels en het Nederlands
voorkomen.
47
Figuur 2: Klinkerdriehoek 2: Standaard Brits Engelse klinkers (RP)
Figuur 3: Klinkerdriehoek 3: Standaard Nederlandse klinkers (ABN)
Als je klinkerdriehoek 2 met klinkerdriehoek 3 met elkaar vergelijkt, dan zie je dat de Engelse TRAP-vowel
‘æ’ in het Nederlands niet bestaat. Wat Nederlanders daarom geneigd zijn te doen is om in plaats van de
TRAP-vowel een andere klinker te gebruiken die qua uitspraak de TRAP-vowel het dichtst benadert;
namelijk ‘e’ in het Nederlandse woord het. De klinker ‘e’ kent het Engels echter ook, maar deze komt
voor in andere woorden zoals dress (de DRESS-vowel). Een Nederlandse uitspraak van TRAP als DRESS
doet Engelstaligen daarom woorden zoals salary (salaris) als celery (selderij) in de oren klinken, bag (tas)
als beg (bedelen), en had (gehad) als head (hoofd).
De TRAP-vowel is echt veel meer een open klinker dan de DRESS-vowel. De TRAP-vowel is
eigenlijk beter vergelijkbaar met de volledig open Nederlandse klinker ‘aa’ in baan, dan met de klinker ‘e’
in het of dress. Een adequate uitspraak van de TRAP-vowel is van groot belang voor je verstaanbaarheid.
Het Engels kent vele ‘minimal pairs’ zoals salary-celery, waarbij het verschil in betekenis geheel en alleen
bepaald wordt door het uitspreken van de TRAP-vowel of de DRESS-vowel.
Aan het begin van deze unit hebben we ondervonden dat de spelling van klinkers in Engelse
woorden vaak een slechte voorspeller is van de manier waarop de klinkers worden uitgesproken. Met
betrekking tot de TRAP-vowel en de DRESS-vowel zijn er wel grote lijnen te duiden. Spelling kan aan de
andere kant dus ook juist uitspraak helpen bepalen! TRAP-woorden zijn vaak gespeld met ‘a’.
Voorbeelden hiervan staan hieronder in (6):
(6)
TRAP-woorden
gespeld met ‘a’:
trap, bat, hand, cash, travel, carry, barrel, Paris
DRESS-woorden zijn vaak gespeld met ‘e’ of ‘ea’. Voorbeelden hiervan staan hieronder in (7), alsmede
uitzonderingen op dit patroon:
(7)
DRESS-woorden
gespeld met ‘e’ en ‘ea’:
a.
dress, pet, bed, went
b.
bread, head, dead, read (past tense of read), sweat, breath
48
uitzonderingen:
c.
any, many, Thames
d.
says, said
e.
ate, again, against
f.
friend, Leicester (Square) bury
In een eerste oefening hieronder kun je zelf onderscheid proberen te maken tussen de TRAPvowel en de DRESS-vowel in ‘minimla pairs’. Onthoud daarbij de volgende punten:
Tips voor een adequate TRAP-vowel

Het maken van een onderscheid tussen de TRAP-vowel en de DRESS-vowel is van groot belang
voor je verstaanbaarheid.

Spreek de TRAP-vowel zo open mogelijk uit (denk aan ‘aa’ in baan).

Amerikanen gebruiken de TRAP-vowel in woorden waar Engelsen de PALM-vowel gebruiken
(bijvoorbeeld dance, half, banana, zie hoofstuk xx).

TRAP-woorden zijn vaak geschreven met ‘a’ en DRESS woorden met ‘e’ of ‘ea’.
Een eerste oefening in de TRAP-vowel
In de volgende woordparen heeft het eerste woord de TRAP-vowel en het tweede woord de DRESS
vowel. Spreek de woorden uit en probeer een onderscheid te maken tussen TRAP en DRESS. Als je
iemand hebt om samen mee te oefenen, dan kun je om de beurt één van de woorden van een
woordpaar kiezen en uitspreken, en de ander laten raden welk woord je gekozen had. Vervolgens kun je
49
proberen de woorden in context te gebruiken door er zinnen mee te maken op de aangegeven manier.
1.
sand (zand) – send (sturen)
2.
sad (treurig) – said (zei)
3.
bag (tas) – beg (bedelen)
4.
man (1 man) – men (meer mannen)
5.
lag (achterstand) – leg (been)
6.
than (dan) – then (toen)
7.
land (land, landen) – lend (uitlenen)
8.
bad (slecht) – bed (bed)
I don’t like his bad/bed habits. Why don’t you tell him to change his behaviour?
Why don’t you tell him to go and sleep elsewhere?
Quiz
Welke van de onderstaande woorden heeft een klinker die verschilt van de klinker van de andere vier
woorden? Is dat de TRAP- of de DRESS-vowel?
lad
-
cash
-
catch
-
many -
hat
Meer oefening
Op de website van deze gids staan meer online oefeningen met de TRAP-vowel.
Weetje
The Great Vowel Shift
De discrepantie tussen spelling en uitspraak in het Engels heeft zijn oorsprong in een grote
taalverandering in de Engelse taal. Schattingen zijn dat deze taalverandering rond het jaar 1450 heeft
plaatsgevonden. De taalverandering staat bekend als “The Great Vowel Shift”. In de klinkerdriehoek ziet
de Great Vowel Shift er uit zoals in Figuur 4.
50
Figuur 4: The Great Vowel Shift
Het resultaat van de taalverandering was dat sprekers lange klinkers in woorden gingen uitspreken met
een andere lange klinker; namelijk, met een wat meer gesloten klinker. In termen van de klinkerdriehoek
schoven de lange klinkers in woorden allemaal een plaatsje op naar boven. De klinkers die niet verder op
konden schuiven omdat ze anders de klinkerdriehoek zouden uitschuiven, werden tweeklanken. Net
stoelendans!
Voor 1450 bestond de mismatch tussen spelling en uitspraak in het Engels dus nog niet in dezelfde grote
mate, en klonk het Engels nog veel meer als het Nederlands.
Nederlands
Engels voor 1450
Engels na 1450
naam
name [aː]
name [e ː] (neem)
zweet
sweet [eː] (zoet)
sweet [iː] (sweet)
tijd
time [iː]
time [aɪ] (taim)
boon
moon [o ː]
moon [u ː] (moen)
huis
house [u ː]
house [aʊ] (haus)
Tabel 1: De uitspraak van Nederlandse en Engelse woorden voor en na de Great Vowel Shift
In Engelse accenten die gesproken worden in London en Australië (dat in eerste instantie bevolkt werd
door veroordeelden uit gevangenissen in London) heeft er nog een verdere “diphthong shift”
opgetreden in de uitspraak van tweeklanken. Een goed voorbeeld hiervan is de crocodile man Steve
Irwin. Hij is helaas omgekomen maar op Youtube zijn er genoeg filmpjes van hem te vinden waarin dit
goed te horen is. Probeer er maar eens eentje waarin hij een snake (sneɪk --> snaik) tracht te
bedwingen. In het Nederlands lijkt momenteel een vergelijkbare taalverandering aan de gang van ‘ei’
naar ‘ai’. bij Deze werd ontdekt door de taalkundige Jan Stroop toen hij Trijntje Oosterhuis “blaif bai mai”
hoorde zingen (blijf bij mij). Hij heeft de taalverandering Poldernederlands genoemd Volgens Jan Stroop
is deze taalverandering geïnitieerd door carrièrevrouwen. Dit is bijzonder omdat vrouwen lang altijd juist
51
het standaardialect spraken. Door het doorbreken van het glazen plafond hebben zij het ABN blijkbaar
niet meer nodig om status aan te ontlenen! Er is een website over het Poldernederlands
(http://cf.hum.uva.nl/poldernederlands).
52
Probleem 5. Lastige medeklinkers
De uitspraak van medeklinkers in het Engels verschilt minder sterk van het Nederlands dan de uitspraak
van klinkers. Deze unit gaat over de uitspraak van Engelse medeklinkers waar Nederlanders de meeste
moeite mee hebben en die het belangrijkste zijn voor je verstaanbaarheid.
5.1 Aspiratie van p,t,k
In het Engels worden de stemloze medeklinkers ‘p’, ‘t’ en ‘k’ uitgesproken met een extra stoot adem als
zij aan het begin van een woord of een beklemtoonde lettergreep staan. Dit is te vergelijken met de
letter ‘h’ als ‘huh’ uitspreken. Het heet ‘aspiration’. Aspiration gebeurt niet met de stemhebbende
medeklinkers ‘b’, ‘d’, ‘k’. Op deze manier wordt er een duidelijk onderscheid gemaakt tussen ‘minimal
pairs’ zoals (1)-(3):
(1)
(2)
(3)
a.
pat
b.
bat
a.
tip
b.
dip
a.
cold
b.
gold
(=phat)
(=thip)
(=khold)
Als je p,t,k niet met aspiratie uitspreekt, dan kan b,d,g worden verstaan. Sommige mensen vinden het
“bekakt” klinken, maar hoe meer je aspiration voor je gevoel overdrijft, hoe beter. Engelstaligen vinden
53
dit heel normaal!
Weetje
In 2004 verscheen een artikel in de Engelse krant The Guardian met de titel The English disease: if we all
spoke Japanese, Sars might not be half such a problem.
(http://www.guardian.co.uk/education/2004/jan/20/highereducation.research)
Het artikel bericht dat Dr Sakae Inouye, van de Otsuma Women's University in Tokyo, een verband had
gelegd tussen aspiratie en de dodelijke ziekte SARS (Severe Acute Respiratory Syndrome). Geïnfecteerde
patiënten kunnen SARS overbrengen door kleine spuugdruppels uit te hoesten of te verspreiden als zij
spreken. The Guardian schrijft:
Here are the details of Dr Inouye's reasoning. They are subtle. They are breathtaking. They should
perhaps be read silently.
· The disease called Sars seems to have originated in China.
· China has had millions of visitors from the US, and even more visitors from Japan.
· SOME American visitors (about 70 out of 2,300,000) got the disease, but NO Japanese visitors did.
· There must be a reason for that.
· The reason must be: language. In both Chinese and English, many sounds have a strong
accompanying exhalation of breath - but Japanese has no such sounds.
Zo zie je maar waar aspiration toe zou kunnen leiden! Misschien toch niet zo’n goed idee dan, om
aspiration aan te leren ;-)
54
5.2 f en v
Nederlanders hebben de neiging om de stemhebbende medeklinker ‘v’ als de stemloze medeklinker ‘f’
uit te spreken aan het begin van een woord. Dit komt omdat we dat in het Nederlands ook doen. Spreek
maar eens het woord vork voor jezelf uit en je zal merken dat je ‘fork’ zegt. Het is belangrijk om het
onderscheid te maken omdat er betekenis mee uitgedrukt kan worden, zoals bij very – ferry. Je mag het
best een beetje overdrijven in very of bijvoorbeeld virtually, vote, ever, give.
5.3 th (or: the dreaded interdentals)
Een van de Engelse medeklinkers die Nederlanders (en de meeste andere Engelse taalleerders) het
moeilijkst vinden van allemaal is ‘th’. Daar is een stemloze en stemhebbende variant van. In het
International Phonetic Alphabet hebben deze twee varianten twee verschillende symbolen gekregen: [ð]
en [θ]. Voorbeelden van woorden waarin zij voorkomen zijn respectievelijk they en thing. Nederlandse
en andere taalleerders gebruiken er vaak [d] (dey), of [t] (ting), of [s] (sing) voor in de plaats. Een
Nederlandse politicus zei eens “Politicians and business leaders are losing face” [=leiden gezichtsverlies]
terwijl hij “Politicians and business leaders are losing faith” [=verliezen vertrouwen] bedoelde.
Sprekers van Engelse dialecten zoals het Londonse Cockney gebruiken ook een andere klank dan ‘th’,
namelijk [f]: thing --> fing.
Dit is allemaal niet zo verwonderlijk. Van alle medeklinkers die er zijn komt ‘th’ het minst vaak voor in de
talen van de wereld; namelijk, in 9%. Vergelijk dit met bijvoorbeeld ‘t’ en ‘d’ die in vrijwel alle talen
voorkomen. ‘th’ is ook de medeklinker die Engelse kinderen het laatst leren in hun taalontwikkeling.
Weetje
In de communicatie tussen piloten en luchtverkeersleiders mogen sommige belangrijke vliegwoorden
niet met ‘th’ worden uitgesproken; bijvoorbeeld, ‘tree’ wordt gebruikt voor three en ‘tousand’ voor
thousand.
55
In grote lijnen komen de stemhebbende ‘th’ [ð] en de stemloze [θ] ‘th’ op deze plaatsen voor.
1. In beginpositie wordt [ð] alleen gebruikt in een paar zgn. functiewoorden, bijvoorbeeld the, they,
there, though, thus.
In andere woorden vinden we [θ], bijvoorbeeld thick, theatre, theory, thousand.
2. In middenpositie [ð] in een paar alledaagse woorden die eindigen in –er, bijvoorbeeld brother,
rather, further, weather, northern, gather, the Netherlands.
Verder [θ], bijvoorbeeld authority, cathedral, anthropology.
3. Aan het einde van een woord [ð] bij alle woorden die eindigen in –the. Vaak zijn dit
werkwoorden, bijvoorbeeld breathe, bathe, clothe, en ook with, smooth.
In andere gevallen –th=[θ], bijvoorbeeld breath, bath, cloth, north, both, health.
4. Let op dat th- wordt uitgesproken als [t] in een paar namen, bijvoorbeeld Thames, Thomas,
Thailand en ook in thyme (tijm).
Je kunt de ‘th’ uitspreken met je tong tussen je tanden. Die zie je in afbeelding XX. Je kunt de ‘th’ ook
afspreken met je tong tegen de achterkant van je tanden.
Afbeelding 1 Uitspraak van de ‘th’
5.4 Sis-klanken: [s], [z], [ʃ], [tʃ], [ʒ] en [dʒ]
Het Engels kent een aantal sis-klanken die het Nederlands niet heeft. ‘s’ (sea) en ‘z’ (zoo) zijn wel
hetzelfde, maar ze worden scherper uitgesproken. [ʃ] (shy) en [ʒ] (genre) worden wat meer naar achter
in de mond uitgesproken dan [s] en [z]. [ʃ] is een beetje zoals ‘sj’ in sjaal, en [ʒ] is een beetje zoals beige.
De uitspraak is alleen meer met getuite lippen en ook scherper. Dit zie je in afbeelding XX.
56
Afbeelding 2. Uitspraak van [ʃ] (shy) en [ʒ] (genre)
Woorden waarin [ʃ] voorkomt zijn bijvoorbeeld shy, sheet, bench en push. Woorden waarin [ʒ] voorkomt
zijn bijvoorbeeld television en genre. [tʃ] en [dʒ] worden affricaten genoemd. Het zijn combinaties van
medeklinkers vergelijkbaar met tweeklanken die combinaties van klinkers zijn. [tʃ] vinden we
bijvoorbeeld in church, match, nature. [dʒ] vinden we bijvoorbeeld in judge, age, soldier, en edge. Voor
de verstaanbaarheid is het belangrijk om de africaten te onderscheiden van ‘ts’ en ‘dz’, zoals
bijvoorbeeld in de volgende ‘minimal pairs’:
(4)
a.
match [tʃ]
v
mats [ts]
b.
witch [tʃ]
v
wits [ts]
c.
watch [tʃ]
v
what’s (in the game) [ts]
Een complicatie met betrekking tot ‘s’ en ‘z’ is dat de letters niet altijd worden uitgesproken zoals ze
geschreven zijn. Er zijn wel een paar algemene patronen te duiden.
‘s’=zelfstandig naamwoord, ‘z’=werkwoord
Zoals uitgelegd in unit XX over klemtoon, zijn er woorden die zowel als een zelfstandig naamwoord als
een werkwoord gebruikt kunnen worden. Op een vergelijkbare manier worden woorden die met ‘s’ (of
‘c’) geschreven zijn, met een [s] uitgesproken als zij als zelfstandig naamwoord worden gebruikt, en met
[z] als zij als werkwoord worden gebruikt. Hier zijn een paar voorbeelden.
(5)
(6)
(7)
a.
That’s no use[=s].
b.
Can I use[=z] your phone?
a.
They shouted abuse[=s] at the referee.
b.
They were heard to abuse[=z] the referee.
a.
I find that a very lame excuse[=s].
57
(8)
b.
Excuse[=z]-me …
a.
He asked me for my advice[=s].
b.
Could you advise[=z] me on the purchase of a car?
Meervoud –s
Het meervoud suffix –s wordt op verschillende manieren uitgesproken:

na de sis-klanken [s, z, ʃ, tʃ, ʒ en dʒ] --> [ɪz], bijvoorbeeld in buses[=ɪz], wishes[=ɪz]
De meervoudsvormen van analysis, hypothesis, crisis hebben een ‘e’ in spelling en een lange
klinker [iez]: analyses[=iez], hypotheses[=iez], crises[=iez]

na de stemloze medeklinkers [p, t, k, f, θ, s] --> [s], bijvoorbeeld sweets, lips, sits

elders (na stemhebbende medeklinkers, klinkers), s --> [z], bijvoorbeeld fags[=z], roads[=z],
stars[=z]

de werkwoordsvormen has, was, is, does hebben trouwens ook [z]
Verleden tijd -ed
Er is een vergelijkbaar patroon voor het verleden tijd suffix –ed:

na [t, d], -ed --> [ɪd], bijvoorbeeld folded[=ɪd]

dit is ook zo voor bijvoeglijke naamwoorden die van werkwoorden zijn afgeleid, bijvoorbeeld a
learned[=ɪd] man, a crooked[=ɪd] thief, dearly beloved[=ɪd],a wicked[=ɪd] game, wretched[=ɪd]
circumstances. Er zijn een paar uitzonderingen, bijvoorbeeld a marked[=t] improvement,
supposed[=d] advantages, alleged[=d] crime maar hun bijwoorden hebben wel weer [-ɪdli]:
markedly different, supposedly helpful, allegedly involved

na stemloze medeklinkers behalve ‘t’, -ed --> [t], bijvoorbeeld looked[=t], searched[=t]

elders -ed --> [d], bijvoorbeeld seemed, saved
Micellaneous

‘ss’ is meestal [s] (assist) met een paar uitzonderingen (possess heeft [z])

korte woorden die eindigen in –sy hebben [z], bijvoorbeeld easy, busy, noisy, lousy

‘s’ tussen twee klinkers is over het algemeen [s], bijvoorbeeld conversation, university

woorden met ‘g’ die uit het Frans komen hebben [ʒ], bijvoorbeeld genre, regime, prestige. Ook
woorden die eindigen in –sure hebben vaak [ʒ], bijvoorbeeld pleasure, measure, leisure en
58
exposure. Hetzelfde geldt voor woorden die eindigen in het suffix –sion. Dit suffix wordt gebruikt
om van werkwoorden zelfstandige naamwoorden te maken.
(9)

conclude
-
conclusion
decide
-
explode
provide
(10)
confuse
-
confusion
decision
supervise
-
supervision
-
explosion
convert
-
conversion
-
provision
divert
-
diversion
sommige woorden die geschreven worden met ‘g’ hebben [dʒ] in de uitspraak, bijvoorbeeld
exaggerate, gender, gem, gesture, giant, ginger, giraffe, gipsy. Ook de eerste ‘g’ in gigantic (de
tweede ‘g’ wordt weer als [g] uitgesproken)

[tʃ] en [dʒ] komen regelmatig voor in etenswaar! Voorbeelden zijn: potato chips, cherry
doughnut, orange juice, jumbo shrimp, cheddar cheese, chewing gum, chocolate-chip cookie,
strawberry jam, gin, chicken legs, etc.
In een paar eerste oefeningen hieronder kun je zelf medeklinkers uitproberen: Onthoud daarbij de
volgende punten:
Tips voor een adequate uitspraak van medeklinkers:

Aspireer ‘p’, ‘t’ en ‘k’ aan het begin van een woord (pat=phat, tip=thip, cold=khold)

Spreek ‘v’ aan het begin van een woord niet uit als [f] (very/ferry)

Besteed aandacht aan ‘th’ (faith/face)

Spreek de sisklanken [s], [z], [s], [z], [ʃ], [tʃ], [ʒ] en [dʒ] scherp uit en maak een onderscheid
tussen [ts] en de africaat [tʃ] (mats/match)
En ook:

Spreek de Engelse ‘w’ uit met geronde lippen (in bijvoorbeeld west). In het Nederlands doen we
dat niet (probeer maar).

Spreek geen uh-klank uit tussen [l] en andere medeklinkers zoals wij dat in het Nederlands wel
doen in fillum en melluk (film, milk)
59
Een eerste oefening in aspiration
In de volgende ‘minimal pairs’ heeft het eerste woord een geaspireerde ‘p’, ‘t’, of ‘k’ en het tweede
woord een ongeaspireerde ‘b’, ‘d’ of ‘g’. Spreek de woorden uit en probeer een onderscheid te maken.
1.
pea – bee
2.
peach – beach
3.
tent – dent
4.
coat – goat
5.
cap – gap
6.
tie – die
Als je iemand hebt om samen mee te oefenen, dan kun je om de beurt één van de volgende zinnen
uitspreken, en de ander laten raden welk woord je gekozen had.
1. I can’t stand peas/bees.
2. What an amazing peach/beach!
3. They found a large tent/dent.
4. She went to the market to buy a coat/goat.
5. He didn’t know what to do about the cap/gap.
6. He didn’t want the tie/to die.
Een eerste oefening in de dreaded ‘th’
In de volgende ‘minimal pairs’ heeft het eerste woord een ‘th’ (stemhebbend [ð] of stemloos [θ]), en het
tweede woord een andere medeklinker [t], [d] of [s]. Spreek de woorden uit en probeer een
onderscheid te maken. Als je iemand hebt om samen mee te oefenen, dan kun je om de beurt één van
60
de woorden van het ‘minimal pair’ uitspreken, en de ander laten raden welk woord je gekozen had.
1.
thank (bedanken) – tank (tank)
2.
math (wiskunde) – mat (mat)
3.
boat (boot) – both (beiden)
4.
thin (dun) – tin (blik)
5.
tree (boom) – three (3)
6.
clothe (kleden) – close (dichtbij)
7.
they (zij) – day (dag)
8.
den (schuilplaats) – then (toen)
Een eerste oefening in [ʒ]
Kies het passende woord en spreek de zin dan uit.
exposure
explosion
confusion
diversion
decision
pleasure
division
1.
To go running in the countryside is my favourite ____________.
2.
There is a great ____________ between the two party candidates.
3.
Are you here on business or for _________________?
4.
The board will be announcing an important ____________ today.
5.
When the helicopter hit the crane there was a loud ____________.
6.
The media has brought much more _______________ to English than there was before.
7.
There was some _____________ because the instructions were unclear.
Een eerste oefening in [ʃ] en [tʃ]
In de volgende ‘minimal pairs’ heeft het eerste woord [ʃ] en het tweede woord [tʃ]. Probeer weer het
onderscheid te maken.
1.
share (deel) – chair (stoel)
2.
sheep (schaap) – cheap (goedkoop)
61
3.
mash (stampen) – match (wedstrijd)
4.
cash (los geld) – catch (vangen)
5.
wish (wens) – witch (heks)
6.
wash (wassen) – watch (kijken)
62
Probleem 6. Misleidende spelling
Bij de kennismaking met het IPA in unit XX merkten we op dat Engelse spelling regelmatig niet
overeenkomt met hoe woorden uitgesproken worden. We hebben daar al wat voorbeelden van gezien.
Hieronder staan nog een paar voorbeelden die handig zijn om te onthouden.
6.1 Silent letters
In sommige woorden worden bepaalde letters en lettercombinaties niet meer uitgesproken. Historisch
was dat wel het geval en het gebeurt ook nog steeds in andere talen; vergelijk bijvoorbeeld het Engelse
woord knee met het Nederlandse woord knie. Deze onuitgesproken letters worden ook wel “silent
letters” genoemd. Sommige van de silent letters zijn nooit uitgesproken geweest en als versiersel in de
woorden geplaatst. Dit gebeurde in een tijd dat er opgekeken werd tegen talen zoals het Latijn. De ‘b’ in
het Engelse woord debt komt van het Latijnse woord debitum. Het oorspronkelijke Engelse woord was
dette. De Engelsen hebben de ‘b’ in debt nooit uitgesproken maar zijn ‘m ook nooit meer kwijtgeraakt!
Silent p voor s, n, t, aan het begin van een woord, bijvoorbeeld psychology, pseudo, psalm, pneumonia,
en ook in cupboard en receipt.
Silent t in –stle, bijvoorbeeld castle, whistle, en aan het einde van werkwoorden met –sten, bijvoorbeeld
listen, fasten, hasten. Ook in Christmas, mortgage, often.
Silent k en g voor ‘n’ aan het begin van een woord, bijvoorbeeld know, knight, gnome.
Silent b aan het eind van een woord in combinaties met ‘mb’ en –bt(le), bijvoorbeeld lamb, bomb, womb
en in doubt, debt, subtle.
Silent d in Wednesday, handkerchief en handsome. Je hoeft ‘d’ ook niet uit te spreken in friends, hands,
landscape.
Silent g voor ‘m’ en ‘n’ aan het einde van een woord, bijvoorbeeld paradigm, reign, foreign.
Silent l in de combinaties –alm en –alf aan het einde van een woord, bijvoorbeeld calm, half, calf, on
behalf. Hetzelfde geldt voor –alk, bijvoorbeeld walk, talk, chalk, en er is ook een silent l in salmon (zalm).
63
Silent c in bijvoorbeeld science, scissors, muscle en indict.
Silent s in bijvoorbeeld island, isle.
Silent w in bijvoorbeeld sword, answer, who, whose, wrap, wrong, wrist.
Silent a in bijvoorbeeld marriage, carriage, parliament.
Silent h in bijvoorbeeld honest, hour, honour. Veel van deze woorden komen uit het Frans en de Fransen
staan bekend om hun h-dropping! (un (h)eure). Omgekeerd spreken Fransen vaak de h niet in Engelse
woorden als ze Engels spreken. In hoofdstuk 2 stond hoe dit tot bijna tot oorlog leidde.
64
6.2 ‘ch’
‘ch’ aan het begin van een woord kan op drie verschillende manieren uitgesproken worden:
(xx)
a.
ch=[ tʃ], bijvoorbeeld church, match
b.
ch=[ʃ ] in Franse woorden, bijvoorbeeld champagne, chic, mustache, brochure
c.
ch=[k] in Griekse woorden, bijvoorbeeld, architect, (head/tooth)ache, archive, chaos,
chemistry, chemotherapy, choir, chord, Christian, echo, monarchy, mechanic, orchestra,
psychology, scheme en stomach.
6.3 Spelling van de LOT-vowel en de THOUGHT-vowel
Woorden die uitgesproken worden met de LOT- en de THOUGHT-vowel, worden niet altijd gespeld met
‘o’. Een veel voorkomende letter is ‘a’. Laat je hierdoor niet verleiden(=misleiden), en zeg ‘oh’, niet ‘ah’,
in woorden zoals die hieronder staan.
LOT-woorden (oh)
1. (o) dog, body, holiday
2. (wa) was, want, swan, wash, what
3. (qua) quality, squash
4. (o-e) gone
5. (ough) cough
6. (ow) knowledge
7. (au) because, sausage, Austria, Australia
8. yacht
65
THOUGHT-woorden (ohhh)
1. (aw) law, saw, draw
2. (ou) fought, ought
3. (au) daughter, caught, auction
4. (al(l) all, small, call, walk, talk, always, also, salt, false
5. (war) war, warn, warm, wardrobe
6. water
7. (qua) quarter, quartet
Tips voor een adequate uitspraak van misleidende spelling:

Wees op je hoede voor “silent letters” (receipt=recei_t)

‘ch’ kan op drie verschillende manieren worden uitgesproken (match[= tʃ], v champagne [=ʃ],
en chaos[k])

‘a’ in spelling=‘oh’ in uitspraak (was/wardrobe)
66
Quizzes
Welke van de volgende woorden zijn homoniemen? (=woorden op eenzelfde manier uitgesproken)
1.
would – wood
9.
pool – pull
2.
caught – court
10.
tide – tied
3.
weight – wait
11.
course – coarse
4.
beg – bag
12.
suit – suite
5.
queue – cue
13.
loose – lose
6.
sighed – side
14.
cease – seize
7.
knew – new
15.
said – sad
8.
comb – come
16.
won – one
(1, 2, 3, 5, 6, 7, 10, 11, 14, 16)
Probeer een homoniem te bedenken voor de volgende woorden:
1.
sale
7.
wear
2.
piece
8.
reign
3.
steel
9.
hole
4.
suite
10.
fare
5.
plain
11.
mail
6.
seize
12.
dye
Welke van de volgende woorden rijmen?
1.
penny – many
9.
heard – occurred
2.
golf – wolf
10.
showed – vowed
3.
bury – fury
11.
steak – lake
4.
none – tone
12.
worm – storm
5.
clue – shoe
13.
glow – cow
6.
plant – aunt
14.
bear – fear – beer
7.
stage – gauge
15.
quay – tray
8.
veil – whale
16.
variable – reliable
(1, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 14*)
67
Meer oefening
Op de website van deze gids staan meer online oefeningen om je van misleidende spelling bewust te
maken.
68
Probleem 7. Lastige klinkers: de STRUT-vowel
Deze unit gaat over de uitspraak van de klinker die voorkomt in het Engelse woord strut (=to walk
proudly). Deze klinker wordt daarom de STRUT-vowel genoemd. Samen met de TRAP-vowel is dit de
Engelse klinker waar Nederlanders de meeste moeite mee hebben. Een inadequate uitspraak van de
STRUT-vowel heeft minder impact heeft op je verstaanbaarheid dan in het geval van TRAP. Door een
adequate uitspraak van STRUT ga je wel een stuk minder Nederlands klinken.
7.1 De uitspraak van de STRUT-vowel
Als we weer de klinkerdriehoeken voor het Nederlands en het Engels met elkaar vergelijken, dan zie je
dat de Engelse klinker STRUT [ʌ] in het Nederlands niet bestaat.
Figuur 2: Klinkerdriehoek 2: STRUT-vowel in het Standaard Brits Engels (RP)
Figuur 3: Klinkerdriehoek 3: Ontbreken van de STRUT-vowel in het Standaard Nederlands
Nederlanders zijn daarom geneigd om in plaats van de STRUT-vowel een andere klinker te gebruiken,
namelijk de klinker die voorkomt in LOT (de LOT-vowel) en de klinker die voorkomt in het Nederlandse
woord put. Dit komt omdat STRUT-woorden vaak met een ‘o’ of ‘u’ gespeld worden. In 7.2 hieronder
staan daar een heleboel voorbeelden van. De STRUT-vowel is eigenlijk veel meer vergelijkbaar met de
korte klinker ‘ɑ’ die voorkomt in het Nederlandse woord pan. STRUT en pan hebben met elkaar gemeen
dat het allebei ongeronde klinkers zijn. Zij verschillen hierin van de klinkers in LOT en put, die allebei
gerond zijn.
7.2 De spelling van de STRUT-vowel
Bijna alle STRUT-woorden worden geschreven met ‘o’ of ‘u’. In (1) en (2) vind je een lijst met alle STRUTwoorden. Collins (2008, p. 61) noemt deze “the worry words”.
STRUT gespeld met ‘u’:
69
(1)
sun, fun, such, much
STRUT gespeld met ‘o’:
(2)a
done, none, son, won, one
(2)b
honey, money
(2)c
front, month
(2)d
London, Monday, wonderful
(2)e
onion, sponge
(2)f
above, love
(2)g
colour, cover
(2)h
come, some
(2)g
other, mother
(2)k
nothing, worry
(2)l
country, young, touch, southern, cousin, courage
(2)m
enough, tough, rough
(2)n
does
Sponge Bob
In een eerste oefening op pagina 73 kun je zelf proberen de STRUT-klinker uit te spreken en te
onderscheiden van andere klinkers. Onthoud daarbij de volgende punten:
Tips voor een adequate STRUT-vowel

Laat je niet misleiden door de spelling van STRUT-woorden met ‘u’ of ‘o’. Spreek STRUT niet uit
als de klinker in het Nederlandse woord put of de Engelse LOT.

Houd je lippen ongerond bij het uitspreken van de STRUT-vowel (denk daarbij aan ‘ɑ’ in het
Nederlandse woord pan).

Leer de lijst met worry-woorden uit je hoofd.
70
Meer oefening
Meer online oefeningen met de STRUT-vowel staan op de website van deze gids.
71
Probleem 8. Lastige klinkers: de FOOT-vowel
Deze unit gaat over de uitspraak van de klinker die voorkomt in het Engelse woord foot. Deze klinker
wordt daarom de FOOT-vowel genoemd.
8.1 De uitspraak van de FOOT-vowel
We vergelijken de Engelse en de Nederlandse klinkerdriehoek nog eens met elkaar en zien dat de
Engelse FOOT-vowel [ʊ] in het Nederlands niet bestaat.
Nederlanders zijn daarom geneigd om in plaats van de FOOT-vowel een andere klinker te gebruiken die
qua uitspraak de FOOT-vowel het dichtst benadert. Dit is de klinker die voorkomt in het Nederlandse
woord moe. Deze klinker [uː] ‘oe’ kent het Engels echter ook in woorden zoals goose (de GOOSEvowel). Het is een subtiel verschil maar de FOOT-vowel is een korte klinker (terwijl GOOSE lang is) en
FOOT wordt ook uitgesproken met de mond een klein beetje meer open dan GOOSE en de lippen zijn
wat minder gerond.
8.2 De spelling van de FOOT-vowel
Als je het verschil in uitspraak tussen FOOT en GOOSE machtig bent, dan is aan de hand van de spelling
van woorden vrij goed uit te maken met welke van de twee we te maken hebben. FOOT-woorden
eindigen in –ook, –ood, –ul(l), –ush, of –ould.
FOOT-woorden
(1)a
–ook:
book, crook, hook, look, shook, took
(1)b
–ood:
good, hood (bijvoorbeeld childhood), stood, wood
72
en ook: foot, wool
(1)c
–ul(l)
bull (bulldozer, bulldog, etc.), bullet, bulletin, bully, full, fulfil, -ful (spoonful), pull
(1)d
–ush
bush, ambush, cushion, push
(1)e
–ould
could, should, would
Dit zijn drie heel veel voorkomende werkwoorden. Die kun je goed oefenen met advies geven en
vragen stellen: I think you should … Would/Could you ..?
(1)f
en ook met ‘o’ of ‘u’:
bosom, woman, wolf, butcher, pudding, put, sugar, cuckoo
GOOSE-woorden hebben de volgende spelling:
GOOSE-woorden
(2)a
(oo) moon, soon, spoon, boot, too, zoo
(2)b
(o) do, to, who, two, tomb, womb
(2)c
(oo-e) loose, choose
(2)d
(o-e) move, lose, prove
(2)e
(ou) group, youth, soup, through
(2)f
(u) music, duty, ruthless
(2)g
(u-e) cube, duke, flute, tune, super, huge
(2)h
(ui) juice, suitable, pursuit
(2)i
(ew) chew, new, blew, view
(2)j
(ue) blue, true, Sue, pursue
(2)k
(eu) feud, neutral, pseudo
(2)l
(en ook) shoe, beauty, manoeuvre
In een eerste oefening hieronder kun je zelf onderscheid proberen te maken tussen de FOOT-vowel en
de GOOSE-vowel. Je kunt daar ook de STRUT-vowel van unit 7 oefenen. Onthoud daarbij de volgende
punten:
73
Tips voor een adequate FOOT-vowel

Spreek FOOT-woorden niet uit met de lange klinker van het Nederlandse woord moe en het
Engelse woord GOOSE.

Leer de lijst met FOOT-woorden uit je hoofd.
Een eerste oefening in de STRUT-vowel, de FOOT-vowel en de GOOSE-vowel
Beslis eerst of de volgende woorden STRUT, FOOT of GOOSE hebben. Je kunt hiervoor de lijsten in units 7
en 8 op pagina xx en xx gebruiken. Spreek de woorden dan voor jezelf uit.
pull
shut
soon
shoot
stood
pool
mood
flood
food
full
mud
look
Meer oefening
Op de website van dit gidsje staan meer online oefeningen met de STRUT-vowel.
74
Weetje
The FOOT-STRUT split
Misschien is het je al opgevallen dat Engelse woorden die met ‘oo’ geschreven zijn op drie verschillende
manieren kunnen worden uitgesproken, namelijk met GOOSE (bijvoorbeeld moon), FOOT (bijvoorbeeld
foot) of STRUT (bijvoorbeeld blood). Dit wordt toegeschreven aan een taalverandering die in de 17e
eeuw in het zuiden van Engeland zou hebben plaatsgevonden en door taalkundigen de FOOT-STRUT split
wordt genoemd.
De FOOT-STRUT split is uitgetekend in Figuur X.
Zoals te zien is aan de spelling van ‘oo’-woorden, werden deze woorden oorspronkelijk ook met ‘oo’
uitgesproken. Dit is nog steeds het geval in het Nederlands. Denk bijvoorbeeld aan het Nederlandse
woord boon. Oorspronkelijk heeft het Nederlandse woord boon dus met het Engelse woord moon
gerijmd. The Great Vowel Shift (van unit 4) leidde ertoe dat sprekers sommige Engelse woorden met
‘oo’, zoals moon, met de huidige lange GOOSE-vowel gingen uitspreken (moeoen). Andere woorden met
‘oo’, zoals foot en blood, kregen dezelfde klinker als in de woorden put en fun. De spelling van zulke
woorden (put, fun) laat zien dat deze woorden aanvankelijk met dezelfde klinker werden uitgesproken.
Dit was de FOOT-vowel. In de 17e eeuw vond vervolgens een split plaats, waardoor sommige woorden,
zoals put, FOOT behielden, en andere woorden, zoals fun, een nieuwe klinker kregen: STRUT. Sommige
van de woorden met ‘oo’, zoals foot, vergezelden toen put, en sommigen, zoals blood, vergezelden
STRUT. Overigens hebben sprekers in het noorden van Engeland niet deelgenomen aan deze FOOTSTRUT split. Zij kennen enkel de FOOT-vowel en zeggen ‘stroet’, ‘foen’ en ‘boengee’ voor strut, fun en
bungee. Je kunt dit op You Tube beluisteren als je zoekt naar de film de Full Monty (een film over
werkeloze staalfabriekarbeiders in Sheffield die aan de slag gaan als strippers), of sergeant Lewis (van
Inspector Morse), of bijvoorbeeld Jarvis Cocker (de zanger van de band Pulp). Zij zijn allemaal
“northerners”.
75
Probleem 9. Lastige klinkers: de FACE-vowel en de GOAT-vowel
Deze unit gaat over de uitspraak van de tweeklanken die voorkomen in de Engelse woorden face en
goat. Deze tweeklanken wordten daarom de FACE-vowel en de GOAT-vowel genoemd.
9.1 De uitspraak van de FACE-vowel en de GOAT-vowel
In het Nederlands kennen we de tweeklanken [eɪ] in FACE-woorden en [əʊ] in GOAT-woorden niet. In de
plaats van deze Engelse tweeklanken gebruiken Nederlanders daarom regelmatig twee lange klinkers uit
het Nederlands: voor [eɪ] in FACE-woorden de lange klinker [eː] van zee en voor [əʊ] in GOAT-woorden
de lange klinker [oː] van zo of boot. In de tweeklanken moet je echt een overgang proberen te maken
van [e]-[ eɪ] en [o] naar [əʊ]. De GOAT-vowel klinkt als ‘ooohhhhwww’. Je mag deze voor je gevoel best
een beetje “bekakt” uitspreken.
9.2 De spelling van de FACE-vowel en de GOAT-vowel
De tweeklanken komen in de volgende typen woorden voor:
FACE-woorden
(1)a
(a-e) gate, rate, taste
(1)b
(ei/ey) eight, they
(1)c
(ai/ay) faint, brain, may, way, (Tues)day
(1)d
(en ook in) great, steak, break, gauge (inschatten)
GOAT-woorden
(2)a
(o) go, roll, don’t, so
(2)b
(o-e) home, joke
(2)c
(oa) road, toast
(2)d
(oe) toe, goes
(2)e
(ou) though, shoulder
(2)f
(ow) know, flow
76
Een eerste oefening in de klinkers van het Engels
Match de woorden in (1) en (2) die dezelfde klinker hebben. Je kunt hierbij het overzicht in unit 4 ter
hand nemen. Probeer de klinker ook bij naam te noemen (TRAP, STRUT, FACE, etc.). Spreek de woorden
daarna voor jezelf uit.
(1)
some
nurse
not
bought
boat
price
name
fair
near
sure
(2)
beer
pain
know
tour
square
want
such
always
heard
height
Meer oefening
Meer online oefeningen met FACE en GOAT en andere klinkers van het Engels zijn te vinden op website
van deze gids.
Weetje
77
Op 3 januari 1965 werd de volgende brief gepubliceerd in The Sunday Times. De brief was ingestuurd
door een anonieme inzender.
Pronunciation hints for foreigners
I take it you already know
Of tough and bough and cough and dough?
Others may stumble but not you,
On hiccough, thorough, laugh and through.
Well done! And now you wish, perhaps,
To learn of less familiar traps?
Beware of heard, a dreadful word
That looks like beard and sounds like bird,
And dead: it’s said like bed, not beadFor goodness’ sake don’t call it ‘deed’!
Watch out for meat and great and threat
(They rhyme with suite and straight and debt).
A moth is not a moth in mother
Nor both in bother, broth in brother
And then there’s dose and rose and lose –
Just look them up – and goose and choose,
And cork and work and card and ward,
And font and front and word and sword,
And do and go and thwart and cart –
Come, come, I’ve hardly made a start!
A dreadful language? Man alive.
I’d mastered it when I was five.
78
Probleem 10. Natuurlijke spraak
Anders dan in uitspraakoefeningen, spreken wij in natuurlijke spraak woorden niet los van elkaar uit.
Anders krijg je een onnatuurlijke, hakkelende uitspraak. In natuurlijke spraak worden woorden
vloeiender uitgesproken. Het gaat daarbij om klankprocessen zoals bijvoorbeeld het weglaten van
sommige klanken (elision), het samenvallen van klanken (assimilation, coalescence), het samenvoegen
van woorden, en het zwakker uitspreken van woorden. Hierdoor kan bij Engelstaligen do you klinken als
‘djoe’, want to als ‘wanne’, you are ok as ‘jor ok’, en at home als ‘uht home’. Volgens Walker (2010: 36)
halen de meeste taalleerders de snelheid van natuurlijke spraak niet. Ook stelt hij dat als taalleerders op
een (te) langzaam spreektempo klankprocessen proberen toe te passen, dit ten koste gaat van hun
verstaanbaarheid. Ik besteed er hier daarom geen grote aandacht aan.
Intonatie (zinsmelodie) is een ander aspect van natuurlijke spraak. In zijn algemeenheid kun je
stellen dat Engelsen op een wat hogere toonhoogte spreken dan Nederlanders, en dat zij ook grotere
verschillen in toonhoogte maken als zij spreken. Je mag dat voor je gevoel best wat overdrijven als je
Engels praat. Intonatie draagt bij aan de betekenis van een zin. Je kunt er bijvoorbeeld het onderscheid
tussen een mededeling (I am fine) en een vraag (But how are you?) mee maken. Door middel van
intonatie kun je ook verschillende houdingen uitdrukken. Bijvoorbeeld, als je ‘Really’ uitspreekt met een
dalende intonatie, dan druk je verbazing maar ook instemming uit (He said he didn’t want to do it.
Really. Oh well, I am not surprised actually. It is not his expertise). Als je ‘Really’ uitspreekt met stijgende
intonatie, dan druk je verbazing maar ook ongeloof uit (He said he didn’t want to do it. Really? I can
hardly believe it. Are you sure that you understood it right?) En als je ‘Really’ uitspreekt met een
combinatie van een dalende en stijgende intonatie, dan druk je afkeuring uit (He said he didn’t want to
do it. Really (now). He is such a big girl’s blouse!= a man or a boy who behaves in a way which other men
think is how women normally behave, especially if they are frightened of something).
Het gebruik van een bepaalde intonatie is sterk afhankelijk van de situatie en de context. Dit maakt
79
intonatie moeilijk “(aan) te leren”. Sommige taalkundigen hebben daarom gesteld dat het niet zo veel zin
heeft om intonatie te onderwijzen. Dalton & Siedlhofer (1994: 72-73) zeggen ‘[…] the attitudinal
function of intonation [is] extremely dependent on individual circumstances, and therefore nearly
impossible to isolate out for direct teaching.’ Roach (1991: 169) vindt dat ‘[t]he attitudinal use of
intonation is best acquired by talking with and listening to English speakers.’
Ik vind het wel nuttig dat je probeert zogenaamde tag-questions te gebruiken. Tag-questions, it’s
all in the name, zijn vragen die bestaan uit een zin waar een stukje aan is getagged (vastgemaakt). Als de
zin een bewerende zin is, dan is de tag negatief en heeft de tag-question een dalende intonatie. Deze
constructie wordt gebruikt om overeenstemming te zoeken, zoals in (1a). (In dit kader wordt wel
beweerd dat ze met name door vrouwen gebruikt worden …) Als de zin een ontkennende zin is, dan is de
tag positief en heeft de tag-question een stijgende intonatie, zoals in(1b). Deze constructie wordt
gebruikt om een vraag van verbazing te uiten. Als allebei de zin en de tag positief zijn, zoals in (1c), dan
heeft de tag-question eerst een stijgende intonatie overgaande in een dalende intonatie. Deze
constructie wordt meer gebruikt om de confrontatie te zoeken. (1b) zou gezegd kunnen worden door
iemand die net een bekertje koffie over het toetsenbord van zijn computer heeft omgestoten, en hierom
toegelachen wordt door zijn collega’s.
(1)a
That was funny, wasn’t it?
(1)b
That wasn’t funny, was it?
(1)b
That was funny, was it?!
Wat ook belangrijk is om te doen is het verbinden van woorden in een zin (liaison). In iedere taal worden
woorden met elkaar verbonden maar de mate waarin dit gebeurt, varieert per taal. In het Engels gebeurt
dit veel meer dan in het Nederlands. Nederlanders spreken woorden in een zin relatief los uit, terwijl
zinnen bij Engelsen in feite een continue stroom zijn waarin woorden aan elkaar worden gelinkt. Hier
heb je daar een voorbeeld van: als een woord eindigt in twee medeklinkers en het volgende woord
begint met een klinker, dan wordt de laatste van de twee medeklinkers van het eerste woord
uitgesproken als de eerste medeklinker van het volgende woord. less oil klinkt dan als ‘le soil’ en if at all
als ‘i fa tall’.
80
Een eerste oefening in linking
Oefen linking bij deze samengestelde werkwoorden: hol/d on, lef/t it, fin/d out
Bedenk dan werkwoorden voor de korte zinnen hieronder. Probeer vervolgens weer de zinnen uit te
spreken met linking.
_____ it in.
_____ at me.
_____ it down.
_____ out.
_____ up.
_____ on it.
81
Evaluatie Top-10
1.
Zijn er items in de Top-10 die je moeilijk vindt?
2.
Wat voor strategieën kun je zelf bedenken om je uitspraak van de Top-10 items te verbeteren?
Download