De klanken van het Nederlands - uitspraak De klinkers – vocalen Korte klinkers - 5 korte klinkers: a - e - i - o - u a e i o u (als in Engelse car, bal) (als in Engelse bed, well) (als in Engelse it, stil, is) (als in Engelse stop, cold) (als in Engelse rush, fun, luck) pak pet kip bos rug - man - dag - tas - kast - krant les - pen - bel - west - sterk vis - wit - stil - kind - winst sok - pot - stop - post - grond zus - stuk - druk - rust - kunst Lange klinkers - 5 lange klinkers: aa - ee - ie - oo - uu aa ee ie oo uu (met helemaal open mond) pak - kaas - maan - taal - laars - staart Spreek aa uit met zo ver mogelijk open mond; klinkt als a-klank in Engels kind, white De aa komt niet voor in het Engels. (als in Engelse great, wake) been - leeg - lees - veel - feest - vreemd (als in Engelse beat, see) tien - vier - wiel - niet - fiets - vriend (als in Engelse coat, bowl) oog - boom - rood - brood - post - groots (als oe, met tong onder in mond) uur - muur - bruut - nu - buurt - bruusk Spreek uit als oe-klank (als in Engelse book, good) maar met de tong onder in de mondholte De uu komt niet voor in het Engels. Tweeletterklanken - 5 tweeletterklanken : oe - eu - ij / ei - ou / au - ui oe eu (als in Engelse book, good) boek - goed - koe - boer - hoed - koers (als in Frans feu / of Duits Köln) neus - reus - leuk - heup - steun - breuk Spreek de eu uit als de korte u, maar je doet de punt van je tong beneden tegen je tanden. De klank komt niet voor in het Engels. Drie tweeklanken (diphtongen): ij / ei (gaat van korte e-klank naar ie) mijn - ijs - lijm - rijst - reis - meisje De ij/ei-klank begint bij de e en gaat naar ie - ij en ei zijn dezelfde klank (ei is minder frequent) (verschil met Engelse ai als in find: de klank begint niet met a maar met e) ou / au (als in Engelse now, stout) fout - oud - mouw - trouw - saus - blauw de ou/au klank begint bij a en gaat naar oe - ou en au zijn dezelfde klank – (au is minder frequent) ui (gaat van korte e- naar oe of uu) huis - tuin - fruit - kruis - bruid - juist De ui begint bij e en gaat naar oe of uu (de e-klank spreek je hierbij niet uit) (verschil met ou / au: de klank begint niet met a maar met e) De ui komt niet voor in het Engels. De stomme-e e de stomme e heeft nooit nadruk (als a in Engelse about, of u in fun) ook in –e of –je aan het eind van woord: en in achtervoegsels –el, -em, -en, –er: ook in de voorvoegsels ge-, be-, ver-: en in de achtervoegsels –ig en –lijk: de - je - me - we - ze - te dame - mooie - zoete - huisje - meisje lepel - bodem - kopen - kamer bedankt - geluk - verhaal nodig - dertig - makkelijk - redelijk De ee, oo en eu voor r - ee, oo en eu veranderen van klank voor r ee in eer oo in oor eu in eur ee voor r klinkt als korte i: meer - veer - heer - eerst - veertien oo voor r klinkt als korte o: oor - door - voor - woord - koorts eu voor r klinkt als korte u: deur - geur - kleur - beurs - treurig maar de i-, o-, en u-klank in eer, oor en eur klinken als langere klanken De combinaties -aai, -ooi en -oei - uitgesproken als aa, oo en oe + j De combinaties -eeuw en -ieuw - uitgesproken als ee of ie + w (-uw = -w) De combinaties –ouw en –auw aan het eind van een woord klinken hetzelfde als ou en au. De klanken van het Nederlands - uitspraak De medeklinkers – consonanten Medeklinkers met 1 letter b (als Engels b) d (als Engels d) f (als Engels f) g (niet in het Engels) bed dag fiets geel - bad - bal dik - dier feest - fout gast - gang baas ding - fles - friet - groot - groen De g (en ch) spreken we uit als een ruisklank, of schraapklank, in de keel. Bij de uitspraak van de g (en ch) brengen we de achterkant van de tong omhoog. De klank zelf kun je voelen in je keel. Je kunt de g (en ch) op verschillende manieren uitspreken, meer naar achteren en meer naar voren in de keel. Achter in de keel is de g harder, voor in de keel zachter. h j k l m n p r (als Engels h) (als Engels y in yes) (als c in Engels cow) (als Engels l) (als Engels m) (als Engels n) (als Engels p) (niet in het Engels) haar - hand - hoed - hond ja - jaar - jij - jong - juist kip - kin - kast - ik - klaar les - laat - land - leeg - loon man - mond - maand - baas naam - niet - nee - naast - niets pak - pen - pool - post - plaats ras - raam - rok - rood - rust De r spreken we in het Nederlands gewoonlijk uit als een rollende klank van de tong: de tong rolt bij de r voor in de mond boven tegen het gehemelte (de bovenkant van de mondholte. We houden de tong daarbij ongeveer op dezelfde plaats als bij de d. (De r lijkt een beetje op een een aantal d’s die we snel achter elkaar uitspreken.) • Een andere manier om de r uit te spreken is de keel-r. De keel-r spreken we uit in de keel, ongeveer op dezelfde plaats waar we de g maken. De r lijkt op een aantal korte g’s na elkaar. s t v w z (als Engels s) (als Engels t) (als Engels v in verry) (als Engels w in well) (als Engels z) sok - sap tak - tand vaas - veel werk - waar zon - zes - sla - spel - stil tong - twee - traan - vier - vraag - vroeg - wit - wolk - winst zee - zien - zwaar Medeklinkers geschreven met 2 letters ch (als g, zie boven lach - chaos - chroom - licht - schip ng (als Engels ng) ring - gang - ding - jong - langs Verschillen met het Engels: Medeklinkers die niet in het Engels voorkomen: g ch (niet in het Engels, zie boven) (als g, zie boven) geel - gast - gang - groot - groen lach - licht - chaos - chroom - schip r (niet in het Engels, zie boven) ras - raam - rok - rood - rust Medeklinkers die we in het Nederlands anders schrijven dan in het Engels: j k (als Engels y in yes) (als c in Engels cow) ja - jaar - jij - jong - juist kip - kin - kast - ik - klaar