1. .Orgelspel 2. Samenzang: Psalm 118:12 Dit is de dag, de roem der dagen, Dien Isrels God ge heiligd heeft. Laat ons verheugd, van zorg ont slagen, Hem roemen, die ons blijdschap geeft. Och HEER', geef thans Uw zege ningen; Och HEER', geef heil op dezen dag; Och, dat men op deez' eerste lingen Een rijken oogst van voorspoed zag. 3. Opening en gebed 4. Zingen ouders: Waarom zijn toch op het Paasfeest, ook de kind'ren zo vol vreugd? kinderen: Wel hebt gij dan niet vernomen, wat reeds duizenden verheugd? allen: Hoe de Heer, bedekt met wonden, ook voor uw' en onze zonden, ook voor uw' en onze zonden stierf aan 't kruis op Golgotha ook voor uw' en onze zonden stierf aan 't kruis op Golgotha. ouders: Maar wat heeft men aan een Heiland, die in 't graf is neergelegd? kinderen: Onze Heiland is verrezen! Heeft Hij 't niet vooruit gezegd! allen: Neen, de Heer van dood en leven is niet in het graf gebleven, is niet in het graf gebleven, Hij is waarlijk opgestaan! is niet in het graf gebleven, Hij is waarlijk opgestaan! Declamatie O, de dag was grauw begonnen, loodzwaar drukte hen het leed, want de Heiland was gekruisigd, Hij, Die niemand iets misdeed. 'n Klein terneergeslagen groepje, slaat de weg in naar het graf. Kunnen wij de steen verschuiven? 1 Vragen zij zich angstig af. Dan... opeens is alles anders, schrik gaat door hun harten heen, want het graf... het graf is open, weggerold de zware steen! En een Engel zegt hen troostend: 'Zoekt gij Hem? weest niet bevreesd!' woorden, die ook nu nog gelden, 'n boodschap, die ook nu geneest. Wie Hem zoekt heeft niets te vrezen, omdat God zich vinden laat, door wie schreiend naar Hem zoeken, door verdriet ten einde raad. Eng’len wijzen ons dan wegen, ook tot ons klinkt dan Zijn stem. Door een mist van leed en tranen, straalt Zijn licht en zien wij Hem. 5. Zingen (wijs: psalm 81) Viert nu, blij van geest, groten met de kleinen 't overwinningsfeest. Maakt muziek en zingt dat het vrolijk klinkt over straat en pleinen. Solo: 'Ik ben Zelf', zei Hij, 'Bron van al het leven, geen ontneemt het Mij. Al leg Ik het af Ik beschik in ’t graf over dood en leven'. Met een doodskleed om in het graf geborgen. Maar toen God sprak: 'Kom'! Is Hij opgestaan niemand dacht daaraan op die zondagmorgen. Solo: Die gestorven is, 2 Leeft nu voor de Zijnen. Eens zal Hij gewis op de wolkentrans, vol van hemelglans, glorierijk verschijnen. Ja, in Jezus' Naam mag de wereld hopen, Allen bindt Hij saam. Hij heeft ons beloofd: 'Voor wie Mij gelooft ligt de toekomst open'. 7. Schriftlezing : Johannes 20:11-18 De verschijning aan Maria Magdalena En Maria stond buiten bij het graf, wenende. Als zij dan weende, bukte zij in het graf; En zag twee engelen in witte klederen zitten, een aan het hoofd, en een aan de voeten, waar het lichaam van Jezus gelegen had. En die zeiden tot haar: Vrouw! wat weent gij? Zij zeide tot hen: Omdat zij mijn Heere weggenomen hebben, en ik weet niet, waar zij Hem gelegd hebben. En als zij dit gezegd had, keerde zij zich achterwaarts, en zag Jezus staan, en zij wist niet, dat het Jezus was. Jezus zeide tot haar: Vrouw, wat weent gij? Wien zoekt gij? Zij, menende, dat het de hovenier was, zeide tot Hem: Heere, zo gij Hem weggedragen hebt, zeg mij, waar gij Hem gelegd hebt, en ik zal Hem wegnemen. Jezus zeide tot haar: Maria! Zij, zich omkerende, zeide tot Hem: Rabbouni, hetwelk is gezegd: Meester. Jezus zeide tot haar: Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader; maar ga heen tot Mijn broeders, en zeg hun: Ik vare op tot Mijn Vader en uw Vader, en tot Mijn God en uw God. Maria Magdalena ging en boodschapte den discipelen, dat zij den Heere gezien hadden, en dat Hij haar dit gezegd had. 8. Zingen Maria kwam bij het graf, en huilde om haar Heer. De grote steen was weggerold, en Jezus was er niet meer. Maar een engel zei plotseling: 'Weet je niet meer, wat Hij gesproken heeft?' Hij is opgestaan, Hij is opgestaan! Hij leeft, Hij leeft! Hij is opgestaan, Hij is opgestaan! Hij leeft, Hij leeft! De discipelen waren zo moe, ze treurden om de Heer. 3 Waar moesten ze nu nog naar toe? Hun Meester was er niet Maar Maria riep plotseling: (meer. ‘Hij heeft gedaan, wat Hij gesproken heeft’ Hij is opgestaan, Hij is opgestaan! Hij leeft, Hij leeft! Hij is opgestaan, Hij is opgestaan! Hij leeft, Hij leeft! Hij leeft….. Hij leeft! 9.Vertelling 10.Samenzang Jezus leeft in eeuwigheid, Zijn sjaloom wordt werkelijkheid. Alle dingen maakt Hij nieuw. Hij is de Heer van mijn leven. Straks als er een nieuwe dag begint, en het licht het van het duister wint, mag ik bij Hem binnengaan, voor Zijn troon gaan staan. Hef ik daar mijn loflied aan: Jezus leeft in eeuwigheid, Zijn sjaloom wordt werkelijkheid. Alle dingen maakt Hij nieuw. Hij is de Heer van mijn leven. Straks wanneer de grote dag begint, En het licht voor altijd overwint, zal de hemel opengaan, komt de Heer’ er aan. Heffen wij dit loflied aan: Jezus komt in heerlijkheid, Zijn sjaloom wordt wereldwijd. Alle dingen maakt Hij nieuw. Hij is de Heer van ons leven. 4 11.Muziekgroepje en declamatie De Heer is waarlijk opgestaan, de nacht des doods voorbijgegaan. Wanneer Hij niet was opgestaan, dan zou de wereld zijn vergaan. Maar nu Hij overwonnen heeft, nu loven wij de Heer die leeft. Drie vrouwen namen specerij, vroeg in de morgen kwamen zij. Zij naderden bezorgd het graf, 'Wie wentelt straks de steen ons af?' Maar zie, de steen was weggedaan, Een engel sprak de vrouwen aan: 'Weest niet bevreesd, verheugt u zeer, Hij, die gij zoekt, is hier niet meer'. 'Uw Heer, die hier gebonden lag, verrees op deze heilge dag'. 'Wanneer Hij dan verrezen is, wijs, engel, ons waar Jezus is'. 'Hier was Zijn rustplaats, komt en ziet, verblijdt u - 't graf behield Hem niet'. 'Aanschouwt de windsels in het graf, die Jozef Hem als doodskleed gaf'. 'Wij zien het vol verbazing aan, zeg ons: 'waarheen is Hij gegaan?' 'Naar Galilea richt uw voet, daar wordt gij door uw Heer begroet'. Verblijdt u met ons allen saam, lofzingt de Heer en prijst Zijn naam! 11.Samenzang Loof de Koning, hoog verheven, kniel aanbiddend voor Hem neer. Hij verzoent, geneest ons leven, breng Hem daarvoor dank en eer. Halleluja, halleluja, zing de lof van onze Heer. Hij wil als een Vader zorgen, kennend onze zwakke kracht, 5 draagt ons leven naar de morgen door het donker van de nacht. Halleluja, halleluja, prijs Zijn goedheid en Zijn macht. 12.Afscheid van de oudste kinderen 13.Toezingen (staande) Ga niet alleen door ’t leven, Die last is je te zwaar. Laat Eén je sterkte geven, Ga tot je Middelaar! Daar is zoveel te klagen, Daar is zoveel geween, En zoveel leed te dragen, Ga niet alleen! (bis) Welzalig, die ’t ervaren, Dat Hij hun alles is; Dan kennen z’in gevaren Bezorgdheid noch gemis. Hij draagt dan in Zijn armen, Door alle nood hen heen. Wie steunt op Zijn ontfermen, Is nooit alleen! (bis) 14.Sluiting en dankgebed 15.Samenzang (staande) U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer. Uit een blinkend stromen, Daald' een engel af, heeft de steen genomen van 't verwonnen graf. U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer. Ziet Hem verschijnen, Jezus onze Heer! Hij brengt al de Zijnen in zijn armen weer. Weest dan volk des Heeren, blijd' en welgezind, en zegt telkenkere: Christus overwint! U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immermeer. 6 Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft, Die mij heeft genezen, die mij vrede geeft? In Zijn godd'lijk wezen is mijn glorie groot, niets heb ik te vrezen in leven en dood. U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immermeer. De collecte bij de uitgang is bestemd voor zondagsschool Ook jou verwachten we zondag van uur in De zondagsschool is er voor alle kinderen van 4 tot 12 jaar. Tot ziens! 7