Coverfoto: Stefan Dewickere Fietsverlichting Eerste en tweede graad 1.1VOET(en): Gemeenschappelijke stam: 8, 10, 19, 25 Context 1: 11, 13, 14 1.2materiaal: Gereedschappen, herstelfiche 1.3 Nuttige info: Eerder werd de lesfiche ‘Fietscontrole en fietsatelier’ uitgegeven. Daarin werden enkele praktische tips gegeven om een fietscontrole en fietsatelier op school te organiseren. Wanneer de donkere periode van het jaar aanbreekt, spits je je bij een fietscontrole of in een fietsatelier best toe op fietsverlichting. In deze lesfiche gaan we hier dieper op in. We bekijken de verplichte uitrusting van de fiets voor verlichting, de werking van een dynamo en het herstellen van fietsverlichting. Dit onderwerp kan aan bod komen in de lessen technologische opvoeding en PAV, maar ook in het fietsatelier natuurlijk. Z i c h t b a a r h e i d 1 De slimme ezel in het verkeer De Vlaamse Stichting Verkeerskunde zette in het kader van het nieuwe project Slimme Mobiele Scholen (SMS) een affichecampagne op poten die leerlingen van het secundair onderwijs moet sensibiliseren over verkeer en mobiliteit. Op de affiches van de ‘Beestig Bezig’-campagne is telkens een ‘slimme ezel’ te zien die op een ludieke manier de jongeren wil bewustmaken over verkeer en mobiliteit. In november 2010 verschijnt ook een affiche over fietsverlichting. Die kan een mooie aanleiding zijn om het thema fietsverlichting in de lessen te verwerken. Alle secundaire scholen krijgen drie exemplaren in A2-formaat en twee in A1-formaat gratis toegestuurd. Wie er niet genoeg heeft, kan gratis bijbestellen via de website: www.slimmemobielescholen.be/projectloket. 1.4Leerinhoud 1. Zichtbaar in het donker?! Om de kans op een ongeval te verkleinen, zorg je ervoor dat je gezien wordt wanneer je op straat komt. Een fiets met de juiste uitrusting brengt je al een eind ver: • Een witte reflector vooraan • Een rode reflector achteraan • Gele of oranje reflectoren aan weerszijden van elke pedaal • Twee gele of oranje reflectoren per wiel en/of een reflecterende strook op weerszijden van elke band Dankzij hun specifieke samenstelling, kunnen reflectoren het licht dat op hen valt weerkaatsen naar de bron. Het oppervlak van de reflector is bedekt met minuscule glaspareltjes, die het binnenvallende licht door breking via dezelfde weg terugkaatsen naar de lichtbron. Andere reflectoren, zoals de oranje spaakreflectoren op de fiets, weerkaatsen door middel van prisma’s Het voorlicht zorgt ervoor dat je zelf voldoende zicht hebt en dat je door het tegenliggend en zijwaarts verkeer kunt gezien worden. Het achter­ licht dient vooral als signaal voor het achter­ opkomende verkeer. De lichten mogen zowel op de fiets als op de fietser bevestigd worden. Zowel vaste lichten als knipper­ lichten zijn toegelaten. Klassieke, vaste fietsverlichting wordt meestal aan­ gedreven door een dynamo die tegen de band drukt. Bij regenweer, mist, ijzel en sneeuw gaat zo’n dynamo vaak slippen, waardoor het licht het laat afweten. Bovendien kunnen de fragiele kabeltjes van de klassieke fietsverlichting gemakkelijk worden losgetrokken. Tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag, en in alle omstandigheden wanneer je niet meer duidelijk kunt zien tot op een afstand van ongeveer 200 meter: • Een wit of geel licht vooraan (niet verblindend) • Een rood licht achteraan (zichtbaar op een afstand van 100 meter bij helder weer) 2 ©Stefan Dewickere 2. Technologie: de dynamo Overgenomen uit het invulboekje bij de fietskoffer van Uitgeverij TESS, www.tess.be. De fietsdynamo De naafdynamo spint onhoorbaar rond de as van het voorwiel terwijl stroom gegenereerd wordt. Het voordeel van een naafdynamo is dat weersomstan­ digheden geen invloed hebben op de werking. Het nadeel is dat de naafdynamo altijd een lichte weer­ stand zal geven, ook als er geen gebruik wordt gemaakt van de fietsverlichting, hoewel dit te ver­ waarlozen is. Als je de dynamo aanzet gaat het wieltje (de top) van de dynamo heel snel tegen je fietsband rollen. Aan de top zit een ijzeren staafje, de as. Die as gaat de dynamo in. Binnenin de dynamo zit aan de as een magneet. Deze magneet draait heel snel boven een spoeltje met koperdraad. Door deze beweging ontstaat er elektriciteit in de draad. Dus: Hoe harder je trapt, hoe sneller de magneet draait, hoe meer elektriciteit je opwekt en hoe krach­tiger het fiets­ lampje zal branden. Losse fietsverlichting werkt zonder bedrading, op elk moment en in alle weersomstandigheden. Deze ver­­lich­ting kan bovendien meestal op een knipperstand gezet worden. Knipperende verlichting verhoogt de aandacht bij de andere weggebruikers. Automobi­ listen zullen fietsers met knipperende verlichting beter en sneller opmerken. magneet spoel met koperdraad De fietsverlichting De onderdelen die voor de verlichting van de fiets zorgen: • De koplamp • Het achterlicht • De dynamo • De stroomdraadjes In de koplamp en het achterlicht zitten lampjes. Ze gaan branden als er elektrische stroom door gaat. De dynamo zorgt voor de elektrische stroom. De draadjes zijn nodig om die stroom naar de lampjes te laten lopen. 3 Met dank aan: vzw Vélo (www.kuleuven.be/velo), Uitgeverij TESS BVBA (www.tess.be) De stroomkring Eén draadje De elektrische stroom loopt niet zomaar door een draad. Je hebt altijd een gesloten stroomkring nodig. De elektrische stroom vertrekt aan de positieve pool (+) van de spanningsbron. Hij loopt door het stroomdraadje naar het lampje. In het lampje zit een gloeidraad die heel warm wordt. De warmte wordt omgezet in licht. De elektrische stroom gaat verder door de draad naar de negatieve pool (-) van de spanningsbron. De kringloop is gesloten, het lampje brandt. Ook voor het licht op je fiets heb je een gesloten stroomkring nodig. Eén draadje laat de stroom van de dynamo naar de koplamp lopen. Er is echter geen draadje voorzien dat de stroom naar de dynamo terug laat lopen. Toch brandt de lamp. Hoe kan dat? Het frame is van metaal en metalen zijn goede geleiders. Het frame doet dus dienst als geleider. De stroom loopt via het metaal terug naar de dynamo. Op die manier is er toch een gesloten stroomkring. In elektrische schema’s wordt de stroomverbinding via het metalen frame voorgesteld door het volgende symbool: Hoe werkt een fietslicht? De stroom gaat via het lichtkabeltje van de dynamo naar de lampjes. De stroom loopt terug naar de dynamo via de metalen delen van de fiets. Schema fietsverlichting Schakelschema Het verlengde van de aslijn van de dynamo moet door het midden van de wielas lopen. D/2010/8258/18 V.U. Jan Peumans, Louizastraat 40, 2800 Mechelen. 3. Herstelfiche: verlichting Stap 1: Controleer of er een breuk is in de lichtkabeltjes. Herstellen: - Verwijder 1 cm isolatie. - Draai de uiteinden in elkaar. - Isoleer opnieuw met tape. Geen breuk -> stap 2 Gebruik een striptang om de isolatie te verwijderen. Ga na of het draadje aan het voorlicht niet te strak zit, anders breekt het bij het draaien van het stuur. Leg de kabel met tape of bindstrips goed vast tegen het frame. Stap 2: Controleer het lampje. Werkwijze: - Lampje uitschroeven. - In een andere fiets plaatsen of met een batterij testen. - Indien stuk, vervangen. Niet stuk -> stap 3 Met een platte batterij van 4,5 V kun je sneller de oorzaak van een defect vinden. Stap 3: Controleer het contact tussen lamphouder en massa. Werkwijze: - De bevestiging losdraaien. - Vuil en roest verwijderen. - Weer vastdraaien. Geen resultaat -> stap 4 Het probleem zit dikwijls bij het achterlicht. Vaak volstaat het om het even los- en weer vast te draaien. Stap 4: Controleer het contact tussen lamp en houder. Werkwijze: - Lampje uitschroeven. - De contactpunten schoonmaken. - Lampje weer inschroeven. Geen resultaat -> stap 5 Moderne en betere fietsen zijn nu vaak uitgerust met een naafdynamo. Meestal wordt er dan geen gebruik gemaakt van de massa maar van een dubbel kabeltje. Veel fabrikanten kiezen ook voor een achterlicht op batterijen. Het probleem met batterijen is dat de contactpunten snel roesten. Met een schuurpapiertje kun je de batterij weer schoon maken. Stap 5: Controleer de dynamo. Werkwijze: - Met behulp van een lampje en een stukje lichtkabel test je de dynamo. - Dynamo stuk -> vervangen Geen resultaat -> naar de vakhandel 4