Leven we in een computersimulatie? 16 augustus 2007 U bestaat misschien niet, er is een grote kans dat wij allemaal in een virtuele wereld leven, gemaakt door onze nakomelingen met supercomputers. Wanneer de computers over 100 jaar sterker zijn dan alle menselijke breinen bij elkaar opgeteld, dan moeten onze nakomelingen in staat zijn om een simulatie te maken waarin ze kunnen zien hoe hun voorouders, wij dus, leefden. En misschien bevinden wij ons in die simulatie. The Matrix? Dit lijkt op de film The Matrix, ware het niet dat wij in onze simulatie niet eens meer een lichaam hebben in een andere wereld. We zijn enkel deel van een netwerk en in ons programma ligt opgeslagen dat we denken in een normale wereld te leven, we hebben gevoelens, kunnen ziek worden en doodgaan. Nick Bostrom, filosoof aan de universiteit van Oxford, gelooft dat er een grote kans is dat we deel uitmaken van een simulatie van een van onze nakomelingen. Zijn collega Chalmers geeft de mogelijkheid van een simulatie 20 procent kans. Als de huidige trend in computerontwikkelingen zich doorzet, zou een processor die dergelijke simulaties aankan al over vijftig jaar gemaakt kunnen worden. Maar in de hypothese van Bostrom kan het ook zijn dat het pas over 500 of 5000 jaar zo ver is. Het ligt er eerder aan of er mensen in de toekomst zijn die een simulatie van de 21ste eeuw willen laten lopen. Bostrom stelt dat er ook andere hypotheses zijn, misschien lukt het onze nakomelingen wel nooit om dergelijke simulaties te ontwikkelen, of misschien vinden ze het onethisch om te doen. Of misschien bedenken ze andere manieren om zichzelf te vermaken. Wie die toekomstmens precies is, dat is nog de vraag, misschien een pukkelige puber die te lang achter de computer zit. En wat als het programma vastloopt of hapert? Volgens de aanhangers van de simulatietheorie past de maker van de virtuele wereld onze hersens daarna zo aan dat die gebeurtenis wordt gewist in ons brein. 'Ik geloof er geen barst van' “Ik geloof er geen barst van”, zegt Pieter Adriaans, hoogleraar kunstmatige intelligentie aan de Universiteit van Amsterdam, die goed op de hoogte is van het gedachtegoed van Bostrom. “Als het ooit al eens technisch mogelijk wordt, dan vraag ik me af of er bijvoorbeeld genoeg energie zal zijn om die zware processors te laten werken.” “Toch is het verhaal van Bostrom belangrijk”, aldus Adriaans. “Dit zijn nuttige denkexercities om de grenzen van onze wereld en bijvoorbeeld onze ethiek te onderzoeken.” planet.nl