REGLEMENT Zelfstandig Beleggen Delta Lloyd Bank NV ARTIKEL 1 ARTIKEL 4 DEFINITIES RISICO’S BELEGGING IN EFFECTEN 1 Voor de in de Overeenkomst met inbegrip van dit Reglement Zelfstandig Beleggen (hierna: deze ‘Voorwaarden’ gebruikte definities wordt verwezen naar artikel 1.1 van het Reglement Beleggersgiro. 1 2 Waar in deze Voorwaarden verwezen wordt naar een artikel, betreft dit een artikel in deze Voorwaarden, tenzij expliciet anders is aangegeven. De Bank waarschuwt hierbij de Belegger: a dat de Belegger op eigen initiatief en voor eigen risico handelt; b dat de aard van de dienstverlening met zich brengt dat Delta Lloyd Bank NV de Belegger niet zal adviseren of begeleiden; c dat deze vorm van dienstverlening volledige verantwoordelijkheid van de Belegger impliceert; d dat hij zich bewust dient te zijn dat de Bank bij de uitvoering van Orders uitsluitend zal toetsen of de Belegger over voldoende saldo op diens Beleggersrekening beschikt om de Order uit te kunnen voeren; e dat Delta Lloyd Bank NV niet aansprakelijk is voor foutieve beleggingsbeslissingen van de Belegger dan wel voor de waardeontwikkeling van diens beleggingsportefeuille. 2 De Effecten en de kenmerken van de Effecten waarop de diensten van de Bank betrekking kunnen hebben, waaronder de aan die Effecten verbonden specifieke beleggingsrisico’s zijn nader toegelicht in Bijlage 1. Deze toelichting is niet uitputtend. De Belegger zal navraag moeten doen als hij onvoldoende inzicht meent te hebben in de beleggingsrisico’s. De Bank zal de Belegger op diens verzoek aanvullende informatie verstrekken. 3 De Belegger verklaart: a. zich bewust te zijn van de risico’s verbonden aan de beleggingen in Effecten en hierbij door de Bank op deze risico’s te zijn gewezen, deze risico’s te aanvaarden en de eventueel daaruit voorvloeiende risico’s te kunnen dragen; b (tijdig) kennis te hebben genomen van de informatie omtrent de belangrijkste kenmerken van Effecten en de specifiek daaraan verbonden risico’s, zoals beschreven in Bijlage 1, alsmede de overige informatie die de Bank aan de Belegger heeft verstrekt bij of in de Overeenkomst; c de Bank alle informatie te hebben verschaft die van belang is voor het vastleggen van zijn kennis en ervaring en vaststellen van zijn passendheid als bedoeld in artikel 3.1. ARTIKEL 2 REIKWIJDTE Deze Voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing op de Beleggingsdienst Zelfstandig Beleggen. Deze Beleggingsdienst heeft betrekking op één of meer Orders waarbij de Bank na uitdrukkelijke opdracht van de Belegger voor diens rekening en risico uitsluitend deze Orders uitvoert. De Beleggingsdienst Zelfstandig Beleggen omvat géén beleggingsadvies. De Belegger is zelf verantwoordelijk voor de samenstelling van zijn portefeuille, het opgeven van Orders en het verloop van zijn portefeuille. ARTIKEL 3 KENNIS EN ERVARING 1 Voorafgaand aan het totstandkomen van de Overeenkomst wint de Bank bij de Belegger de nodige informatie in betreffende zijn kennis en ervaring op beleggingsgebied, zodat de Bank kan vaststellen of de Beleggingsdienst Zelfstandig Beleggen voor de Belegger passend is als bedoeld in de Wft. 2 De Belegger zal de Bank door middel van een vragenlijst, integraal onderdeel uitmakende van het Openingsformulier, alle relevante informatie verstrekken teneinde de Bank in de gelegenheid te stellen zijn kennis en ervaring als bedoeld in artikel 3.1 in te kunnen winnen. 3 De Bank waarschuwt de Belegger indien de Beleggingsdienst Zelfstandig Beleggen niet passend is voor de Belegger. ARTIKEL 5 DIVERSEN C 03.2.16-0110 De volgende Bijlagen maken tevens deel uit van deze voorwaarden: – Bijlage 1: Kenmerken Effecten – Bijlage 2: Belangrijke adressen BLAD 1/3 Delta Lloyd Bank NV Postbus 231 1000 AE Amsterdam Bezoekadres Joan Muyskenweg 4 Amsterdam www.deltalloyd.nl K.v.K. Amsterdam 33191189 taalverschaffers het aan hen toekomende rendement hebben ontvangen. BIJLAGE 1 KENMERKEN EFFECTEN Kenmerken van Effecten en daaraan verbonden specifieke risico’s Aan alle vormen van beleggen zijn risico’s verbonden. De Bank is verplicht de Belegger hierop te wijzen. De risico’s zijn afhankelijk van de belegging. Een belegging kan in meer of mindere mate speculatief zijn. Meestal geldt dat een belegging met een hoger verwacht rendement grotere risico’s met zich mee brengt. Zeker bij het beleggen in buitenlandse Effecten kan de overheidspolitiek in het desbetreffende land gevolgen hebben voor de waarde van de belegging. Daarnaast dient bij het beleggen in buitenlandse Effecten rekening te worden gehouden met het valutarisico. Beleggingsfondsen Een Beleggingsfonds belegt op collectieve basis geld van beleggers. De beleggers besteden zo het beheer van hun belegging uit aan de beheerder van het Beleggingsfonds. Beleggingsfondsen worden meestal naar beleggingscategorie ingedeeld. De belangrijkste categorieën zijn aandelenfondsen, obligatiefondsen, vastgoedfondsen en gemengde of mixfondsen. Aandelenfondsen worden vaak weer onderverdeeld in regio’s (bijvoorbeeld Europa, Amerika, Azië of Wereld), thema’s (bijvoorbeeld duurzaam of innovatie) of sectoren (bijvoorbeeld informatietechnologie of banken en verzekeraars). Bij Beleggingsfondsen is sprake van een grote mate van spreiding waardoor individuele risico’s in de regel een minder groot effect zullen hebben. De kenmerken en specifieke risico’s van de beleggingscategorieën worden in deze Bijlage beschreven. Tevens worden de kenmerken en de specifieke risico’s beschreven in het prospectus van het betreffende Beleggingsfonds. Bij het kiezen van een Beleggingsfonds dient de Belegger een goede afweging te maken welke onderliggende beleggingen binnen zijn of haar beleggingsdoelstellingen vallen. Aan alle vormen van beleggen zijn in meer of mindere mate risico’s verbonden. Voor nadere informatie omtrent de onderliggende beleggingen van de beleggingsfondsen wordt verwezen naar de financiële bijsluiters en de prospectussen van de verschillende beleggingsinstellingen. Volledigheidshalve zij vermeld dat de Belegger niet rechtstreeks belegt in onderstaande Effecten maar participeert in een beleggingsinstelling. Vanuit juridisch oogpunt is de correcte benaming voor de term ‘beleggingsfonds’ de term ‘beleggingsinstelling’. Een beleggingsinstelling kan in twee vormen worden onderverdeeld: een beleggingsfonds en een beleggingsmaatschappij. Een beleggingsmaatschappij is een beleggingsinstelling met rechtspersoonlijkheid. Meestal heeft deze de vorm van een naamloze vennootschap (NV), waarbij de aandelen in de NV de rechten van deelneming zijn. Een beleggingsfonds bezit geen rechtspersoonlijkheid. Aandelen Aandelen zijn deelnemingen in het aandelenkapitaal van een vennootschap. De aandeelhouder mag zich - economisch gezien - beschouwen als een bezitter van een deel van het vermogen van een onderneming. Aandelen kunnen op naam zijn gesteld of aan toonder luiden. Bij aandelen is sprake van risicodragend kapitaal. In geval van faillissement kan de waarde teruglopen tot nul. De waardeontwikkeling is vooral afhankelijk van de gerealiseerde en verwachte bedrijfsresultaten en de dividendpolitiek van de betrokken vennootschap. Aandeelhouders komen pas voor dividend in aanmerking, nadat alle overige kapi- De risico’s van een belegging in aandelen kunnen dus zeer verschillend zijn, afhankelijk van onder meer de ontwikkelingen bij de onderneming en de kwaliteit van het management. Certificaten van Aandelen Certificaten van aandelen zijn certificaten die originele aandelen vertegenwoordigen. De aandelen zelf zijn meestal in beheer bij een administratiekantoor. Certificaathouders zijn als het ware deelgerechtigd in de onderliggende aandelen. Niet alle rechten die zijn verbonden aan aandelen, zijn ook van toepassing op certificaten van aandelen (meestal is het aan aandelen verbonden stemrecht beperkt). De risico’s zijn dezelfde als de risico’s verbonden aan beleggen in gewone aandelen. Obligaties Obligaties zijn schuldbrieven van een lening uitgegeven door een (overheids)instelling. Over de schuld wordt door de instelling die de obligatie heeft uitgegeven, over het algemeen een vooraf overeen-gekomen rente vergoed. Nagenoeg alle obligaties zijn aflosbaar. Obligaties behoren tot het zogenaamde vreemd vermogen (geleend geld) van een onderneming. Er bestaan bijzondere vormen van obligaties. Deze bijzondere vormen kunnen betrekking hebben op de wijze van rentebetaling, de wijze van aflossing, de wijze van uitgifte en bijzondere leningsvoorwaarden. Het rendement op de obligatie kan bijvoorbeeld (mede) afhankelijk worden gesteld van de geldende rentestand (voorbeelden zijn surplus-obligaties en renteindexobligaties) of van de winst van de instelling die de obligatie heeft uitgegeven (zoals winstdelende obligaties en inkomstenobligaties). Er bestaan ook obligaties waarop geen rente wordt uitbetaald (zerobonds). Het rendement op deze obligaties wordt verkregen uit het verschil tussen de uitgiftekoers en de koers bij aflossing. Ook een belegging in obligaties draagt risico’s met zich mee. De koers van een obligatie is over het algemeen in de eerste plaats afhankelijk van de rentestand, zodat koersschommelingen kunnen plaatsvinden. Voorts is de gegoedheid van de uitgevende instelling belangrijk. Ingeval van faillissement van de uitgevende instelling gelden de obligatiehouders als concurrente onverzekerde crediteuren van de uitgevende instelling, tenzij ten behoeve van de obligatiehouder een speciale zekerheid is bedongen. Converteerbare Obligaties De converteerbare obligatie is een obligatie die gedurende de zogenaamde conversieperiode tegen de conversiekoers onder bepaalde voorwaarden (meestal op verzoek van de belegger) kan worden omgewisseld tegen aandelen. Een converteerbare obligatie vertoont kenmerken van zowel een obligatie als van een aandeel. Voor de risico’s wordt derhalve verwezen naar de risico’s die zijn verbonden aan deze Effecten. Gestructureerde producten Gestructureerde producten zijn een bijzondere categorie beleggingsproducten. Zij zijn relatief complex en het beleggingsrisico is op een bijzondere manier vormgegeven. Gestructureerde producten zijn vaak complexer dan beleggingsinstellingen. Dit komt doordat een gestructureerd product meestal bestaat uit een samenstel van vermogenstitels, bijvoorbeeld obligaties en opties. Het beleggingsrisico is ook anders dan bij een beleggingsinstelling. Een beleggingsinstelling volgt de beweging van bijvoorbeeld aandelenkoersen waarin het belegt getrouw, terwijl een gestructureerd product juist bewegingen dempt of versterkt. BLAD 2/3 MODEL C 03.2.16 REGLEMENT ZELFSTANDIG BELEGGEN Gestructureerde producten zijn op dit moment in twee onderscheidene verschijningsvormen op de markt aanwezig, te weten in de vorm van een Effect en als beleggingsmaatschappij. BIJLAGE 2 BELANGRIJKE ADRESSEN Stichting Autoriteit Financiële Markten Postbus 11723 Het grootste deel van de gestructureerde producten 1001 GS, AMSTERDAM wordt op dit moment aangeboden als Effect. Hierbij moet http://www.afm.nl worden gedacht aan notes, producten die als obligatie worden uitgeven en gestructureerde hefboomproducten De Nederlandsche Bank N.V. zoals turbo’s en speeders. Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM Overige http://www.dnb.nl Deze Bijlage kan niet alle kenmerken van alle effecten en de daaraan verbonden risico’s beschrijven. De Bank zal de KiFiD Belegger, op diens verzoek, te allen tijde nadere informa- Postbus 93257 tie verschaffen omtrent (specifieke) kenmerken en risico’s 2509 AG Den Haag verbonden aan Effecten. http://www.kifid.nl Deze Bijlage gaat slechts in op de algemene kenmerken van Effecten en de daaraan verbonden risico’s. Ingeval de kenmerken van de Effecten die hierboven zijn beschreven (en waarin wordt belegd) afwijken, zal de Belegger schriftelijk op de hoogte worden gesteld van de kenmerken van deze Effecten en de daaraan verbonden specifieke risico’s. BLAD 3/3 MODEL C 03.2.16 REGLEMENT ZELFSTANDIG BELEGGEN