- Scholieren.com

advertisement
Samenvatting M&O
Hoofdstuk 10
§10.1
Consumenten kunnen geld lenen als ze niet voldoende hebben. Al de kosten die je maakt om geld te
lenen heten financieringskosten. Een obligatie is een gedeeltelijke lening van een hele grote lening.
Je leent je geld aan de Staat en krijgt dit terug na de afgesproken periode. Bij een
begrotingsoverschot heeft de Staat meer te besteden dan begroot is. Je kunt je obligaties ook
verhandelen op de effectenbeurs. Ondernemingen kunnen als ze geld nodig hebben een deel van de
winst niet uitkeren, dat heet reserveren (zie hoofdstuk 11). Bij een hoge rente op een obligatie en
een lagere marktrente (rente die de bank geeft) zullen er veel obligaties worden gekocht. Als de
onderneming zijn aandelen noteerd aan de effectenbeurs noemen we dit een fonds. Verliezen die
worden gemaakt worden eerst van het eigen vermogen afgehaald, dus een onderneming met een
groot eigen vermogen biedt veel zekerheid voor de aandeelhouders.
§10.2
De aanbodkant van vermogensmarkt bestaat uit:
 Institutionele beleggers
 Spaarders
 Beleggingsfondsen/-maatschappijen


Ondernemingen
De overheid
Institutionele beleggers
Dit zijn de beleggers die geld binnenhalen via een bepaalde verzekering en dit weer beleggen in
aandelen, onroerende goederen en obligaties om er zo weer winst op te maken. Ook kan z’n
organisatie onderhandse leningen verstrekken met als tussen persoon de bank. Dat heeft vele
kostenvoordelen voor de geldgever en de geldnemer rentepercentage voor de geldnemer zijn
bijvoorbeeld iets lager.
Spaarders
Spaarders zetten hun geld op de bank. De bank kan dit geld dan weer beleggen in aandelen om zo
winst proberen te maken. Banken proberen zoveel mogelijk dividend (deel van de winst) binnen te
halen en de aandelen dan weer met een koerswinst te verkopen.
Beleggingsfondsen
Beleggingsfondsen beleggen jouw geld in aandelen, zodat dit jouw tijd bespaart (en dus geld).
Beleggingsfondsen hebben deskundigen in dienst die over het algemeen wel weten of ze aandelen
moeten houden of verkopen. Je koopt een participatie in een beleggingsfonds en dat wil dan zeggen
dat je naar het deel dat je inbrengt de behaalde winst ontvangt.
Ondernemingen
Als ondernemingen de behaalde winst niet hoeven uit te keren, maar ook niet nodig hebben om te
investeren in zichzelf, dan kan dit bedrag worden belegd door de onderneming zelf in andere
ondernemingen of instellingen.
De overheid
De gehele overheid dus ook lagere overheden (gemeente, waterschap en sociale fondsen) kunnen
bij een begrotingsoverschot geld beleggen om zo nog wat “extra winst” te behalen.
Verschil tussen investeren en beleggen
Investeren: het aanschaffen van productiemiddelen door en voor een onderneming.
Beleggen: particulier of onderneming kan geld stoppen in aandelen of obligaties.
§10.3
De vermogensmarkt is het geheel van vraag naar en aanbod van vermogen. Prijs-/marktmechanisme
is het principe dat geld als de vraag gelijk is aan het aanbod gebeurt er niets met het
rentepercentage en bijvoorbeeld als de vraag naar vermogen groot is dat het rentepercentage dan
ook hoger wordt.
Er zijn twee soorten vermogensmarkten
 Geldmarkt: Korte kredieten met een looptijd van korter dan 1 jaar.
 Kapitaalmarkt: Lange kredieten met een looptijd van langer dan een jaar en de het
verhandelen van permanent vermogen (aandelenhandel). Middellang krediet is een krediet
met een looptijd van 1 tot maximaal 10 jaar.
Geldmarkt
Banken zijn de belangrijkste aanbieders op de geldmarkt en consumenten, ondernemingen, de
overheid en banken zijn de belangrijkste vragers op de geldmarkt
Soorten kredieten op de geldmarkt
Rekening-courantkrediet: dat je een schuld/“rood” mag staat bij de bank
Leverancierskrediet: eerst worden de goederen/diensten geleverd, daarna betalen
Afnemerskrediet: eerst wordt er betaald, daarna geleverd
Kapitaalmarkt
De belangrijkste aanbieders op de kapitaalmarkt zijn banken en institutionele beleggers. De
kapitaalmarkt bestaat uit de onderhandse en de openbare kapitaalmarkt.
§10.4
Effecten zijn waardepapieren die gekocht en verkocht kunnen worden. Voorbeelden zijn aandelen,
obligaties en aandelenparticipaties in beleggingsfondsen. Vereniging van de Effecten handel is de
tussenpersoon bij het kopen/verkopen van aandelen, hieraan betaal je provisie. Een belegger kan
twee soorten orders geven
Limietorder: Je wil een maximaal om aan te kopen aangeven en aandelen mogen niet lager dan een
bepaald bedrag verkocht worden.
Market orders (bestensorders): Er is geen limiet voor de aan- en verkoopprijs. Banken fuctioneren
als emissiehuis, omdat de emissie van aandelen via hen verloopt. Men gaat naar de beurs(gang) voor
naamsbekendheid, aandelen van een beursgenoteerde nv zijn gemakkelijker te verhandelen, er
kunnen veel aandelen verkocht worden om zo te zorgen voor een groter eigen vermogen.
Prospectus moet ingevuld worden voordat je op de beurs genoteerd kan worden, om hiermee te
laten zien wat het bedrijf inhoudt en wat het met haar aandelen wilt. De koersen op de beurs
kunnen wijzigen n.a.v. behaalde winsten/verliezen, verwachte resultaten van een onderneming
spelen een grote rol bij de koop en verkoop van aandelen. Een fusie wil zeggen dat een onderneming
wordt overgenomen of samengaat met een andere onderneming. Economische ontwikkelingen zijn
ook van invloed op het vraag en aanbod en dan heb je nog de rentestand die de vraag naar
obligaties sterk kan beïnvloeden, omdat mensen vaak een keuze maken tussen obligaties of het geld
sparen op de bank. De Index geeft de ontwikkeling van de waarde van een aandeel weer.
Download