Paneelteksten

DOEK
Djehoetihotep. 100 jaar opgravingen in Egypte
In 1915 voert de Amerikaan George Reisner opgravingen uit in het Egyptische Dayr alBarsha. Honderd jaar later wordt hier opnieuw opgegraven, nu door een team van de KU
Leuven.
Dit eeuwfeest is de aanleiding voor een tentoonstelling over hoe in het verleden in Egypte
werd opgegraven, en hoe het werk van toen van invloed is op het onderzoek van nu.
Djehoutihotep. 100 ans de fouilles en Égypte
En 1915, l’Américain George Reisner mène des fouilles en Égypte sur le site de Dayr alBarcha. Cent ans plus tard, le site est à nouveau exploré, cette fois par une équipe de la KU
Leuven.
Ce centième anniversaire offre l’opportunité de présenter une exposition sur la manière
dont on fouillait jadis en Egypte, et sur l’influence que les travaux du passé peuvent exercer
sur les recherches présentes.
WAND A
TEKSTPANEEL 1
Dayr al-Barsha en Chemenoe
Dayr al-Barsha ligt 280 km ten zuiden van Cairo. In het Middenrijk (2055–1650 v.Chr.) was
het de begraafplaats van Chemenoe, de provinciehoofdstad van de Hazengouw. 4000 jaar
geleden leefde in deze stad gouverneur Djehoetihotep, een naam die ‘de god Thot is
tevreden’ betekent. Hij was tevens hogepriester van deze god.
Dayr al-Barcha et Khemenou
Dayr al-Barcha se trouve à 280 km au sud du Caire. Au Moyen Empire (2055–1650 av. J.Chr.), le site fut la nécropole de Khemenou, le chef-lieu du Nome du Lièvre. C’est dans cette
ville qu’a vécu, il y a 4000 ans, le gouverneur Djehoutihotep, dont le nom signifie « le dieu
Thot est satisfait ». Il était en même temps le grand prêtre de ce dieu.
Kolosbeeld Djehoetihotep
De gouverneurs van de Hazengouw exploiteerden ook de steengroeves van Hatnoeb, waar
het beste albast van Egypte vandaan kwam. Van dit albast liet Djehoetihotep zelfs een 7m
hoog kolosbeeld van zichzelf vervaardigen. De afbeelding hiervan in zijn graf in Dayr alBarsha is zo uniek dat het graf al sinds de zeventiende eeuw de aandacht van bezoekers en
onderzoekers trekt.
Djehoetihotep en zijn voorgangers zijn hoog op de noordheuvel van Dayr al-Barsha
begraven, uitkijkend over de enorme, lager gelegen grafvelden van de ambtenarij van
Chemenoe. Naast graven uit het Middenrijk herbergt de site ook oudere grafvelden.
La statue colossale de Djehoutihotep
Les gouverneurs du Nome du Lièvre exploitaient également les carrières de Hatnoub, où
était extrait le meilleur albâtre d’Egypte. C’est en albâtre de Hatnoub que Djehoutihotep fit
réaliser une statue colossale de lui-même, haute de 7 m. La représentation de celle-ci, dans
sa tombe de Dayr al-Barcha, est si exceptionnelle que, dès le dix-septième siècle, la tombe a
retenu l’attention des voyageurs et des chercheurs.
Djehoutihotep et ses prédécesseurs sont enterrés sur les hauteurs de la colline nord de Dayr
al-Barcha, surplombant le gigantesque cimetière des dignitaires de Khemenou, situé en contrebas. A proximité des tombes du Moyen Empire, le site comporte également des nécropoles plus anciennes.
Afbeeldingen op tekstpaneel 1
Fig. 1a. Het embleem van de Hazengouw
Fig.1a. L’emblème du Nome du Lièvre
Fig. 1b. De scène van het verslepen van het kolosbeeld, naar een tekening van Howard
Carter
Fig. 1b. La scène du transport de la statue colossale, d’après un dessin de Howard Carter
Fig. 1c. De noordheuvel met het graf van Djehoetihotep en andere gouverneursgraven
Fig. 1c. La colline nord, avec la tombe de Djehoutihotep et d’autres tombes de gouverneurs
OBJECT 1: KAARTEN
Kaart van Egypte
Carte d’Egypte
De Hazengouw
Le Nome du Lièvre
De site Dayr al-Barsha
Le site de Dayr al-Barcha
De zone met de gouverneursgraven
La zone des tombes des gouverneurs
OBJECT 2: LANDSCHAPSFOTO
De archeologische site van Dayr al-Barsha
Le site archéologique de Dayr al-Barcha
WAND B
TEKSTPANEEL 2
Johann Michael Wansleben
Van Wansleben stamt de eerste moderne vermelding van Dayr al-Barsha. Op 7 april 1673
schrijft hij: “Het eerste opmerkelijke ding dat mijn gids me liet zien, was de Hiëroglyfische
Grot, die de plaatselijke bevolking gewoonlijk bestempelt als de Kerk.” Deze “grot” is niets
anders dan het graf van Djehoetihotep, dat nog altijd “kerk” wordt genoemd. In zijn dagboek
heeft Wansleben de oudst bekende kaart van de regio getekend, waarop hij, naast de
kloosters van Dayr Aboe Hinnis en Amba Bishoi in Dayr al-Barsha, de omliggende heuvels
met hun graven, steengroeves en “la grotta hieroglyfica” aangeeft.
Johann Michael Wansleben
C’est à Wansleben que l’on doit la première mention moderne de Dayr al-Barcha. Le 7 avril
1673, il écrit: “La première chose remarquable que mon guide me fit voir fut la grotte hiéroglyphique, que la population locale appelle généralement l’Eglise. » Cette « grotte » n’est
autre que la tombe de Djehoutihotep, qui est encore toujours nommée « église ». Dans son
journal, Wansleben dessine aussi la plus ancienne carte connue de la région, sur laquelle il
indique, près des monastères de Dayr Abou Hinnis et d’Amba Bichoi à Dayr al-Barcha, les
collines environnantes, avec leurs tombes et leurs carrières, ainsi que « la grotta hieroglyfica ».
Afbeeldingen op tekstpaneel 2
Fig. 2: Wadi met antieke steengroeves in Dayr Abu Hinnis. Wanslebens kaart geeft zulke
gaten in de rotswanden duidelijk weer
Fig.2: Ouadi avec carrières antiques à Dayr Abou Hinnis. La carte de Wansleben indique clairement ces creux dans les parois rocheuses.
OBJECT 3: KAART WANSLEBEN
Kaart van de regio Dayr al-Barsha, getekend door Johann Michael Wansleben in 1673
Ms. Italien 435, folio 127 © Bibliothèque Nationale de France (reproductie)
Carte de la région de Dayr al-Barcha, dessinée par Johann Michael Wansleben en 1673
Ms. Italien 435, folio 127 © Bibliothèque Nationale de France (reproduction)
WAND C
TEKSTPANEEL 3
Napoleon in Egypte
Napoleon onderneemt van 1798 tot 1801 een militaire expeditie om Egypte onder Franse
invloed te krijgen. Tijdens de slag bij de piramides op 21 juli 1798 verslaat hij de legers van
de Mameloeken.
Napoléon en Égypte
Napoléon entreprend de 1798 à 1801 une expédition militaire destinée à intégrer l’Égypte
dans la zone d’influence française. A la bataille des Pyramides, le 21 juillet 1798, il défait
l’armée des Mamelouks.
OBJECT 4: SCHILDERIJ NAPOLEON
‘Bataille des Pyramides, 21 juillet 1798’
Louis-François Lejeune, 1806
MV 6854 © Château de Versailles (reproductie)
‘Bataille des Pyramides, 21 juillet 1798’
Louis-François Lejeune, 1806
MV 6854 © Château de Versailles (reproduction)
WAND D
TEKSTPANEEL 4
De Description de l’Égypte
Met Napoleons leger reizen ook zo’n 160 wetenschappers mee. Het resultaat van hun
onderzoek is gepubliceerd in de Description de l’Égypte, een werk in 23 volumes dat
beschrijvingen en prachtige afbeeldingen van het toenmalige Egypte bevat. Deze eerste
wetenschappelijke publicatie over Egypte is ook voor vele oudegyptische monumenten de
enige bron van informatie.
La Description de l’Égypte
L’armée de Napoléon est accompagnée de quelque 160 savants. Le résultat de leurs recherches est publié dans la Description de l’Égypte, un ouvrage en 23 volumes qui contient
des descriptions et de superbes illustrations de l’Égypte de cette époque. Pour de nombreux
monuments égyptiens antiques, cette première publication scientifique consacrée à l’Égypte
est également la seule source d’informations.
Afbeeldingen op tekstpaneel 4
Fig. 4. Franse geleerden bezig met het opmeten van de sfinx van Giza
Naar Vivant Denon, Voyage dans la Basse et la Haute Egypte, pendant les campagnes du
général Bonaparte en 1798 et 1799, Vol. 2. Planches (Paris, 1803), pl. 20 bis.
Fig.4. Les savants français mesurant le Sphinx de Giza
D’après Vivant Denon, Voyage dans la Basse et la Haute Egypte, pendant les campagnes du
général Bonaparte en 1798 et 1799, Vol. 2. Planches (Paris, 1803), pl. 20 bis.
WAND E
TEKSTPANEEL 5
Oude kaarten in een nieuw jasje
Door de bouw van stuwen, sluizen en kanalen is het Nijldal tijdens de industriële revolutie
totaal veranderd. Maar de gedetailleerde kaarten van de Description de l’Égypte maken het
verdwenen landschap van vóór die tijd zichtbaar. In combinatie met moderne kaarten,
satellietbeelden en bodemonderzoek helpt dit de vermoedelijke indeling en het gebruik van
het landbouwareaal in vroeger tijden te reconstrueren.
Ontdek zelf op het scherm hiernaast hoe informatief Napoleons kaarten zijn.
Un nouveau regard sur d’anciennes cartes
Le paysage de la Vallée du Nil s’est profondément modifié pendant la révolution industrielle,
à cause de la construction de barrages, d’écluses et de canaux. Mais les cartes détaillées de
la Description de l’Égypte permettent de visualiser ce paysage disparu d’autrefois. En combinant l’utilisation de cartes modernes, des images satellites et les prospections géophysiques,
il est possible de reconstruire les divisions et les utilisations des terres agricoles au temps
anciens.
Découvrez vous-mêmes sur l’écran combien les cartes napoléoniennes peuvent être riches
d’informations.
Afbeeldingen op tekstpaneel 5
Fig. 5a. Detail van de regio rond Dayr al-Barsha op een kaart van de Description de l’Égypte.
Het daar genoemde Déir El Nakléh is de oude naam van Dayr al-Barsha
Fig. 5a. Détail de la région de Dayr al-Barcha sur une carte de la Description de l’Égypte. Le
lieu nommé Déir El Nakléh est le nom ancien de Dayr al-Barcha
Fig. 5b. Cartografie vandaag de dag met een total station
Fig. 5b. Cartographie actuelle, réalisée avec une station totale
TEKSTPANEEL 6
Vroege reizigers
Het graf van Djehoetihotep oefende in de vroege 19e eeuw grote aantrekkingskracht uit op
reizigers. In 1820 stuurde de Pruisische regering Johann Heinrich Karl Menu von Minutoli,
een militair met een sterke interesse in de Oudheid, op expeditie naar Egypte. Hij kopieerde
onder meer de scène van het slepen van het kolosbeeld in het graf van Djehoetihotep.
De Brit John Gardner Wilkinson bezocht in 1841 het graf, dat hij in detail beschrijft. In
datzelfde jaar trok ook de Fransman Nestor l’Hôte naar Dayr al-Barsha. Zijn notities
behandelen naast het graf van Djehoetihotep ook de omliggende gouverneursgraven.
Voyageurs anciens
Au début du 19e siècle, la tombe de Djehoutihotep exerçait une grande attraction sur les
voyageurs. En 1820, le gouvernement prussien envoya en mission en Egypte Johann Heinrich
Karl Menu von Minutoli, un militaire passionné par l’Antiquité. Il copia entre autres la scène
du transport de la statue colossale dans la tombe de Djehoutihotep.
En 1841, le Britannique John Gardner Wilkinson visita la tombe et la décrivit en détail. La
même année, c’est le Français Nestor l’Hôte qui arrive à Dayr al-Barcha. A côté de la tombe
de Djehoutihotep, ses notes décrivent également les tombes de gouverneurs voisines.
Afbeeldingen op tekstpaneel 6
Fig. 6a. Von Minutoli’s kopie van de scène met het kolosbeeld
naar J.H.K.M. von Minutoli, Reise zum Tempel des Jupiter Ammon in der Libyschen Wüste und
nach Ober-Aegypten und Aethiopien in den Jahren 1820 und 1821 (Berlin, 1824), Tafel 13
(reproductie).
Fig. 6a. Copie par Von Minutoli de la scène de la statue colossale
D’après J.H.K.M. von Minutoli, Reise zum Tempel des Jupiter Ammon in der Libyschen Wüste
und nach Ober-Aegypten und Aethiopien in den Jahren 1820 und 1821 (Berlin, 1824), Tafel 13
(reproduction).
Fig. 6b. Sir John Gardner Wilkinson in Turks gewaad
Henry Wyndham Phillips, 1844
NT 290395 © National Trust, Calke Abbey, Derbyshire, UK (reproductie)
Fig. 6b. Sir John Gardner Wilkinson en habit turc
Henry Wyndham Phillips, 1844
NT 290395 © National Trust, Calke Abbey, Derbyshire, UK (reproduction)
OBJECT 5: NESTOR L’HÔTE
Dubbele pagina uit het manuscript van Nestor l’Hôte, met een beschrijving van het graf van
Djehoetihotep (1841)
NAF 20396, 265v–266r © Bibliothèque Nationale de France (reproductie)
Double page du manuscrit de Nestor l’Hôte, avec description de la tombe de Djehoutihotep
(1841)
NAF 20396, 265v–266r © Bibliothèque Nationale de France (reproduction)
WAND F
TEKSTPANEEL 7a
al-Shaykh Ibada
Het grafveld van al-Shaykh Ibada ligt zo’n 10 km ten noorden van Dayr al-Barsha. Hier
ontdekte Albert Gayet in 1899 één van de omvangrijkste intacte grafuitzetten die uit het
vroege Middenrijk bekend zijn (ca. 2055–2000 v.Chr.). De vondst werd in 1901 door het
Jubelparkmuseum aangekocht, maar wordt hier voor het eerst in zijn geheel getoond. Het
graf behoorde toe aan de politiecommissaris Aboe en een tweede persoon, waarschijnlijk
zijn vrouw.
Al-Chaykh Ibada
Le nécropole de al-Chaykh Ibada se situe à environ 10 km au nord de Dayr al-Barcha. C’est là
qu’Albert Gayet découvrit en 1899 un des plus riches mobiliers funéraires intacts connus
pour le début du Moyen Empire (vers 2055-2000 av. J.-Chr.). Cette trouvaille fut acquise en
1901 par le musée du Cinquantenaire, mais c’est seulement ici qu’elle est pour la première
fois présentée dans son intégralité. La tombe appartenait au commissaire de police Abou et
à une deuxième personne, probablement son épouse.
Afbeeldingen op tekstpaneel 7a
Fig. 7a. Detailkaart van de regio met de locatie van al-Shaykh Ibada
Fig. 7a. Carte détaillée de la région avec localisation de al-Chaykh Ibada
TEKSTPANEEL 7b
Het graf van Aboe
Een 15 meter diepe grafschacht leidde naar de grafkamer van Aboe en zijn vrouw. Naast hun
lijkkisten stonden zogenaamde grafmodellen opgesteld. Deze miniaturen tonen allerlei
activiteiten uit het dagelijks leven en moesten ervoor zorgen dat de overledene tot in de
eeuwigheid voorzien was van voedsel, drank, transport, en alle andere benodigdheden
waaraan hij in het hiernamaals behoefte zou kunnen hebben. De barken stelden de dode
symbolisch in staat deel te nemen aan de processies van de dodengod Osiris in de stad
Abydos.
La tombe d’Abou
Un puits profond de 15 mètres menait à la chambre funéraire d’Abou et de son épouse. Près
de leurs cercueils étaient disposés ce que l’on appelle des modèles funéraires. Ces figurines
montrent toutes des activités de la vie quotidienne et devaient permettre au défunt d’être
pourvu pour l’éternité de nourriture, boisson, moyens de transport, et de toute autre commodité dont il aimerait disposer dans l’Au-delà. Les barques permettent au mort de participer symboliquement aux processions du dieu des morts Osiris dans la ville d’Abydos.
Afbeeldingen op tekstpaneel 7b
Fig. 7b. Plattegrond van de grafkamer van Aboe. De volgnummers verwijzen naar de
grafgiften en staan ook op de objectkaartjes in de vitrines.
Fig.7b. Plan de la chambre funéraire d’Abou. Les numéros se réfèrent aux objets du mobilier
funéraire et se retrouvent sur les étiquettes des vitrines.
TEKST BIJ VITRINE
In deze vitrine zijn de grafmodellen van Aboe zoveel mogelijk opgesteld zoals dat in het graf
het geval was. De modellen in de andere vitrines komen bijna allemaal uit dezelfde kamer.
Dans cette vitrine, les objets du mobilier funéraire d’Abou sont, autant que possible, disposés comme ils l’étaient dans la tombe. Les modèles présentés dans les autres vitrines proviennent presque tous de cette même chambre funéraire.
WAND G
TEKSTPANEEL 8
Het graf van Henoe
In 2007 ontdekte het team van de KU Leuven in Dayr al-Barsha het intacte graf van Henoe,
dat sterke overeenkomsten vertoont met dat van Aboe. Henoe en Aboe leefden in ongeveer
in dezelfde periode. De beide mannen zouden elkaar dus gekend kunnen hebben.
Beleef de ontdekking van dit graf mee op het interactieve scherm.
La tombe de Henou
En 2007, l’équipe de la KU Leuven découvrit la tombe intacte de Henou, qui présente de
nombreux points communs avec celle d’Abou. Henou et Abou vivaient approximativement à
la même période. Les deux personnages pourraient même s’être connus.
Revivez la découverte de la tombe sur l’écran interactif.
Mummiemasker
Op de mummie van Aboe is een masker van pleisterwerk aangebracht. In 2014 werd in Dayr
al-Barsha een mummiemasker uit een iets vroegere periode opgegraven, eveneens in
pleisterwerk.
Ontdek hiernaast hoe zulke maskers gemaakt werden.
Masque de momie
Sur la momie d’Abou avait été placé un masque en stuc. En 2014, un masque de momie, également en stuc, datant d’une période un peu plus ancienne, fut mis au jour à Dayr al-Barcha.
Découvrez ici comment de tels masques étaient fabriqués.
Afbeeldingen op tekstpaneel 8
Fig. 8a. De intacte grafkamer van Henoe
Fig. 8a. La chambre funéraire intacte de Henou
Fig. 8b. Het mummiemasker uit Dayr al-Barsha
Fig. 8b. Le masque de momie de Dayr al-Barcha
WAND H
TEKSTPANEEL 9a
Percy Edward Newberry
Newberry werkte van 24 november 1891 tot eind februari 1892 in Dayr al-Barsha om de
gouverneursgraven in detail te documenteren voordat ze ten prooi zouden vallen aan roof
en vandalisme. Zijn team bestond uit George Willoughby Fraser, Marcus Worsley Blackden
en de toen nog maar 17 jaar oude Howard Carter.
Percy Edward Newberry
Entre le 24 novembre 1891 et la fin février 1892, Newberry travailla à relever en détail les
tombes des gouverneurs de Dayr al-Barcha, avant qu’elles deviennent la proie des pilleurs et
des vandales. Son équipe était constituée de George Willoughby Fraser, Marcus Worsley
Blackden et du jeune Howard Carter, alors âgé d’à peine 17 ans.
Aquarellen
Ze besteedden vooral aandacht aan de grafreliëfs, die in lijntekening werden gekopieerd.
Omdat lijntekeningen echter weinig details en geen kleur weergeven, schilderden Carter en
Blackden ook aquarellen van grafscènes en hiërogliefen. Pas recent zijn deze kunstwerkjes in
Oxford opnieuw ontdekt en krijgen ze de aandacht die ze verdienen.
Aquarelles
L’équipe se consacra surtout aux reliefs des tombes, qui furent copiés en dessins au trait.
Etant donné que cette technique ne permet pas de rendre les détails et les coloris, Carter et
Blackden réalisèrent aussi des aquarelles des scènes. Ce n’est que récemment que ces travaux ont été redécouverts à Oxford et qu’ils ont reçu l’attention qu’ils méritent.
Afbeeldingen op tekstpaneel 9a
Fig. 9a. Percy Edward Newberry
Fig. 9a. Percy Edward Newberry
Fig. 9b. Howard Carter op achttienjarige leeftijd (1892)
Fig. 9b. Howard Carter à 18 ans (1892)
Fig. 9c. Howard Carter onderzoekt de lijkkisten van Toetanchamon (1925)
Burton photo p1568 © Griffith Institute, University of Oxford (1925)
Fig. 9c. Howard Carter découvrant les cercueils de Toutânkhamon (1925)
Burton photo p1568 © Griffith Institute, University of Oxford (1925)
Fig. 9d. 1. Soldaten in het gevolg van Djehoetihotep, getekend door het team van Newberry;
2. een foto van dezelfde scène (EA 1147 © British Museum, Londen)
Fig. 9d. 1. Les soldats de la suite de Djehoutihotep, dessinés par l’équipe de Newberry ; 2.
Photographie de la même scène (EA 1147 © British Museum, Londres)
TEKSTPANEEL 9b
Frasers vondstdepots
Fraser heeft tijdens de campagne reliëfs verzaagd voor verzending naar verschillende musea,
voornamelijk in Londen en Caïro. Bij opgravingen zijn vijf depots teruggevonden, waarin hij
naast afval zoals geopende enveloppes, aquarelpapier,etc. ook bij het verzagen beschadigde
reliëffragmenten achterliet. Deze zijn essentieel voor het reconstrueren van de
oorspronkelijke reliëfs.
Les dépôts de Fraser
Durant la campagne, Fraser avait scié des reliefs afin de les envoyer à divers musées, essentiellement à Londres et au Caire. Lors des fouilles, cinq dépôts ont été retrouvés, dans lesquels il avait entreposé des fragments de reliefs abîmés par l’opération de sciage, à côté de
rebuts comme des enveloppes ouvertes, du papier à aquarelles, etc. Ces trouvailles sont
essentielles pour la reconstitution des reliefs originaux.
Afbeeldingen op tekstpaneel 9b
Fig. 9e. Tekening van een soldaat op de zuidelijke deurpost van de kapel van Djehoetihotep,
nog intact getekend door het team van Newberry
Fig. 9e. Dessin d’un soldat sur le montant de porte sud de la chapelle de Djehoutihotep, relevé, encore intact, par l’équipe de Newberry
Fig. 9f. Dezelfde soldaat, beschadigd door de verzaging van Fraser, is door de Leuvense
missie in fragmenten teruggevonden
Fig. 9f. Le même soldat, détruit par le sciage de Fraser, a été retrouvé en fragments par la
mission de Leuven
TEKSTPANEEL 10
Vroege opgravingen …
De eerste opgravingen in Dayr al-Barsha werden in 1897 uitgevoerd door de Fransman
Georges Daressy, in 1900 gevolgd door de Egyptenaar Ahmed Bey Kamal. Hun interesse ging
vooral uit naar de elitegraven op de noordheuvel.
Daressy en Kamal ontdekten honderden grafmodellen en andere bijgaven. Vooral de
lijkkisten getuigen van een hoge artistieke kwaliteit, en zijn beschreven met de zogenaamde
“Sarcofaagteksten”, die de overledene op allerlei manieren moeten helpen in het
hiernamaals.
Anciennes fouilles…
Les premières fouilles à Dayr al-Barcha furent menées en 1897 par le Français Georges Daressy, suivi par l’Egyptien Ahmed Bey Kamal. Ils se sont surtout intéressés aux tombes de
l’élite de la colline nord.
Daressy et Kamal découvrirent des centaines de modèles funéraires et d’autres objets. Les
cercueils témoignent surtout de très hautes qualités artistiques, et sont inscrits de ce que
l’on appelle les « Textes des Sarcophages », qui doivent venir à l’aide du défunt, de diverses
manières, dans l’Au-delà.
… en plunderingen
Terzelfdertijd vestigden zich echter bedoeïenen in de heuvels, die de graven plunderden en
de inhoud ervan verhandelden. Amerikaanse en Europese musea speelden hier snel op in. In
1899 kocht het British Museum bijvoorbeeld vier lijkkisten uit Dayr al-Barsha, waaronder de
beroemde kisten van Goea. De herkomst van de objecten is vaak onbekend, maar wordt
door de opgravingen van de KU Leuven, in samenwerking met de universiteit Mainz,
duidelijker.
… et pillages
A la même époque, des Bédouins s’installent dans les collines, pillent les tombes et en vendent le contenu. Des musées américains et européens entrent rapidement en jeu. Ainsi, en
1899, le British Museum acquiert quatre cercueils de Dayr al-Barcha, parmi lesquels le célèbre cercueil de Goua. L’origine de ces objets est le plus souvent inconnue, mais commence
à être élucidée grâce aux fouilles de la KU Leuven, en collaboration avec l’université de
Mayence.
Afbeeldingen op tekstpaneel 10
Fig. 10. Detail van de decoratie op de binnenzijde van één van de lijkkisten van Goea
EA 30840 © British Museum, Londen
Fig.10. Détail du décor de l’intérieur d’un des cercueils de Goua
EA 30840 © British Museum, Londres
WAND I
TEKSTPANEEL 11
Djehoetihotep
Gouverneur Djehoetihotep leefde rond 1900 v.Chr., tijdens de regeringen van farao’s
Amenemhat II, Senwosret II en III. Alles wat we over hem weten is gebaseerd op de
decoratie in zijn graf. Zijn familie neemt hier een belangrijke plaats in: zijn echtgenote
Hathorhotep staat met hun drie zonen en tenminste vijf dochters in de grafkapel afgebeeld.
De meest prominente scène is echter die waarin het verslepen van zijn kolosbeeld getoond
wordt.
Djehoutihotep
Le gouverneur Djehoutihotep a vécu autour de 1900 av. J.-Chr., pendant les règnes des pharaons Amenemhat II, Sesostris II et III. Tout ce que nous savons de lui repose sur le décor de
sa tombe. Sa famille y occupe une place importante : son épouse Hathorhotep est représentée dans la chapelle funéraire, avec leurs trois fils et au moins cinq de leurs filles. La scène la
plus remarquable est celle qui représente le transport de sa statue colossale.
Djehoetihoteps grafkapel
Zoals gebruikelijk bestond Djehoetihoteps graf uit een ondergrondse schacht met grafkamer,
en een bovengrondse grafkapel. De decoratie van deze kapel, die hier op schaal 2:3
nagebouwd is, behoort tot de mooiste uit het Middenrijk. Wandel zelf door Djehoetihoteps
grafkapel en zoom in op details van de decoratie op het interactieve 3D-model links van de
ingang.
La chapelle funéraire de Djehoutihotep
De manière classique, la tombe de Djehoutihotep consiste en un puits souterrain, menant à
un caveau, et en une chapelle funéraire située en surface. La décoration de cette chapelle,
ici reconstituée à l’échelle 2:3, compte parmi les plus belles du Moyen Empire. Promenezvous dans la chapelle funéraire de Djehoutihotep et zoomez sur les détails des décors grâce
au modèle 3D interactif situé à gauche de l’entrée.
Afbeeldingen op tekstpaneel 11
Fig. 11a. Djehoetihotep doet aan vogelvangst met vermoedelijk zijn vrouw en dochter
Fig. 11a. Djehoutihotep à la chasse aux oiseaux, avec, probablement, son épouse et sa fille
Fig. 11b. 3D reconstructietekening van het graf van Djehoetihotep
Fig. 11b. Reconstitution graphique en 3D de la tombe de Djehoutihotep
Fig. 11c. Locatie van het graf van Djehoetihotep op de noordheuvel
Fig. 11c. Localisation de la tombe de Djehoutihotep sur la colline nord
OBJECT 6: KAPEL DJEHOETIHOTEP
Vooraanzicht van het graf van Djehoetihotep in huidige toestand. Het voorste gedeelte van
het graf is ingestort, maar de kapel zelf staat nog overeind.
OBJET 6: LA CHAPELLE DE DJEHOUTIHOTEP
Vue de la façade de la tombe de Djehoutihotep dans son état actuel. La partie antérieure de
la tombe s’est effondrée, mais la chapelle elle-même est toujours intacte.
WAND J
TEKSTPANEEL 12a
1915 – de campagne van George Andrew Reisner
Reisner groef in 1915 systematisch de gouverneursgraven op. Het merendeel van het werk
werd echter uitgevoerd door zijn assistent, Hanford Lyman Story, en zijn Egyptische
voorman, Said Ahmed Said. Hun opgravingsdocumentatie, die vandaag in het Museum of
Fine Arts in Boston wordt bewaard, bevat een schat aan gegevens over het verloop van deze
opgravingen.
1915 – la campagne de George Andrew Reisner
En 1915, Reisner fouilla systématiquement les tombes des gouverneurs. L’essentiel du travail
fut en réalité accompli par son assistant, Hanford Lyman Story, et son contremaître égyptien,
Said Ahmed Said. Leurs journaux de fouille, aujourd’hui conservés au Museum of Fine Arts
de Boston, contiennent un trésor d’informations concernant le déroulement de ces fouilles.
Graf 10A van gouverneur Djehoetinacht
Op 29 april 1915 deden ze de ontdekking van hun leven: de vrijwel intacte grafkamer van
gouverneur Djehoetinacht en zijn vrouw, die dezelfde naam droeg. Hun prachtige lijkkisten
behoren tot de absolute top van Middenrijkskunst. Rond de kisten lagen honderden houten
figuurtjes, plankjes, grafmodellen, albasten vaasjes, een kanopenkist, aardewerk, faïence
objecten, en nog veel meer. Een grafinventaris een gouverneur waardig.
Beleef zelf de ontdekking van graf 10A op het interactieve scherm op de tegenoverliggende
wand.
La tombe 10A du gouverneur Djehoutinakht
Le 29 avril 1915, ils firent la découverte de leur vie : la chambre funéraire quasiment intacte
du gouverneur Djehoutinakht et de son épouse homonyme. Leurs magnifiques cercueils sont
des chefs d’œuvres absolus de l’art du Moyen Empire. Autour de ceux-ci étaient disposées
des centaines de figurines en bois, des planchettes, des modèles funéraires, des vases
d’albâtre, un coffre à canopes, des céramiques, des objets en faïence, et bien d’autres
choses. Un mobilier funéraire digne d’un gouverneur !
Afbeeldingen op tekstpaneel 12a
Fig. 12a. George Andrew Reisner
Fig. 12a. George Andrew Reisner
Fig. 12b. Reconstructietekening van graf 10A, met detail van de grafkamer
Fig. 12b. Reconstitution graphique de la tombe 10A, avec détail de la chapelle funéraire
Fig. 12c. Grafmodellen zoals Reisner ze in 1915 aantrof langs de kist van gouverneur
Djehoetinacht
(Harvard University-Boston Museum of Fine Arts Expedition Photograph 6822 & 6823 © Museum of Fine Arts, Boston)
Fig. 12c. Les modèles funéraires tels que Reisner les a trouvés le long du cercueil du gouverneur Djehoutinakht
(Harvard University-Boston Museum of Fine Arts Expedition Photograph 6822 & 6823 © Museum of Fine Arts, Boston)
Fig. 12d. Detail van de decoratie op de lijkkist van gouverneur Djehoetinacht
(MFA 20.1822 © Museum of Fine Arts, Boston)
Fig. 12d. Détail de la décoration du cercueil du gouverneur Djehoutinakht
(MFA 20.1822 © Museum of Fine Arts, Boston)
TEKSTPANEEL 12b
2009 – heropgraving van graf 10A door KU Leuven
In 2009 ontdekte het team van de KU Leuven een hoekje van de schacht dat Reisner over het
hoofd had gezien. Hier bleken zich nog in situ beenderen van eenden en kraanvogels te
bevinden, die tijdens de begrafenis van de gouverneur meegegeven werden als voedseloffer.
Dat kraanvogels vetgemest werden voor consumptie was bekend, maar hun beenderen zijn
nooit eerder in graven gevonden. Snijsporen op de poten geven aan dat ze door de mens
geprepareerd werden om als voedseloffer mee begraven te worden.
2009 – nouvelle fouille de la tombe 10A par la KU Leuven
En 2009, l’équipe de la KU Leuven découvrit un coin du puits que Reisner avait négligé. Des
os de canards et de grues, déposés comme offrandes alimentaires pendant les funérailles du
gouverneur, y étaient toujours en place. On savait déjà que des grues pouvaient être engraissées pour être consommées, mais leurs ossements n’avaient encore jamais été découverts dans des tombes. Des traces de découpe sur les pattes montrent qu’elles avaient été
préparées pour être enterrées comme offrandes funéraires.
Afbeeldingen op tekstpaneel 12b
Fig. 12e. Het vetmesten van kraanvogels zoals afgebeeld in het graf van Mereruka in Saqqara
(Oude Rijk)
Fig. 12e. Le gavage des grues représenté dans la tombe de Mereruka à Saqqara (Ancien Empire)
Fig. 12f. Ook in het graf van Djehoetihotep wordt het vetmesten van kraanvogels afgebeeld.
De aquarel die Howard Carter van deze scène maakte in 1893 vind je hier in de
tentoonstelling.
Fig. 12f. Le gavage des grues est également représenté dans la tombe de Djehoutihotep.
L’aquarelle réalisée de cette scène par Howard Carter en 1893 est présentée dans cette exposition.
Fig. 12g. Beenderen van kraanvogels uit graf 10A, met een detail van de snijsporen
Fig. 12g. Ossements de grues provenant de la tombe 10A, avec détail des traces de découpe
OBJECT 7: Pagina uit het dagboek van George Reisner. Deze schets, gemaakt op 1 mei 1915,
toont een doorsnede van de schacht en het grondplan van graf 10A
Foto © Museum of Fine Arts, Boston (reproductie)
OBJET 7: Page du journal de George Reisner. Ce dessin, daté du 1er mai 1915, montre une
coupe du puits et le plan de la tombe 10A
Photo © Museum of Fine Arts, Boston (reproduction)
OBJECT 8: Pagina uit het dagboek van Reisners voorman, Said Ahmed Said, geschreven in het
Arabisch. Deze schets toont een doorsnede van schacht 5E en het grondplan van het graf
van gouverneur Ahanacht I
Foto © Museum of Fine Arts, Boston (reproductie)
Objet 8: page du journal du contremaître de Reisner, Said Ahmed Said, écrite en arabe. Ce
dessin montre une coupe du puits 5E et le plan de la tombe du gouverneur Ahanakht I
Photo © Museum of Fine Arts, Boston (reproduction)
WAND K
TEKSTPANEEL 13
Het onderzoek gaat door
Deze tentoonstelling concentreert zich op Djehoetihotep, maar het KU Leuven team houdt
zich met veel meer bezig.
Site-intern…
Alle zones van Dayr al-Barsha zijn inmiddels door archeologisch en geofysisch onderzoek in
kaart gebracht. Zo is duidelijk geworden dat in het Middenrijk alle graven georiënteerd
waren op een processieweg van Chemenoe naar de gouverneursgraven op de noordheuvel.
Djehoetihoteps kolosbeeld vormde een onderdeel van dat processielandschap.
…en site-extern
Om de relatie tussen Chemenoe en Dayr al-Barsha te begrijpen moet ook het Nijldal tussen
die sites worden onderzocht. Dat leidde inmiddels tot de vondst van oude Nijlarmen en
nederzettingen. Zaken waar in 1915 nog geen aandacht voor bestond, maar die de site in
een nieuw perspectief plaatsen. Maar dat is een ander verhaal …
Beleef zelf op het interactieve scherm welke ontdekkingen het team van de KU Leuven de
afgelopen jaren deed in Dayr al-Barsha en omgeving
www.dayralbarsha.com
La recherche continue
Cette exposition est centrée sur Djehoutihotep mais l’équipe de la KU Leuven s’occupe aussi
de bien d’autres choses.
Sur le site…
Toutes les zones du site de Dayr al-Barchat son cartographiées grâce aux recherches archéologiques et géophysiques. Ce travail a révélé qu’au Moyen Empire toutes les tombes étaient
orientées sur un chemin de procession reliant Khemenou aux tombes des gouverneurs de la
colline nord. La statue colossale de Djehoutihotep faisait partie de ce paysage processionnel.
… et au-delà du site
Afin de comprendre la relation entre Khemenou et Dayr al-Barcha, c’est toute la vallée du Nil
entre ces sites qui doit être étudiée. Cette recherche a permis de découvrir d’anciens bras du
Nil et d’anciennes implantations humaines. Ce genre d’approche, qui n’était pas pratiquée
en 1915, permet de replacer le site dans une nouvelle perspective. Mais ceci est une autre
histoire…
Revivez, grâce à l’écran interactif, les découvertes réalisées par l’équipe de la KU Leuven à
Dayr al-Barcha et aux environs, pendant ces dernières années
www.dayralbarsha.com
www.facebook.com/EgyptologieKUL
Afbeeldingen op tekstpaneel 13
Fig. 13a. Het KU Leuven team voor het opgravingshuis in Dayr al-Barsha
Fig. 13a. L’équipe de la KU Leuven devant la maison de fouille de Dayr al-Barcha
Fig. 13b-c. In 2015 werd een necropool achter het opgravingshuis opgegraven, die in 2012
door geofysisch onderzoek was ontdekt
Fig. 13b-c. En 2015, une nécropole fut fouillée derrière la maison de fouille. Elle avait été
révélée en 2012 par la prospection géophysique.
WAND L
Object 9: grote foto Reisner
WAND M
TEKSTPANEEL 14: SPONSORS
Deze tentoonstelling is een initiatief van studenten archeologie en egyptologie, in
samenwerking met de onderzoekseenheid Taal- en Regiostudies: Egyptologie van de KU
Leuven
De tentoonstelling werd gerealiseerd door (+ logo’s)
 KU Leuven
 Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
 Hogeschool PXL
Bruikleengevers en verstrekking tentoongestelde illustraties
 Griffith Institute, University of Oxford
 Museum of Fine Arts, Boston
 Egypt Exploration Society, London
 British Museum, London
 Bibliothèque Nationale de France
 Château de Versailles
 Palais des Beaux-Arts de Lille
 National Trust, Verenigd Koninkrijk
Deze tentoonstelling had niet kunnen worden gerealiseerd zonder de financiële en materiële
steun die wij ontvingen. Wij danken:
(grote logo’s!)
 Elo Touch Solutions
 INGEO
 Uitgeverij Peeters
 UK-Systems
Comité voor Belgische Opgravingen in Egypte; Egyptologica Vlaanderen v.z.w.; Fonds Jan
Quaegebeur; Huis van Horus; KU Leuven, Faculteit Letteren, POC Archeologie; KU
Leuven, Faculteit Letteren, POC Taal- en Regiostudies; KU Leuven, Faculteit Letteren,
Wetenschapscommissie; KU Leuven, Cultuurcommissie; Dhr. en Mevr. P. & R. Moerman;
Mevr. Lydia Vanderhoeydong; Mevr. Ida Willems-Groenendaal; en de talrijke deelnemers
aan onze benefietavond op 11 mei 2015
Cette exposition est une initiative des étudiants en archéologie et égyptologie, en collaboration avec l’unité de recherche Taal- en Regiostudies : Egyptologie de la KU Leuven
L’exposition a été réalisée par:
 KU Leuven
 Musées royaux d’Art et d’Histoire
 Hogeschool PXL
Prêteurs et lieux de conservation des illustrations
 Griffith Institute, University of Oxford
 Museum of Fine Arts, Boston
 Egypt Exploration Society, London
 British Museum, London
 Bibliothèque Nationale de France
 Château de Versailles
 Palais des Beaux-Arts de Lille
 National Trust, Royaume-Uni
Cette exposition n’aurait pas pu être réalisée sans les soutiens financiers et matériels dont
nous avons bénéficié. Nous remercions :




Elo Touch Solutions
INGEO
Uitgeverij Peeters
UK-Systems
Comité des Fouilles belges en Egypte ; Egyptologica Vlaanderen v.z.w.; Fonds Jan
Quaegebeur; Huis van Horus; KU Leuven, Faculteit Letteren, POC Archeologie; KU
Leuven, Faculteit Letteren, POC Taal- en Regiostudies; KU Leuven, Faculteit Letteren,
Wetenschapscommissie; KU Leuven, Cultuurcommissie; M. et Mme. P. & R. Moerman;
Mme. Lydia Vanderhoeydong; Mme. Ida Willems-Groenendaal; et les nombreux
participants à notre soirée de “fundraising” du 11 mai 2015