Juryverslag 2011-2012 We hebben Guy Cassiers een wormpje zien spelen, echt waar. En Wilfried Martens en Willy Claes antieke helden, ook niet slecht. We zagen een toneelstuk over alles, en ook niks of niks. Dingen met paardenzwepen, dingen met alleen maar stenen, dingen waarbij je in slaap moest vallen, of dingen die je kon eten. We hebben veel gesmaakt, en bleven minstens zo vaak op onze honger. Het jeugdtheater bijvoorbeeld: daar springt tegenwoordig nog zo weinig uit de band, meneer. Beetje droevig beetje gek. Maar kom, het kan niet alle dagen feest zijn. Vooral dood, rouw en afscheid bleken het sterkst te leven. Zelfs Tom Lanoye legde zijn diepste ziel bloot. We zochten onze weg naar stadhuizen, naar jeugdherbergen, maar vooral naar kale parkings. Stationeert het theater zich steeds meer buiten de schouwburg? De bankencrisis brak door, de kerk ging te biecht en het theater leerde preken, zelfs al dansend. Maar vooral puur spelplezier nam een hoge vlucht. Voorstellingen willen weer oprechte geschenkjes zijn, al dan niet voor kijklustigen, desnoods met gogo girls. In de jaarlijkse strijd tussen de blote tieten en de blote pieten wonnen deze keer wel de blote pieten. Vele mansbeelden werden geslecht, vele heren deden monologen. Vrouwen deden het liever samen, en niet zelden met opmerkelijk resultaat. Noem het een cliché van een oververzadigde jury, maar er was van alles wat. Wie vindt dat het gesubsidieerde theater eenheidsworst is geworden, moet dringend wat breder leren eten. Er was kindertheater met speculoos, sociaal-artistiek toneel met Tsjechov, performance met luchtbellen, dans rond een striptekenaar, virtueel belevingstheater met spitstechnologie... Of het niet allemaal wat veel aan het worden is? Zeker wel. Of toch als ons het gevoel bekruipt dat er steeds meer fabrieksmakelij tussen steekt. Worst om de worst. En intussen werden er weer dikkere en dikkere subsidiedossiers geschreven voor minder en minder subsidies... Een keuze voor inhoud en soberheid Als jury 12 rozijnen uit de pap mogen halen, na in totaal 254 geziene producties tussen 1 mei 2011 en 30 april 2012, blijft een dubbeltje op zijn kant. Bewust hebben we gekozen voor een festivalselectie die de podiumkunsten begrijpt als een brede waaier, en die zowel ingewijde als niet-ingewijde publieken kan aanspreken én verrassen. Voorstellingen die het verschil maken, hoeven niet al het bekende op de helling te zetten. Ze hoeven de zaal niet radicaal te verdelen. In een tijd waarin artistieke verbeelding steeds meer terrein verliest op de koers van de euro, lijkt de uitdaging voor Het Theaterfestival ons veeleer om publieken te proberen verenigen – zodat we met genoeg zijn als het er echt om begint te spannen. Als er één verworvenheid op het spel staat, ook binnen de podiumkunstensector, dan wel solidariteit. Als er vandaag één zaak nodig is, dan wel één gedeelde zaak. Daarom hebben we niet gekozen voor Hebzucht van Braakland/ZheBilding of Violet van Meg Stuart: voorstellingen waarover rabiate voor- en tegenstanders in de jury bijna slaags raakten. Een zinvoller streefdoel dan voor elk wat wils, leek ons alles voor eenieder. We geloven dat de meeste geselecteerde producties die gemeenschappelijke aanspraak hebben omdat ze zich uitspreken over levensvormen en publieke vraagstukken die zich net vandaag sterk opdringen, en dat doen in een vorm die blijk geeft van stijl, ambacht en oorspronkelijkheid. Het gaat ons om die combinatie. ‘Vernieuwing’ is in onze podiumkunsten lang louter een vormkwestie geweest. Vele geselecteerde voorstellingen maken het verschil omdat ze ook iets nieuws te vertellen hebben, onze kijk verdraaien. Hun inhoudelijke diepgang en complexe denken zijn een voorstel voor een theaterveld waarvan de blik vaak niet voorbij de eigen evidenties raakt. Verder valt aan deze selectie op dat vele producties hun verhaal vertellen met relatief weinig middelen. Er spreekt een groot minimalisme uit, een hernieuwde concentratie op de naakte performer en zijn eigen instrumenten. Back to basics, zeg maar: stem, spel, lichaam, kunde. Is het een vorm van ecologie? Een bevraging van de luxe, de overdaad, de mediatisering die onze bestaansvoorwaarde zijn geworden? Deze makers verstoppen zich niet achter toeters en bellen, maar spreken de zaal direct aan. Conceptualisme heeft even zijn beste tijd gehad, spelplezier en generositeit komen weer voorop. Het theater waar wij voor kozen, schuift dichter bij zijn publiek, soms ook letterlijk. Op zoek naar ontroering, naar een rechtstreeks spreken en raken. Geen repertoire in deze selectie? Dat klopt. Al worden er weer meer klassiekers gespeeld dan een paar jaar geleden, we hebben ons tijdens meerdere van die repertoirevoorstellingen oprecht afgevraagd waarom. Ze dwingen zo weinig hun noodzaak af. Je voelt het gesprek erachter niet. Waarom nu? Wat wil er met al die Grieken en die Russen verteld worden? Deze selectie werpt een heel andere blik op hoe het theater met ‘erfgoed’ kan omgaan. Vele voorstellingen hebben de vorm van een retrospectieve. In tijden van onveiligheid, streng bewaakte grenzen, politieke retoriek en neoliberale oppermacht blikken ze terug op wat we onderweg verloren zouden kunnen hebben aan gemeenschapsgevoel, socialistische idealen, verenigingsleven, gedeelde religiositeit. Is dit heden een onvoltooid verleden of is it going to get worse and worse? In elk geval spiegelt deze selectie een Europa op de wip tussen zijn rijke culturele verleden met zijn grote sociale verworvenheden, en een toekomst waarin het hard geconfronteerd dreigt te worden met de effecten van zijn eeuwige vooruitgangsgedachte. Kom maar af, u zal het zien. Bert Anciaux, senator en ex-cultuurminister Eddie Guldolf, programmator C-mine Genk Geert Overdam, directeur Theaterfestival Boulevard, ‘s-Hertogenbosch Kristien De Proost, theatermaker bij Tristero Wouter Hillaert, theatercriticus De Standaard en rekto:verso Selectie Theaterfestival 2012 ONVOLTOOID VERLEDEN – Toneelhuis / Olympique Dramatique Tegen een massieve wand vol geklasseerde levens, waarschijnlijk het meest treffende decor van afgelopen seizoen, spelen Tom Dewispelaere en Jan Decleir het relaas van moordenaar Noël Catrijsse. Met een uiterste spelconcentratie en tegelijk met sprekend gemak maken ze van Claus’ laatste roman een whodunit waarvan de dader er al zit. Alleen, wie is hij nu precies? Onder kaal licht, bijna roerloos, ontpopt Onvoltooid verleden zich tot een psychologische thriller. Zo typeert de voorstelling het proces van zovele publieke ‘monsters’ vandaag: zij zweten in hun eentje de trauma’s van een hele samenleving uit. De jury had uit het voorbije Toneelhuis-seizoen zowat elke creatie kunnen kiezen, maar viel voor het radicale vakmanschap waarmee Onvoltooid verleden aantoont hoe snel we geneigd zijn een gebroken mens te geloven. LAND’S END – Berlin Ook het makersduo Bart Baele en Yves Degryse ensceneert een gerechtelijk onderzoek waarin verwarring het wint van de waarheid. Half documentair, half fictief openbaart Berlin vele perspectieven op één partnermoord in het Frans-Vlaamse grensgebied, via alweer een uitgekiende filmmontage gespreid over meerdere schermen. Deze keer zorgen prangend acteerspel en een installatieparcours met ontluisterende machines voor nog een extra laag. Hoe absurd kunnen grenzen zijn? Voor de jury is Land’s End een mooi voorbeeld van hoe kleinmenselijke verhaaltjes via coherente vormingrepen een heel wereldbeeld kunnen gaan bevragen: met name hoe lijntjes op een landkaart hele bedenkelijke werkelijkheden creëren, en al even strikte vakjes in ons hoofd. Berlin zuigt je in een uniek staaltje vertelkunst. SAN FRANCISCO – De Warme Winkel Er blijken vele manieren om de bankencrisis te ensceneren, maar niemand doet het met zo’n vitalistische en zelfkritische spirit als De Warme Winkel. Op een lege scène (alle subsidies zijn over de balk gegooid) betuigen Vincent Rietveld en Mara van Vlijmen hun medelijden met topbankiers, leggen ze de essentials van de financiële kortsluiting uit vanuit een middeleeuws dorpje en gaan ze het algehele crisisgevoel te lijf met rauwe poëzie en een weldadig je m’en foutisme. Met een wonderlijke beheersing van vele speelstijlen bewijst San Francisco dat een pientere maatschappelijke analyse over megalomanie en schuld niet in tegenspraak hoeft te zijn met een bijzonder prettige publieksvriendelijkheid. De jury looft De Warme Winkel voor zijn kunde om met niets in handen een voorstelling te maken die voorbij de crisis denkt. KRENZ – De Koe Willem de Wolf maakte het pareltje van deze selectie: een (auto)biografische terugblik op de idealen én de verstarring van het communisme. Met niet meer dan een paar foto’s licht het nieuwe Nederlandse lid van De Koe het geval Egon Krenz uit. Krenz was de eeuwige tweede onder Honecker in de DDR, en zag uiteindelijk als kersverse staatsleider de Muur vallen. Wat wij daarmee te maken hebben? Krenz is niet alleen de Bildungsgeschiedenis van De Wolf zelf, maar ook die van Europa: de kroniek van een vergeten alternatief. Met zijn doordachte pen, maar ook met zijn authentieke persoonlijkheid op scène blijkt De Wolf een van de fijnste recente aanwinsten voor de Vlaamse podiumkunsten. Zo ontwapenend, zo wereldwijs, zo vol noodzaak zie je theater zelden gemaakt worden. De jury viel voor Krenz als één blok. RAYMOND – KVS Ook Raymond is een biografische solo over een levensbepalende vader-zoonrelatie. Tegelijk sober en smakelijk, zelfverzekerd en relativerend kruipt Josse De Pauw in de rol van nationaal voetbalmonument Raymond Goethals. Over voetbal komen we nochtans weinig te weten, over zingeving des te meer. Raymond vat dat ene moment dat een heel bestaan kan bestemmen, in een vorm waar niets op af te dingen valt. De cirkelende schriftuur van Thomas Gunzig getuigt van even veel lef als ambacht, en regisseur Manu Riche vertaalt die naar een straf, strategisch scènebeeld. De Pauw zelf toonde zich ook al in Duister hart en Boot en berg in bloedvorm, maar Raymond sprong er voor de jury uit als de ware tour de force: het verkopen van een tweetalige levensles als roerend verteltheater. Eenvoud is het wapen van de grootmeesters. IT’S GOING TO GET WORSE AND WORSE AND WORSE, MY FRIEND – Lisbeth Gruwez / Voetvolk De derde solo in deze selectie gaat over retoriek, maar doet dat zonder woorden. Geïnspireerd door preken van de ultraconservatieve ‘televangelist’ Jimmy Swaggart, evoceert choreograaf Lisbeth Gruwez de corporele overtuigingskracht van het hoge woord. Eerst met bescheiden gestes die de lucht bewegen, daarna met steeds meer extase van het hele lijf, uiteindelijk als geweld op zich. Retoriek is een kwestie van ritme, controle en uiterste precisie, zo tonen de bezwerende gebaren van Gruwez op de soundscape van Maarten Van Cauwenberghe. Zelden hebben beeld, beweging, licht en geluid elkaar zo sterk bewapend. Het maakt van It’s going to get worse and worse een precieus meesterwerk, dat de jury in een bijna magische toestand heeft weten te zuigen. Tegelijk geeft Gruwez weer inhoud en verhaal aan virtuositeit. A LOUER – Peeping Tom / KVS Als de waarde van dans en theater erop neerkomt dat ze de wereld confronteren met parallelle werkelijkheden, dan toont A Louer zich daar het summum van. In een grootse wachtkamer met brede divans, hoge rode gordijnen en zwart-wit geblokte tegels transformeert landerigheid zich tot een erg actieve geestelijke verbeelding: de Koreaanse dienstbode ontdubbelt, één zetel slokt zijn gasten op, mensen krabbelen rond als ratten... De filmische suggestie van deze beelden is legio, maar hun ware kracht ontlenen ze toch aan erg begiftigde live dans, en aan hun inspiratie uit opera en acrobatie. Tegelijk blijft A Louer uiterst persoonlijk. Wat de jury er vooral in waardeert, is hoe Peeping Tom het danstheater op wervelende wijze democratiseert: het palmt het podium in als een kijklustige vrijruimte voor wat mogelijk is. Entertainment met een twist. CESENA – Rosas / graindelavoix Met Cesena breit Anne Teresa De Keersmaeker een risicovol, maar wondermooi vervolg aan En Atendant, waarmee Rosas vorig jaar op Het Theaterfestival stond. Toen vormde een avondlijke troost de basistoon, hier is het een delicaat ochtendgloren. Dertien dansers en zes zangers vervloeien met elkaar alsof het niets is: ze uiten de hoop op een nieuwe gemeenschap, met simpele medemenselijkheid als krachtbron. Zelfs instrumenten zijn achterwege gelaten. Dat typeert voor de jury het volgehouden pad van De Keersmaeker – meer dan wie ook van haar generatie – naar de heruitvinding van zichzelf in een spirituele ecologie. Tegelijk mag de inbreng van Björn Schmelzer van graindelavoix geenszins onderschat worden. Artistieke fusies als Cesena, van artiesten voor wie vorm en inhoud heilige doelen vormen, zijn uitzonderlijk. DE PIJNDERS – Cie Cecilia / De Werf / Antigone Een heel andere gemeenschap, naar gewoonte een tikje meer nostalgisch, zet Arne Sierens op scène in De Pijnders. Zes mannen en drie mannelijke muzikanten, zowel kiekenborstjes als echte venten, geven lucht aan wat de kleine dorpsgemeenschap benauwt en adem geeft: hun alles weten van allen, hun vereende draagkracht voor elkaar. Op niet meer dan een kantelende evenwichtsplaat – alweer een knap decor van Guido Vrolix – krijg je de precaire samenhang van het Vlaamse verenigingsleven te zien. En hoe. Wat deze robuuste spelersgroep met Johan Heldenbergh en Dominique Van Malder inboet aan verfijning, wint hij aan likkebaardend spelgenot. Meer dan ooit weet Sierens goud te maken van de wisselwerking tussen individuele branie en collectieve pijn. De jury kreeg een krop, en heeft luid gelachen. Ontroering heet dat. HET FANTASTISCHE LEVEN VAN DE HEILIGE SINT-CHRISTOFFEL ZOALS SAMENGEVAT IN TWAALF TAFERELEN EN DRIE LIEDEREN – De Werf / Silence Fini Ook Simon Allemeersch grijpt, samen met Barbara en Stefanie Claes, terug naar het tanende gemeenschapsgevoel van religieuze folklore. De legende van patroonheilige Sint-Christoffel, beschermheer van reizigers tegen van alles en nog wat, vormt de brede korf waar de makers hun meest burleske fantasie op loslaten. Resultaat: een reeks beeldende acts die de verrassing van dit seizoen opleveren. Niet alleen de makershouding van dit trio – een frisse combinatie tussen persoonlijke noodzaak en aandacht voor niet evidente maatschappelijke thema’s – vindt de jury een voorbeeld voor het hele (figuren)theater. Net zo overtuigend is het verhaal dat al deze art brutpoëzie uitdraagt: ons onveiligheidsgevoel is gewoon een sociaalpsychologische instelling. Een (concert)voorstelling die schuurt en toch breed toegankelijk blijkt: het kan wél. GIJ DIE MIJ NIET ZIET – KVS Weet je wat ons aller probleem is? We maken onszelf van alles wijs in ons hoofd, en noemen dat ‘de wereld’. Gelukkig zijn er Wim Helsen en Bruno Vanden Broecke om ons dat zielige mechanisme subtiel en toch ontegensprekelijk terug te spelen. In Gij die mij niet ziet zitten beide rasperformers in een besloten huiskamertje als tussen twee dove oren. Tegen elkaar op fabuleren ze over de onwerkelijke schone Natasha, die ze straks zullen verleiden met elk hun beste zelf. Al lijkt hun openingsdialoog louter absurd, hij blijkt uiteindelijk het fundament van een spitse opbouwende tekst, die een hele rist maatschappelijke problemen herleidt tot onze eigen mentale onzekerheid. Bandeloze comedy meets breekbaar theater: voor de jury is Gij die mij niet ziet een verraderlijk eenvoudig kleinood gebleken, met een paar memorabele scènes. DIT IS ALLES – HETPALEIS This is all was niet eens een overdreven titel, toen Aidan Chambers hem in 2005 boven zijn nieuwe jeugdroman zette. Met de zelfgerichte nieuwsgierigheid van een bakvis en de wijsheid van een doorleefde moeder laat zijn hoofdpersonage Cordelia Kenn zich uit over vele thema’s, de liefde voorop. Marieke Dilles en Femke Heijens hebben zich voor hun podiumbewerking natuurlijk moeten beperken, maar deden dat niet in hun gekozen vormen. Dit is alles gebruikt filmbeelden, geschreven lijstjes en citaten op de overhead. Het resulteert in een van die zeldzame jeugdvoorstellingen waarin een sprekende vorm ook een verrijkende inhoud dekt. Dilles beweegt zich tussen al die frisse gedachten als een vis in het water, en snoert scène per scène je keel strakker toe. Van zoveel complexloosheid kwam de jury gereinigd buiten. Selectie uit Nederlands Theaterfestival De jury koos ook twee voorstellingen uit de selectie van het Nederlands Theaterfestival: BLOED&ROZEN – Toneelhuis BIMBO – Theatergroep Boogaerdt/VanderSchoot Selectie Circuit X 2012 TWEE MEISJES EN EEN SCHURK – Mieke Laureys en Annelore Stubbe / Ensemble Leporello Los gebaseerd op de Griekse mythe van de zussen Procne en Filomena, vol seksueel vergrijp en kindermoord, zoekt deze beeldende productie de maximale spanning van vier lakens, twee emmers slijkwater en een tobbe. Jonge makers Mieke Laureys en Annelore Stubbe weten ze uiterst helder uit te wringen tot een prangend fysiek portret van een getroebleerde zusterliefde. JAKE & PETE’S BIG RECONCILIATION ATTEMPT FOR THE DISPUTES FROM THE PAST – Jakob en Pieter Ampe / CAMPO Twee grote jongens die elkaar in het gezicht gaan schreeuwen en niets liever doen dan elkaar in te kleine dozen proppen: dat is de speelse sfeer die de broers Ampe een uur lang installeren. Hun uitgestreken gezicht en hun ongecompliceerde omgang met het geldende dansdiscours is daarbij hun grootste wapen. Absurd, charmant, ontroerend: Jake & Pete is het allemaal. DE VERLEIDING – Maarten Westra Hoekzema / unm Met de overtuigingskracht van een goeroe in pak doet Maarten Westra Hoekzema je splijtende tips aan de hand: hoe bereik je het ultieme succes, hoe verleid je de vrouw van je dromen? Even grappig als clever speelt De verleiding met het format van de vlotte presentatie, om je uiteindelijk toch met de nodige vragen achter te laten. Onderhoudend als comedy, en toch. WINTERLICHT – Thomas Janssens / Fernweh / De Tijd Literaire hoogstandjes van Jeroen Brouwers ensceneren zonder de veiligheid van heldere personages: wat Thomas Janssens doet, is voor jonge makers minstens gedurfd. Zijn grote troef is de rust en de natuurlijke articulatie van zijn spel. Brouwers’ genuanceerde gedachten doen de rest. Winterlicht bewijst dat bestaand materiaal bewerken geen toegift is, maar een kunst. HET FANTASTISCHE LEVEN VAN DE HEILIGE SINT-CHRISTOFFEL ZOALS SAMENGEVAT IN TWAALF TAFERELEN EN DRIE LIEDEREN – De Werf / Silence Fini Zie hoger.