België op het ogenblik van de Hercynische plooiing

advertisement
3 Hoe wordt de geologische tijd
onderverdeeld?
1. De geologische tijdsschaal
De geologische tijdsschaal
Holoceen
< 10000j
600
Biologische
Big Bang
Hoe is het leven geëvolueerd sedert het Cambrium?
https://www.youtube.com/watch?v=OIWde6OpVZU
Hogere levensvormen
zeer eenvoudig leven
Hoe kunnen we het leven op aarde reconstrueren?
afdruk ammoniet
mammoet
Met behulp van fossielen
steenkoolvaren
kop
reuzenreptiel
trilobiet
varenbos
Een geologische periode sluit meestal af met een
massa-extinctie
Oorzaken van de massa-extincties
1 Klimaatswijzigingen
Wat is hiervan de oorzaak?
Afkoeling
Wat is hiervan de oorzaak?
Opwarming
Wat is de oorzaak van de klimaatswijzigingen?
Vergelijk de breedteligging van West-Europa met het klimaat
Besluit: het verplaatsen van de continenten veroorzaakt
klimaatsveranderingen
Welke gevolgen hebben de klimaatsveranderingen?
Besluit:
-Iedere temperatuur
daling komt overeen met
een zeespiegeldaling.
- Iedere zeespiegeldaling
komt overeen met een
massa-extinctie
-Waarom spreekt men van de Biologische Big Bang vanaf het Cambrium?
Tijdens het Cambrium is de biologische ontwikkeling zeer snel gegaan,
als het ware een explosie van leven.
-Beschrijf in enkele grote stappen de evolutie van het plantaardige leven
van het Cambrium tot nu:
eerst eencelligen, vervolgens sporenplanten, dan de naaktzadigen
(naaldbomen) en tenslotte de bedektzadigen (loofbomen en bloemendragende
planten).
-In welke periode werden de meeste steenkoollagen gevormd? Door
welke planten? Onder welk klimaat? Waar bevond West-Europa zich toen
op de globe?
De steenkoollagen zijn meestal gevormd in het Carboon. Ze zijn ontstaan uit
reuzenvarens die leefden in tropische omstandigheden. West-Europa lag
toen veel zuidelijker over de evenaar.
-Gedurende welke geologisch hoofdtijdperk leefden de reuzenreptielen
op aarde? Hoe zijn ze van de planeet verdwenen?
De reuzenreptielen leefden tijdens het Mesozoïcum. Ze zijn van de aardbol
verdwenen tijdens de massa-extinctie op het einde van het Krijttijdperk.
-Geef een verklaring voor het voortdurend veranderen van het klimaat in
een bepaald gebied:
Een bepaald gebied kan door de plaattektoniek voortdurend verplaatst
worden over de aardbol. Hierdoor zullen ook de klimaten veranderen.
-Welke 6 grote massa-extincties kunnen we onderscheiden gedurende
de laatste 600 miljoen jaar?
Op het einde van het Ordovicium, het Devoon, het Perm, het Trias, het Krijt en
het Holoceen ( nu bezig).
-Wie of wat is de oorzaak van de laatste massa-extinctie in het Holoceen?
De mens werkt zo ingrijpend in op het milieu zodat er dagelijks
verschillende planten en diersoorten van de aarde verdwijnen.
-Welk fenomeen kenmerkt de periode van het Pleistoceen?
Het Pleistoceen is een periode die gekenmerkt wordt door enkele zeer koude
periodes (glacialen of ijstijden).
2. Gebergtevorming
Wanneer werden deze lagen geplooid?
Anticline Durbuy
Syncline Walgrappe
Devoon kalksteen
Carboon zandsteen
Dus ten vroegste op het einde van het Carboon
Besluit: vroeger zijn er nog periodes geweest
van gebergtevorming
De belangrijkste
periodes van
gebergtevorming
Welke gebergten
werden
gevormd?
Verspreiding van de gebergten
1) Caledonische plooiing:
Hoogtepunt in:
Siluur tijdperk 400milj jaar geleden
Voornaamste gebergten:
Schotse Highlands, Scandinavisch massief
bij ons het Brabants massief
2) Hercynische plooiing
Hoogtepunt in:
Eind Carboon 300milj jaar geleden
Voornaamste gebergten: Appalachen, Centraal massief, Oeral
bij ons Ardennen en de Duitse Eifel
3) Alpiene plooiing
Hoogtepunt in:
Vanaf het Eoceen, werkt nog steeds door
Voornaamste gebergten: Alpen, Himalaya, Andes
Welke invloed heeft de Alpiene plooiing bij ons?
De Alpiene plooiing veroorzaakt bij ons een kleine opheffing ter hoogte van de
Ardennen. Hierdoor snijden de rivieren diepe valleien uit en worden alle
afzettingen van na het Carboon een beetje schuin gezet.
De lagen hierboven gaan daardoor schuin staan
Optilling door de
Alpiene plooiing
België op het ogenblik van de Caledonische plooiing
Caledonische plooiing
400 miljoen
Caledonische plooiing
400 miljoen
1) Avalon (met oa België) wordt naar N-Am geduwd.
2) De oceanische plaat tussen Avalon en N-Am wordt onder Avalon
geduwd (Iapetus oceaan).
3) Wanneer de twee continenten botsen tijdens het siluur (400milj)
ontstaan de Caledonische gebergten (oa het Brabants massief).
België op het ogenblik van de Hercynische plooiing
Hercynische plooiing
300miljoen
Hercynische plooiing
300miljoen
- Gondwana botst tegen Laurasië.
- De oceanische korst (Rheic ocean) verdwijnt onder Gondwana.
- De Hercynische gebergten in Midden Europa worden gevormd oa de Ardennen
Eifel, Vogezen.
Wanneer werden deze lagen geplooid?
Anticline Durbuy
Syncline Walgrappe
Devoon kalksteen
Carboon zandsteen
Geplooid: ten vroegste op het einde van het Carboon
Hercynische plooiing
3. Ouderdomsbepaling
1. Absolute ouderdomsbepaling
1) Met
GIDSFOSSIELEN
Voorbeeld:
Mucrospirifer
DEVOON
408 à 360 miljoen
jaar oud
2) Met de halveringswaarde
van radio-actieve elementen
Voorbeeld
14C
methode
Tijdens leven: constante verhouding
14C/12C
Na dood: verlies van
radio-actief verval
14C
door
Halfwaardetijd 14C = 5730 jaar
2. Relatieve ouderdomsbepaling
1. Wetten van de sedimentatie
- Afzettingen worden gevormd in horizontale vlakke lagen
- Geplooide of schuine lagen zijn het resultaat van gebergtevorming
Jongere lagen
Oudere lagen
- Oudere lagen liggen meestal onder jongere
- Tussen twee lagenpaketten ligt een discordantievlak
2. Relatieve ouderdomsbepaling
2. Principes van de relatieve ouderdomsbepaling.
- Magmatische gesteenten zijn jonger - De breuk is jonger dan de
gesteenten waardoor ze loopt
dan de er rond liggende gesteenten
- De gesteentelaag is even oud
als de fossielen die er in
voorkomen
- Ingesloten gesteenten zijn ouder
dan het omgevingsgesteente
1) Er worden sedimenten afgezet in mooie
horizontale lagen ( meestal in de zee).
Volgens de wet van de superpositie (A
oudste, F jongste laag).
2) Door gebergtevorming worden de lagen
geplooid en vervormd ( synclines,
anticlines, plooien, breuken ) . Losse
gesteenten worden vaak samengeperst tot
harde rots.
3) Na de gebergtevorming krijgen we een
periode van erosie. Het gebergte wordt
afgevlakt tot een schiervlakte.
4) De schiervlakte komt zo laag te liggen
zodat ze weer wordt overspoeld. Er worden
nieuwe sedimenten afgezet. Tussen de
lagenpakketten ontstaat zo een
discordantievlak.
1. Afzetting van de lagen A
2. Plooiing en erosie van
de lagen A
3. Intrusie van de magmahaard M
4. Afzetting van de lagen 1,2,3 en 4
gevolgd door optilling en erosie
5. Ontstaan van de breuklijn F
6. Erosie van de lagen 1,2,3 en 4 met breuk
7. Afzetting van de lagen X, Y
8. Doorbraak van vulkanisch gesteente V
9. Optilling van het gehele lagenpakket rechts
discordantievlakken
breuklijnen
Oefening 3: oplossing
1 Afzetting van de sedimenten D
2 Vorming van de breuk B
3 Doordringen van de magmahaard C
4 Erosie en daarna afzetting van de lagen E
5 Insnijding door rivieren in de afzetting E
Oefening met de geologische kaart
JONG
OUD
ANTICLINE
JONG
B
jong
A
B
oud
A
Oefening met de geologische kaart
OUD
JONG
SYNCLINE
OUD
ANTICLINE
JONG
4. Geologische opbouw van België
Fonderie-des-Chiens (Nimes)
Caledonische
gebergtevorming
plooiing van alle lagen
klei  fyllade
zand  kwartsiet
overspoeld door zeeën
afzetting zand en klei
ondiepe zee; warm en vochtig klimaat
kustmoerassen
met weelderige
vegetatie
veenlagen
inkoling
afbraak Caledonisch
massief
afzetting van puin
(zand en klei ) in zeeën
Hercynische
gebergtevorming
plooiing van alle lagen
sedimenten worden
vast
eerste plooiing
opheffing
tweede plooiing
België boven water
gebied ten noorden van
Samber en Maas onder
water
herhaaldelijke
transgressies van
de zee
afzettingen
uiterste zuiden onder water
afbraak Hercynisch
massief
(veel steenkoollagen
verdwijnen)
afzetting nieuwe lagen door transgressies
in Tertiair en Quartair
door Alpiene gebergtevorming: opheffing
van België
terugtrekking van de kustlijn
Geologische doorsnede Roeselare
1) De sedimenten afgezet tijdens het Paleozoïcum zijn 1 of 2 keer geplooid
geweest door de Caledonische en of de Hercynische plooiingsfase.
2) Na de Hercynische plooiing was er een periode van erosie. Pas in het
Krijttijdperk heeft de zee ons land weer overspoeld en werden er massaal
kalksteen sedimenten afgezet (sterk watervoerende laag).
3) In het Tertiair werden afwisselend zanden en kleien afgezet in een
ondiepe zee die zich langzaam terugtrok naar het noorden.
4) Alle lagen hellen een beetje af naar het NW omdat er door de Alpiene
plooiing een lichte optilling is in het zuiden ( ter hoogte van de
Ardennen).
5) Tijdens de ijstijden werd ons land bedekt met een laag zand en leem die
werd opgewaaid uit de droogliggende Noordzee.
plantenresten
veenlagen
afgedekt door zand en klei
tijdens zeetransgressies
inkoling
veen bruinkool  steenkool
Terug
Download