Zelfstudietaak 7_1 ZELFSTUDIETAAK sociologie H7-1 OPLOSSINGEN (STANDAARD ANTWOORDEN) Welke evolutie zie je in de serie slides over de strandmode 19 de en 20ste eeuw? Er is een duidelijk temporele dimensie zichtbaar in onze samenleving, ook wat kledij en fatsoen betreft. Was het vroeger – ook om in zee te gaan – enig bloot verboden, dan is er een evolutie naar een stapsgewijs beperkter bedekken van het lichaam aanvaardbaar geworden. Dat de spelregel ook gecontroleerd werd, leert slide 5 met zedenpolitie. Het einde en begin van de vorige eeuw wordt ook als Victoriaans tijdperk genoemd. Het was de periode dat de Engelse koningin Victoria (1837 tot 1901) staatshoofd in Groot-Brittannië was en sterk stuurde op stijlen, modes en zeden. In de Victoriaanse tijd was men zeer preuts. Niet voor niets staat de Victoriaanse tijd bekend als 'de eeuw van de ‘kuisheid’. Kuisheid stond binnen het christendom voor maagdelijkheid voor het huwelijk of seksuele onthouding (wat één van de geloften was – naast armoede en gehoorzaamheid) voor een katholiek religieus (priester, kloosterling(e)). Dus uitingen van seksualiteit en erotiek in het openbare leven waren taboe. Een taboe is een norm die binnen een samenlevingsverband absoluut niet mag overschreden worden. Bij overschrijding van de norm zal sociale controle afkeurend of meteen sociaal uitsluitend reageren (marginaliseren). Een voorbeeld van taboe vandaag is kindermisbruik. Het Victoriaans tijdperk wordt wel getekend door dubbele moraal omtrent seksualiteit (wat man en vrouw betreft). Voor vrouwen was 'kuisheid' het belangrijkste ideaal. Voor mannen was het getolereerd, als ze dat maar niet al te publiekelijk verkondigden, om zich aan uitspattingen over te geven in de talloze informele bordelen die Londen was. Na dit tijdperk zijn bijvoorbeeld emancipatiegolven gekomen, die een totaal ander nomenpatroon stimuleerde. Dus de ‘tijdsgeest’ stuurt handelen van mensen. Welke sociologische begrippen zijn hier van toepassing? Cultuur biedt op een bepaald moment normen met betrekking tot het verwachte gedrag. Er dus duidelijk sprake van een dress code. Dus normen die aangeven wat in een bepaalde sociale situatie mag en niet mag. Maar normen zijn ook veranderlijk. 1 Zelfstudietaak 7_1 Ook sociale ongelijkheid is hier zichtbaar. Met vakantie naar zee gaan, was enkele voor de rijken (dus hoge sociale lagen). Daarbij kwam dat de rijken graag een onderscheid naar gelaatskleur hadden in vergelijking met het boerenvolk dat op de velden werkte en dus erg gebruind waren. Dus een witte huidskleur verwees naar ‘chique’. En dus hoeden en lange kledij hielpen daarbij. Vandaag is een gebruind kleurtje net dat signaal, dat je een zonnige vakantie kon betalen. Dus tijden veranderen. Dress code en het sociaal ruimtelijk perspectief? Voorbeelden? Elke samenleving of sociale ruimte heeft haar eigen normen. Bijvoorbeeld een boerka of het hoofddoek bij samenlevingen waar de islam het zingevingssysteem is (zie illustratie hieronder, in zee in Iran). De hogere sociale lagen hebben een andere dress code dan de lagere sociale lagen (wat ook met betaalbaarheid te maken heeft. Ook ‘bloot’ is soms normaal, zo heeft elke Zweed een sauna of is in westen een naaktstrand mogelijk (naturisme). … 2 Zelfstudietaak 7_1 Het leerpunt was dat sociologie leert een sociaal fenomeen zoals een ‘dress code’ leert relativeren en relateren (contextualiseren naar sociale tijd en sociale ruimte). Of kledij is meer dan zich tegen de koude beschermen. Dat leert ‘sociological imagination’. Ook daarom is het koepelbegrip ‘cultuur’ belangrijk. Cultuurpatronen (opvattingen, betekenissen); of zingeving of de vraag naar het ‘waarom’ achter het handelen wordt zo geëxpliciteerd. 3