beleidsplan

advertisement
PROTESTANTSE GEMEENTE IRENEKERK TE
RIDDERKERK
BELEIDSPLAN 2012 – 2016
‘NAAR EEN VITALE GEMEENTE IN 2016’
11
22
Inhoudsopgave
Voorwoord
1. Inleiding
1.1
Gevolgde werkwijze (SWOT)
2. Samenvatting resultaten SWOT
2.1
Missie
2.2
Interne en Omgevingsanalyse
2.3
Voorgenomen beleid
3. Activiteiten en planning
3.1
Bestuursstructuur
3.1.1 Kerkenraad
3.1.2 Commissies
3.1.3 Projecten
3.1.4 Stichting Kerkgebouw
4. Commissies: inhoudelijke beleidsvoornemens
4.1
Pastoraat
4.2
Diaconie
4.3
Liturgie
4.4
Kunst, cultuur en spiritualiteit (KCS)
4.5
Publiciteit
4.6
Relaties
4.7
Financiën, exploitatie, onderhoud en beheer
(FEOB)
5. Implementatie
5.1
Uitgangspunten
5.2
Schema beleidsvoornemens
5.3
Acties korte termijn
33
Voorwoord
Voor u ligt de tekst van het nieuwe beleidsplan van de
Protestantse Gemeente Irenekerk te Ridderkerk voor de periode
september 2012 tot en met augustus 2016.
Het plan is het resultaat van de inspanningen van velen binnen
de gemeente die zich betrokken voelen bij de toekomst van deze
geloofsgemeenschap. De kerkenraad wil hier reeds een ieder
bedanken voor zijn/haar inzet bij de totstandkoming van dit
beleidsplan.
In dit plan treft u de plannen en voornemens aan van de
kerkenraad voor de genoemde periode.
Het formuleren van de plannen vond enerzijds plaats in een
context van bezorgdheid. Onze gemeente vergrijst en
verminderde inkomsten dreigen. Steeds minder mensen moeten
het beschikbare werk doen. Het beleidsplan neemt deze zorgen
serieus.
Anderzijds spreekt het plan vertrouwen uit in de vitaliteit van
onze gemeenschap. Vele zinvolle activiteiten vinden nog steeds
plaats. Met recht mogen we trots zijn op onze liturgisch
zorgvuldig uitgevoerde erediensten. We koesteren een
ruimdenkend en tolerant gedachtegoed op het gebied van religie
en levensbeschouwing en nemen daarmee een unieke plek in
het lokale kerkelijke landschap in.
De kunst bij het maken van de plannen was om enerzijds
realistische antwoorden te vinden op de zorgelijke ontwikkelingen
en anderzijds het bestaande potentieel en elan opnieuw aan te
spreken. De combinatie van deze beide bewegingen moet hoop
en geloof voor de toekomst bieden, uiteraard op basis van
verantwoorde beleidskeuzes.
De kerkenraad hoopt met dit plan een richting te hebben
gevonden voor de toekomst. Bestaande sterke kanten blijven we
uitvoeren en bouwen we zo mogelijk verder uit en we proberen
voorzichtig en geleidelijk nieuwe ontwikkelingen in gang te
zetten. We gaan zoeken naar mogelijkheden om middelen en
44
partners van buiten bij onze kerk te betrekken. We moeten niet
alles zelf willen doen.
Als kerkenraad beseffen we wel, dat dit beleidsplan gedragen
moet worden door de hele gemeenschap. Een bestuur kan een
voortrekkersrol vervullen, maar velen moeten willen meedoen
aan de uitvoering van de plannen. We hopen, dat de plannen
mensen van binnen en buiten onze kerk zullen enthousiasmeren.
Papier op zichzelf bevat slechts dode letters, het zijn mensen die
de geest erin moeten brengen.
We hopen, dat u na lezing kritisch met ons in gesprek wilt blijven
over de uitvoering en vormgeving van de plannen, zodat dit
document een ‘levend’ werkdocument binnen onze kerk kan
worden.
Op naar een vitale Irenekerk in 2016!
Namens de kerkenraad,
René van Helden, voorzitter.
55
1. Inleiding
In 2011 nam de kerkenraad het besluit een nieuwe visie op de
toekomst van de Irenekerk te formuleren in de vorm van een
beleidsplan 2012 - 2016. De directe aanleiding hiervoor was dat
het lopende beleidsplan reeds afgelopen was in 2010. De
noodzaak voor een nieuw beleidsplan werd mede ingegeven
door enkele zorgwekkende ontwikkelingen. De gemeente
vergrijst, het ledental zal gaan afnemen en de financiële
perspectieven dreigen steeds ongunstiger te worden. Feitelijk
werkt de gemeente al enkele jaren met een jaarlijks tekort van
circa € 20.000, waardoor ingeteerd wordt op het eigen vermogen.
De algehele stemming leek ook tamelijk somber onder
gemeenteleden. Zonder duidelijke toekomstvisie en bijbehorend
financieel plan komt de toekomst als zelfstandige gemeente
onder druk te staan.
Herbezinning op maatregelen en actieplannen was derhalve
noodzakelijk.
1.1 Gevolgde werkwijze (SWOT)
In het weekeinde van 13 en 14 april heeft de kerkenraad een
bezinningsweekeinde georganiseerd, waarin het beleidsplan
gemaakt is op basis van een SWOT-analyse (analyse van
sterkten en zwakten, kansen en bedreigingen).
Deze methode levert een systematische werkwijze om
gezamenlijk gedragen plannen te formuleren
De stappen die genomen worden, zijn dat allereerst een
zogenaamde missie wordt geformuleerd. De missie geeft een
schets van de door de gemeente gewenste toekomst.
Daarna wordt in het licht van de missie een zogenaamde interne
analyse gemaakt, waarbij naar sterke en zwakke kanten in de
eigen organisatie wordt gekeken. Tevens wordt een
omgevingsanalyse uitgevoerd: kansen in en bedreigingen vanuit
de omgeving worden in kaart gebracht.
De combinatie van de interne en omgevingsanalyse levert
uiteindelijk strategische perspectieven op die leiden tot
prioriteiten en keuzes voor beleid.
66
Naast de interne beraadslaging van de kerkenraad zijn de
bestuursleden van de stichting kerkgebouw voor de
besprekingen uitgenodigd en heeft tevens een consultatie van de
gemeenteleden plaatsgevonden.
2. Samenvatting resultaten SWOT
We beschrijven de resultaten van de SWOT-analyse (zie 1.1)
2.1 Missie
Als missie of gewenst toekomstontwerp is geformuleerd:
“Als gemeente beogen wij een geloofsgemeenschap te zijn die
zich gastvrij openstelt voor iedereen, die op zijn/haar eigen wijze
zoekt naar hoop, geloofsbeleving en spiritualiteit. We willen een
vrijplaats bieden, waarin volop ruimte bestaat voor modern,
eigentijds geloven. We respecteren volledig de vrijheid van
ieders geloofsopvatting. Binnen de gemeenschap streven we
naar een warm en zorgzaam omzien naar elkaar.”
“We weten ons geworteld in de traditie van het vrijzinnige
gedachtegoed. Dit gedachtegoed sluit het voorschrijven van
(theologische) dogma’s uit en gaat uit van respect voor
andermans mening. Het spiritueel denken en handelen baseert
zich op diverse bronnen: naast de Bijbel (canonieke boeken)
gebruiken we kunst (poëzie, beeldende kunst, muziek, liederen,
verhalen), niet-canonieke geschriften, geschriften uit andere
religieuze tradities en de wetenschap.”
“Als gemeente willen we ons openstellen voor onze omgeving.
Dit openstellen krijgt vorm door het aangaan van relaties met de
directe omgeving (buurt) alsmede het investeren in de relaties
met andere gezindten: zowel via oecumenische relaties als via
de interreligieuze dialoog. Daarnaast willen we een aantrekkelijk
aanbod van activiteiten ontwikkelen op het gebied van zingeving,
kunst en cultuur. Dit vraagt een effectieve publiciteitsstrategie.”
77
“Bestuurlijk gesproken kiezen we ervoor als zelfstandige PKNkerkgemeenschap te blijven bestaan, omdat we menen dat een
zelfstandig bestaan de eigen sfeer en identiteit het beste zal
waarborgen.
Het bestuur van de kerk streeft naar een efficiënte en effectieve
interne structuur en werkwijze.
Daarnaast willen wij werk maken van een zinvolle samenwerking
met de lokale kerken, onderwijl gebruikmakend van de faciliteiten
van de landelijke kerk (PKN).”
2.2 Interne en omgevingsanalyse
Hier volgt een samenvatting van de genoemde sterke en zwakke
kanten die men in de kerk aantreft. Daarna worden kansen en
bedreigingen voor de gemeenschap benoemd.
Als belangrijke sterke punten werden genoemd het klimaat van
omzien naar elkaar, de verzorgde liturgie in de diensten, het
tolerante en respectvolle klimaat richting andersgelovigen, de
actieve kern van leden en het kerkgebouw met een goede
akoestiek op een mooie locatie.
Als belangrijke zwakke kanten kwamen naar voren: de
vergrijzing, de afnemende inkomsten, het matige onderhoud van
het gebouw, de zwakke interne en externe publiciteit en de
geringe beschikbaarheid van mensen die taken kunnen/willen
uitvoeren.
Als kansen werden gezien: een betere exploitatie van gebouw en
grond, het aanspreken van mensen die op spiritueel vlak een
weg aan het zoeken zijn, aanbieden van activiteiten op gebied
van kunst en cultuur, een stiltecentrum inrichten, deelnemen aan
meer sociaal gerichte activiteiten in de buurt.
Als bedreigingen zijn genoemd: algehele maatschappelijke
desinteresse voor de kerk in de traditionele zin, de interne
gerichtheid van de gemeenschap en het concurrerend aanbod op
vrijetijdsgebied door andere clubs en maatschappelijke
organisaties.
88
2.3 Voorgenomen beleid
We formuleren allereerst enkele uitgangspunten voor het
beleidsplan.
Daarna geven we aan welke prioriteiten en activiteiten per
beleidsveld gekozen zijn.
Uitgangspunten
Binnen de Irenekerk worden allerlei activiteiten uitgevoerd door
de predikant alsmede vele vrijwilligers. Deze goedlopende
activiteiten worden zoveel mogelijk voortgezet onder voortdurend
streven de uitvoering nog te verbeteren.
Naast continuering van het bestaande programma zal op
bescheiden schaal (op basis van enkele prioriteiten) geprobeerd
worden vernieuwing en uitbreiding van activiteiten te realiseren.
Uitgangspunt bij vernieuwing is, dat voldoende inzet van mensen
en middelen gegarandeerd kan worden. Hierbij wordt niet alleen
gezocht naar mensen en middelen vanuit de eigen
gemeenschap, maar ook naar het aantrekken van menskracht en
middelen van buiten de kerkgemeenschap.
Gemeenteleden worden uitgenodigd en uitgedaagd hun kennis,
ervaring, talenten en capaciteiten zo veel mogelijk te investeren
in de ontwikkeling en uitvoering van de plannen. Dit zal gebeuren
op basis van hun vermogens en voorkeuren.
De structuur en cultuur van het bestuur worden geoptimaliseerd.
Hierbij hoort ook het streven naar maximale participatie van
gemeenteleden bij bestuursaangelegenheden.
99
3. Activiteiten en planning
3.1 Bestuursstructuur
3.1.1 Kerkenraad
De kerkenraad zal blijven functioneren volgens de huidige
structuur die is vastgelegd in de kerkorde. De orde beschrijft in
ordinantie 4.6. - 4.8. de structuur met als kern het moderamen
(dagelijks bestuur). De taken en posities in de kerkenraad zijn
ingedeeld op basis van ambtsdragerschap (predikant, ouderling,
ouderling-kerkrentmeester en diaken) dan wel kerkenraadslid
met een ‘bijzondere opdracht’.
De kerkenraad is verantwoordelijk voor de hoofdlijnen van het
beleid, zoals in dit plan vastgelegd is en voert de centrale regie.
De kerkenraad vergadert 6x per jaar. In bijzondere
omstandigheden kunnen extra vergaderingen bijeengeroepen
worden.
Het moderamen vergadert ten minste 10x per jaar, maar zo
nodig vaker.
3.1.2 Commissies
Naast de kerkenraad gaan inhoudelijke commissies functioneren.
Het totaal van deze commissies wordt geacht alle beleidsvelden
te beslaan. In deze commissies vindt de inhoudelijke
voorbereiding van (nieuw) beleid plaats alsmede de uitvoering
van door de kerkenraad vastgesteld beleid op basis van een door
de kerkenraad verleend mandaat.
Een commissie wordt voorgezeten door een van de
kerkenraadsleden, die als portefeuillehouder in de kerkenraad
optreedt. De verbinding tussen kerkenraads- en commissiebeleid
is langs deze weg gegarandeerd.
Een commissie is op basis van de hoofdlijnen van het
beleidsplan verantwoordelijk voor het opstellen van een
inhoudelijk jaarplan met bijbehorende financiële planning- en
controlecyclus. Deze financiële cyclus loopt parallel met de totale
10
10
financiële cyclus van de kerkenraad (CvK). Verder maakt de
commissie zelf een plan voor de werkwijze en taakverdeling.
Eenmaal per jaar legt een commissie inhoudelijk verantwoording
af aan de kerkenraad.
3.1.3 Projecten
Regelmatig kan zich de situatie voordoen, waarbij een probleem
betrekking heeft op meerdere beleidsvelden (deze beleidsvelden
worden beheerd door de commissies). Voor de oplossing van
zo’n beleidsprobleem is dan betrokkenheid en inzet vanuit
meerdere commissies noodzakelijk. De oplossing kan gevonden
worden door het voeren van één of meerdere ad-hoc
overleg(gen) dan wel de tijdelijke instelling van een
projectorganisatie. Een projectorganisatie heeft een tijdelijk
karakter, namelijk voor de tijd die nodig is om het specifieke
probleem op te lossen. De kerkenraad stelt formeel zo’n
projectorganisatie in en belast een kerkenraadslid met de
organisatie, uitvoering en rapportage. De projectorganisatie
wordt bemenst door personen van binnen de gemeente, en zo
nodig door mensen van buiten die een relevante bijdrage aan de
aanpak en oplossing kunnen leveren.
3.1.4 Stichting Kerkgebouw
Naast kerkenraad en commissies functioneert ten slotte de
stichting kerkgebouw deelgemeente Irenekerk. Deze stichting is
een zelfstandige rechtspersoon met een eigen bestuur. De
stichting is eigenaresse van het onroerend goed en de inventaris.
Zij is belast met beheer en exploitatie volgens haar statuten. De
kerkenraad geniet het recht van gebruik volgens huurcontract.
De onderhoudskosten en enige andere kosten komen volgens dit
huurcontract ten laste van de kerkelijke begroting. Gevolg van
het voornoemde is, dat door de kerkenraad geen huur
verschuldigd is aan de stichting kerkgebouw.
De stichting is in 1983 opgericht als voortzetting van de
plaatselijke vereniging van vrijzinnig hervormden conform de
11
11
wensen van de leden van deze liquiderende vereniging. Na jaren
van een wat sluimerend bestaan bleek de stichting in 2010 zaken
te kunnen realiseren, die de mogelijkheden van de kerkenraad te
buiten gingen, zoals het aantrekken van andere huurders en het
doen van aanvragen bij fondsen of subsidieverstrekkers.
Uit het vorenstaande blijkt, dat de leden van de kerkenraad
(college van kerkrentmeesters) en de bestuursleden van de
stichting weliswaar formeel een eigen rol en verantwoordelijkheid
bekleden, maar dat zij tegelijk vanuit deze onderscheiden
posities een gezamenlijk doel en belang dienen. Dit
gemeenschappelijk doel is namelijk het versterken van de
financiële positie van de kerkgemeenschap alsmede het in bezit
houden van het onroerend goed. Het werken aan dit
gemeenschappelijk doel krijgt vorm en inhoud in de
totstandkoming van een commissie Financiën, Onderhoud,
Beheer en Exploitatie. Op deze wijze is voortdurend het overleg
tussen stichtingsbestuur en kerkbestuur gewaarborgd. De kennis
en capaciteiten van zowel de kerkrentmeesters als de
stichtingsbestuursleden worden in deze commissie optimaal
benut en afgestemd.
4. Commissies: de inhoudelijke voornemens
De volgende zeven commissies worden gevormd. We vermelden
het beleid, zoals dit zal worden voortgezet (A) alsmede nieuw
voorgenomen beleid (B). Ten slotte worden de verantwoordelijk
portefeuillehouder genoemd (C).
4.1 Pastoraat
A: In de uitvoering van het pastorale beleid zullen de volgende
activiteiten worden voortgezet:
het doen van pastorale bezoeken door predikant en
ouderlingen;
- vergaderingen van het consistorie (door pastorale
bezoekmedewerkers en ouderlingen o.l.v. de predikant);
- het organiseren van de ontmoetingsochtend;
- het organiseren van de gesprekskring;
12
12
-
het jaarlijks organiseren van de groot huisbezoeken;
het jaarlijks houden van de gemeentezondag;
het jaarlijks houden van een gemeenteavond;
het jaarlijks houden van een startzaterdag en –zondag.
B: Als nieuw voornemen formuleren we:
- het tijdens een groot huisbezoek bespreekbaar maken
van het thema betreffende de relatie tussen moslims en
christenen in onze gemeente.
C: Predikant (en ouderlingen).
4.2 Diaconie
A: Op diaconaal gebied gaan we verder met de volgende
activiteiten:
- het vrijwillig meewerken aan de voedselbank in
Ridderkerk;
- het meedoen aan kerk-in-actie van de PKN door
collectegelden in te zamelen;
- het steunen van acties van Amnesty International;
- het meedoen aan de paasgroetenactie;
- het bijwonen van de vergaderingen van het Interkerkelijk
Diaconaal Beraad;
- het jaarlijks mede uitvoeren van de kerstpakkettenactie
voor vluchtelingen.
B: Als nieuwe voornemens op diaconaal terrein formuleren we:
- het aanhaken bij het Samenwerkingsverband
Ridderkerkse kerken (SARI; voorheen Meerlingberaad)
met als doel het in samenwerking met andere diaconieën
onderzoeken of een bijdrage geleverd kan worden aan
het bestrijden van psychosociale nood in de gemeente
Ridderkerk.
C: Voorzitter diaconie (en diakenen).
13
13
4.3 Liturgie
A: We zetten op liturgisch gebied de inspanningen voort die te
maken hebben met het voorbereiden, evalueren en vernieuwen
van diensten en vieringen.
B: Als nieuw voornemen gaan we meewerken aan het invoeren
van het nieuwe liedboek voor de kerken.
C: Predikant (en kerkmusicus).
4.4 Kunst, cultuur en spiritualiteit
A: Als kerkelijke gemeenschap willen we graag in directe
samenwerking met de stichting plannen en programma’s
ontwikkelen op het gebied van kunst, cultuur en spiritualiteit.
Voor een deel zullen reeds lopende plannen en activiteiten
worden uitgebreid en voortgezet. Hierbij valt te denken aan de
voornemens van de commissie kunst in de kerk en lopende
programma’s van de stichting. De ontwikkeling zal vanaf heden
integraal worden aangepakt via deze commissie KCS.
Te ontwikkelen activiteiten zijn:
- poëzieavonden;
- filmavonden;
- concerten;
- lezingen;
- inrichten stiltecentrum;
- stiltewandelingen.
B: Als specifiek aandachtsgebied kiezen we voor het organiseren
van kunstgaleries.
Daarnaast zullen we contact leggen met het Wijkoverleg
Slikkerveer om te onderzoeken welke gezamenlijke activiteiten in
of ten behoeve van de buurt ontwikkeld zouden kunnen worden.
C: Ouderling/deskundig kerkenraadslid.
14
14
4.5 Publiciteit
A: Om de interne informatievoorziening alsmede de externe
publiciteit te optimaliseren zullen de volgende taken voortgezet
worden:
- verzorgen kerkblad;
- verzorgen website;
- onderhouden van contacten met de pers.
B: In het kader van vernieuwing zullen we streven naar
modernisering van het kerkblad en de website. Daarnaast
ontwikkelen we een plan voor contacten met de pers.
C: redactie kerkblad, scriba en webmaster).
4.6 Relaties
A: We zullen de relaties voortzetten en proberen te verbeteren
met onze omgeving. We zullen dit doen in de volgende kaders:
- Contact Moslims Christenen (interreligieuze dialoog);
- Werkgroep VOOR (oecumene);
- SARI (voorheen: Meerlingberaad;
- Classis (PKN-regionaal);
- PKN-landelijk;
- Werkgroep Stille Tijd/40-dagenkalender;
- Contacten VVP;
- Interkerkelijke gespreksgroep.
B: We onderzoeken in hoeverre we kunnen meedoen aan het
verder vernieuwen van de avondgebeden en vespers in de stille
tijd.
C. Predikant (+voorzitter kerkenraad).
15
15
4.7 Financiën/Exploitatie/Onderhoud en Beheer
A: Het beleid betreft het uitvoeren en bewaken van de
(meer)jaarlijkse financiële cyclus van planning en controle.
Verder: het plannen en uitvoeren van personeelsbeleid
(vrijwilligers en professional), zoals werving, vorming en
toerusting.
Het beheer en onderhoud van gebouw en inventaris.
B: Speerpunt wordt het ontwikkelen van nieuw samenhangend
beleid om extra inkomsten te verkrijgen, zoals:
- onderzoek naar de exploitatiemogelijkheden van gebouw
en omgeving (activiteiten met/door derden);
- onderzoek naar aanboren van alternatieve
financieringsbronnen (fondsen, subsidies, leningen);
- bezuinigings- en besparingsmogelijkheden;
- moderniseren van de actie kerkbalans c.q. verhogen
giften leden;
- het ontwikkelen van een plan voor benodigd technisch
onderhoud.
C: Voorzitter College van Kerkrentmeesters (+ penningmeester
stichting).
5. Implementatie
5.1 Uitgangspunten
1. De commissies leveren elk begrotingsjaar (uiterlijk oktober)
hun inhoudelijke plannen incl. begroting in bij de kerkenraad
voorafgaande aan de opstelling van de volgende begroting. Op
deze wijze vormen inhoudelijke plannen en begroting een logisch
samenhangend geheel.
2. De kerkenraad volgt en evalueert elk jaar de voortgang van de
plannen aan criteria, zoals deze met de
commissievoorzitters/portefeuillehouders zijn overeengekomen.
16
16
3. Dit beleidsplan en de afzonderlijke jaarplanningen vormen het
spoorboekje voor de kerkenraad, het moderamen en de
commissies voor de komende jaren t/m augustus 2016.
5.2. Planning beleidsvoornemens 2013 - 2014
Naast de implementatie van het beleidsplan in zijn geheel onder
regie van de (voorzitter van de) kerkenraad (zie punt 1) worden
de implementatie-afspraken per beleidscommissie op een rijtje
gezet. (punten 2-8)
1. Implementatie 2012/2013 beleidsplan 2012 - 2016:
- september 2012: presentatie en publicatie beleidsplan
- oktober 2012 : inleveren en vaststellen
commissie(jaar)plannen 2013
- november 2012 : opstellen en vaststellen begroting
2013
- september 2013: evaluatie beleid 2012 - 2013
- oktober 2013 : nieuwe beleidscyclus 2014 starten
2. Pastoraat:
- oktober 2012: jaarplan 2013; speerpunt: thema
dialoog moslims-christenen
3. Diaconie:
- oktober 2012: voorlopig jaarplan 2013
- oktober 2013: resultaat onderzoek sociale noden in
SARI-verband
4. Liturgie:
- oktober 2012: jaarplan 2012 - 2013; speerpunt:
invoeren nieuw liedboek
5. Kunst, cultuur en spiritualiteit
- september 2012: deelname projectgroep FEOB/KCS
- oktober 2012 : inventarisatie lopende
activiteiten/initiatieven
- oktober 2012 : voorstel 2012 - 2013 voor
kunstgalerie(s)
- oktober 2012 : voorstel + afspraak Wijkoverleg
Slikkerveer
- september 2013: voorstel KCS - programma 2014 en
verder
17
17
6. Publiciteit:
- september 2012: publicatie beleidsplan 2012 - 2016
- oktober 2012 : plan innovatie kerkblad, website en
contacten met locale pers
7. Relaties:
- oktober 2012: jaarplan; speerpunt: onderzoek
vespers/avondgebeden in VOOR-verband
8. Financiën, Exploitatie, Onderhoud en Beheer
- september 2012: opstarten projectgroep cie FEOB en
cie KCS
- november 2012 : begroting 2013 indienen
- december 2012 : voorlopig totaalplan projectgroep
m.b.t. punten genoemd onder 4.4A en 4.4B en 4.7B
5.3 Acties korte termijn
1. De commissievoorzitters leveren uiterlijk medio oktober
2013 hun inhoudelijke jaarplan, voorzien van geraamde
kosten en opbrengsten bij de kerkenraad in ter
besluitvorming.
In de plannen wordt inhoudelijk antwoord gegeven op de
volgende vragen:
- wat wordt in het beleid voortgezet, en waar mogelijk
verbeterd?
- welke vernieuwing wordt gekozen en hoe wordt dat
aangepakt?
- wat is de link tussen de commissieplannen en het
beleidsplan?
- de gekozen samenstelling en taakverdeling.
- de gekozen werkwijze (communicatie,
vergaderfrequentie e.d.)- overzicht van geraamde kosten
en eventuele baten.
2. De voorzitter van het CvK/cie FEOB en de voorzitter van
de cie KCS nemen het initiatief tot het instellen van een
projectgroep per september 2012. Deze projectgroep
18
18
gaat (in relatie tot de begroting) een integraal plan
ontwikkelen voor enerzijds de uitvoering van culturele
programma’s (zie commissie KCS) en anderzijds de
hiervoor noodzakelijke technische en personele
investeringen.
Gemeentezondag 2011, zijn we in 2016 nog vitaal of zelfs
vitaler? Samen moet dat lukken!!!
19
19
20
20
Download