Short stories by Jesus. The Enigmatic Parables of a Controversial Rabbi. Amy-Jill Levine, HarperCollins New York 2014, 343 blz., $ 15,99 In de lijn van de narratieve exegese leest de joodse Amy-Jill Levine, hoogleraar Nieuwe Testament en Joodse Studies, elf gelijkenissen van Jezus. Ze gaat ervan uit, dat Jezus zijn gelijkenissen meermalen verteld heeft en dat de context waarin ze nu staan, slechts één mogelijke context is. Ze wil de gelijkenissen lezen als losse verhalen, passend in de werkelijkheid van toen en niet direct bedoeld voor ecclesiologische of eschatologische allegorese. Daarmee lijkt de aanpak van haar boek enigszins op die van Stephen Wright in Jesus the Storyteller (zie recensie Soteria, 2016/4). Wat anders is aan Levines aanpak, is dat zij de joodse kant van de verhalen benadrukt en laat zien dat christenen de neiging hebben om overdreven vaak het slechte in het jodendom te onderstrepen en af te zetten tegen het goede in het christendom. Ze haalt bij elk van de gelijkenissen christelijke commentaren aan, die meestal ten onrechte joodse leefregels over rein/onrein of sociale omgang als achtergrond bij de gelijkenis veronderstellen. Ze doet haar best Jezus’ gelijkenissen als verhalen binnen het vroege jodendom uit te leggen – en daarin slaagt zij uitermate! De eerste uitleg van een gelijkenis die Levine aanbiedt, is meestal een letterlijke. Eigenlijk leest zij de korte verhalen van Jezus dus niet eens zozeer als gelijkenis, maar als voorbeeldverhaal van hoe het toegaat of zou moeten gaan in het koninkrijk van God. De eigenaar van de wijngaard of de schaapsherder die zijn schaapje zoekt, is dus geen beeld van God, maar van gewone mensen. Het gaat over hoe je met bezit omgaat, of je wel doorhebt dat er iemand uit jouw kudde (familie? gemeente? directe omgeving?) bezig is af te dwalen, of over de moeilijkheid om verloren zonen weer terug in huis te nemen als er ook een zoon thuis is blijven wonen. Dat Levine zo lang blijft stilstaan bij het letterlijke verhaal, is verfrissend, alleen al omdat de lezer zo de werkelijke moeilijkheden van deze gelijkenissen gaat zien. Hoe Levine deze verhalen plaatst in het vroege jodendom, is eveneens vaak een eyeopener. Het lukt haar om de tegenstelling tussen jodendom en christendom te overbruggen en de gelijkenissen niet uit te leggen als verhalen over die tegenstelling. Levine laat regelmatig blijken, dat zij Jezus als joodse rabbi serieus neemt. Dat past ook bij het huidige inzicht dat het christendom nog lang binnen het jodendom heeft bestaan en dat de vroegchristelijke schrijvers (zoals die van het Nieuwe Testament) niet in enorme tegenstellingen dachten. Wat ik een minder passend punt uit Levines boek vind, is dat zij eigenlijk ontkent dat de gelijkenissen ook allegorisch uitgelegd kunnen worden. Daarvoor zijn er teveel gelijkenissen in rabbijnse teksten die ook op een allegorische manier worden uitgelegd. Wel is de vraag tot hoever je de uitleg van een gelijkenis mag oprekken. Om de verloren zoon als christelijk en de thuisgebleven zoon als joods te beschouwen, doet geen recht aan de gelijkenis: het verhaal wordt veel sterker als de twee broers werkelijk broeders zijn – of dat nu joodse of christelijke broeders zijn. Twee broeders, waarvan de een gefaald heeft en de ander bij zijn vader is gebleven, moeten na terugkeer van de jongste toch weer een nieuwe relatie zien op te bouwen, in vrede en harmonie. De vraag is dan of dat kan en hoe? En dan komt het op ons als volgeling van Jezus aan om dat dan ook werkelijk te doen! Dit boek stimuleert om te studeren op zo’n kort en soms onmogelijk verhaal. Het stimuleert ook om er op een heel confronterende manier over te preken. Het stelt ons voor vragen die wij soms liever niet willen zien, omdat we liever het bekende horen, of lieve, troostende woorden. Levines studie van de gelijkenissen dwingt ons te kijken naar ons geld, onze houding ten opzichte van de naaste, onze gastvrijheid en onze broederschap – allemaal thema’s die in de rest van Jezus’ leer ook een belangrijke rol spelen. Eveline van Staalduine-Sulman (docent Oude Testament, Vrije Universiteit)