Dit weet ik nu BrAndAAn 8 • Samenvatting Thema 2 • De Franse Tijd Les 1 – Na de Gouden Eeuw • Rond 1800 was er minder handel in Nederland. De Gouden Eeuw was voorbij. • Er kwamen steeds minder werkplaatsen en de meeste mensen verdienden minder geld. • De regenten hadden de macht. Zij werden steeds rijker, o.a. door corruptie. Ze gebruikten vaak belastinggeld voor zichzelf en ze kochten en verkochten banen. • In de zomer woonden de regenten met hun familie en bedienden in buitenhuizen. Daar was altijd veel te doen, bijv.: paardrijden, wandelen, lezen, muziek maken, feesten geven, toneelspelen, elkaar bezoeken, thee drinken enz. Les 2 – Revoluties • • • • • • • • • • Steeds meer mensen waren tegen de stadhouder. Ze noemden zich patriotten. Het woord patriot komt van het Latijnse woord patria, dat vaderland betekent. Joan van der Capellen was een van de bekendste patriotten. Andere mensen steunden de stadhouder. Ze noemden zich Oranjegezinden. De patriotten en Oranjegezinden vochten tegen elkaar. De patriotten en Oranjegezinden probeerden iedereen te laten weten wat zij vonden door het uitdelen van kranten en pamfletten (een soort folders). In de ruzie tussen de patriotten en Oranjegezinden vonden in 1786 en 1787 de volgende gebeurtenissen plaats: • Willem V vluchtte van Den Haag naar Nijmegen. • De koets van Wilhelmina, de vrouw van Willem V, werd tegengehouden. • De koning van Pruisen stuurde een groot leger naar de Republiek. • De leiders van de patriotten vluchtten naar Frankrijk. In 1789 namen Franse burgers de macht over tijdens de Franse Revolutie. Deze begon in Parijs met de bestorming van gevangenis de Bastille. De Franse koning moest luisteren naar de nieuwe regering. Later werd de koning onthoofd met de guillotine (een soort valbijl). De leus van de Franse Revolutie was: Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap. Les 3 – Een Franse tijd • De gevluchte patriotten trokken in 1795 met Franse soldaten naar Nederland. Ze stichtten de Bataafse Republiek. • De stadhouder Willem V vluchtte toen naar Engeland, o.a. omdat hij bang was dat de teruggekeerde patriotten hem misschien zouden willen vermoorden, zoals met de Franse koning was gebeurd. • Tijdens de Bataafse Republiek veranderde er veel, o.a.: • Er kwamen overal dezelfde munten. • Alle provincies hadden dezelfde wetten. • Iedereen was voor de wet gelijk. • Iedereen mocht het eigen geloof kiezen. • Er kwamen plannen waarvoor veel werkers nodig waren. • De regenten waren niet meer de baas. • De Fransen bemoeiden zich met het bestuur van de Republiek. • Keizer Napoleon van Frankrijk maakte van Nederland eerst een koninkrijk; zijn broer Lodewijk Napoleon werd koning. Hij sprak slecht Nederlands en noemde zichzelf ‘Konijn van Olland’. • Keizer Napoleon ontsloeg enkele jaren later zijn broer Lodewijk Napoleon, omdat deze de handel met Engeland toestond. Nederland werd toen een provincie van Frankrijk. • Keizer Napoleon bepaalde o.a. dat iedereen een achternaam moest hebben. Bij de burgerlijke stand van iedere gemeente werden al die namen vastgelegd. « 1 » • BEgrippEn • Corrupt De regenten waren corrupt. Ze gebruikten belastinggeld voor zichzelf. Of ze trokken mensen voor in ruil voor geld. Etiquette Regels die bepalen hoe je je moet gedragen in de omgang met mensen. Buitenhuis Een extra huis op het platteland. Regenten woonden er alleen in de zomer. Willem V De laatste stadhouder van Nederland. Hij vluchtte naar Engeland toen de Fransen in 1795 met de Bataven Nederland binnentrokken. Patriotten (Bataven) Een groep mensen die Nederland wilde veranderen. Ze wilden meer macht geven aan het volk. Ze vochten tegen de Oranjegezinden en hun leiders moesten vluchten naar Frankrijk. Patriotten noemden zich ook wel Bataven, omdat ze dachten dat die het eerste echte Nederlandse volk waren geweest. Volksvertegenwoordiging Groep mensen die namens het volk meebeslist over nieuwe wetten. Ook controleert de volksvertegenwoordiging hoe het land bestuurd wordt. De Eerste en Tweede Kamer zijn een voorbeeld van een volksvertegenwoordiging. Franse Revolutie Een revolutie is een snelle verandering. Tijdens de Franse Revolutie in 1789 zette het volk de koning af. Daarna richtten de burgers een volksvertegenwoordiging op. Het volk was toen dus de baas in Frankrijk. Bataafse Republiek De tijd van 1795 – 1806, waarin er geen stadhouder was en het ‘gewone volk’ de baas was in Nederland. Napoleon Een generaal uit het Franse leger. Hij nam na de Franse Revolutie de macht over en maakte zichzelf keizer van Frankrijk. Hij veroverde een groot deel van Europa en veranderde veel in Nederland. Oranjegezinden Regenten en andere burgers die stadhouder Willem V steunden. Ze noemden zich Oranjegezinden omdat Willems achternaam Van Oranje was. Ze vochten tegen de patriotten. « 2 »