Betreft: mededeling Administratieverordening gerechtsdeurwaarders als bedoeld is artikel 31 lid 1 van de gerechtsdeurwaarderswet en artikel 9 van de Administratieverordening gerechtsdeurwaarders. Geachte [deurwaarder] Ingevolge uw opdracht, zoals omschreven in onze brief van [datum], referentie [nummer] hebben wij de uitwerking binnen uw kantoor onderzocht van de organisatorische procedures betreffende de in de artikelen 1 t/m 8 en artikel 10 van de Administratieverordening gerechtsdeurwaarders opgenomen verplichtingen en voorschriften. Deze rapportage bevat de uitkomsten van onze werkzaamheden zoals aangegeven in lid 9 van de hiervoor bedoelde verordening. Aard en reikwijdte van de verrichte werkzaamheden Onze werkzaamheden zijn verricht in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen inzake opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden. Wij hebben op [datum/data] uitsluitend een onderzoek ingesteld naar de opzet binnen uw kantoor van de in de artikelen 1 t/m 8 en artikel 10 van de Administratieverordening gerechtsdeurwaarders omschreven verplichtingen en voorschriften. De opdracht houdt tevens in dat wij geen onderzoek hebben ingesteld naar het bestaan en de voortdurende werking van deze procedures. Een en ander impliceert dat aan onze rapportage geen zekerheid kan worden ontleend omtrent de naleving van de procedures gedurende de periode na [datum] . Volledigheidshalve wijzen wij er nog op dat, indien wij aanvullende werkzaamheden zouden hebben verricht zoals onderzoek naar de werking, wellicht andere onderwerpen aan het licht zouden kunnen zijn gekomen die voor u mogelijk van belang zouden kunnen zijn geweest. Verrichte werkzaamheden Wij hebben de volgende werkzaamheden verricht: Wij zijn aan de hand van procedurebeschrijvingen en door middel van het inwinnen van inlichtingen bij u, op uw kantoor werkzame gerechtsdeurwaarders en uw medewerkers nagegaan of binnen uw kantoor de procedures in opzet aanwezig zijn die voorschrijven dat: 1. 1.1. Voor wat betreft de administratieve organisatie en interne controle (artikel 1} Ontvangen opdrachten direct worden opgenomen in een zaken-/dossieradministratie; 1.2. Alle cliëntengelden - zowel die op bijzondere rekening(en) bedoeld in artikel 19 van de Gerechtsdeurwaarderswet van 4 juli 2001 als de gelden van derden op afzonderlijke bankrekeningen waarover de gerechtsdeurwaarder dan wel een medewerker krachtens volmacht kan beschikken - volledig, juist en tijdig in de financiële administratie worden vastgelegd; 1.3. De basis- en overige gegevens alsmede informatiedragers met betrekking tot de kantoor- en privéadministratie ingevolge artikel 18 GDW ten minste 7 jaar worden bewaard; 1.4. De financiële gegevens binnen redelijke termijn raadpleegbaar en toegankelijk zijn; 1.5. De financiële gegevens zijn beschermd tegen fysieke risico's zoals brand, inbraak, e.d. en dat intern maatregelen zijn genomen tegen ongeautoriseerd gebruik. 2. Voor wat betreft het opvragen van persoonsgegevens (artikel 2) 2.1. De gerechtsdeurwaarder of een medewerker die bevoegd is tot het opvragen van persoonsgegevens tenminste het volgende vermeldt in de administratie; a. de datum waarop hij de gegevens heeft gekregen; b. het doel waarvoor hij de gegevens heeft verkregen; c. het gebruik van de gegevens. 3. Voor wat betreft de inrichting conform staten (artikel 3) 3.1. De administratie zodanig is ingericht dat de verslaggeving kan geschieden conform de door het bestuur van de KBvG bij "Reglement verslaggevingsstaten" vastgestelde staten voor de indeling van de balans en de staat van baten en lasten; 3.2. De voorschriften met betrekking tot de wijze en frequentie van berekening van de bewarings- en liquiditeitspositie worden gevolgd; 3.3. Ten minste één maal per kwartaal een tussentijds overzicht opgesteld wordt, waaruit de bewarings- en liquiditeitspositie en de resultatenontwikkeling blijkt; 3.4. Voor overboeking van de gelden van de kwaliteitsrekening naar de kantoor- of naar de privérekening van de gerechtsdeurwaarder is vastgesteld dat het saldo van de kwaliteitsrekening voor de bedoelde overboeking toereikend is, want de bewaringspositie moet na overboeking immers positief blijven; 3.5. Kantoorkosten uitsluitend via de kantoorbankrekening worden betaald. 4. Voor wat betreft de zaken -/dossieradministratie (artikel 4} 4.1. De zaken-/dossieradministratie ten minste de volgende elementen bevat: a. aansluitende nummering; b. tenaamstelling; c. aard van de zaak; d. naam van de behandelaar; e. datum en nummer(s) declaraties; f. datum afleg dossier. 4.2. De (ontvangen) (derden)gelden direct worden vastgelegd in de (financiële) administratie; 4.3. Periodiek de voortgang van de opdrachtafhandeling wordt bewaakt door middel van afstemming van de financiële administratie met de zaken-/dossieradministratie en waar nodig met de dossiers. 5. Voor wat betreft de financiële feiten (artikel 5) 5.1. De tekeningsbevoegdheid voor betalingen in beginsel is voorbehouden aan de gerechtsdeurwaarder. Indien uit praktische overwegingen andere personen binnen de organisatie betalingsbevoegdheid hebben, dient vastgesteld te worden dat betalingsopdrachten door ten minste twee personen worden getekend of gefiatteerd, waarvan één niet belast mag zijn met de financiële administratie; 5.2. De procedures m.b.t. het uitbrengen van offertes zijn vastgelegd; 5.3. De afboekingen van niet inbare vorderingen en van het niet inbare [declarabele] deel van het dossier adequaat worden geautoriseerd; 5.4. Er een interne procedure geldt met betrekking tot het vergoeden van rente aan rechthebbenden, conform het bepaalde in de toelichting op artikel 19 lid 7 van de Gerechtsdeurwaarderswet, de zogenaamde Regeling rente bijzondere rekeningen gerechtsdeurwaarders. 6. Voor wat betreft kasverkeer (artikel 6) 6.1. Er een kasprotocol aanwezig is en hiervan is kennis genomen, 6.2. Naar het kasprotocol wordt gehandeld; 6.3. Het kasgeld wordt afgestort bij de bank volgens een intern kasprotocol. 7. Voor wat betreft de beschikking over gelden en declaratie (artikel 7} 7.1. Kantoorkosten uitsluitend via de kantoorbankrekening worden betaald; 7.2. Uitgaande declaraties zichtbaar, bij voorkeur door middel van parafering, op juistheid (rekenkundig en tarieftoepassing en afspraken opdrachtgever) worden gecontroleerd door een medewerker die niet de zaak behandeld heeft; 7.3. Uitgaande declaraties terug te herleiden zijn tot de oorspronkelijke explootnummers; 8. Voor wat betreft de geautomatiseerde administratie (artikel 8) 8.1. Dat er adequate maatregelen zijn getroffen die de betrouwbaarheid en de continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking waarborgen. Minimum maatregelen in dit verband zijn: 8.1.1. een toereikende bevoegdhedenprocedure; 8.1.2. een adequaat beheer van toegangsbeveiliging; 8.1.3. back-up en recoveryprocedures; 8.1.4. beveiligingsmaatregelen rondom internet en E-mail. 9. Voor wat betreft de archivering van privébescheiden (artikel 10) 9.1. indien van toepassing, dat er procedures zijn voor het zodanig archiveren van de financiële privébescheiden van de deurwaarder dat dit voldoende waarborgen biedt om op redelijke wijze te komen tot een jaarlijkse opstelling van de stand van privévermogen en -inkomen. Uitkomsten verrichte werkzaamheden Wij hebben vastgesteld dat de hiervoor onder de punten 1 t/m 9 vermelde verplichtingen en voorschriften binnen uw kantoor in opzet aanwezig waren op [datum], behoudens: 1. …… 2. …… Wij wijzen er op dat deze uitkomsten niet zonder meer geiden na 15 december 2008, omdat nadien veranderingen in het getroffen stelsel van maatregelen kunnen zijn aangebracht. Deze rapportage is uitsluitend voor u bestemd ter verstrekking aan het Bureau Financieel Toezicht en mag niet (geheel of gedeeltelijk) aan derden worden verstrekt zonder onze uitdrukkelijke toestemming vooraf. Met vriendelijke groet,