Voorblad I. 1 11 21 31 41 51 61 71 81 91 2 12 22 32 42 52 62 72 82 92 3 13 23 33 43 53 63 73 83 93 4 14 24 34 44 54 64 74 84 94 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 6 16 26 36 46 56 66 76 86 96 7 17 27 37 47 57 67 77 87 97 8 18 28 38 48 58 68 78 88 98 9 19 29 39 49 59 69 79 89 99 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Tellen. Gebruik Voorblad I. Je telt van 1 tot 10 en je doet er steeds een centje bij. Als je bij 10 bent, wissel je 10 centjes in voor een dubbeltje. Je telt van 11 tot 20 en je doet er steeds een centje bij. Als je bij 20 bent, heb je 2 dubbeltjes. Doorgaan tot je bij 100 bent en 10 dubbeltjes inwisselen voor 1 Euro. Optellen tot 10. 3 + 2= . . 2 groepjes van 3 en 2 centjes samenvoegen. 4 + 3= 2 groepjes van 4 en 3 centjes samenvoegen. Optellen tot 10 (zonder centjes). 3 + 2= . . 4 + 3= . . Aftrekken tot 10. 7 - 2= . . Je maakt een groepje van 7 centjes en je haalt 2 weg. 8 - 4= . . Je maakt een groepje van 8 centjes en je haalt 4 weg. Aftrekken tot 10 (zonder centjes). 7 - 2= . . 8 - 4= . . Getallen maken tot 100. 12= . . 1 dubbeltje en 2 centjes. 24= 2 dubbeltjes en 4 centjes. 68= 6 dubbeltjes en 8 centjes. Optellen tot 100. 12 + 13= . . 2 groepjes maken en eerst dubbeltjes samenvoegen en dan centjes samenvoegen. 23 + 35= . . 2 groepjes maken en eerst dubbeltjes samenvoegen en dan centjes samenvoegen. Optellen tot 100 (zonder centjes). 12 + 13= . . 23 + 35= . . Aftrekken tot 100 simpel. 25 - 12= . . 25 maken met centjes, 1 dubbeltje en 2 centjes weghalen. 38 - 15= 38 maken, 1 dubbeltje en 5 centjes weghalen. Aftrekken tot 100 simpel (zonder centjes). 25 - 12= . . 38 - 15= . . Getallen maken tot 1000. 120= . . 1 Euro en 2 dubbeltjes. 565= 5 Euro, 6 dubbeltjes en 5 centjes. Optellen tot 1000. Patatje= 1,20 Mayo= 20 Kroket= 1,00 Samen= . . Elk bedrag maken met centjes en samenvoegen. Opsplitsen van getallen tot 10. 8= 6 + . . 8= 4 + . . 8= 1 + . . 8 maken met centjes, 6 apart leggen en kijken hoeveel je overhoudt. Herhalen zonder centjes. Volmaken van 10-tal. 7 + . . = 10 7 centjes, hoeveel erbij is 10. 12 + . . = 20 12 maken en hoeveel erbij is 20. Herhalen zonder centjes. Aftrekken met 10-tal. 10 - 2= . . 10 - 4= . . 10 - 7= . . Eerst met centjes, daarna zonder centjes. Hoofdrekenen tot 20 (zonder centjes). 8 + 4= . . Hoeveel van 4 heb je nodig om tot 10 te komen en hoeveel houd je over. 8 + 7= . . Hoeveel van 7 heb je nodig voor 10 en hoeveel houd je over. Hoofdrekenen tot 100 (zonder centjes). 28 + 4= . . Hoeveel van 4 heb je nodig om tot 30 te komen en hoeveel houd je over. 68 + 7= . . Hoeveel van 7 heb je nodig voor 70 en hoeveel houd je over. Aftrekken tot 20 (zonder centjes). 12 - 4= . . Hoeveel eraf tot 10, hoeveel van 4 is over, dat eraf. 13 - 8= . . Hoeveel eraf tot 10, hoeveel van 8 is over, dat eraf. Aftrekken tot 100 (zonder centjes). 42 - 14= . . Hoeveel eraf tot 40, hoeveel van 4 is over, dat eraf, dan 10 eraf. 63 - 28= . . Hoeveel eraf tot 60, hoeveel van 8 is over, dat eraf, dan 20 eraf. Het leren van Tafels. Tafel van 1. Geen probleem, anders tellen herhalen. Tafel van 2. Geen probleem, anders met centjes. Tafel van 3. Geen probleem, anders: + 2 + 1 3 5,6 6 8,9 9 11,12 Tafel van 4. Met tussensprongetje. 4 6,8 8 10,12 12 14,16 Tafel van 5. Geen probleem, anders met stuivers. Tafel van 6. Eerst herhalen: Opsplitsen van getallen en volmaken van 10-tal. 6 . . 4 tot 10, 2 over 12 18 18 2 tot 20, 4 over 24 30 30 36 36 4 tot 40, 2 over 42 48 48 2 tot 50, 4 0ver 54 60 Tafel van 7. Eerst herhalen: Opsplitsen van getallen en volmaken van 10-tal. 7 . . 3 tot 10, 4 over 14 6 tot 20, 1 over 21 28 28 2 tot 30, 5 over 35 5 tot 40, 2 over 42 49 49 1 tot 50, 6 over 56 4 tot 60, 3 over 63 70 Tafel van 8. Eerst herhalen: Opsplitsen van getallen en volmaken van 10-tal. 8 . . 2 tot 10, 6 over 16 4 tot 20, 4 over 24 6 tot 30, 2 over 32 40 40 48 48 2 tot 50, 6 over 56 4 tot 60, 4 over 64 6 tot 70, 2 0ver 72 80 Tafel van 9. +10 -1 9 19,18 18 28,27 27 37,36 Tafel van 10. Geen probleem, anders met dubbeltjes. Delen. 8 : 2= . . 8 centjes verdelen in 2 groepjes. 50 : 5= . . 5 dubbeltjes verdelen in 5 groepjes. Herhalen zonder centjes. Breuken. 1/2 van 4= . . 4 centjes, verdelen in 2 groepjes, 1 groepje pakken. 3/4 van 8= . . 8 centjes, verdelen in 4 groepjes, 3 groepjes pakken. Herhalen zonder centjes.