EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.6.2015 COM(2015) 235 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Elfde verslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad van 29 april 2004 en over de situatie die het gevolg is van de toepassing van deze verordening, voor de periode 1 januari tot en met 31 december 2014 {SWD(2015) 108 final} NL NL VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Elfde verslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad van 29 april 2004 en over de situatie die het gevolg is van de toepassing van deze verordening, voor de periode 1 januari tot en met 31 december 2014 2 Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad inzake een regeling op grond van artikel 2 van Protocol nr. 10 van de Toetredingsakte1 (hierna de "groenelijnverordening" genoemd) is van kracht sinds 1 mei 2004. In deze verordening worden de voorwaarden vastgesteld waaronder de rechtsvoorschriften van de Europese Unie gelden ten aanzien van het verkeer van goederen, personen en diensten waarbij de lijn wordt overschreden tussen de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering feitelijk het gezag uitoefent en de gebieden waarover zij niet feitelijk het gezag uitoefent. Om de doeltreffendheid van deze regels te garanderen, is de toepassing ervan uitgebreid tot de scheidslijn tussen deze gebieden en de Eastern Sovereign Base Area (ESBA) van het Verenigd Koninkrijk2. Dit verslag heeft betrekking op de periode van 1 januari tot en met 31 december 2014. De Commissie voert een constructieve dialoog over de tenuitvoerlegging van de verordening met de desbetreffende autoriteiten van de Republiek Cyprus, de autoriteiten van de Sovereign Base Area (SBA) alsook met de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel. 1. GRENSOVERSCHRIJDEND VERKEER VAN PERSONEN 1.1. Verkeer via de toegestane doorlaatposten De verordening biedt een stabiel juridisch kader voor het vrije verkeer van Cyprioten, andere EU-burgers en onderdanen van derde landen die de groene lijn passeren via de toegestane doorlaatposten. Het aantal Grieks-Cyprioten en Turks-Cyprioten dat de groene lijn in 2014 passeerde, is gestegen ten opzichte van voorgaande jaren. Volgens gegevens van de Republiek Cyprus staken tijdens de verslagperiode 589 906 GrieksCyprioten (voordien: 520 410) en 200 562 Grieks-Cypriotische voertuigen (voordien: 183 185) over van de door de regering gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus; daarnaast staken 927 141 Turks-Cyprioten (voordien: 877 759) en 346 495 TurksCypriotische voertuigen (voordien: 323 655) over van het noordelijke deel van Cyprus naar de door de regering gecontroleerde gebieden3. Het aantal EU-burgers, andere dan Cyprioten, en onderdanen van derde landen dat de groene lijn overstak, is aanzienlijk toegenomen. Volgens gegevens van de politie van de Republiek Cyprus (hierna "CYPOL" genoemd) staken tijdens de verslagperiode ook 732 856 nietCypriotische EU-burgers en onderdanen van derde landen de groene lijn over (voordien: 517 580). 77 % van dit verkeer (565 742) vond plaats via de doorlaatpost aan de Ledrastraat, waar nog steeds het grootste deel van de niet-Cyprioten (voornamelijk toeristen) de groene lijn overstak. De cijfers die door de Turks-Cypriotische gemeenschap werden verzameld, wijzen op een stijgende trend bij het aantal lijnoverschrijdingen door Grieks-Cyprioten (nl. 838 876) en een 1 2 3 PB L 161 van 30.4.2004, blz. 128. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 685/2013 van de Raad van 15 juli 2013 (PB L 196 van 19.7.2013, blz. 1), bekend als de "groenelijnverordening". Zie overweging 3 van de groenelijnverordening. De autoriteiten van de Republiek Cyprus houden geen cijfers bij van het aantal Grieks-Cyprioten dat terugkeert naar de door de regering gecontroleerde gebieden of het aantal Turks-Cyprioten dat terugkeert naar het noordelijke deel van Cyprus. 3 toename van het aantal lijnoverschrijdingen door Grieks-Cypriotische voertuigen (nl. 281 521) uit de door de regering gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus. Uit deze cijfers blijkt ook dat het aantal lijnoverschrijdingen door Turks-Cyprioten (nl. 1 257 530) een dalende trend vertoont en dat het aantal Turks-Cypriotische voertuigen (nl. 484 186) in de andere richting is toegenomen. Voorts waren er 1 157 812 buitenlandse onderdanen die van de door de regering gecontroleerde gebieden overstaken naar het noordelijke deel van Cyprus. De hierboven genoemde cijfers van de CYPOL omvatten echter niet de gegevens over personen en voertuigen die vanuit het noordelijke deel van Cyprus de groene lijn overstaken bij de doorlaatposten Pergamos en Strovilia4. Volgens verslagen van de ESBA op basis van Turks-Cypriotische informatiebronnen zouden 108 893 (voordien: 84 551) Grieks-Cyprioten via doorlaatposten in de ESBA zijn overgestoken naar het noordelijke deel van Cyprus en 273 607 (voordien: 216 081) Turks-Cyprioten naar de door de regering gecontroleerde gebieden, naast 258 348 niet-Cypriotische EU-burgers en onderdanen van derde landen die in beide richtingen de lijn overstaken. Het aantal personeelsleden van CYPOL dat rechtstreeks werkzaam is op de doorlaatposten, is in 2014 gedaald tot 72 (75 in 2013). De autoriteiten van de Republiek Cyprus hebben een Turks-Cypriotische reisbus met EUburgers op 26 februari 2014 geen toestemming gegeven om de doorlaatpost Agios Dhometios te passeren in de richting van de door de regering gecontroleerde gebieden. De Republiek Cyprus heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat de bestuurder weliswaar in het bezit was van een tijdelijke vergunning, maar dat het busbedrijf niet over een ondernemingsvergunning beschikte zoals op grond van Verordening (EG) nr. 1071/2009 en de nationale Wet nr. 101 (I)/(2001) vereist is. De Commissie had de autoriteiten van de Republiek Cyprus reeds ervan in kennis gesteld dat het onnodig en ongepast is een dergelijke vergunning te eisen van een busbedrijf dat is gevestigd in de gebieden waar de Uniewetgeving niet van toepassing is, en zij had haar standpunt bekendgemaakt5. Stabiliteit, voorspelbaarheid van de werkwijze bij de doorlaatposten en juridische zekerheid zijn van cruciaal belang voor het verwezenlijken van de doelstellingen van de verordening. Met steun van de VN-vredeshandhavingsmissie in Cyprus (UNFICYP) werden belangrijke stappen gezet om de godsdienstoefening te vergemakkelijken, zoals beschreven in het verslag van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties uit januari 20156. Religieuze leiders en gelovigen konden de groene lijn in beide richtingen vlotter oversteken. 1.2. Illegale migratie via de groene lijn en asiel Volgens cijfers van CYPOL voor 2014 is het aantal illegale migranten via de groene lijn vanuit het noordelijke deel van Cyprus naar de door de regering gecontroleerde gebieden 4 5 6 Verslaglegging over dit verkeer is niet verplicht op grond van de groenelijnverordening. Negende verslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad van 29 april 2004 en over de situatie die het gevolg is van de toepassing van deze verordening. Verslag van de secretaris-generaal over UNFICYP [S/2015/17], 9 januari 2015. 4 verder afgenomen. Er waren 970 illegale immigranten in 2014, terwijl er in 2013, 2012 en 2011 respectievelijk 1 043, 1 265 en 1 311 waren7. Als een mogelijke verklaring noemt CYPOL de gedaalde werkgelegenheidsverwachting op Cyprus ten gevolge van de economische crisis, alsook het toegenomen aantal personeelsleden en patrouilles overeenkomstig het nieuwe strategische plan van CYPOL voor 2012-2015 om illegale migratie te bestrijden. De landen van oorsprong met het hoogste aantal aangehouden illegale immigranten die de groene lijn waren overgestoken, waren Syrië (619), Pakistan (58), Iran (44), Georgië (33), India (28). Van de 970 illegale migranten vroegen 717 personen (74 %) asiel aan in de Republiek Cyprus; het grootste deel hiervan waren Syriërs (583). Illegale immigranten worden normaal gesproken aangehouden tijdens controles langs de groene lijn en op luchthavens wanneer zij Cyprus proberen te verlaten. Onderdanen van derde landen die internationale bescherming vragen, worden normaal gesproken als zodanig geregistreerd wanneer zij op een politiebureau asiel aanvragen. De beoordeling door CYPOL dat de illegale migranten de door de regering gecontroleerde gebieden binnen zijn gekomen door de groene lijn illegaal over te steken is gebaseerd op dezelfde criteria als in voorgaande jaren, en vindt voornamelijk plaats op basis van gegevens die in hun documenten zijn opgenomen, verklaringen van de migranten en ander bewijsmateriaal. Uit de analyse van CYPOL blijkt dat vrijwel alle immigranten die werden aangehouden in de door de regering gecontroleerde gebieden nadat zij illegaal de groene lijn waren overgestoken, vanuit Turkije in het noordelijke deel van Cyprus waren aangekomen. De Turks-Cypriotische gemeenschap informeerde de Commissie dat er in het noordelijke deel van Cyprus inspanningen worden gedaan om illegale immigratie tegen te gaan. Volgens de ontvangen informatie werd in 2014 aan 2 160 personen8 (allemaal afkomstig uit het grondgebied van Turkije) op verschillende punten van binnenkomst de toegang ontzegd tot het noordelijke deel van Cyprus en werden 777 personen9 die zijn aangehouden in het noordelijke deel van Cyprus, teruggestuurd naar het grondgebied van Turkije, dat de laatste locatie was die zij hadden bezocht vóór aankomst op het eiland. Vertegenwoordigers van beide gemeenschappen ontmoeten elkaar regelmatig in het kader van een technisch comité van beide gemeenschappen inzake misdaad en strafrechtelijke zaken onder auspiciën van de VN. Als uitbreiding van dit comité blijven beide gemeenschappen 7 8 9 Om een volledig beeld te krijgen van de illegale migratiestromen via de groene lijn zou het nuttig zijn om ook over gegevens te beschikken over het aantal personen dat de groene lijn heeft geprobeerd over te steken, maar dat de toegang werd ontzegd tot de door de regering gecontroleerde gebieden. Deze informatie is echter niet beschikbaar, aangezien de Republiek Cyprus geen officiële statistieken hierover bijhoudt. Onderdanen van Syrië: 699, van Turkije: 403, van Irak: 136, van Turkmenistan: 90, van Georgië: 33. Onderdanen van Turkije: 274, van Syrië: 99, van Turkmenistan: 51, van de Republiek Moldavië: 36, van Nigeria: 32. 5 tevens actief gebruikmaken van de voorheen opgerichte gezamenlijke communicatieruimte, waarmee wordt voorzien in een forum voor de uitwisseling van strafrechtelijke informatie. Dankzij de goede samenwerking konden een aantal strafrechtelijke onderzoeken worden ingeleid. Zoals ook door de secretaris-generaal van de Verenigde Naties is opgemerkt, is het feit dat actieve politiefunctionarissen voor de eerste keer zijn benoemd als GrieksCypriotische vertegenwoordigers in het technisch comité inzake misdaad en strafrechtelijke zaken een aanzienlijke stap vooruit in de samenwerking10 CYPOL omschreef de samenwerking met de andere overheidsinstanties en het bestuur van de Eastern Sovereign Base Area als zeer goed. Eastern Sovereign Base Area (ESBA) In het algemeen is de illegale immigratie vanuit het noordelijke deel van Cyprus via de ESBA licht afgenomen. Negen immigranten werden in 2014 aangehouden nadat zij illegaal de groene lijn waren overgestoken11. 1 301 personen kregen geen toestemming om de groene lijn te passeren, merendeels Turkse onderdanen. Andere buitenlanders waren voornamelijk toeristen uit de Verenigde Staten, Rusland en Australië die via het noordelijke deel van Cyprus arriveerden. Deze personen werden doorverwezen naar de doorlaatpost Agios Dhometios om de vereiste formaliteiten voor toelating tot de Republiek Cyprus te vervullen12. De functionarissen van de Sovereign Base Area omschrijven hun samenwerking met de Republiek Cyprus nog steeds als uitstekend. Naast de controles aan de doorlaatposten voert de politie van de Sovereign Base Area op wisselende momenten op risicobeoordelingen en inlichtingen gebaseerde patrouilles uit om illegale migratie te bestrijden. Deze patrouilles worden aangevuld met douane- en legerpatrouilles van de Sovereign Base Area. Verscheidene "niet-officiële doorlaatposten" in of bij het dorp Pergamos, die door lokale inwoners en boeren worden gebruikt, zijn bijzonder moeilijk te controleren. Zoals beschreven in eerdere verslagen blijven deze "niet-officiële doorlaatposten" een punt van zorg en moet een geschikte oplossing overeenkomstig de vereisten van artikel 5, lid 2, van het protocol nr. 3 bij de Toetredingakte van 2003 worden gevonden13. De SBA heeft verklaard dat personeel snel naar de niet-officiële doorlaatposten kan worden gestuurd indien dit nodig is. 10 11 12 13 Verslag van de secretaris-generaal over UNFICYP [S/2015/17], 9 januari 2015. Deze negen in de ESBA onderschepte illegale migranten werden overgedragen aan de autoriteiten van de Republiek Cyprus en zij zijn toegevoegd aan het totale aantal personen dat illegaal de groene lijn is gepasseerd en waarvoor in bijlage VII een uitsplitsing per nationaliteit is opgenomen. Onderdanen van Turkije: 837, van de VS: 66, van Rusland: 58, van Australië: 50, van Oekraïne: 33. PB L 236 van 23.9.2003, blz. 940. 6 2. GOEDERENVERKEER 2.1. Waarde van de handel Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie14 hebben de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel en de autoriteiten van de Republiek Cyprus maandelijks gegevens verstrekt over de soort, hoeveelheid en waarde van de goederen waarvoor begeleidende documenten zijn afgegeven. Beide hebben gerapporteerd over goederen die de door de regering gecontroleerde gebieden binnenkwamen via de doorlaatposten Pergamos en Strovilia, die onder het gezag van de Sovereign Base Area vallen. Volgens de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel bedroeg de totale waarde van de goederen waarvoor begeleidende documenten waren afgegeven, 3 911 189 EUR (voordien: 4 311 615 EUR). Uit deze cijfers blijkt dat de waarde van de goederen waarvoor begeleidende documenten waren afgegeven, is afgenomen met 9,3 % in vergelijking met 2013. Volgens verslagen die door de autoriteiten van de Republiek Cyprus zijn verstrekt, is de totale handelswaarde van de goederen met begeleidende documenten die de groene lijn passeerden, licht toegenomen met 3,1 % (tot 3 520 045 EUR). Er heeft zich een merkbare toename voorgedaan voor kunststofproducten, bouwmaterialen, aluminium- en pvc-producten en verse vis. Volgens de betrokken partijen is de stabilisatie van de economische crisis de belangrijkste oorzaak van deze toename. De handel van de door de regering gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus valt niet onder de groenelijnverordening, maar volgens cijfers van de Kamer van Koophandel en Industrie van Cyprus nam deze met rond 56 % toe, van 799 910 EUR in 2013 tot 1 246 930 EUR in 2014. Daarmee vormt de handel uit door de regering gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus 35,4 % van de handel in omgekeerde richting (23,4 % in 2013). De Turks-Cypriotische gemeenschap past nog steeds een handelsregeling toe die in principe de beperkingen van de groenelijnverordening "weerspiegelt". Deze regeling wordt echter niet altijd consequent toegepast, waardoor het moeilijk is duurzame handelsrelaties te ontwikkelen. De Turks-Cypriotische belanghebbenden erkennen openlijk dat de bescherming van lokale ondernemingen de voornaamste reden hiervoor is. 2.2. Soort goederen Kunststofproducten waren in 2014 de meest verhandelde koopwaar, gevolgd door verse vis, bouwmaterialen/artikelen uit steen en ruw schroot15. Nieuwe producten, zoals cactusvijgen en kant-en-klare betonmortel, werden geïntroduceerd, maar hadden een zeer beperkte invloed op de handel. Alle handel over de groene lijn was 14 15 Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie van 10 augustus 2004 (PB L 272 van 20.8.2004, blz. 3). Bijlage IV. 7 handel binnen het eiland en er werd geen uitvoer geregistreerd naar lidstaten van de EU of derde landen. 2.3. Onregelmatigheden Tijdens de verslagperiode attendeerde de Republiek Cyprus de Commissie op een specifiek geval van onregelmatigheden met betrekking tot verse vis, van oorsprong uit Turkije. De Commissie heeft de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel hiervan in kennis gesteld. De Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel heeft de zaak onmiddellijk onderzocht, de handelaar een sanctie opgelegd en hem tot het einde van 2014 geschorst voor handel over de groene lijn. 2.4. Verkeer van goederen: obstakels en problemen Er blijven belemmeringen voor de handel over de groene lijn bestaan en de Commissie en de Turks-Cypriotische ondernemers zijn van oordeel dat deze een oorzaak vormen voor het beperkte handelsverkeer. Zoals in voorgaande verslagen werd gerapporteerd, is de kwestie van Turks-Cypriotische bedrijfsvoertuigen die oversteken naar de door de regering gecontroleerde gebieden, nog niet opgelost. De Commissie is ervan overtuigd dat de oplossing van deze kwestie een aanzienlijke bijdrage zou leveren aan de toename van de handel aangezien dit het vervoer van goederen zou vergemakkelijken. Bovendien zou het versterken van het contact tussen Cypriotische marktdeelnemers een aanzienlijke bijdrage leveren aan de vergroting van het vertrouwen tussen beide gemeenschappen. Tot dusver mogen geen Turks-Cypriotische voertuigen van meer dan 7,5 ton de groene lijn oversteken zonder documenten die volledig in overeenstemming met het acquis zijn en die door de Republiek Cyprus zijn afgegeven. De autoriteiten van de Republiek Cyprus stelden de Commissie ervan in kennis dat zij bepalingen hebben ingesteld om het verkrijgen van keuringsattesten en professionele rijbewijzen voor Turks-Cyprioten te vergemakkelijken. Sinds de zomer van 2013 heeft de Commissie contacten onderhouden met de autoriteiten van de Republiek Cyprus alsook met de Turks-Cypriotische belanghebbenden met het oog op het instellen van een mechanisme om het oversteken van Turks-Cypriotische bedrijfsvoertuigen mogelijk te maken16. In het licht van de opschorting van het acquis in de niet door de regering gecontroleerde gebieden zoals bedoeld in protocol nr. 10 van het Toetredingsverslag van 2003, moet een dergelijk mechanisme de oversteek van Turks-Cypriotische bedrijfsvoertuigen bevorderen en een antwoord bieden op de veiligheidsoverwegingen. Deze contacten om een oplossing te vinden, hebben aan het einde van de verslagperiode niet tot resultaten geleid. Wat verwerkte levensmiddelen betreft, verbieden de autoriteiten van de Republiek Cyprus de oversteek van verwerkte levensmiddelenproducten, omdat de gezondheidsdiensten aanvoeren dat het productieproces in het noordelijke deel van Cyprus niet overeenkomstig de normen is. Zoals reeds gemeld, blijft de Commissie van oordeel dat er op grond van de groenelijnverordening geen redenen zijn om controles uit te voeren van gebouwen in het 16 Negende en tiende jaarverslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad en over de situatie die het gevolg is van de toepassing van deze verordening. 8 noordelijke deel van Cyprus om na te gaan of de productie tot stand komt overeenkomstig de voorschriften van de Unie17. Hoewel de autoriteiten van de Republiek Cyprus stalen van de producten kunnen nemen voor verdere analyse in overeenstemming met de toepassing van de groenelijnverordening, mogen zij niet de oversteek van alle verwerkte levensmiddelenproducten weigeren. Tot nu toe staan de autoriteiten van de Republiek Cyprus nog steeds niet toe dat verwerkte levensmiddelen de lijn oversteken. Het overleg tussen de Commissie en de autoriteiten van de Republiek Cyprus moet doorgaan om een oplossing te vinden voor deze kwestie. Evenzo heeft de Commissie zich vanaf de zomer 2013 ingespannen om – net zoals het geval was voor de bedrijfsvoertuigen – een mechanisme op te zetten waarmee de oversteek van verwerkte levensmiddelen kan wordt bevorderd en een antwoord kan worden geboden op de volksgezondheidsoverwegingen. Net zoals in de kwestie van de bedrijfsvoertuigen heeft dit overleg aan het einde van de verslagperiode nog niet tot resultaten geleid. Net als in het verleden blijven Turks-Cypriotische handelaren berichten over handelsbelemmerende moeilijkheden bij de afzet van hun producten aan winkels en bij het adverteren van hun producten en diensten in de door de regering gecontroleerde gebieden. Handelaren blijven melding maken van een aarzeling bij Grieks-Cyprioten om Turks-Cypriotische producten te kopen. Voorts werd gemeld dat handelaren van beide gemeenschappen te maken krijgen met talrijke administratieve problemen als zij handel willen drijven met de andere gemeenschap. De marktdeelnemers van beide kanten moeten vrij zijn handelsbetrekkingen aan te gaan op basis van hun bedrijfsbehoeften. De secretaris-generaal van de Verenigde Naties heeft opgemerkt dat het handelsverkeer betreurenswaardig beperkt is en heeft verklaard dat de bevordering van de handel enkel een positieve invloed kan hebben op de beoogde hereniging18. 2.5. Smokkel van goederen De smokkel van goederen komt nog steeds veelvuldig voor gezien het geografische karakter van de groene lijn. In de zones vlakbij de lijn vinden controleoperaties plaats om vooral seizoensgebonden activiteiten, zoals het vervoer van wild of vuurwerk (ook via de ESBA) naar de door de regering gecontroleerde gebieden, aan te pakken. In 2014 verrichtte de Republiek Cyprus 2 627 inbeslagnames (voordien: 2 873). In 2014 deed zich een stijging van de hoeveelheid shag en een daling van de hoeveelheid sigaretten voor die door de Republiek Cyprus in beslag zijn genomen, nl. 140 029 sigaretten en 370 794 gr. shag (voordien: 175 340 sigaretten en 300 704 gr. shag). Naar verluidt gaat het bij deze smokkel in de meeste gevallen om kleine hoeveelheden. De smokkel is te wijten aan de prijsverschillen en de momenteel hogere belastingheffing op tabaksproducten in de Republiek Cyprus. Bij andere in beslag genomen producten gaat het hoofdzakelijk om goederen waarbij de intellectuele-eigendomsrechten zijn geschonden, alsook om dierlijke en zuivelproducten. 17 18 Tiende jaarverslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad en over de situatie die het gevolg is van de toepassing van deze verordening. Verslag van de secretaris-generaal over UNFICYP [S/2015/17], 9 januari 2015. 9 Er zijn geen strafzaken in verband met smokkel aangespannen bij de arrondissementsrechtbanken. In de meeste gerapporteerde gevallen werd een administratieve boete opgelegd. In 2014 was er een hogere opsporingsgraad van goederen in de ESBA. In 2014 werden 452 inbeslagnames verricht (voordien: 351) en sigaretten en shag blijven de meest in beslag genomen goederen. Wat betreft de traditionele bevoorrading van de Turks-Cypriotische bevolking van het dorp Pyla, dat zich in de bufferzone bevindt (artikel 4, lid 10, van de groenelijnverordening), worden de hoeveelheden bouwmateriaal, vis, sigaretten, e.d. gecontroleerd en geregistreerd door de autoriteiten van de Sovereign Base Area. 2.6. Bevordering van de handel De Commissie blijft naar manieren zoeken om de handel via de groene lijn te stimuleren19. De Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel bleef blijk geven van een algemene belangstelling voor de opheffing van het verbod op handel in alle levende dieren en dierlijke producten voor zover deze producten aan de wet- en regelgeving van de EU beantwoorden, met inbegrip van zuivelproducten. De Commissie onderzoekt momenteel het verzoek om de handel in kweekvissen toe te staan. De Republiek Cyprus heeft herhaaldelijk haar bereidheid uitgedrukt om de mogelijkheid te onderzoeken de lijst van goederen uit te breiden die naar de door de regering gecontroleerde gebieden mogen passeren. De Commissie moedigt de marktdeelnemers aan om te profiteren van de ondernemingskansen en is ingenomen met de intensieve inspanningen die de kamers van koophandel hebben gedaan. Nadat de UNDP in september 2013 een brainstormsessie heeft gesponsord in Malta, hebben de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel, de Kamer van Koophandel en Industrie van Cyprus, de Unie van Turkse Kamers en Handelsbeurzen en de Kamer van Koophandel en Industrie van Athene het Economisch Forum van Nicosia opgericht, dat in 2014 tweemaal is bijeengekomen. 2.7. EU-goederen die opnieuw worden binnengebracht in de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus feitelijk het gezag uitoefent na te zijn vervoerd via de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent. De autoriteiten van de Republiek Cyprus hebben gemeld dat 5 418 artikelen opnieuw zijn binnengebracht in door de regering gecontroleerde gebieden na te zijn vervoerd via de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent. Er is opgemerkt dat deze lijnoverschrijdingen probleemloos verlopen en dat het grootste deel van dit handelsverkeer plaatsvindt van/naar de doorlaatposten van Kato Pyrgos-Karavostasi en Astromeritis-Zhodia. 19 In 2011 schrapte de Commissie de verplichting dat aardappelen die via de groene lijn worden verhandeld, moeten worden geteeld uit gecertificeerde pootaardappelen. 10 3. CONCLUSIES Zoals werd gesteld in vorige verslagen, zijn de controle van de groene lijn aan de toegestane doorlaatposten door de autoriteiten van de Republiek Cyprus en de SBA en de geleverde inspanningen bevredigend ondanks de budgettaire beperkingen. Het is positief dat het aantal personen dat de lijn illegaal oversteekt, blijft dalen, maar er moet nog altijd nauwlettend toezicht op de situatie worden gehouden. De Commissie roept de autoriteiten van de Sovereign Base Area ook op om een passende oplossing te vinden voor de kwestie van de "niet-officiële" doorlaatposten. De Commissie blijft van mening dat de stabiliteit, voorspelbaarheid en juridische zekerheid van de vereisten aan de doorlaatposten, alsook het vrije verkeer van EU-burgers van cruciaal belang zijn en zij zal aandacht blijven besteden aan deze kwestie. Volgens de Republiek Cyprus is de waarde van de handel die de groene lijn passeerde in 2014 licht toegenomen met 3,1 % (van 3 411 593 EUR tot 3 520 045 EUR), terwijl de waarde van de goederen waarvoor begeleidende documenten werden afgegeven door de TurksCypriotische Kamer van Koophandel is afgenomen met 9,3 % van 4 311 615 EUR tot 3 873 782,15 EUR. Kunststofproducten waren de meest verhandelde koopwaar, gevolgd door verse vis, bouwmaterialen/artikelen uit steen en ruw schroot. De algemene omvang van het handelsverkeer blijft beperkt, gedeeltelijk vanwege de specifieke werkingssfeer van de verordening zelf. Tijdens de verslagperiode bleef een aantal handelsbelemmeringen bestaan. TurksCypriotische bedrijfsvoertuigen van meer dan 7,5 ton en verwerkte levensmiddelen krijgen nog altijd geen toestemming van de autoriteiten van de Republiek Cyprus om de groene lijn over te steken. De diensten van de Commissie onderhielden contacten met de desbetreffende ministeries van de Republiek Cyprus en andere belanghebbenden om een haalbare oplossing te vinden waarbij het verkeer van Turks-Cypriotische bedrijfsvoertuigen en het oversteken van verwerkte levensmiddelen wordt bevorderd en tegelijkertijd rekening wordt gehouden met de veiligheids- en volksgezondheidsoverwegingen. Aan het einde van de verslagperiode is zowel de kwestie van de bedrijfsvoertuigen als de kwestie van de verwerkte levensmiddelen nog niet opgelost. Over het algemeen blijft de groenelijnverordening een werkbare basis vormen voor het verkeer van personen en goederen van en naar de door de regering gecontroleerde gebieden van de Republiek Cyprus, maar de Commissie blijft ongerust over het feit dat het handelsverkeer beperkt is. Er lijken derhalve geen aanwijzingen te zijn dat de onderlinge economische afhankelijkheid tussen beide gemeenschappen is toegenomen. De Commissie is van oordeel dat het uit de weg ruimen van de bovengenoemde belemmeringen voor handel bij zal dragen tot een aanzienlijke toename van de handel via de groene lijn. Tegen deze achtergrond vertrouwt de Commissie op de effectieve medewerking van de Republiek Cyprus en de SBA voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad. De Commissie zal de tenuitvoerlegging van de verordening blijven controleren. 11