Hoger onderwijs met een open blik Editie 2014 NIEUW : Uitbreiding van de oproep Om elkaar te begrijpen, moet je elkaar kennen. Vanuit die gedachte organiseert het Prins Filipfonds een oproep die uitwisseling en samenwerking tussen studenten, lesgevers of instellingen uit de drie Gemeenschappen van ons land wil aanmoedigen. Deze oproep ontvangt steun van het departement onderwijs en Vorming van de Vlaamse overheid en van de Fédération Wallonie –Bruxelles. Het Prins Filipfonds sluit aan bij de doelstellingen van het Bologna proces met als belangrijke realisaties de mobiliteit van studenten en de ontwikkeling van gemeenschappelijke studieprogramma’s. Ook de Raad van Europa wijst op het belang van meertaligheid, interculturele dialoog en opvoeding tot burgerzin, doelstellingen die eveneens worden beoogd door het Prins Filipfonds. Bovendien wordt er binnen de Europese onderwijsruimte gewerkt aan veranderde structuren met de integratie van het niveau 5 in het Europees kwalificatiekader. De Europese programma’s zijn ook niet langer uitsluitend bedoeld voor studenten en lesgevers maar richten zich op alle stakeholders van het onderwijs. Het budget van deze oproep voor het hoger onderwijs werd verhoogd zodat het fonds zijn activiteiten kan uitbreiden naar beleidsverantwoordelijken van organisaties en instellingen van het hoger onderwijs maar ook naar het HBO5niveau om zo in samenwerking met de Gemeenschappen van België een concrete bijdrage te leveren aan het werkprogramma van de Europese Hogeronderwijsruimte. Deze oproep voorziet financiële middelen voor een uitwisseling tussen studenten van het hoger onderwijs1 uit de verschillende delen van het land; het samenwerken tussen instellingen uit het hoger onderwijs uit de verschillende Gemeenschappen (verantwoordelijken, directie en onderwijzend personeel) voor het ontwikkelen van cursusmateriaal, bi-, multipele of gezamenlijke diplomering of andere projecten het delen van ervaringen en ontwikkelen van projecten tussen verantwoordelijken van instellingen van de verschillende Gemeenschappen 1 Om aan alle studenten en lesgevers van het hoger onderwijs de kans te geven om aan het project te kunnen deelnemen werd besloten ook de samenwerkingsverbanden voor HBO5 in de Vlaamse Gemeenschap en het hoger onderwijs voor de sociale promotie in de Franse Gemeenschap bij het project te betrekken. c/o KONING BOUDEWIJNSTICHTING – stichting van openbaar nut BREDERODESTRAAT 21 B-1000 BRUSSEL TEL +32-2-511 18 40 FAX +32-2-511 52 21 WWW.PRINS-FILIPFONDS.ORG WWW.KBS-FRB.BE [email protected] BANK VAN DE POST IBAN: BE10 0000 0000 0404 BIC: BPOTBEB1 met de vermelding "R20160 Prins Filipfonds" 1. Uitwisseling van studenten Doelstelling Wanneer studenten een tijd kunnen doorbrengen in een ander landsgedeelte aan een universiteit, hogeschool of een instelling in een HBO5 2 of HBOV3 samenwerkingsverband zoals een CVO4 of een CSP5 , leren zij elkaars achtergrond beter kennen en respecteren. Ze maken kennis met een vertrouwde en toch verschillende cultuur, krijgen de andere landstaal beter onder de knie en leggen blijvende contacten aan de overkant van de taalgrens. Op die manier wil het project een beter begrip tussen de inwoners van de drie verschillende Gemeenschappen in België bevorderen. Doelgroep Studenten van het hoger onderwijs uit de drie Gemeenschappen van België. Alle instellingen die hoger onderwijs aanbieden of hun departementen kunnen een aanvraag indienen voor een studentenuitwisseling met een instelling uit een van de andere Gemeenschappen. Voorwaarden De studenten moeten gedurende minimum vijf dagen actief samenwerken met studenten uit de andere Gemeenschap(pen)6. Die dagen kunnen gespreid worden over het academiejaar, maar ook over verschillende locaties in België. (bv. twee dagen in de Vlaamse Gemeenschap, twee dagen in de Franse Gemeenschap en één dag in de Duitstalige Gemeenschap). Een verblijf van vijf dagen (of meer) ter plaatse is niet vereist. Zo is het mogelijk grotere groepen studenten bij het project te betrekken op de verschillende locaties. De uitwisseling gebeurt tussen instellingen die hoger onderwijs aanbieden uit minstens twee Gemeenschappen7. Een uitwisseling tussen studenten uit de drie Gemeenschappen, kan ook. Er nemen uit iedere instelling ten minste 5 studenten8 deel. Voorrang wordt gegeven aan projecten die gebruik maken van innovatieve werkvormen die de groepsvorming (over de Gemeenschapsgrenzen heen) bevorderen, zoals projectonderwijs, Small Business Projects, gezamenlijk onderzoek, gebruik van ICT en e-learning of blended learning enz. Dit betekent niet dat colleges voor studenten niet in aanmerking komen, maar de nadruk moet wel liggen op het groepsgebeuren en op het samen uitwerken van producten/resultaten door de studenten. De voorkeur gaat ook uit naar een interdisciplinaire aanpak. Hoger Beroepsonderwijs niveau 5 Hoger Beroepsonderwijs niveau 5 voor verpleegkunde. Deze opleidingen worden aangeboden in secundaire scholen in een samenwerkingsverband met een hogeschool 4 Centrum voor Volwassenenonderwijs 5 In de Franse Gemeenschap van België worden in instellingen of centra voor sociale promotie opleidingen verzorgd op niveau 5, 6 en 7 van het EQF 6 Deze voorwaarde geldt niet voor studenten van de HBO5 samenwerkingsverbanden of ISP die onderwijs voor volwassenen aanbieden. Het aantal ontmoetingsmomenten wordt aangepast aan de mogelijkheden van het doelpubliek. 7 Samenwerking tussen een hogeschool en een universiteit is ook mogelijk. 8 Hierop kan een uitzondering gemaakt worden voor de Duitstalige Gemeenschap 2 3 Prins Filipfonds beheerd door de Koning Boudewijnstichting 2/6 Naast het gezamenlijke werk in het kader van de educatieve samenwerking blijven ook de andere doelstellingen belangrijk. Er moet dus ook aandacht zijn voor sociale activiteiten, voor het bevorderen van de kennis van de drie landstalen en voor kennismaking met de andere Gemeenschappen door bezoeken aan bedrijven en/of instellingen. De groep studenten van de ontvangende instelling moet min of meer even groot zijn als de groep studenten van de partnerinstelling In haar besluit zal de jury rekening houden met de nodige diversiteit in de instellingen die de steun van het Fonds krijgen. De uitwisselingen kunnen gedurende meerdere jaren gesteund worden. Elk jaar moet een nieuwe aanvraag ingediend worden. De verbeteringen en vernieuwingen moeten duidelijk aangetoond worden en dienen als belangrijk evaluatie-element. Opeenvolgende uitwisselingen vergemakkelijken de samenwerking en verhogen ook de kwaliteit van de uitwisselingen. Financiële ondersteuning Projecten die geselecteerd worden, krijgen een bedrag van minimum €15009 en maximum €2500. De jury kan beslissen een hoger bedrag toe te kennen indien dit verantwoord is in de aanvraag. De jury bepaalt het precieze bedrag. De hoogte van het bedrag kan worden aangepast aan het aantal deelnemers, de duur van het verblijf, de bereikte doelgroepen enz. 2. Gezamenlijk ontwikkelen van cursusmateriaal bi-, multipele of gezamenlijke diplomering of andere projecten Het ontwikkelen van cursusmateriaal vraagt tijd en creativiteit. Waarom het dan niet proberen samen met collega’s uit een andere Gemeenschap? Deze vorm van samenwerking biedt de kans aan lectoren, docenten en professoren om hun expertise ter beschikking te stellen en gebruik te maken van de deskundigheid van collega’s in de andere Gemeenschap(pen). Zowel de ontwikkeling van een cursus voor een opleidingsonderdeel of een deel van een opleidingsonderdeel als van een module is mogelijk. Het ontwikkelen van cursusmateriaal kan stap voor stap gebeuren, verspreid over twee tot drie jaar. Deze vorm van samenwerking kan ook leiden tot het organiseren van bi- of gezamenlijke diplomering. Voor de organisatie van bi- of gezamenlijke diplomering kan eveneens steun worden aangevraagd. Ook andere projecten zoals gezamenlijke afstudeerprojecten komen in aanmerking . Doelstelling Professoren, docenten, lectoren en ander onderwijzend personeel van instellingen die hoger onderwijs aanbieden werken samen door hun expertise te delen met collega’s uit de andere Gemeenschap(pen)en ze samen te brengen. Die samenwerking kan op termijn leiden tot het uitwerken van gezamenlijk cursusmateriaal, gezamenlijke modules / programma’s en uiteindelijk zelfs tot bi-diplomering. Doelgroep Professoren, docenten, lectoren en ander onderwijzend personeel van instellingen die hoger onderwijs aanbieden in de drie Gemeenschappen van België. 9 Voor het minimumbedrag dient geen budget te worden ingediend Prins Filipfonds beheerd door de Koning Boudewijnstichting 3/6 Alle in instellingen die hoger onderwijs aanbieden of hun departementen kunnen een aanvraag indienen Voorwaarden Minstens drie vergaderingen per academiejaar waar de lectoren, docenten of professoren elkaar ontmoeten om gezamenlijk cursusmateriaal te ontwikkelen of te werken aan de organisatie van bi- of gezamenlijke diplomering of andere projecten. De samenwerking gebeurt tussen instellingen die hoger onderwijs aanbieden uit minstens twee (of de drie) Gemeenschappen. Een evenwicht tussen de Gemeenschappen valt te verkiezen. Het ontwikkelde materiaal kan zowel bedoeld zijn voor gebruik met studenten alsook met andere doelgroepen: volwassenen, leerkrachten (uit het kleuter-, lager en secundair onderwijs), schoolhoofden, enzovoort. Deze samenwerkingsprojecten kunnen lopen over twee tot drie jaar10. Elk jaar moet een nieuwe aanvraag ingediend worden. In haar besluit zal de jury rekening houden met de nodige diversiteit in de instellingen die steun van het Fonds krijgen. Financiële ondersteuning Projecten die geselecteerd worden voor dit project, krijgen een financiële ondersteuning van minimum €1500 tot maximum €5000 per jaar afhankelijk van het project. De jury bepaalt het bedrag. 3. Samenwerking tussen (beleids)verantwoordelijken Doelstelling Verantwoordelijken op niveau van de koepelorganisaties of op instellingsniveau (niveau van de instellingen die hoger onderwijs aanbieden) kunnen samen projecten ontwikkelen die de samenwerking van de verschillende Gemeenschappen in het hoger onderwijs in België ten goede komen. Doelgroep Beleidsverantwoordelijken die de instellingen die hoger onderwijs aanbieden uit de drie Gemeenschappen van België vertegenwoordigen zoals VLIR, VLHORA, ARES, de associaties in Vlaanderen en de “pôles” in de Federatie Wallonië-Brussel of verantwoordelijken op niveau van de instellingen die rond bepaalde thema’s van gedachten willen wisselen en ervaringen delen. Concreet Die projecten kunnen gaan over het vergemakkelijken van gezamenlijke diploma’s en bidiplomering tussen de verschillende hogeronderwijsinstellingen, de doorstroom tussen HBO5 en hogescholen en over het bevorderen van de mobiliteit tussen de verschillende instellingen in de drie Gemeenschappen van België. De organisaties kunnen ook werken aan strategieën om de drop-out in het hoger onderwijs te verminderen, de instroom van bepaalde kansengroepen te verbeteren of het vreemdetalenonderwijs in de lagere school te bevorderen of stages over de taalgrens te 10 Deze paragraaf betreft uitsluitend het ontwikkelen van cursusmateriaal Prins Filipfonds beheerd door de Koning Boudewijnstichting 4/6 organiseren. Ook kunnen zij nagaan in hoeverre studenten van het hoger onderwijs kunnen ingezet worden voor het bevorderen van de zogenaamde ‘social engineering’11. Wij denken daarbij ook aan tutoring, het bevorderen van STEM en dergelijke. Zij kunnen daarbij de bestaande expertise binnen een bepaalde Gemeenschap delen met en overdragen naar de andere Gemeenschappen. De vergaderingen voor beleidsverantwoordelijken nemen zo de vorm van peer learning activities aan waarbij beleidsimplementatie in de verschillende Gemeenschappen wordt vergeleken. Voorwaarden Minstens drie vergaderingen of bijeenkomsten12 per academiejaar waar de beleidsverantwoordelijken elkaar ontmoeten om gezamenlijk aan het project te werken. De samenwerking gebeurt tussen beleidsverantwoordelijken uit minstens twee (of de drie) Gemeenschappen. De projecten moeten alle vertegenwoordigde instellingen ten goede komen. Ieder initiatief moet resulteren in een gezamenlijk product zoals een gezamenlijk opgesteld document, rapport, video, website etc. In haar besluit zal de jury rekening houden met de nodige diversiteit in de beleidsinstellingen die de steun van het Fonds krijgen. Financiële ondersteuning Projecten die geselecteerd worden voor dit project, krijgen een financiële ondersteuning van minimum €1500 tot maximum €5000 € afhankelijk van de mogelijke impact van het project. In uitzonderlijke gevallen kan de jury het bedrag verhogen. Praktische modaliteiten Selectiecriteria Een onafhankelijke jury selecteert de projecten en houdt rekening met de volgende punten: de kwaliteit en diversiteit van het project; het voorzien van duidelijke ontmoetingsmomenten (tussen de studenten, leden van het onderwijzend personeel of verantwoordelijken uit de verschillende Gemeenschappen); de impact van het project; een innovatieve pedagogische aanpak; de originaliteit van het project; de kwaliteit van de geplande voorbereiding en opvolging; de duurzaamheid van het project; de volledigheid van de gegevens. Een aantal publicaties van de KBS werden reeds gewijd of besteden aandacht aan vormen van social engineering zoals o.a. de publicaties: Tutors maken het verschil en Hoger onderwijs voor elk talent 12 Het kan hier ook gaan om conferenties of andere evenementen voor een bepaald doelpubliek. 11 Prins Filipfonds beheerd door de Koning Boudewijnstichting 5/6 Timing De dossiers moeten uiterlijk op 08/05/2014 ingediend zijn. Eind juni 2014 selecteert een jury de projecten die een steun krijgen. Opgelet: deze oproep is enkel bedoeld voor projecten die plaatsvinden of aanvatten tijdens het academiejaar 2014-2015. Uitwisselingen vóór 01/09/2014 komen niet in aanmerking. Kandidaatsdossier Voor een ondersteuningsaanvraag moet u een kandidaatsdossier invullen. Het dossier dient door alle betrokken instellingen samen te worden ingevuld en opgesteld, maar het wordt slechts door één van hen ingediend. Deze instelling ontvangt ook de financiële steun, waarna alle instellingen het bedrag onderling verdelen. Indien een instelling verschillende uitwisselingen organiseert, moet voor elk project een afzonderlijke aanvraag ingediend worden. Na de selectie informeert het Prins Filipfonds, op schriftelijke wijze elke organisatie, instelling of departement die een beursaanvraag heeft ingediend. Daarna informeert deze de andere betrokken organisatie (s), instelling(en) of departementen. Dit formulier is beschikbaar op de website van het Prins Filipfonds www.prinsfilipfonds.org Nieuw op de website : Twee documenten : Tips & Tricks voor geslaagde projecten Succesverhalen in het hoger onderwijs Het Prins Filipfonds, dat in 1998 werd opgericht op initiatief van Z.K.H. Prins Filip in de schoot van de Koning Boudewijnstichting, heeft als opdracht bij te dragen tot de bevordering van een permanente dialoog en uitwisseling tussen de verschillende Gemeenschappen van ons land. Zo kan er over de taalgrenzen heen, en met respect voor elkaars eigenheid en cultuur, wederzijdse erkenning groeien. Prins Filipfonds c/o Koning Boudewijnstichting Brederodestraat 21 1000 Brussel www.prins-filipfonds.org Met de steun van : Prins Filipfonds beheerd door de Koning Boudewijnstichting 6/6