Basisdocument GGM

advertisement
Professionele Leer Gemeenschappen
En zo raakt-ie…
Inleiding
De faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij heeft al in 2009 besloten de weg in te
slaan van de Professional Community’s, de Professionele Leer Gemeenschappen, zoals wij
liever zeggen. In 2011 zag ‘Je moet ze raken’ het licht en dit is daar weer een vervolg op.
In deze notitie verkennen en omschrijven wij het begrip ‘professionele leergemeenschap’ met
verwijzing naar literatuur en komen we met een opzet tot toepassing. Zoals een
professionele leergemeenschap vooral gekenmerkt wordt door haar levendigheid, hopen we
ook in een notitie hierover dit levendige karakter weer te geven. Dit is veel meer een
uitnodiging om ook in het beschrijven van het begrip en vooral de concretisering van
ervaringen te participeren. Wij stellen ons voor dat dit een tekst wordt die voortdurend
geschreven, aangevuld, bestreden, toegelicht wordt door tal van actieve mensen. Het hoeft
ook beslist niet alleen een tekst te worden. Ook beelden, films, blogs, presentaties en cijfers
kunnen deel gaan uitmaken van dit document.
Om er zeker in het begin toch structuur in aan te brengen willen wij ons voorlopig nog
verantwoordelijk stellen voor de stroomlijning van het totale pakket aan documenten en
andere uitingen en voeren wij enige regie hierover. In onze invulling van het begrip
‘professionele leergemeenschap’ past echter als nastrevenswaardige praktijk dat gaandeweg
steeds meer alle betrokken professionals zich verantwoordelijk voelen en meewerken aan
dit levende en lerende werkdocument. Alles uit deze documenten mag natuurlijk zonder
toestemming van ons verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden in welke vorm dan
ook, graag zelfs. Indien zulks geschiedt, stellen wij het uiteraard zeer op prijs als dit aan ons
gemeld wordt.
Michiel Jongman
Frits Roelofs
Frank Stöteler
Emmy Vullings
Paul Peters
Reinhard Schulte
Miranda Vens
Professionele Leer Gemeenschappen, basisdocument, versie 13-01-29
Tekst 1: Begripsomschrijving
In veel beleidsstukken, ook vanuit de faculteit GGM wordt gesproken over professional
community. Ook internationaal is die term natuurlijk veel bekender dan de term Professionele
Leergemeenschap. De term Professionele Leer Gemeenschappen, in de onuitroeibare
behoefte alles af te korten ook wel aangeduid met PLG’s, heeft echter alles in zich wat wij op
willen pakken en voldoet ook nog eens aan onze puristische behoefte aan een goede
Nederlandse term. Het gaat ons in eerste instantie om herkenbaarheid en de daarmee
gepaard gaande laagdrempeligheid. In een PLG zijn precies die zaken elementair.
De term ‘professionele leer gemeenschap’ bestaat uit drie woorden. Het is als de metafoor
van het krukje: pas bij drie poten ontstaat er evenwicht en standvastigheid. Geen van de drie
poten kan zonder de ander, terwijl toch pas bij de verbinding in het zitvlak er stabiliteit
ontstaat. Dit geldt ook voor de professionele leergemeenschap. In de integratie van de drie
begrippen zit de essentie.
Het is onze ambitie dat niet alleen het begrip ‘professionele leergemeenschap’ maar vooral
de praktijk, de toepassing ervan in 2016 een vaste plek, een zetel zelfs heeft weten te
verwerven binnen onze faculteit en daarmee binnen de HAN en dat juist vanuit de
professionele leergemeenschappen het leren een enorme stimulans heeft gekregen. Ieder
van de drie woorden zullen we bespreken en van ieder van die drie zullen we weer minstens
drie zaken zeggen.
1.) Professioneel
Drie verschillende professionals komen elkaar altijd tegen in een PLG. In volstrekt
toevallige volgorde zijn dat docenten, studenten (= aankomende professionals) en
beroepsbeoefenaars. Het ultieme doel van een organisatie als de HAN is (jonge) mensen
zodanig op te leiden dat zij na het afronden van hun studie zo ver zijn dat ze kunnen
starten in de beroepssector of het beroep waarvoor zij zijn opgeleid. Dit betekent dat
studenten al tijdens hun opleiding als aankomend professional een actieve rol hebben en
dat er veel van hen wordt verwacht en gevraagd. De opleiding is het resultaat van de
samenwerking van student, docent en praktijkdeskundige, de man of vrouw uit het
werkveld. Binnen een (onderwijs)organisatie als de HAN zijn deze drie personen
complementair en essentieel.
Om deze mensen heen is een tweede schil professioneel actief. Tot hen behoren in ieder
geval opleidingsmanagers en andere leidinggevenden, beleidsmedewerkers en al het
onderwijs ondersteunend personeel, zoals bibliotheekmedewerkers, ICT’ers, decanen,
conciërges, koks et cetera. Hun taak is op alle momenten het primaire proces mogelijk te
maken en te ondersteunen. Wellicht hebben ook de ouders van de studenten in eerste
instantie aan het begin van het hbo hier ook nog een zij het niet-professionele rol.
Het professionele zit ook in de voorbereiding op en de uitoefening van het (toekomstige)
beroep. Voortdurend is er een check bij ieder van de drie personages of de opleiding nog
voldoet aan de eisen van het eens uit te voeren beroep.
2.) Leer
In een professionele leergemeenschap binnen de HAN staat het Leren in de meest brede
zin centraal. Instellingen als de HAN bestaan bij de gratie van het leren, hebben als
Professionele Leer Gemeenschappen, basisdocument, versie 13-01-29
maatschappelijke opdracht de Leerkracht van alle betrokkenen steeds weer te
versterken. Ook hier onderscheiden we minstens drie deelgebieden die ook weer alles
met elkaar te maken hebben. In ook nu weer toevallige volgorde gaat het hierbij om de
kwaliteit van het leren, uitgedrukt in kwaliteitszorg, in NSE, in rendementscijfers, in
RMA’s en andere meetbare zaken. Door bijvoorbeeld “Check & Connect” weten we of
iedereen actief en op de goede wijze aan het leren is.
Daarnaast gaat het ook om de ontwikkeling van de intrinsieke leerkracht, om datgene wat
veel meer merkbaar, voelbaar is. In het Nederlands gebruiken we daarvoor de term
‘leergierigheid’, maar wellicht duidt ‘leergulzigheid’ beter aan waar we hier over spreken.
Een open geest en dus ook ruimte zijn essentieel om hier invulling aan te geven. We
denken hier aan zaken als motivatie maar ook innovatie. Is het pedagogisch klimaat
stimulerend en uitdagend voor alle betrokkenen? Leren docenten ook? Leert het
werkveld van de studenten? Hoe gaan we om met al dan niet vermeende ‘fouten’? Is er
ruimte en energie om ‘foute’ ontwikkelingen te herstellen?
De derde loot aan de leertak is het samen leren. We leren ‘aan’ elkaar in alle
betekenissen van het voorzetsel ´aan´. We denken hierbij ook aan de meerwaarde van
diversiteit in de meest brede zin van het woord. In dit kader gaat het ook om de omgeving
waarin geleerd wordt. Kunnen we elkaar daar werkelijk tegen- en samenkomen? Is de
plek waar we elkaar treffen, dienstbaar aan en stimulerend voor het leerproces?
3.) Gemeenschap
Ook ten aanzien van de term ‘gemeenschap’ willen we drie kenmerken noemen die de
essentie vormen. Op de eerste plaats is dat wat gemeenschappelijk en dus kenbaar is.
Hieronder valt de taak, de opdracht die een PLG heeft. We hebben met elkaar iets te
doen en zodoende iets te leren. We hebben elkaar daarvoor te leren kennen en te
(er)kennen. In een krachtige gemeenschap doet ieder lid ertoe, heeft zijn eigen bijdrage
en wordt daarin ook gezien en ingezet.
Daarmee zijn we bij het tweede kenmerk: de communicatie. Deze is uitnodigend,
stimulerend en gaat uit van de waarde van ieder lid. Er is besef van en waardering voor
het eigene van ieders aandeel. Een ieder is niet alleen aanspreekbaar op zijn eigen
verantwoordelijkheid maar wordt daar ook op aangesproken. De communicatie is
overigens ook gericht op mensen buiten de PLG. We denken hierbij in eerste instantie
aan de groep uit de tweede schil, maar ook aan andere PLG’s en aan de buitenwacht.
Laatste element ten aanzien van dit punt is het eigenaarschap. Vanuit het eigene van
ieders positie, ieders rol en ieders kwaliteiten voelt een ieder zich individueel en collectief
verantwoordelijk voor de gang van zaken binnen de PLG en voor de opbrengst in de
meest brede zin van het woord. Cijfers, enquêtes zijn niet zozeer oordelen of nog erger
veroordelingen maar veeleer ijkpunten van waaruit goede elementen versterkt en
mindere zaken veranderd worden. Daarin is de stem van ieder lid onontbeerlijk.
Conclusie
Het gevaar van een driedeling is dat zaken niet meer in hun samenHANg worden gezien.
Zeker bij een professionele leer gemeenschap gaat het steeds om het een EN het ander.
We zien de PLG op de eerste plaats als een integratie van het goede dat er nu al bestaat
Professionele Leer Gemeenschappen, basisdocument, versie 13-01-29
in en tussen opleidingen. Het is niet top down opgelegd maar ook niet bottom up
ingevoerd. Het is niet het speeltje van de managers en ook niet het eigendom van de
docenten en de plicht van studenten. We doen het niet voor het werkveld en we leven
ook niet op een eiland. Tegelijk doen we dit allemaal deels ook weer wel als het de
leerkracht ten goede komt. Om die leerkracht gaat het. Die willen we versterken,
verdiepen, vergroten en verbreden. Belangrijk is voortdurend ervaringen op te doen en
die open en zonder terughoudendheid te delen. Wij denken op die manier minstens de
komende periode van drie, vier jaar onze maatschappelijke taak zinvol, effectief en
verantwoord in te vullen.
Professionele Leer Gemeenschappen, basisdocument, versie 13-01-29
Tekst 2: Toegepast
Welke stappen, activiteiten, impulsen zouden nu helpend kunnen zijn om (verdere stappen te
zetten naar sprankelende en inspirerende leer gemeenschappen? Hoe doe je daarbij recht
aan wat er allemaal al is aan waardevolle processen, initiatieven en experimenten? Hoe blijf
je tegelijkertijd voldoende kritisch om niet alles wat we doen of proberen zo maar te voorzien
van het etiket professionele leer gemeenschap?
Dat kan alleen maar als daar vaak en steeds meer het gesprek over wordt gevoerd, niet
zozeer als iets wat er ook nog bij komt, maar als een aandachtspunt dat overal en continu
aanwezig is: draagt wat we nu doen bij aan wat gaandeweg steeds meer zoiets zou kunnen
worden als een levende en levendige professionele leer gemeenschap? Een waar studenten
in worden begeleid en geïnspireerd door alle betrokkenen. Een waarin alle betrokkenen zelf
lerenden zijn en dat ook aan elkaar laten zien. Een waarin het (mede)eigenaar zijn van alle
betrokkenen daadwerkelijk gestalte krijgt. Een ook waar samen meer is dan de som van alle
betrokkenen.
Dus: welke stappen, activiteiten impulsen zouden bevorderlijk kunnen zijn om hier steeds en
steeds meer met elkaar in gesprek over te gaan?
Wij denken dan allereerst aan exploreren. Wat gebeurt er al en waar kunnen verbindingen
gelegd worden? Dat willen we doen door gelegenheden te scheppen en te zoeken om te
luisteren naar wat we elkaar te vertellen hebben. Elkaar opzoeken. Vragen naar “Hoe zijn
jullie bezig?” “Wat zouden wij van jullie kunnen leren?” Ook horen hoe jullie zelf proberen
vorm te geven aan meer gemeenschappelijk en herkenbaar leren, over successen, maar ook
over vallen en opstaan en luisteren naar betrokkenen aan wie we eigenlijk niet zo gauw aan
zouden denken. Studenten laten vertellen van welk onderwijs zij het meeste leren,
professionals uit de praktijk partner laten zijn in het didactische domein en al die vele andere
betrokkenen die niet alleen voorwaarden scheppen, maar medebewoners zijn in het dorp dat
een professionele leer gemeenschap is. “Er is immers een heel dorp nodig om een kind op te
voeden,” is een gezegde.
Na en tijdens het exploreren willen we verder beschrijven, vertellen, laten zien wat er gebeurt
en wat er staat te gebeuren: het gaat hier dus om communiceren. Het boekje dat in 2011
vanuit de faculteit GGM het licht zag, verdient een vervolg en meer dan dat. We willen alle
media gebruiken die ons ten dienste staan: van werkdocumenten tot blogs, van toegepast
onderzoek tot congressen, van filmpjes tot boeken, et cetera.
De volgende, derde fase is die van verdieping, van reflectie, van met elkaar analyseren wat
helpt en wat hindert, waar congruenties waren en waar niet, welke parallelprocessen op
andere niveaus plaats vinden. Het doel is vervolgens daar weer vervolgacties aan te
verbinden. We denken bijvoorbeeld aan thesissen bij masteronderzoek van docenten, aan
toegepast onderzoek in kenniskringen maar ook aan beroepsproducten ontwikkeld door
studenten. Feitelijk liggen de mogelijkheden voor het oprapen. We moeten daarvoor alleen
wel door de knieën.
Professionele Leer Gemeenschappen, basisdocument, versie 13-01-29
Tekst 3: Bronnen en vindplaatsen over professionele leergemeenschappen in het
algemeen
Christenson, Sandra L. e.a.(2008). Check & Connect. A comprehensive student engagement
intervention Manual. Institute on Community Integration. University of Minnesota.
Christenson, Sandra L., Reschly, Amy L., Wylie, Cathy (2012).Handbook of Research on
Student Engagement. Boston, Springer US.
DuFour, Richard (2004). What is a ‘Professional Learning Community? Artikel in: Educational
Leardership, mei 2004.
Finn, J.D. (1989). Withdrawing from school. Review of Educational Research, 59(2),117-142.
Senge, P. (1990). The fifth discipline: the art and practice of the learning organization. New
York: Doubleday.
Verbiest, Eric (2012). Professionele leergemeenschappen. Een inleiding. Garant, AntwerpenApeldoorn.
Over kwaliteitsverbetering van organisaties
Lee, Fred (2004). Als Disney de baas was in uw ziekenhuis, 9½ dingen die u anders zou
doen. Reed Business. 164 – 180.
Masselink, R. e.a. (2008), Waarderend organiseren, ReedBusiness, ISBN 9789035242036
Verbinden, Slow management Nr. 22 herfst (2012), ISBN 97890 89590701
Greenleaf, Robbert K.; Nuijten, I. (2012), Dienend leiderschap – Van wetenschap naar
succes in de praktijk, Uitg. INSPT, ISBN 9789491374005
Autrey, J.A. (2007), De dienende leider, Nieuwe Dimensies, ISBN 9789077341377
Aslander, M. e.a. (2011-4), Easycratie, Academic Service, ISBN 9789052617022
Visser, C. (2011-4), Oplossingsgericht werken in organisaties, Van Duuren Management,
ISBN 9789089650184
Over betrokkenheid en studiesucces
Liz Thomas (2012). Building student engagement and belonging in Higher Education at a
time of change: final report from What Works? Student retention & Success
programme. Paul Hamlyn Foundation with cooperation with the Higher Education
Funding Council for England (HEFCE) and the Higher Education Academy and Action
on Access.
Vries, Anita de, Remko van den Berg, Marise Born & Reinout de Vries (2011).
Consciëntieusheid en Integriteit als voorspellers van studieprestaties en
contraproductief studiegedrag. In: Tijdschrift voor Hoger Onderwijs 2011 (29) 1.
Over vorming en opvoeding
Sanderse, Wouter (2012). Character Education. A Neo-Aristotelian Approach to the
Philosophy, Psychology and Education of Virtue. Eburon Academic Publishers, Delft,
The Netherlands.
Documenten online
Professionele Leer Gemeenschappen, basisdocument, versie 13-01-29
Doorn, Manfred & Victor van (2012). This is the And. De toekomst voor beginners.
http://thisistheand.com/thisistheand/.
DuFour, Richard (2004). What is a ‘Professional Learning Community?
http://www.ascd.org/publications/educational-leadership/may04/vol61/numo8/What-Is-aProfessional-Learning-Community%C2%A2.aspx
Biskop, Jack (2013). ‘Minder onderwijzen, meer leren’
http://www.scienceguide.nl//201301/'minder-onderwijzen,-meer-leren'.aspx
Websites
Check & Connect
http://checkandconnect.org/
Selected Findings from Check & Connect Research Studies
http://checkandconnect.org/research/findings.html
Schools as learning communities
http://www.sedl.org/change/issues/issues41.html
What Works Clearinghouse: evidence for what works in education
http://ies.ed.gov/ncee/wwc/
You tube
Do you Teach or Do you Educate?
http://www.youtube.com/watch?v=W0fJKvdjQgs
What do students expect from teachers?
http://www.youtube.com/watch?NR=1&feature=endscreen&v=UbgPl1ryrwg
Harry Kunneman Voorbij het dikke-ik: hoe nu verder? http://www.youtube.com/watch?v=Ws2uGeKwq4
Normatieve Professionalisering: Prof. dr. H. Kunneman Introductie
http://www.youtube.com/watch?v=OwMgmuNC4Rk
Professionele Leer Gemeenschappen, basisdocument, versie 13-01-29
Download