Lesvoorbereiding

advertisement
Campus Onderwijs en Psychologie
Bachelor in het onderwijs, lager onderwijs
St.-Jorisstraat 71, 8000 Brugge
Tel.: 050 33 32 68 Fax: 050 34 62 54
Opleidingscoördinator: [email protected]
Stagecoördinator: [email protected]
www.mentoren.lerarenopleiding-howest.be
Nagelezen door
Datum
Handtekening + eventuele opmerkingen
Mentor
Lector
Lesvoorbereiding
Stageschool: Gemeentelijke Basisschool Lauwe
Mentor: Theys Lies
Stageklas: 1ste lj
Datum: 02/12/10
Uur: 14u05 tot 14u55
Leergebied/domein: WO: natuur
Lesonderwerp
Het paard.
Beginsituatie
Het is de 4de les van het thema ‘spel en speelgoed’.
De vorige les ging over de schoen.
De volgende les gaat over snoepgoed.
Naam en e-mailadres student:
Verhaeghe Dieter
Academiejaar: 2010-2011
Semester: 4
Stageweek: 4
Pedagoog: Mevr. Vanrobaeys
Lector: Dhr. Hulsen
Klasorganisatie
De klas zit voor de stukjes film in de vertelhoek.
Voor het werkblad en het voorlezen zitten ze op hun plaats.
Lesdoelstellingen
 De soorten paarden verwoorden.
 Voorwerpen met hun functie benoemen.
 De bouw van een paard verwoorden.
Lesstructuur
1. Inleiding
2. Kern
2.1 Bespreking film
2.1.1 Verzorging
2.1.2 Voeding
2.1.3 Bouw
2.1.4 Soorten paarden
2.1.5 Gangen van het paard
2.1.6 Uitrusting
2.1.7 Werkblad
3. Slot
Situering leerplan
Literatuur
 Map lkr ‘spel en speelgoed’.
Fundamentele leerinhoud, onderwijsleeractiviteiten en media
Fundamentele leerinhoud
Onderwijsleeractiviteiten
Media
1. Inleiding
Verwoorden waarvoor het materiaal
dient.
Wat zou er nu in de zak van Sinterklaas zitten?
Lkr haalt hoevekrabben, harde en zachte borstels en een manenkam uit de
zak.
Voor wie zou dit zijn?
Voor de Sint of voor zwarte Piet?
Voor het paard van Sinterklaas.
En hoe heet het paard van Sinterklaas?
Slecht weer vandaag.
Lkr legt uit waarom hij slecht weer vandaag heet.
Waarvoor dienen deze dingen nu?
Om het paard te verzorgen.
Zak van Sinterklaas.
Hoevekrabben, harde en zachte
borstel, manenkam.
2) Leskern
2.1 Bespreking film
2.1.1 Verzorging
Aandachtig luisteren en kijken.
Ik zal een deel van de film laten afspelen en erna zal ik vragen stellen.
Dus doe goed je oren en ogen open.
Filmstuk.
Uitleggen waarvoor men een
hoevekrabber gebruikt.
Dit is hier dus een hoevekrabber.
Waarvoor gebruiken ze dit?
Uitkrabben van de hoef. Om de voeten van het paard te kuisen.
Wat kan er daar allemaal inzitten in die hoef?
Steentjes, stro, mest,….
Uitleggen waarvoor men een harde
borstel gebruikt.
Dit is hier een harde borstel.
Waarvoor gebruiken ze dit?
Om aarde en mest weg te doen.
Filmstuk.
Hoevekrabber.
Harde borstel
Uitleggen waarvoor men een zachte
borstel gebruikt.
Dit is hier een zachte borstel.
Waarvoor gebruiken ze dit?
Stof te verwijderen.
Uitleggen waarvoor men een
manenkam gebruikt.
Dit is hier een manenkam.
Waarvoor gebruiken ze dit?
Om de manen te kammen.
Zachte borstel
Manenkam
2.1.2 Voeding
Verwoorden wat paarden eten en
drinken.
Het verschil tussen hooi en stro
begrijpen.
Filmstuk.
Wat eten paarden?
Korrels, hooi (gedroogd gras), stro (gedroogde stengel van graan), wortelen,
appelen,…
Hier zien jullie wat hooi en stro.
Wat drinken paarden?
Water.
Filmstuk
Hooi en stro
2.1.3 Bouw
Delen van het paard verwoorden.
Ik heb hier mijn favoriete paard mee.
Wie weet hoe we dit heten van een paard?
Hals, manen, buik, rug, been, hoef, staart.
Waarvoor dient een staart?
Om vliegen weg te slaan.
Eventueel uitleggen dat een paard geen bek of poot heeft omdat het een edel
dier is.
Speelgoedpaard
2.1.4 Soorten paarden
Vertellen welke soorten paarden er
zijn.
Filmstuk.
Welke soorten paarden ken je?
Zwarte, bruine, gevlekte en witte.
Witte paarden hebben een speciale naam.
Namelijk schimmels.
Het paard van Sinterklaas is dus een schimmel.
Hoe heet een mannetjes paard?
Hengst.
Filmstuk
En een vrouwtjes paard?
Merrie.
En hoe heten we een jong paard?
Veulen.
Dit kan te moeilijk zijn. Eventueel zelf vertellen.
2.1.5 Gangen van het paard
De gangen van het paard verwoorden
en begrijpen.
Filmstuk
Filmstuk
Het paard heeft 3 gangen.
Welke?
Stap, draf en galop.
Verwijzen naar gangen bij de mens : wandelen, huppelen en spurten.
2.1.6 Uitrusting
Weten wat een ruiter is en wat hij
draagt.
Filmstuk
Hoe noemen we iemand die met een paard rijdt?
Ruiter.
En wat moet je dragen als ruiter?
Broek, T-shirt, laarzen, handschoenen, cap, bodywarmer.
Filmstuk
2.2 Werkblad
Werkblad correct invullen.
Ik heb hier een blaadje voor jullie.
We gaan dit samen oplossen.
Werkblad
3. Slot
Aandachtig luisteren.
Ik zal nog een stukje voorlezen uit ons boek.
Boek
Bord
Download