Keizerlijk wonen in een Koninklijk P

advertisement
© Stichting Koninklijk Paleis Amsterdam
Keizerlijk wonen in een
Door Renske Cohen Tervaert
ThemaTijdschrift
In 1808 had koning Lodewijk Napoleon het
voormalig stadhuis van Amsterdam een ware
metamorfose laten ondergaan. Van ambtelijk
kantoorpand werd het een waar stadspaleis, een
koning waardig. En twee weken lang, in 1811, ook
een keizer waardig.
34
I
n de vroege ochtend van 9 oktober 1811 was het een drukte
van belang in het Paleis op de Dam. Alles werd in gereedheid
gebracht voor het op handen zijnde bezoek van de Franse
keizer Napoleon en zijn tweede vrouw Marie Louise. Als gevolg
van de inlijving van Holland bij Frankrijk een jaar eerder had
het Koninklijk Paleis de eretitel ‘keizerlijk’ en diende het als
toepasselijk logeeradres voor het keizerlijk stel.
Na een intocht in de derde stad van het keizerrijk en een
officieel ontvangst in het paleis zelf zal de keizer zijn tijdelijke
onderkomen aan een grondige inspectie hebben onderworpen.
Het Amsterdamse paleis was beslist een vorstelijk onderkomen
volgens de normen van het Franse Rijk. In 1808 onderging het
voormalig stadhuis van Amsterdam een ware metamorfose van
ambtelijk kantoorpand tot stadspaleis van de eerste koning van
Holland en broer van de keizer, Lodewijk Napoleon. In korte tijd
toverde Lodewijk samen met zijn architecten het gebouw om
tot een luxueuze woning dat door de inrichting in de heersende
Franse Empirestijl een keizerlijke uitstraling kreeg.
Verheerlijking
Tegenwoordig herinnert alleen de collectie Empire meubelen nog
aan de gedaanteverwisseling van stadhuis tot paleis. De Empirestijl
deed aan het einde van de achttiende eeuw al langzaam zijn
intrede, maar werd onder leiding van
de hofarchitecten Charles Percier (17641838) en Pierre Fontaine (1762-1835) aan
het begin van de negentiende eeuw dé
interieurstijl aan het hof van Napoleon
Bonaparte. Door het politieke beleid van
de Franse keizer om zijn familieleden als
afgezant of als staatshoofd op strategische
plekken in zijn rijk te plaatsen, verspreidde
de Empirestijl zich razendsnel over het
Europese vasteland. Napoleon was niet
alleen strategisch op militair vlak, ook
de kunsten werden door hem ingezet
voor diplomatieke en politieke redenen.
De Empirestijl stond in het teken van de
verheerlijking van de keizer.
De stijl was gebaseerd op de
vormgevingsprincipes van de klassieke
architectuur. Van essentieel belang
waren een juiste maatverhouding,
strenge proporties, massieve volumes
en symmetrie. Deze kenmerken zijn niet
alleen terug te vinden in de vormgeving
van de meubels zelf maar ook in de
inrichting van een Empire-interieur.
Het meubilair werd zoveel mogelijk
symmetrisch langs de wanden van een
Grote po en misboek voor Marie Louise
Napoleon en Marie Louise hadden speciale wensen tijdens
hun verblijf in het paleis. In het appartement van de keizerin
werd een gehuurd biljart geplaatst, totaalkosten voor het zoeken (uiteindelijk in Haarlem gevonden), het plaatsen en terugbrengen: 60 gulden. De aanschaf van ‘twaalf biljartkeuen
voor Hunne Majesteiten’ kwam op 56 gulden. Er was ook
een dambord en een triktrakspel aanwezig, die waren gratis
te leen, maar de dobbelstenen en triktrakvaantjes kosten 6
gulden.
Verder werden er kamerschermen en porseleinen vazen gehuurd (50 gulden), extra spiegels voor Napoleon (99 gulden),
een met linnen bekleedde mand voor zijn vuile was (18 gulden) en een handblaker voor Marie Louise (11 gulden en 11
stuivers). Ook op speciaal verzoek van de keizerin werd ‘een
nieuwe grote po’ (16 gulden) en een misboek aangeschaft (6
gulden).
Deze gegevens zijn opgetekend in twee lijsten die zijn opgesteld door de intendance van het paleis, getekend ter goedkeuring door grootmaarschalk van het paleis Duroc.
vertrek opgesteld en vormde in de eerste
plaats een onderdeel van de aankleding
van de kamer. Het gebruik van de
meubelen was daarbij ondergeschikt aan
de plaatsing.
Alleen luxe materialen gebruikte men
voor de uitvoering van het meubilair
zoals mahoniehout, verguld brons,
verschillende soorten marmer en
glanzende satijnen en zijde stoffen. De
motieven van de versiering waren niet
alleen geïnspireerd op de Griekse en
Romeinse kunsten. Napoleon was na
zijn veldtochten in Egypte gefascineerd
geraakt door de vormentaal uit deze
oude cultuur. Lauwerkransen, godinnen
en urnen werden gecombineerd met
sfinxen en Egyptische vrouwenhoofden.
De antieke elementen werden aangevuld
met gestileerde blad- en bloemmotieven,
palmetten, acanthusbladeren en rozetten.
De ornamenten en decoratiemotieven
hadden vooral in het meubilair voor
de paleizen van de Bonapartes een
symbolische betekenis. De lauwerkransen
en een gevleugelde Victoria stonden
bijvoorbeeld voor de overwinning; de
sfinxen voor wijsheid; de honingbij en de
‘hoorn des overvloed’ voor welvaart. De bij
was ook het symbool van Napoleon zelf en
met de zwaan werd ook wel gerefereerd
aan zijn eerste vrouw Josephine. Voor
Napoleon, die zichzelf graag spiegelde
aan de keizers van het oude Rome, gaf
de Empirestijl op symbolische wijze
uitdrukking aan zijn macht.
Metamorfose
De Hollandse classicistische bouwstijl van
het stadhuis paste in het totaalontwerp
van Thibault. Het klassieke karakter van de
stadhuisvertrekken leende zich door de
wens om terug te grijpen op de oudheid
voor een Empire-inrichting. Ingrijpende
verbouwingen aan de architectuur zelf
waren niet noodzakelijk. De structuur
van het gebouw werd daardoor niet
onherstelbaar gewijzigd. Decoraties die
niet in overeenstemming waren met
de nieuwe functie verdwenen achter
gordijnen en draperieën. De enige
drastische toevoeging was het balkon
aan de Damzijde van het paleis, zodat
de koning zich in vol ornaat aan zijn
volk kon presenteren. Het was geen
makkelijke opgave om van het stadhuis
een bewoonbaar paleis te maken. De
zalen op de hoofdverdieping waren groot
maar voor een paleis beperkt in aantal.
Daarnaast waren de vertrekken moeilijk te
verwarmen en te verlichten.
In de nieuwe paleisinrichting veranderde
de Burgerzaal in de balzaal of Grande
Salle de Réception; de schepenzaal, de
voormalige rechtszaal, in de Troonzaal;
de gevangenissen in de kelder werden
getransformeerd tot wijnkelders met
duizenden flessen verschillende Franse
wijnen; de overige kantoren werden
Napoleon in Nederland , no. 1 jrg. 1, 2011
Koninklijk Paleis
35
Weeskamer. In de tijd van Lodewijk Napoleon de eetkamer van de koning. Foto: Wim Ruigrok, © Stichting Koninklijk Paleis Amsterdam
ThemaTijdschrift
kleinere ontvangstruimtes, een bibliotheek
en slaap- en eetvertrekken; en de
thesaurie de spelletjeskamer met een
biljarttafel in het midden. Op de begane
grond kwamen keukens, dienstruimten
en vertrekken voor het personeel. De
Vierschaar waar voorheen doodvonnissen
werden uitgesproken, werd ingericht tot
Koninklijke kapel. De hoger gelegen etages
waren bestemd voor de talrijke leden van
de hofhouding die in het Paleis verbleven.
Alleen de Krijgsraadzaal, te vinden op
36
De gevangenissen
in de kelder werden
getransformeerd
tot wijnkelders met
duizenden flessen
verschillende Franse
wijnen
de derde verdieping aan de kant van de
Nieuwezijds Voorburgwal, bleef op gezette
tijden voor publiek toegankelijk. Van 1808
tot 1817 was hier het Koninklijk Museum
gevestigd, waarna de kunstcollectie
verhuisde naar het Trippenhuis en
uiteindelijk het Rijksmuseum.
Nederlandse makelij
Om de nationale industrie te stimuleren
liet de koning zijn Nederlandse
paleizen zoveel mogelijk inrichten met
Nederlandse kunstnijverheid gebaseerd
op de modelboeken van Franse
interieurontwerpers. Een goed voorbeeld
hiervan is de eetkamerstoel vervaardigd
door de Amsterdamse meubelmaker
Carel Breytspraak (1769-1810). Het
ontwerp is geïnspireerd op een prent van
de Fransman La Mésangère uit de reeks
‘Meubles et Objets de Goût’. Sommige
objecten waren moeilijk te krijgen in
het nieuwe koninkrijk. Nederland bezat
bijvoorbeeld geen bronswerkers van
enige naam. Na maanden zoeken naar
bronzen kroonluchters voor de grote
Stoel van Carel Breytkamp
Foto: Tom Haartsen
Symboliek
De symboliek die in het Empire-interieur
van het Paleis op de Dam verscholen zit,
komt het beste tot uiting in de collectie
klokken. In alle belangrijke kamers stond
op de schouw of op één van de tafels een
pendule van Franse makelij. Klokken uit
de Empiretijd hadden vrijwel allemaal een
voorstelling uit de klassieke literatuur,
populaire romans, schilderijen of opera’s.
Het Koninklijk Paleis bezat zestien van
deze pendules. Lodewijk Napoleon had
een voorkeur voor onderwerpen uit de
klassieke oudheid en de romantiek.
De keuze van het uitgebeelde thema
was afgestemd op het vertrek waarin de
pendule een plaats kreeg. In de salon van
Lodewijk Napoleon stond bijvoorbeeld
een pendule die ‘De eed der Horatiërs’
verbeeldde. De voorstelling op deze klok
Het Koninklijk Paleis Amsterdam heeft
vandaag de dag de grootste collectie
Empire meubelen buiten Frankrijk.
Tijdens de publieke openstelling van
het Koninklijk Paleis Amsterdam is het
mogelijk het recent gerestaureerde
meubilair te bezichtigen. Kijk voor
meer informatie en openingstijden op
www.paleisamsterdam.nl.
In 2012 zal de jaarlijkse
zomertentoonstelling in het Koninklijk
Paleis in het teken staan van de Empire
collectie en haar Franse gebruikers.
komt overeen met een bekend schilderij
van de Franse schilder Jacques-Louis David
(1748-1825). Zijn schilderij uit 1784 van
de broers die zwoeren Rome te zullen
verdedigen, was populair in Frankrijk.
Er zijn meerdere identieke exemplaren
gemaakt.
De pendule in de slaapkamer van de
zoon van Lodewijk, prins Napoleon
Louis, had als onderwerp ‘De studie en
de lichtzinnigheid’. Een jonge vrouw,
'lichtzinnigheid', probeert een jongen weg
te trekken van zijn boek met wiskundige
figuren. Haar pogingen zijn tevergeefs.
Deze voorstelling zou de jonge prins
aansporen tot leren en een les zijn dat hij
zich niet te snel moest af laten leiden.
Tijdens zijn bezoek aan het Amsterdamse
paleis kwam keizer Napoleon ook een
beeltenis van zichzelf tegen: een pendule
met keizer Napoleon als Caesar (zie foto
boven). De keizer staat gekleed in een
toga naast de console met het uurwerk
welke gedecoreerd is met symbolen van
het Romeinse rijk, een zittende veldheer
en een wapenuitrusting. De pendule staat
symbool voor de keizer die land en volk
de mogelijkheden tot handel, kunsten en
wetenschap teruggeeft na geleverde strijd.
De Franse klok werd voor 4.200 gulden
via de Haagse klokkenmaker P. Reeder
aangekocht en was de duurste en grootste
klok die Lodewijk Napoleon in zijn bezit
had. n
Renske Cohen Tervaert is wetenschappelijk medewerker Educatieve Dienst van het Koninklijk
Paleis Amsterdam.
Napoleon in Nederland , no. 1 jrg. 1, 2011
zaal van het Paleis schreef de intendant
aan Lodewijk: ‘Je me suis convaincu qu’il
est impossible de faire faire les lustres
en bronze pour la grande salle dans le
pays.’ In eerste instantie werd daarom
een offerte aangevraagd bij één van de
bekendste Franse bronziers, Antoine
André Ravrio (1759-1814). De speciaal
door hem ontworpen kroonluchters
hadden een hoogte van meer dan drie
en een halve meter en een diameter van
bijna twee meter. Ondanks een bezoek van
Ravrio aan Den Haag om met Lodewijk te
spreken over verlichting en klokken, bleef
de koning vasthouden aan zijn wens voor
‘Hollandse’ kronen. Het probleem werd
uiteindelijk opgelost door de levering van
kroonluchters van ijzer met bijpassende
olielampen door meester-smid Jan Jonkers,
blikslager Hendrik Bosch en de firma wed.
Dorens en Zoon.
37
Download