Bloed en Bloedsomloop 5A Bloedvaten • Slagaders: aanvoerende vaten – Spieren in de wand • Aders: afvoerende vaten – Kleppen – Druk slagaders – Skeletspieren • Haarvaten: uitwisseling weefsel en bloed Bloedsomlopen • Dubbele: hart – longen – hart – lichaam • Enkelvoudige: hart – kieuwen – lichaam Het hart • A: bovenste/onderste holle ader • B: Longslagader • C: Longader • D: Aorta Het hart • Samentrekken kamers: – Vanuit rechterkamer in longslagader – Vanuit linkerkamer in aorta – Halvemaanvormige kleppen zorgen dat het bloed niet terug de kamer in stroomt Harttonen • 2 tonen hoorbaar: – Doffe, lage toon: samentrekking kamers. Ontstaat door sluiten kleppen tussen boezems – kamers, samentrekken kamerwand en werveling van het bloed – Korte, hogere toon: ontspannen kamers. Ontstaat door sluiten kleppen tussen kamers en slagaders Kransslagaders • Om het hart heen • Zorgen voor zuurstof en voedingsstof toevoer • Zorgen voor afvoer afvalstoffen Lymfe • Afgevoerde stoffen die weefsels niet gebruiken: in lymfevaten • Vocht uit haarvaten geperst door bloeddruk: komt in weefselvloeistof • Grotere eiwitten en rode bloedcellen niet: weefselvloeistof heeft lagere osmotische waarde! Lymfe • Begin haarvaten: hoge broeddruk: geen passief transport van water uit het weefselvloeistof. Er gaat juist vloeistof uit het bloedvat • Einde haarvaten: lagere bloeddruk: wel vocht uit het weefselvloeistof bloedvat in. – Osmotische waarde is in bloedvat immers hoger! Oedeem • Door eiwit tekort: lagere osmotische waarde in het bloed. Haarvaten staan alleen maar vloeistof af: oedeem Bloedstolling • • • • Beschadiging weefsel: Trombokinase vrij: Protrombine omgezet in trombine: Fibrinogeen wordt omgezet in fibrine Trombine wordt geabsorbeerd door fibrine: stolling stopt (voorkomt teveel stolling!) • Plasmine lost daarna fibrine op in polypeptiden