RS virus Uw kind is opgenomen op de kinderafdeling van het VUmc in verband met een infectie van RSV. Opname in het ziekenhuis vindt plaats bij ernstige benauwdheid en als zich voedingsproblemen voordoen. RSV Respiratoir Syncytieel Virus, kortweg RSV genoemd, is een veel voorkomend virus dat infecties van de luchtwegen (neus, keel, luchtpijp, longen) veroorzaakt. De infectie komt jaarlijks vooral voor in de herfst- en wintermaanden (oktober tot en met maart). RSV veroorzaakt bij oudere kinderen en volwassen alleen een flinke verkoudheid. Bij zuigelingen kan het virus tot ernstige ademhalingsproblemen leiden. Risicogroep Kinderen jonger dan 6 maanden, te vroeg geboren kinderen, kinderen met een verminderde weerstand of kinderen met een hart- of longafwijking hebben meer kans om met het RSV besmet te raken. Ook is het risico groter op een ernstiger beloop van de infectie. Bij circa één procent van de kinderen met RSV is opname in het ziekenhuis noodzakelijk. Van de kinderen die behoren tot de risicogroep moet vijf tot tien procent in het ziekenhuis worden opgenomen. Oorzaak RSV is een zeer besmettelijk virus. RSV wordt vooral overgedragen via handencontact. Het virus kan enkele uren overleven op voorwerpen, bijvoorbeeld speelgoed, waardoor besmetting kan plaatsvinden. In mindere mate vindt overdracht plaats via hoesten en niezen. RSV verspreidt zich via direct contact. Symptomen van RSV RSV leidt bij de meeste gezonde kinderen en volwassenen tot een mild ziekteverloop, dat veel lijkt op een gewone verkoudheid. In het begin heeft het kind een beetje koorts, een loopneus, een verstopte neus, een lichte hoest, oorpijn en drinkt minder. Bij de meeste kinderen blijft het hierbij. Maar de symptomen kunnen verergeren. Kinderen worden meer benauwd, kortademig en hoesten veel. Het kind kan braken en slecht drinken. Hierdoor ontstaat de kans op uitputting en uitdroging. In zeldzame gevallen kunnen, vooral baby’s onder de twee maanden, adempauzes krijgen. De benauwdheid en/of (dreigende) uitdroging kunnen leiden tot een ziekenhuisopname. Na de actieve infectie kunnen kinderen nog enkele weken blijven hoesten en soms kortademig zijn. Eenmalige infectie met RSV biedt geen blijvende bescherming. Dit wil zeggen dat het RSV hetzelfde seizoen of in de jaren hierna kan terugkomen. Meestal in een mildere vorm. 2 Het stellen van de diagnose Bij de opname op de kinderafdeling gaat uw kind met een vermoedelijke RSV in isolatie. Verder in de folder kunt u lezen wat dit inhoudt. Vervolgens zal de verpleegkundige een RS-sneltest afnemen. Via een slijmzuigertje of via een wattenstokje wordt er wat slijm uit de neus afgenomen. In het laboratorium wordt dit slijm onderzocht op aanwezigheid van RSV. De kinderarts zal u de uitslag van deze sneltest mededelen. Mocht deze uitslag positief zijn dan blijft uw kind in isolatie, als de uitslag negatief is dan wordt gekeken of de isolatie opgeheven kan worden. De behandeling van RSV Tegen RSV bestaat geen medicijn. De behandeling is symptomatisch. Alleen de verschijnselen die het virus veroorzaakt, kunnen worden behandeld. RSV is een virus, waardoor het geven van antibiotica niet zinvol is. De infectie geneest in principe vanzelf. De duur van de opname kan variëren van enkele dagen tot 1-2 weken. Vaak kan worden volstaan met het druppelen van de neus met fysiologisch zout, dit wordt gedaan om de neus en luchtwegen vrij te houden. Indien een ziekenhuisopname noodzakelijk is, kan een ondersteunende behandeling gegeven worden. Deze ondersteuning kan bestaan uit het geven van zuurstof, het toedienen van vocht en voeding via een sonde of een infuus. Soms helpt een verneveling met luchtwegverwijdende medicijnen. Tevens kan het nodig zijn slijm weg te zuigen uit de bovenste luchtwegen. Het kind heeft veel rust nodig. In zeldzame gevallen is observatie en/ of een volledige beademing noodzakelijk op een kinder-intensive care. In het ziekenhuis worden de volgende interventies ondernomen: druppelen & uitzuigen: •D e neus wordt regelmatig gedruppeld met fysiologisch zout en xylomethazoline. • De neusslijmvliezen slinken en dit vergemakkelijkt de ademhaling. • Het kan nodig zijn het slijm weg te zuigen. RSV zorgt voor veel slijmproductie. 3 voeding & vocht: • Indien uw kind slecht blijft drinken of wanneer het drinken te vermoeiend is krijgt uw kind een sonde (dit is een slangetje wat door de neus naar de maag gaat waar vocht en/ of voeding door toegediend kan worden). Soms krijgt uw kind een infuus om extra vocht te kunnen toedienen. • Er wordt eventueel een vochtbalans bij gehouden. Hiermee kan nauwkeurig gemeten worden wat uw kind aan vocht binnenkrijgt en verliest. monitor (indien nodig): • Indien nodig wordt uw kind aan de monitor aangesloten. Uw kind ligt dan met enkele elektroden (draadjes) aan een monitor aangesloten. Daarmee kunnen we de hartslag, ademhaling en het zuurstofgehalte in het bloed in de gaten houden. • Vaak moet er extra zuurstof gegeven worden ter ondersteuning van de ademhaling. Uw kind krijgt dan een slangetje vlak onder zijn neus. Dit wordt een zuurstofbrilletje genoemd. Bij een ernstig beloop krijgt uw kind een mond-neusmasker; soms zijn kinderen zo benauwd en uitgeput dat de ademhaling volledig moet worden overgenomen door kunstmatige beademing. Dit gebeurt op de intensive care voor kinderen. Rust • Uw kind moet zoveel mogelijk rust krijgen. Uw kind wordt op een aparte kamer verpleegd (isolatieverpleging), alleen, of met kinderen die ook een RSV luchtweginfectie hebben. Verzorging en behandeling proberen we zoveel mogelijk te clusteren, zodat uw kind zo min mogelijk geprikkeld wordt. Als ouders/verzorgers kunt u hierin een bijdrage leveren door uw kind gerust te stellen en vertrouwde knuffeltjes/ spulletjes van thuis mee te nemen. U kunt altijd aan de verpleegkundige om advies vragen. 4 Isolatieverpleging/Hygiënemaatregelen RSV is erg besmettelijk en wordt vooral overgedragen via handencontact. Het virus kan enkele uren overleven op voorwerpen, zoals speelgoed, waardoor besmetting kan plaatsvinden. In mindere mate vindt overdracht plaats via hoesten en niezen. RSV verspreidt zich via direct contact. Uw kind mag niet van de kamer af. Ook materialen, speelgoed en drinkflessen moeten op de kamer blijven. U en het overige bezoek dienen de handen met water en zeep te wassen als u de kamer verlaat. Verpleegkundigen, artsen en pedagogisch medewerkers dragen een blauw schort. Dit om besmetting van andere kinderen met RSV te voorkomen. Voor meer informatie verwijzen wij u door naar de folder met algemene informatie over isolatieverpleging bij kinderen. Ontslag Uw kind mag naar huis als het weer goed zelf drinkt en geen extra zuurstof meer nodig heeft. Als uw kind de ziekte eenmaal heeft gehad, is het niet zo dat hij er vanaf dan immuun voor is. Het kan dus zijn dat de ziekte nog een keer terugkomt. Maar hoe ouder en sterker uw kind is, hoe beter zijn lichaam het virus kan bestrijden. Een tweede ziekenhuisopname komt dan ook niet vaak voor. Wat kunnen de gevolgen zijn van RSV? Volgens de laatste inzichten en ervaringen kan het kan zijn dat uw kind restgevolgen overhoudt aan een besmetting met RSV. Kinderen die een ernstige RSV luchtweginfectie hebben doorgemaakt kunnen in de periode erna klachten van piepen tijdens nieuwe of andere luchtweginfecties hebben. Als uw kind daarbij ook weer benauwd is, kunt u het beste contact opnemen met uw huisarts. Vaak groeit het kind er overheen. 5 Vragen Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen? Dan kunt u deze stellen aan de verpleegkundige of de arts op de kinderafdeling. U kunt ook telefonisch contact opnemen met de kinderafdeling of de polikliniek. • Kinderafdeling 9B: (020) 444 2290 • Kinderafdeling 9C: (020) 444 2190 • Kinderpolikliniek: (020) 444 1130 6 303074 VU medisch centrum© december 2009 www.VUmc.nl 7