150 Palestijnse fabels Waar komen ze vandaan en wat is er aan te doen? Inhoud In dertig minuten: • • • Tien quizvragen Tien oorzaken Tien hoofdthema’s Kennis quiz, vraag 1 - 3 1. Het door Israël bouwen van nieuwe huizen op de Westbank is verboden volgens de Osloakkoorden. A. Waar. B. Niet waar. C. Alleen buiten Jeruzalem. 2. De PLO is opgericht met als doel om een eigen Palestijnse Staat te realiseren. A. In de Westbank en Gaza. B. In Israël. C. In allebei. 3. Het woord “Palestijnen” werd voor het eerst genoemd in de Tweede Kamer in: A. 1936. B. 1946. C. 1964. Kennis quiz, vraag 4 - 6 4. De tweestatenoplossing is voor het eerst internationaal voorgesteld in: A. 1937. B. 1947. C. 1967. 5. Waar woont de grootste groep christelijke Palestijnen? A. In Zweden. B. In Chili. C. In de Westbank en Gaza. 6. Als gevolg van de oprichting van Israël vluchtten: A. Meer Joodse Arabieren dan niet-Joodse Arabieren. B. Meer niet-Joodse Arabieren dan Joodse Arabieren. C. Ongeveer evenveel. Kennis quiz, vraag 7 - 9 7. De ‘grenzen van 1967’ zijn het gevolg van: A. Het VN delingsplan van 1947. B. De wapenstilstandslijnen van 1949. C. Een vaststelling door de VN in 1967. 8. In de ogen van de meeste Palestijnen is Jezus een: A. Palestijn. B. Moslim. C. Allebei. 9. De Palestijnse terreur is ontstaan: A. Als reactie op de Israëlische nederzettingen. B. Als reactie op de oprichting van Israël. C. Eerder. Kennis quiz, vraag 10 10. De bebouwde oppervlakte van de Israëlische nederzettingen beslaat: A. Minder dan 2% van de Westbank. B. Ruim 5% van de Westbank. C. 40% van de Westbank. Antwoorden kennis quiz 1. B = niet waar: De Oslo-akkoorden bevatten geen beperkingen op bouwen. 2. B = Israël: De PLO is opgericht met als doel om Israël te vernietigen. De Westbank en Gaza zouden bij Jordanië en Egypte blijven. 3. C = 1964: Toen werd het woord “Palestijnen” voor het eerst genoemd in de Tweede Kamer. 4. A = 1937: Toen werd de tweestatenoplossing voor het eerst internationaal voorgesteld. 5. B = Chili: Daar woont de grootste groep christelijke Palestijnen. 6. A = Meer Joodse Arabieren: Die vluchtten als gevolg van de oprichting van Israël. 7. B = 1949: De wapenstilstandslijnen van 1949 bepaalden de ‘grenzen van 1967’. 8. C = Allebei: In de ogen van de meeste Palestijnen is Jezus een Palestijn en een moslim. 9. C = Eerder: De Palestijnse terreur dateert van ca. 1920. 10. A = Minder dan 2%: Dat beslaat de bebouwde oppervlakte van de Israëlische nederzettingen. Redenen houding media 1. 2. Tekort aan historisch bewustzijn. Vertekening door de strijd tussen een democratie en een dictatuur. 3. Onwetendheid over de Arabische cultuur. 4. Evenwichtigheid. 5. Politieke correctheid. 6. Gewenste simpele beeldvorming. 7. Verdringing van onaangename feiten. 8. Schuld en angst (wereldoorlogen, kolonialisme, Holocaust, nieuwe oorlogen). 9. Pro-Arabische tendens (olie, moslims). 10. Antisemitisme. Het boek ‘150 Palestijnse fabels’ • • • • Wat is beoogd met het boek? Bijna 400 bladzijden, alfabetisch, 150 afbeeldingen. Waarom 150 fabels? Anders dan in boek, vandaag behandeling in vogelvlucht van tien hoofdthema’s. • Op volgende sheets veel informatie (nb: presentatie kan gemaild worden), als schets hoe gehandeld kan bij discussies, ingezonden brieven enz.: – Zorg over voldoende kennis te beschikken. – Niet alleen om te weerleggen, maar ook om in ‘de tegenaanval’ te kunnen gaan. Tien hoofdthema’s 1. Vrede. 2. Bezetting. 3. Westbank / nederzettingen. 4. Vluchtelingen. 5. VN / internationaal recht. 6. Kolonialisme. 7. Discriminatie. 8. Palestijns lijden. 9. Aard van het conflict. 10. Jeruzalem. 1. Vrede Beschuldigingen, niet waar: A. Israël wil geen vrede maar een groot Israël. B. Israël komt haar verplichtingen uit de Oslo-akkoorden niet na. C. De onderhandelingen mislukken door de onwil van Israël. Wel waar: A. De Palestijnen streven naar de vernietiging van Israël. B. De Palestijnen komen hun verplichtingen niet na (terreur, educatie, handvest, ontwapening, onderhandelen). C. De onwil komt van de Palestijnen. https://www.youtube.com/watch?v=uLmaU_sDQ0w 2. Bezetting Beschuldigingen, niet waar: A. Israël houdt de Palestijnen bezet. B. Israël maakt met wegversperringen hun leven onmogelijk. C. Israël houdt de Palestijnen opgesloten in Gaza. Wel waar: A. De Palestijnen worden door eigen leiders onderdrukt. B. De terreur noodzaakt tot Israëlische veiligheidsmaatregelen. C. Hamas noemt in haar Handvest het een islamitische plicht om de Joden uit te roeien. https://www.youtube.com/watch?v=IueZydnciHM 3. Westbank / nederzettingen Beschuldigingen, niet waar: A. De nederzettingen zijn illegaal. B. De nederzettingen maken een Palestijnse staat onmogelijk. C. De terreur is een reactie op nederzettingen/bezetting. Wel waar: A. Alle voorstellen door de Palestijnen afgewezen. B. Palestijnen willen geen Joodse staat accepteren. C. Palestijnen willen etnische zuivering van Joden (christenen worden al weggepest). 4. Vluchtelingen Beschuldigingen, niet waar: A. Israël heeft het vluchtelingenprobleem veroorzaakt. B. Er zijn meer dan vijf miljoen Palestijnse vluchtelingen. C. Die hebben een recht op terugkeer op grond van een VNresolutie. Wel waar: A. “Een slachting als die van de Mongolen.” B. Meer Joodse vluchtelingen. C. Arabische discriminatie. 5. VN / internationaal recht Beschuldigingen, niet waar: A. Israël negeert (bindende) VN resoluties. B. Israël maakt onterecht burgerslachtoffers. C. Illegale aanwezigheid Westbank. Wel waar: A. Afwijzing Israël en terreur in plaats van opvolgen vredesverdragen. B. Dubbele oorlogsmisdaad: beschieten van burgers, schuilen achter eigen burgers. A. Koerdistan, Sahara, Noord-Cyprus enz. 6. Kolonialisme Beschuldigingen, niet waar: A. Israël is een koloniale uitvinding. B. De Arabieren vormen de autochtone bevolking. C. Gevolg van Holocaust. Wel waar: A. Een Palestijnse staat of Palestijnen hebben nooit bestaan. B. De Arabieren zijn veroveraars en onderdrukkers. C. Verband nazisme en Arabisch moslimfundamentalisme. 7. Discriminatie Beschuldigingen, niet waar: A. Israël is een apartheidsstaat. B. Arabieren zijn tweederangsburgers. C. Christenen hebben het slecht. Wel waar: A. Behandeling minderheden (Palestijnen, etnisch, geslacht, geaardheid, geloof, huidskleur) in Arabische landen. B. In geen Arabisch land hebben Arabieren zo veel rechten. C. In alle Arabische landen krimpen de christelijke gemeenschappen. 8. Palestijns lijden Beschuldigingen, niet waar: A. Israël maakt Palestijnen het leven zuur. B. Israël steelt water. C. Israël ruïneert de Palestijnse economie. Wel waar: A. Israëli’s leven in angst. B. Israëli's krijgen vervuild water. C. Palestijnse corruptie, monopolies, willekeur en machtsmisbruik. Plus 8% begroting naar terroristen. 9. Aard van conflict Beschuldigingen, niet waar: A. Israël trekt zich niet terug uit Westbank, wat het verplicht is. B. Daarom hebben de Palestijnen een recht van terreur. C. Gewone Palestijnen willen in vrede leven. Wel waar: A. Kalifaat. Wil ook “herovering” van Spanje enz. B. Islamitisch antisemitisme. C. IS – Al Qaida – Taliban – Boko Haram – Houthi's – Hamas. https://www.youtube.com/watch?v=JB4dpzIoz3U 10. Jeruzalem Beschuldigingen, niet waar: A. Israël houdt zich niet aan de status quo op de Tempelberg. B. Israël verjoodst Jeruzalem. C. Oost-Jeruzalem is puur Arabisch. Wel waar: A. Blokkering toegang Joodse heilige plaatsen. B. Behandeling Joodse heilige plaatsen en archeologie. C. Jeruzalem islamitisch alleen van belang als christenen of Joden het claimden. Bedankt voor uw aandacht!